Elanodactylus

Elanodactylus
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Vroeg-Krijt
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Pterosauria
Onderorde:Pterodactyloidea
Familie:Ctenochasmatidae
Geslacht
Elanodactylus
Andres & Ji, 2008
Typesoort
Elanodactylus prolatus
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Elanodactylus is een geslacht van uitgestorven pterosauriërs behorende tot de Pterodactyloidea dat leefde tijdens het Vroeg-Krijt in het gebied van het huidige China.

Vondst en naamgeving

De soort werd in 2008 beschreven door Brian Andres en Ji Qiang op grond van een fossiel uit de Yixianformatie van de provincie Liaoning. De geslachtsnaam is afgeleid van die van het vogelgeslacht Elanus, waartoe ook de grijze wouw behoort, een verwijzing naar de ranke vleugels die beide vormen gemeen hebben, en van het Klassiek Griekse daktylos, 'vinger', een verwijzing naar de typische vleugelvinger van de pterosauriërs. De soortaanduiding betekent 'verlengd' in het Latijn, een verwijzing naar de halswervels.

Het holotype NGMC 99-07-1 is gevonden bij het dorp Sihetun en bestaat uit een platgedrukt gedeeltelijk skelet op een enkele plaat dat grotendeels in verband ligt. Aanwezig zijn de vleugels, twee halswervels, zes ruggenwervels, twaalf ribben, de schoudergordel en een gedeeltelijk borstbeen. De schedel ontbreekt. In 2010 werd een tweede exemplaar beschreven, specimen LPM-R00078 gevonden bij Erdagohou en in 2002 verworven door het Bureau of Land Resources of Liaoning Province; in 2004 werd het overgedaan, samen met honderden andere fossielen, aan de Shenyang Normal University teneinde het Liaoning Paleontological Museum op te richten. Ook dit bestaat uit een skelet zonder schedel; het vult het holotype aan in de achterpoot. Beide exemplaren vertegenwoordigen volwassen individuen.

Beschrijving

De vleugelspanwijdte van het holotype is ongeveer 2,5 meter. Het toegewezen exemplaar heeft een vlucht van zo'n 1,7 meter.

Een autapomorfie, unieke afgeleide eigenschap, van de soort is het bezit van een eerste vleugelvingerkootje dat korter is dan het tweede en derde, dit benadert de toestand bij basale pterosauriërs. Het is overigens niet zozeer dat het eerste kootje zo kort is; het tweede en derde zijn sterk verlengd.

In 2011 werd een unieke combinatie van verdere kenmerken gegeven. De middelste halswervels zijn langwerpig, viermaal langer dan breed in het midden, terwijl hun doornuitsteeksels extreem gereduceerd zijn en hun postzygexapofysen stomp en schuin naar achteren en bezijden gericht. Bij de achterste halswervels zijn de voorste gewrichtsuitsteeksels groot, meer dan de helft van de totale lengte een breedte van de wervel uitmakend. Bij het opperarmbeen is de kop bijna even groot als de deltopectorale kam. Het tweede kootje is het langste van de vleugelvinger. In het bekken heeft het puboischium, de samengroeiing van het schaambeen en het zitbeen onderaan een opvallend naar beneden wijzend tongvormig uitsteeksel.

Verder is het derde middenhandsbeen lang en slank. De prepubes zijn halfcirkelvormig. De vijfde teen is extreem gereduceerd.

Fylogenie

Elanodactylus behoorde volgens een cladistische analyse, de grootste die tot op dat moment was uitgevoerd voor de groep van de Pterosauria, tot de Ctenochasmatidae maar heeft wel verlengde halswervels die lijken op die van de Azhdarchidae. De beschrijvers beschouwden dit als een aanwijzing dat zulke wervels door convergente evolutie zich in beide groepen ontwikkeld hebben. De plaatsing werd in 2010 herhaald.