Pieter-Frans De Noter
Pieter-Frans De Noter | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Pieter Frans de Noter, door Eugène Verboeckhoven
| ||||
Persoonsgegevens | ||||
Geboren | Walem, 23 februari 1779 | |||
Overleden | Gent, 22 november 1842 | |||
Beroep(en) | kunstschilder | |||
OriĂŤnterende gegevens | ||||
Periode | romantiek | |||
RKD-profiel | ||||
|
![](https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/c/ce/Gent_-_Paleis_Bisschop_in_1819_-_Belgi%C3%AB.jpg/261px-Gent_-_Paleis_Bisschop_in_1819_-_Belgi%C3%AB.jpg)
Pieter-Frans De Noter (Walem, 23 februari 1779 â Gent, 22 november 1842) (gezegd "de Jonge") was een Belgisch kunstschilder.
Familie
Pieter-Frans De Noter (soms genaamd de Jonge) was de zoon van Pieter-Frans De Noter (soms genaamd de Oudere) (Walem 1747 - Mechelen 1830), die tekenlessen had gevolgd en architect was.
Junior kwam aan de Houtlei in Gent wonen, samen met zijn broer Jan-Baptist De Noter. Hij had ook enkele jaren zijn oom, Simon De Noter als zijn huisgenoot, voordat deze onder de naam Vader Bernardus de eerste algemeen overste van de Congregatie van De Broeders van Liefde werd. Pieter Frans De Noter (de oude) had drie zoons, die kunstschilder waren, en ook Pieter Frans De Noter (de jonge) had drie kinderen, die kunstschilder waren.
- Pieter-Frans De Noter l (1747 -1830)
- Pieter-Frans De Noter ll
- August De Noter (1806 - 1838)
- Anne Marie De Noter (1803 - 1880)
- Josephine De Noter (1805 - ?)
- Jan-Baptist De Noter (1786 - na 1818). Dankzij zijn omvangrijke oeuvre van stadszichten en gebouwen, voornamelijk in Gent en Mechelen, zijn een groot aantal ondertussen verdwenen gebouwen door hem vereeuwigd.
- David Emile Joseph de Noter (1818 - Algiers, 1892) had hij een voorkeur voor het schilderen van interieurs, genretaferelen en stillevens met bloemen, vruchten en/of wild. In 1840 vestigde hij zich in Brussel en verbleef ook geregeld in Parijs. Hij werkte onder meer samen met Jean Auguste Leys, waarbij hij de groenten en fruit schilderde en Leys de personages.
- Jan Frans de Noter (Walem 1787 - Mechelen 1855) volgde lessen aan de Mechelse Academie waar hij zich interesseerde in archeologie. Op latere leeftijd maakte hij olieverfschilderijen en aquarellen, waarbij hij oude stadsgezichten kopieerde.
- Pieter-Frans De Noter ll
Levensloop
Aanvankelijk volgde De Noter een opleiding als beeldhouwer bij de Mechelse meester Jan-Frans Van Geel, tot in 1793. De Franse Revolutie en de implicaties daarvan in Vlaanderen verhinderden de finaliteit van zijn beeldhouwersopleiding. Samen met zijn vader en de schilder Willem-Jacob Herreyns, leraar aan de Mechelse Academie, werkte hij mee aan de decoratie van de St. Pieter- en Pauluskerk te Mechelen, die naderhand door de Fransen als Tempel van de Rede werd ingericht.
In die moeilijke Franse tijd werkte De Noter eerst als tekenaar, daarna als drukker in een fabriek van bedrukt katoen. In 1810 vestigde De Noter zich te Gent en omstreeks 1811 begon hij â aanvankelijk autodidact â te schilderen. Wel wordt de naam van Willem-Jacob Herreyns, toen leraar aan de Mechelse Academie, geciteerd in verband met zijn vorming. Het is echter niet duidelijk of dit voor of na 1811 was. Vanaf 1817 tot zijn overlijden was De Noter zelf leraar aan de Gentse Academie.
De Noter reisde in Nederland en Frankrijk en ondernam in 1821 een reis naar Zwitserland. In Gent bouwde hij zich een internationale reputatie op als schilder van stadsgezichten, kerkinterieurs en landschappen, vooral winterse taferelen. Hij deed dikwijls beroep op zijn vriend en collega Eugène Verboeckhoven om zijn schilderijen te "stofferen", ofwel te voorzien van personages en dieren. De thema's voor zijn schilderijen zocht en vond hij voornamelijk te Gent en omgeving, maar sporadisch ook in de andere Vlaamse steden zoals Brugge en Mechelen. Een van zijn voornaamste leerlingen was Victor Vervloet, in de jaren 1810-1815.
Naar de gebruiken van de tijd schilderde hij van zijn meest succesvolle onderwerpen ĂŠĂŠn of meerdere replieken om aan de vraag van kunsthandelaars en verzamelaars te voldoen. Ook publiceerde hij een serie etsen, deels naar voorbeeld van de 17e-eeuwse schilder Meindert Hobbema.
Tentoonstellingen
De Noter stelde regelmatig tentoon in de binnen- en buitenlandse salons,; destijds vrijwel de enige kans om ruchtbaarheid te geven aan zijn kunst. Het leverde hem tal van onderscheidingen op binnen het toen courant gehanteerde systeem van gouden, zilveren en bronzen eremedailles en vermeldingen.
