Zweder van Abcoude: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7: Regel 7:
Hij werd heer van Gaasbeek bij de dood van zijn moeder tot 1376, toen hij deze Brabantse heerlijkheid aan zijn broer Willem liet, om het bestuur in de erflanden van zijn vader over te nemen. In 1381 ruilden de twee broers hun bezittingen.
Hij werd heer van Gaasbeek bij de dood van zijn moeder tot 1376, toen hij deze Brabantse heerlijkheid aan zijn broer Willem liet, om het bestuur in de erflanden van zijn vader over te nemen. In 1381 ruilden de twee broers hun bezittingen.


Zweder wenste zijn macht in het [[hertogdom Brabant]] uit te breiden tot de meierij van [[Sint-Genesius-Rode|Rode]]. De hertog was dit wel genegen, maar de schepenen van de stad [[Brussel (stad)|Brussel]], onder leiding van Everaard t'Serclaes, kwamen hiertegen in het geweer, omdat zij hierin een te grote machtsconcentratie zagen.
Zweder wenste zijn macht in het [[hertogdom Brabant]] uit te breiden tot de meierij van [[Sint-Genesius-Rode|Rode]]. De hertog was dit wel genegen, maar de schepenen van de stad [[Brussel (stad)|Brussel]], onder leiding van Everaard t'Serclaes, kwamen hiertegen in het geweer, omdat zij hierin een te grote machtsconcentratie zagen. Met een beroep op de [[Blijde Inkomst]] wisten ze de verkoop ongedaan te maken.


Op 26 maart 1388 ([[Witte Donderdag]]) werd [[Everard 't Serclaes]]op de terugweg van [[Lennik]] aangevallen door twee vermeende handlangers van de heer van Gaasbeek, nl. [[Melis Uttenenghe]], baljuw van het land van Gaasbeek en [[Willem van Kleef]], bastaardzoon van Sweder: zijn been werd afgehakt en zijn tong afgesneden. [[Jan van Stalle]], deken van Halle, vindt zijn verminkte lichaam, herkent hem en brengt hem terug naar het huis de Ster in Brussel. Hij stierf kort daarna. Sweder werd al gauw als de schuldige gezien. De Brusselaars brachten een volksleger op de been en togen naar Gaasbeek.
Op [[Witte Donderdag]] 1388 werd t'Serclaes door Willem van Kleef, de bastaardzoon van Zweder, overvallen en verminkt; hij stierf kort daarna. De verontwaardiging bij de Brusselse bevolking was zo groot dat ze de dag zelf nog het beleg opsloegen voor het [[Kasteel van Gaasbeek]]. Van Abcoude had zich uit de voeten gemaakt naar [[Diest]], maar zijn vrouw Anna van Leiningen zat in de klem. Hertogin Johanna, verontrust door deze escalatie tussen haar grootste stad en een gewaardeerde vazal, wierp zich op als onderhandelaarster. Na meer dan een maand toonde de heer van Gaasbeek zich bereid om schuld te bekennen: in ruil voor een veilige aftocht van zijn vrouw en haar gevolg, betaalde hij zoengeld en stond hij toe dat zijn kasteel met de grond gelijk gemaakt werd. Dit vergelijk was niet alleen te danken aan de inspanningen van Johanna. Ook het nieuws dat [[Luik (stad)|Luikse]] mijnwerkers waren gearriveerd om zijn kasteel te ondermijnen, bleek bevorderend voor de deblokkering. De hertogelijke kroniekschrijvers houden zich opvallend op de vlakte over de vraag of Van Abcoude de opdracht had gegeven voor de aanval op t'Serclaes. In de Brabantsche Yeesten was het een spontaan initiatief van zijn manschappen, nadat ze hadden gehoord hoe Van Abcoudes vrouw zich over t'Serclaes beklaagde.

Van Abcoude was naar [[Diest]]getrokken teneinde hulp te halen. Zijn vrouw Anna van Leiningen kon het kasteel verlaten alvorens het met de grond gelijk werd gemaakt. Het duurde tot 1389 voordat de gemoederen bedaard zijn.

Zweder bleef echter het vertrouwen genieten van de hertogin [[Johanna van Brabant]] en kon al snel beginnen met de heropbouw van het kasteel. Het komt niet tot een proces. Wie waren de uiteindelijke schuldigen? [[Willem van Kleef]] wordt later nog baljuw van het herbouwde [[Kasteel van Gaasbeek]].

Wel gaat Sweder in 1389/1390 op bedevaart naar [[Montreuil-les-dames]]. Daar zou hij een visioen gehad hebben waarbij de op een schilderij afgebeelde Jesus zich misprijzend van hem afwend.

