Michel Verschueren

Michel Verschueren
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Persoonlijke informatie
Volledige naam Michel Verschueren
Bijnaam De Zilveren Vos
Mister Michel
Geboortedatum 17 maart 1931
Geboorteplaats Boortmeerbeek, België
Overlijdensdatum 14 september 2022
Overlijdensplaats Wolvertem, België
Getrainde teams
1956–1958
1958–1963
1963–1969
1969
1969–1973
1973–1980
1980–2003
2004–2016
Racing Boortmeerbeek
Eendracht Aalst (fysiektrainer)
RSC Anderlecht (fysiektrainer)
Daring Brussel (fysiektrainer)
Daring Brussel (manager)
RWDM (manager)
RSC Anderlecht (manager)
RSC Anderlecht (bestuur)
Portaal  Portaalicoon   Voetbal

Michel Verschueren (Boortmeerbeek, 17 maart 1931Wolvertem, 14 september 2022) was een Belgisch fysiektrainer en zakenman. Hij was van 1981 tot 2003 general manager van de Belgische topvoetbalclub RSC Anderlecht. Hij was eveneens bekend onder zijn bijnamen "Mister Michel" en "De Zilveren Vos". Verschueren kwam verschillende keren in de media vanwege controversiële uitspraken.

Biografie

Jeugd

Michel Verschueren werd geboren in het Vlaams-Brabantse Boortmeerbeek.[1] Hij groeide op in een gezin van vier kinderen. Zijn moeder was een huisvrouw, zijn vader een bankbediende. Zelf volgde hij als tiener les aan het atheneum in Mechelen. Nadien ging hij Lichamelijke Opvoeding studeren aan de Katholieke Universiteit Leuven, waar hij onder meer Urbain Braems leerde kennen. Verschueren raakte er ook onder de indruk van gymnast Michel Bottu, van wie hij veel leerde.[2] Hij voetbalde in die periode ook voor het bescheiden Racing Boortmeerbeek, waar hij ook twee seizoenen trainer was.

Eendracht Aalst

In 1957 ging Verschueren aan de slag bij Eendracht Aalst, waar hij onder trainer Rik Geertsen verantwoordelijk werd voor de conditie en fysieke paraatheid van de spelers. Hij introduceerde in die periode nieuwe technieken en trainingsmethodes. Zo liet hij spelers met zware ballen of rugzakken de trappen van de tribune oplopen.[3] Verschueren combineerde zijn baan als fysiektrainer met die van leerkracht. Hij gaf les aan het VTI in Aalst.

Op 5 november 1961 speelde Eendracht Aalst tegen Standard Luik. Scheidsrechter Arthur Blavier stuurde meerdere spelers van Aalst van het veld. Toen er nadien ook nog enkele spelers uitvielen met een blessure, stonden er nog slechts vijf spelers van Eendracht op het veld. Zo'n 14.000 supporters bestormden het veld en de wedstrijd werd uiteindelijk voortijdig afgerond. Michel Verschueren maakte ook deel uit van het tumult en werd 12 maanden geschorst door de voetbalbond.[4]

Eerste keer RSC Anderlecht

In 1963 haalde voorzitter Albert Roosens hem naar Anderlecht. Verschueren werd er conditietrainer en werkte er samen met trainers Pierre Sinibaldi, Arnould De Raeymaeker, András Béres en Norberto Höfling. In 1969 keerde Sinibaldi terug en verkasten Verschueren en Höfling samen naar Daring Brussel.

RWDM

De eerste maand was Verschueren in dienst als fysiektrainer, nadien werd hij manager van de club. Hij werkte er nauw samen met voorzitter Jean-Baptiste L'Ecluse. In 1973 fusioneerde Daring met Racing White. Bij de nieuwe fusieclub, RWDM, werd hij secretaris. In 1975 was hij betrokken bij de transfer Paul Van Himst. Eerder dat jaar had RWDM de landstitel veroverd. Het leverde sterkhouder Johan Boskamp in januari 1976 de Gouden Schoen op. Ook maakte hij trainer Piet de Visser mee, die het team van RWDM in het seizoen 1976/77 trainde. In dat seizoen schakelde RWDM Feyenoord Rotterdam uit in de kwartfinales van het Europa Cup III-toernooi (maart 1977, 0-0 en 2-1).

Terugkeer naar RSC Anderlecht

In 1980 keerde Verschueren terug naar Anderlecht. Het werk dat hij bij de buren van RWDM had verricht, was voorzitter Constant Vanden Stock niet ontgaan. De twee zouden in de loop der jaren goede vrienden worden. Verschueren ontpopte zich tot een loyale manager die bereid was om voor zijn voorzitter en club door het vuur te gaan. Onder zijn impuls werd het oude Astridpark van Anderlecht gedurende de periode 1983-1991 in vier fasen omgebouwd tot een modern multifunctioneel voetbalstadion met loges en business seats (het Constant Vanden Stockstadion). De capaciteit werd teruggebracht van 38.000 naar 28.000 toeschouwers.

