Verdedigingstoren

Het Muiderslot; een 14e-eeuwse waterburcht met op elke hoek een verdedigingstoren.
Muur en verdediginstorens van Leeuwarden

Een verdedigingstoren is een toren bij een kasteel, weermuur, hek of palissade en is bedoeld om een vijand te zien naderen en de aanval af te wenden.

Prehistorie

Waarschijnlijk werden verdedigingstorens al in de prehistorie gebruikt. Vaak was dit dan opgehoopte klei of poep, met bovenin een soort huisje van riet zodat dat er iemand in kon zitten (meestal een boogschutter).

Grieken en Romeinen

De Grieken zetten de torens meestal op de stadsmuren. De verdedigingstorens waren meestal van steen hadden geen dak zodat er een bel op de toren kon worden gezet. De Grieken gebruikte de torens vooral als uitkijkpost. Ook de Romeinen gebruikten verdedigingstorens op deze manier. Zij maakten echter ook houten forten, omdat zij met hun legers snel heen en weer moesten kunnen trekken. De muren van deze houten forten hadden meestal geen plek waar de soldaten op konden staan, dus wanneer de vijand aanviel konden ze alleen vanuit de verdedigingstoren pijlen op de vijand schieten, terwijl de soldaten meestal voor palissade gingen staan om de torens te verdedigen.

Middeleeuwen

In de vroege middeleeuwen werden de (houten) verdedigingstorens meestal op een heuvel gezet als hoogtepunt van een kasteel. Meestal bevatte zo'n kasteel een palisade en een gracht en soms bij de ophaalbrug een poort met twee verdedigingstorens.

Op kastelen uit de late middeleeuwen waren meestal verdedigingstorens op elke hoek van het kasteel (zie de afbeelding van het Muiderslot). Ook was soms in het midden een hoofdtoren; deze zag de vijand als eerste aankomen. Ook op de muren van steden werden torens gezet(zie de afbeelding van Leeuwarden).