In 1392 sticht hij het kartuizer klooster [[Nieuwlicht]] in Utrecht.

Hij stierf op een latere pelgrimstocht in [[Radda]] ([[Toscane]]). Daar wordt hij begraven in het klooster van de {{Minderbroeders]]. Later haalt zijn zoon [[Jacob van Gaasbeek]] zijn stoffelijke resten over naar inmiddels gerealiseerde familiegraf in het kartuizer klooster in Utrecht.

Na afbraak van Nieuwlicht worden Sweder en zijn familie bijgezet in de Van Renesse Kapel in de Janskerk te Utrecht


Zweder bleef echter het vertrouwen genieten van de hertogin [[Johanna van Brabant]] en kon al snel beginnen met de heropbouw van het kasteel. Hij stierf als pelgrim in [[Toscane]].


Hij was getrouwd met Anna van Leiningen. Zij hadden de volgende kinderen.
Hij was getrouwd met Anna van Leiningen. Zij hadden de volgende kinderen.

Versie van 26 nov 2017 23:17

Wapenschild van Zweder III van Abcoude en Jacob van Gaesbeke (1. Zuylen 2. Gaasbeek 3. Putten 4. Strijen)
De duivel aan de haal met Zwegers ziel. Console van Brussels stadhuis.

Zweder III van Zuylen van Abcoude (ca. 1350 - Radda, Toscane, Italië, 22 of 23 april 1400) was heer van Gaasbeek, Putten en Strijen. Hij was een tegenstander van Everaard t'Serclaes.

Hij was de zoon van Johanna van Horne, vrouwe van Gaasbeek, en van Gijsbrecht III van Zuylen van Abcoude, heer van Abcoude en Wijk bij Duurstede. Hij werd heer van Gaasbeek bij de dood van zijn moeder tot 1376, toen hij deze Brabantse heerlijkheid aan zijn broer Willem liet, om het bestuur in de erflanden van zijn vader over te nemen. In 1381 ruilden de twee broers hun bezittingen.

Zweder wenste zijn macht in het hertogdom Brabant uit te breiden tot de meierij van Rode. De hertog was dit wel genegen, maar de schepenen van de stad Brussel, onder leiding van Everaard t'Serclaes, kwamen hiertegen in het geweer, omdat zij hierin een te grote machtsconcentratie zagen. Met een beroep op de Blijde Inkomst wisten ze de verkoop ongedaan te maken.

Op 26 maart 1388 (Witte Donderdag) werd Everard 't Serclaesop de terugweg van Lennik aangevallen door twee vermeende handlangers van de heer van Gaasbeek, nl. Melis Uttenenghe, baljuw van het land van Gaasbeek en Willem van Kleef, bastaardzoon van Sweder: zijn been werd afgehakt en zijn tong afgesneden. Jan van Stalle, deken van Halle, vindt zijn verminkte lichaam, herkent hem en brengt hem terug naar het huis de Ster in Brussel. Hij stierf kort daarna. Sweder werd al gauw als de schuldige gezien. De Brusselaars brachten een volksleger op de been en togen naar Gaasbeek.

Van Abcoude was naar Diestgetrokken teneinde hulp te halen. Zijn vrouw Anna van Leiningen kon het kasteel verlaten alvorens het met de grond gelijk werd gemaakt. Het duurde tot 1389 voordat de gemoederen bedaard zijn.

Zweder bleef echter het vertrouwen genieten van de hertogin Johanna van Brabant en kon al snel beginnen met de heropbouw van het kasteel. Het komt niet tot een proces. Wie waren de uiteindelijke schuldigen? Willem van Kleef wordt later nog baljuw van het herbouwde Kasteel van Gaasbeek.

Wel gaat Sweder in 1389/1390 op bedevaart naar Montreuil-les-dames. Daar zou hij een visioen gehad hebben waarbij de op een schilderij afgebeelde Jesus zich misprijzend van hem afwend.

In 1392 sticht hij het kartuizer klooster Nieuwlicht in Utrecht.

Hij stierf op een latere pelgrimstocht in Radda (Toscane). Daar wordt hij begraven in het klooster van de {{Minderbroeders]]. Later haalt zijn zoon Jacob van Gaasbeek zijn stoffelijke resten over naar inmiddels gerealiseerde familiegraf in het kartuizer klooster in Utrecht.

Na afbraak van Nieuwlicht worden Sweder en zijn familie bijgezet in de Van Renesse Kapel in de Janskerk te Utrecht


Hij was getrouwd met Anna van Leiningen. Zij hadden de volgende kinderen.

Literatuur