Passief en actief in het Latijn

Een zin kan actief of passief zijn. Bijvoorbeeld:

  • De slaaf ziet de tempel. (actief)
  • De tempel wordt door de slaaf gezien. (passief)

Dit kan in het Nederlands, maar ook in het Latijn.

Verschil tussen passief en actief (genera verbi)

Neem als voorbeeld de twee zinnen hierboven. De inhoud is feitelijk hetzelfde; er wordt hetzelfde bedoeld. De grammaticale vorm verschilt echter. In de eerste zin is de slaaf het onderwerp van de zin; in de tweede is de tempel het onderwerp.

  • De eerste zin is daarom een actieve zin: het grammaticale onderwerp van de zin (de slaaf) is ook degene die de handeling (zien) verricht.
  • De tweede zin is een passieve zin: het grammaticale onderwerp van de zin (de tempel) is natuurlijk niet degene die de handeling verricht.

Vorming in het Latijn

Praesens Passief

praesens
a-stam e-stam i-stam mk-stam vertaling vocare
vocor timeor audior regor ik word geroepen
vocaris timeris audiris regeris jij wordt geroepen
vocatur timetur auditur regitur hij - zij - het wordt geroepen
vocamur timemur audimur regimur wij worden geroepen
vocamini timemini audimini regimini jullie worden geroepen
vocantur timentur audiuntur reguntur zij worden geroepen
Nederlands
word geroepen word gevreesd word gehoord word geregeerd
Infinitivus
vocare timere audire regere te worden geroepen

De algemene regel voor het vormen van het Praesens Passivum is: praesensstam + pup (persoonsuitgangen passief)
de pups zijn als volgt:
-or    -mur
-ris   -mini
-tur   -ntur

Imperfectum Passief

imperfectum
a-stam e-stam i-stam mk-stam vertaling vocare
vocabar timebar audiebar regebar ik werd geroepen
vocabaris timebaris audiebaris regebaris jij werd geroepen
vocabatur timebatur audiebatur regebatur hij - zij - het werd geroepen
vocabamur timebamur audiebamur regebamur wij werden geroepen
vocabamini timebamini audiebamini regebamini jullie werden geroepen
vocabantur timebantur audiebantur regebantur zij werden geroepen
Nederlands
werd geroepen werd gevreesd werd gehoord werd geregeerd

De algemene regel voor het vormen van het Imperfectum Passief is: praesensstam + (e)ba + pup

Perfectum Passief

perfectum
are-stam ere-stam vertaling vocare
vocatus sum timetus sum ik werd/ben geroepen
vocatus es timetus es jij werd/bent geroepen
vocatus est timetus est hij - zij - het werd/is geroepen
vocati sumus timeti sumus wij werden/zijn geroepen
vocati estis timeti estis jullie werden/zijn geroepen
vocati sunt timeti sunt zij werden/zijn geroepen
Infinitivus
vocatum timetum geroepen zijnde
vocatum esse timetum esse geroepen te zijn

De algemene regel voor het vormen van het Perfectum Passief is: p.p.p. + praesens van esse
Het p.p.p. wordt gevormde door achter de praesensstam de uitgang -tum te zetten.
Net als bij het actieve perfectum mag je het perfectum passief vertalen met ik werd..., maar dat kun je beter vertalen bij het imperfectum passief. Het beste kun je ik ben... vertalen.

Plusquamperfectum Passief

plusquamperfectum
are-stam ere-stam vertaling vocare
vocatus eram timetus eram ik was geroepen
vocatus eras timetus eras jij was geroepen
vocatus erat timetus erat hij - zij - het was geroepen
vocati eramus timeti eramus wij waren geroepen
vocati eratis timeti eratis jullie waren geroepen
vocati erant timeti erant zij waren geroepen

De algemene regel voor het vormen van het Plusquamperfectum Passief is: p.p.p. + imperfectum van esse

Futurum Passief

futurum I
are-stam ere-stam ire-stam mk-stam vertaling vocare
Vocabor Timebor Audiar Regar ik zal geroepen worden
Vocaberis Timeberis Audieris Regeris jij zult geroepen worden
Vocabitur Timebitur Audietur Regetur hij zal geroepen worden
Vocabimur Timebimur Audiemur Regemur wij zullen geroepen worden
Vocabimini Timebimini Audiemini Regemini jullie zullen geroepen worden
Vocabuntur Timebuntur Audientur Regentur zij zullen geroepen geworden

De algemene regel voor het vormen van het Imperfectum Passief is: praesensstam + (e)b + tussenklinker + pup

Futurum Exactum Passief

futurum II
are-stam ere-stam vertaling vocare
vocatus ero timetus ero ik zal geroepen zijn
vocatus eris timetus eris jij zult geroepen zijn
vocatus erit timetus erit hij zal geroepen zijn
vocati erimus timeti erimus wij zullen geroepen zijn
vocati eritis timeti eritis jullie zullen geroepen zijn
vocati erunt timeti erunt zij zullen geroepen zijn

Je kan het futurum II passief zo vormen:


Het Participium Perfectum Passief + Het Futurum Simplex van het werkwoord esse.

Verschil tussen (plusquam)perfectum passief en actief

Perfectum
  1. Romani virum vocaverunt (perf. act.) - De Romeinen hebben de man geroepen.
  2. A Romanis vir vocatus est (p.p.p.) - Door de Romeinen is de man geroepen.


Plusquamperfectum
  1. Romani virum vocaverant (plq. perf. act.) - De Romeinen hadden de man geroepen.
  2. A Romanis vir vocatus erat (p.p.p.) - Door de Romeinen was de man geroepen.

Het P.P.P.(+quam) kun je meestal herkennen aan het voorzetsel a of ab (vertaald als door) dat gevolgd wordt door een ablativus=ablatief en aan de imperfectum-vorm van esse.

Zie ook