Een knotskop is een Oud-Egyptisch wapen vergelijkbaar met een knots. In het oude Mesopotamië kwamen vergelijkbare wapens voor.
Het is een stenen of aardewerken bol die bevestigd werd op een stok en was bedoeld om een vijand mee dood te slaan. De koning droeg dit wapen om de vijanden van Egypte neer te slaan, een vertoning van goddelijke orde. Ook hoge edelen droegen het wapen als vertoning van macht.
In hiërogliefen
De knotskop werd ook afgebeeld in de hiërogliefen, het had de waarde Hedj. Onderstaande de hiërogliefen met hun code uit de hiërogliefenlijst van Gardiner:
Hieroglief
Nummer
Transcriptie
Betekenis
D34
ˁḥȝ
Vechter, vechten
O2
pr-hdj
Schatbewaarder
T2
skr
Neerslaan
T3
hdj
Knotskop
T4
hdj
Knotskop
T5
hdj
Knotskop
T6
hdjdj
Knotskop
In de kunst
Een knotskop vinden we vaak op afbeeldingen waarop de farao's zijn vijanden neerslaat voor een godheid. Het is een geliefd thema in de Oud-Egyptische kunst. Het bleef een geliefd thema gedurende de Oud-Egyptische beschaving vanaf de Vroeg-dynastieke Periode tot aan Ptolemaeën. Het had als religieuze betekenis om de goddelijke orde handhaven. Het thema wordt vaak gezien op stèles en op muren van tempels.
De farao slaat de vijanden neer voor de god Horus te Edfoe
Ceremoniële knotskoppen
De eerste knotskoppen die bekend zijn dateren uit de 5e millennium v. Chr. Van de koningen Schorpioen II en Narmer zijn twee ceremoniële knotskoppen teruggevonden in de tempel van Horus te Hierakonpolis.