Willem Jacob Kloek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Ton Kloek (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 35: Regel 35:


Kloek was twee maal getrouwd. In 1762 trouwde hij in Amsterdam met Johanna Geertruida Vermeeren en na haar overlijden hertrouwde hij in 1775 met Helena Coster. Hij overleed in 1811 op 78-jarige leeftijd in zijn woonplaats Alkmaar.
Kloek was twee maal getrouwd. In 1762 trouwde hij in Amsterdam met Johanna Geertruida Vermeeren en na haar overlijden hertrouwde hij in 1775 met Helena Coster. Hij overleed in 1811 op 78-jarige leeftijd in zijn woonplaats Alkmaar.

Reeds in de vroedschap de zijde van de patriotten houdende, bevorderde hij met vier andere Gecommiteerde Raden, zonder toestemming en medewerking van de twee andere, de vorming en uitrusting van het vliegend legertje in Noordholland, de secretaris mr.B.Blok machtigende tot het geven van patenten en ammunitie van oorlog. Daardoor behoorde hij tot de catagoriën, die bij het op 15 februari 1788 door de Staten van Holland gearresteerde placaat van amnestie waren uitgezonderd. Herhaaldelijk voor het Hof van Holland gedagvaard, bleef hij afwezig en op 23 maart 1790 werd hij voor altijd uit de provinciën Holland, Zeeland, Friesland en Utrecht gebannen. Ingevolge van de op 3 februari 1795 door de Provinciale Representanten van het Volk van Holland gearresteerde publicatie tot terugroeping van de verbannenen en op dezelfde dag door de alkmaarse municipaliteit genomen resolutie om hem tot terugkeer uit Kampen te nodigen, kwam hij op 25 maart weer naar Alkmaar, waar hij plechtig ingehaald, naar het stadhuis geleid en zeer gevierd werd. In september 1795 tot representant van de burgerij verkoren, nam hij die benoeming niet aan; wel die tot lid van de raad op 5 januari 1803 waarvan hij van 10 januari van dat jaar tot het einde van 1805 wethouder was en tot lid van de vroedschap op 23 oktober 1807 alsmede tot lid van de municipale raad op 19 mei 1811.


{{Appendix|1=Bronnen|2=
{{Appendix|1=Bronnen|2=

Versie van 18 nov 2012 14:55

Willem Jacob Kloek
Algemeen
Geboren 1733
Overleden 3 december 1811
Land Nederland
Titulatuur dr.
Functies
in de periode 1759-1763 Schepen van Alkmaar
1760-1788 Vroedschap van Alkmaar
1778, 1779, 1782 en 1786 Burgemeester van Alkmaar
1783-1785; 1787-1788 Lid van de Gecommitteerde Raden van Westfriesland en het Noorderkwartier
1803-1811 Lid vroedschap/municipalen raad van Alkmaar
1803-1805 Wethouder van Alkmaar
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Willem Jacob Kloek (Alkmaar, 1733 - aldaar, 3 december 1811) was burgemeester van de Noord-Hollandse stad Alkmaar.

Leven en werk

Kloek werd op 12 februari 1733 gedoopt als zoon van de Alkmaarse regent Gerard Kloek en van Cornelia Witte. Hij trad in de voetsporen van zijn vader en studeerde rechten aan de Universiteit van Utrecht. Hij promoveerde aldaar in 1758 op een proefschrift "Dissertatio juridica inauguralis de differentia conditionum testamento insertarum" tot doctor.[1] Op 26-jarige leeftijd werd hij benoemd tot schepen van Alkmaar. Na het overlijden van zijn vader werd hij in 1760 benoemd tot lid van de vroedschap. In de periode van 1778 tot 1786 vervulde hij viermaal de functie van burgemeester, respectievelijk in 1778, 1779, 1782 en 1786. Van 1783 tot 1785 en van 1787 tot 1788 was hij lid van de Gecommitteerde Raden van Westfriesland en het Noorderkwartier. Kloek was een uitgesproken patriot en richtte samen met enkele geestverwanten een zogenaamd vliegend legertje op. Voor zijn activiteiten werd hij in 1788 uit zijn functies gezet en in 1790 verbannen. In 1795 werd hij in ere hersteld en feestelijk in Alkmaar ingehaald. Van 1803 tot 1811 was hij lid van de raad van Alkmaar.[2] In die periode was hij van 1803 tot 1805 tevens wethouder van Alkmaar. Naast zijn bestuurlijke functies in de stad Alkmaar vervulde hij tevens de functies van heemraad, hoofdingeland en dijkgraaf van de Zijpe en Hazepolder.

Kloek was twee maal getrouwd. In 1762 trouwde hij in Amsterdam met Johanna Geertruida Vermeeren en na haar overlijden hertrouwde hij in 1775 met Helena Coster. Hij overleed in 1811 op 78-jarige leeftijd in zijn woonplaats Alkmaar.

Reeds in de vroedschap de zijde van de patriotten houdende, bevorderde hij met vier andere Gecommiteerde Raden, zonder toestemming en medewerking van de twee andere, de vorming en uitrusting van het vliegend legertje in Noordholland, de secretaris mr.B.Blok machtigende tot het geven van patenten en ammunitie van oorlog. Daardoor behoorde hij tot de catagoriën, die bij het op 15 februari 1788 door de Staten van Holland gearresteerde placaat van amnestie waren uitgezonderd. Herhaaldelijk voor het Hof van Holland gedagvaard, bleef hij afwezig en op 23 maart 1790 werd hij voor altijd uit de provinciën Holland, Zeeland, Friesland en Utrecht gebannen. Ingevolge van de op 3 februari 1795 door de Provinciale Representanten van het Volk van Holland gearresteerde publicatie tot terugroeping van de verbannenen en op dezelfde dag door de alkmaarse municipaliteit genomen resolutie om hem tot terugkeer uit Kampen te nodigen, kwam hij op 25 maart weer naar Alkmaar, waar hij plechtig ingehaald, naar het stadhuis geleid en zeer gevierd werd. In september 1795 tot representant van de burgerij verkoren, nam hij die benoeming niet aan; wel die tot lid van de raad op 5 januari 1803 waarvan hij van 10 januari van dat jaar tot het einde van 1805 wethouder was en tot lid van de vroedschap op 23 oktober 1807 alsmede tot lid van de municipale raad op 19 mei 1811.