Verschueren deed ook enkele opmerkelijke transfers in dienst van paars-wit. In december 1980 trok hij naar New York om er Juan Lozano vast te leggen. Hij noemde het achteraf zijn beste transfer ooit. In 1989 plukte hij Marc Degryse weg bij rivaal Club Brugge. Maar de opvallendste transfer is zonder twijfel die van het Afrikaanse voetbaltalent Nii Lamptey. Hij riep de hulp in van Stephen Keshi, toen een verdediger van Anderlecht. Keshi haalde Lamptey naar België, maar daar bleek dat de jonge voetballer een vals paspoort op zak had.[5] Een dag later had Verschueren het probleem met de douane opgelost en mocht Lamptey met Anderlecht meetrainen.

'Mister Michel' behaalde 11 landstitels en 3 Europacup finales tijdens zijn periode als general manager bij RSC Anderlecht.

Als manager van Anderlecht maakte Verschueren ook moeilijke periodes mee. Na de ontdekking van de omkoopzaak Standard-Waterschei legde onderzoeksrechter Guy Bellemans een zwartgeldcircuit in het Belgisch voetbal bloot. Verscheidene clubs, waaronder Anderlecht, kregen het in die periode financieel moeilijk. Tijdens het onderzoek bracht Verschueren enkele uren door in de gevangenis. Ook in de jaren 90, na het Bosman-arrest, incasseerde Anderlecht financieel zware klappen.

In januari 2002 werd Alain Courtois aangeduid als opvolger van Verschueren. In eerste instantie werkten de twee samen, maar in oktober 2002 hield Courtois het al voor bekeken. Verschueren bleef daarom langer manager en stelde uiteindelijk in 2003 Herman Van Holsbeeck aan als zijn opvolger. Van Holsbeeck werkte eerst nog een jaar in de schaduw van Verschueren alvorens diens functie over te nemen.

Na zijn carrière als manager kwam Verschueren in het bestuur van Anderlecht terecht. Hij werd ook de manager van het restaurant Le Saint-Guidon.

Controverses

In het BRTN-programma Morgen Maandag zei Verschueren in 1993 dat "staken voor luieriken is". Enkele dagen later mocht hij zijn verontschuldigen aanbieden aan enkele supporters van Anderlecht die betrokken waren bij de stakingen in de autofabriek van Renault.[6]

In 2001 kreeg Verschueren de Homofobieprijs voor een aantal holebi-onvriendelijke uitspraken. Zo zei Verschueren dat "twee mannen of twee vrouwen in een bed decadent zijn". Ook noemde hij holebi's "tegennatuurlijk" en "echt ziekelijk". Toen hij kritiek kreeg, bleef hij bij z'n uitspraken. "Ik wijk geen millimeter af van mijn standpunt", klonk het.

In 2014 mengde Verschueren zich in het debat over de mogelijke verhoging van het inschrijvingsgeld aan Vlaamse hogeronderwijsinstellingen. Op een blogsite stuurde hij aan Vlaamse studenten de boodschap: "Om te zeuren en te zuipen hebben ze altijd geld en tijd, maar niet om het verhoogde inschrijvingsgeld te betalen." Voor die uitspraak kreeg hij veel tegenwind.

Gezondheid

In 2009 belandde Verschueren in het ziekenhuis. Eerst werd er gedacht aan een hartaanval, maar het bleek uiteindelijk om een niercrisis te gaan.[7] Hij was enkele weken buiten strijd en verloor zelfs even zijn loop- en spraakvermogen, maar kwam er uiteindelijk terug bovenop.

Hij stierf in de nacht van 13 op 14 september 2022 op 91-jarige leeftijd in een woonzorgcentrum in Wolvertem.[8]

Trivia

  • Gedurende zijn loopbaan als manager won Anderlecht één keer de Uefa Cup (1983) en werd de club elf keer landskampioen van België (1981, 1985, 1986, 1987, 1991, 1993, 1994, 1995, 2000, 2001, 2004).
  • Verschueren was een voorstander van een BeNeLiga, een competitie bestaande uit de beste Belgische en Nederlandse clubs.
  • Michel Verschueren was stichtend lid van de ECA, European Club Association, de organisatie die de belangen van de Europese voetbalclubs behartigt.
  • Het was trainer Tomislav Ivić, die hem begin jaren 80 de bijnaam "Mister Michel" bezorgde.
  • Bij de federale verkiezingen van 2014 stelde hij zich als lijstduwer kandidaat op de Open Vld-lijst.[9] Hij raakte niet verkozen.
  • Zijn zoon Michael Verschueren was aandeelhouder van Anderlecht.

Bibliografie