- 1813, Salon 1813, Brussel (eervolle vermelding)
- 1837, Salon 1837, Brugge: drie stadsgezichten
- 1819, Tentoonstelling van Levende Meesters, Den Haag: âDe Sint-Bavokerk te Gent â interieurâ
- 1820, Salon, Gent (1ste prijs met âGezicht op de St.Pieterskerk en de Schelde te Gentâ en 2de prijs met een landschap)
- 1822, Tentoonstelling van Levende Meesters, Amsterdam: âEen binnenplaats met beeldenâ, âEen gezicht in Bruggeâ, âDe kerk te Saint-Gervais bij Parijsâ, âDe Sint-Bavo te Gent. Interieurâ, âEen trap in de Citadel van Gentâ, âDe Beestenmarkt te Gentâ (met stoffering van E. Verboeckhoven)
- 1822, Salon, Douai
- 1822, Salon, Rijsel
- 1823, Tentoonstelling van Levende Meesters, Den Haag: âDe Beestenmarkt te Gentâ (met stoffage van Eugène Verboeckhoven)
- 1824, Tentoonstelling van Levende Meesters, Amsterdam: âStadsgezicht met poort en andere gebouwenâ, âEen binnenplaats met invallend zonlichtâ (2x), âStadsgezichtâ
- 1825, Tentoonstelling van Levende Meesters 1825, Haarlem: âStadsgezicht te Gentâ (volgens de catalogus; in realiteit "De Veemarkt en de Sint-Pauluskerk in Antwerpen")
- 1826, Tentoonstelling van Levende Meesters, Amsterdam: âBrabants landschapâ, âGezicht op een kapelâ, âLandschap met watermolenâ
- 1827, Tentoonstelling van Levende Meesters, Den Haag: âBesneeuwd stadsgezicht in Gentâ, âDe Walpoortbrug te Gentâ
- 1827, Tentoonstelling van Levende Meesters, Amsterdam: âEen hoeve met enkele kozakkenâ (met stoffage door J. Schultz)
- 1828, Tentoonstelling van Levende Meesters 1828, Amsterdam: âVismarkt te Antwerpenâ (stoffering van Eugène Verboeckhoven), âHet Kasteel van Havre bij Bergenâ, âGezicht bij de Predikherenkerk te Antwerpenâ.
- 1830, Tentoonstelling van Levende Meesters, Amsterdam: âStadsgezichtâ
- 1830, Tentoonstelling van Levende Meesters, Den Haag: âStadsgezichtâ
- 1830, Salon, Boulogne (1ste prijs)
- 1835, Salon, Gent (gouden medaille)
- 1840, Tentoonstelling van Levende Meesters, Rotterdam: âStadsgezicht te Gent, âs wintersâ (stoffage van Eugène Verboeckhoven), âStadsgezichtâ (met stoffage van Eugène Verboeckhoven)
- 1841, Tentoonstelling van Levende Meesters, Den Haag: âDe hoofdkerk te Villefranche in Zuid-Frankrijkâ, âStadsgezicht te Gentâ
- 1842, Tentoonstelling van Levende Meesters, Amsterdam: âStadsgezichtâ
Publicatie
- P.F. De Noter, Recueil de gravures à l'eau forte, dont plusieurs d'après Hobbema. Gent, eigen beheer, 1831
Musea
- Amsterdam, Rijksmuseum : âVeemarkt en Sint-Pauluskerk te Antwerpenâ (1825), "De Sassche Poort te Gent in de winter", "De kapel met het 'Lam Gods' van Van Eyck in de Sint-Baafs in Gent"
- Brugge, Sted. Musea, Steinmetzkabinet
- Brussel, K.M.S.K. van BelgiĂŤ : âDe Sint-Niklaaskerk te Gentâ
- Gent, STAM (voorheen Museum van de Bijloke) : âDe Augustijnenkaai langs de Lieve te Gentâ (1822), "Gezicht op de Walpoortbrug te Gent" (1835), âDe Sint-Niklaaskerk te Gentâ (1818)
- Gent, Stadsarchief, Atlas Goetgebuer doos 48, farde 85 : âDe Sint-Niklaaskerk in Gentâ (1816)
- Gent, Commissie voor Monumenten en Stadsgezichten : âDe Schreiboomkapel langs de Leie inGentâ (1820)
- Kortrijk, Stedelijk Museum : âWinter te Gentâ
- La Fère, MusĂŠe Jeanne dâAboville : âGezicht vanop de Rozenhoedkaai te Bruggeâ
- Provincie Brabant
Literatuur
- E. BĂNĂZIT, Dictionnaire des peintresâŚ, IX (Paris, 1976).
- Jan NECKERS, Mechelen zoals J.B. de Noter het zag, (deel 1 en 2), Stevens, Mechelen, 1980
- W.G. FLIPPO, Lexicon of the Belgian Romantic Painters, Antwerpen, 1981.
- P. en V. BERKO, Dictionnaire des peintres belges, Brussel-Knokke, 1981.
- Carl VAN DE VELDE, Stedelijke Musea Brugge, Steinmetzkabinet, Catalogus van de tekeningen 1 en 2, Brugge, 1984.
- Les Salons retrouvĂŠs. Eclat de la vie artistique dans la France du Nord 1815-1848, s.l., 1993.
- Le dictionnaire des Peintres Belges, Brussel, 1994.
- J.M. DUVOSQUEL & Ph. CRUYSMANS, Dictionaire van Belgische en Hollandse dierenschilders geboren tussen 1750 en 1880, Knokke, 1998.
- P. PIRON, De Belgische beeldende kunstenaars uit de 19de en 20ste eeuw, Brussel, 1999.
- W. & G. PAS, Biografisch Lexicon Plastische Kunst in BelgiĂŤ. Schilders- beeldhouwers â grafici 1830-2000, Antwerpen, 2000.
- P.M.J.E. JACOBS, Beeldend Benelux. Biografisch handboek, Tilburg, 2000.
- W. & G. PAS, Dictionnaire biographique arts plastiques en Belgique. Peintres-sculpteurs-graveurs 1800-2002, Antwerpen, 2002.