Veganisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
G.Ninses (overleg | bijdragen)
Def./ toev. "in principe"
Nielsdebeer (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 60: Regel 60:
*[http://www.de-zeepkist.nl/veganismeFAQ.htm veganismeFAQ]
*[http://www.de-zeepkist.nl/veganismeFAQ.htm veganismeFAQ]
*[http://isis-veganisme.nl/welkom.htm Waarom veganisme? tips voor veganistisch leven]
*[http://isis-veganisme.nl/welkom.htm Waarom veganisme? tips voor veganistisch leven]
*[http://www.de-zeepkist.nl/receptenenmenusuggesties.htm recepten]


[[Categorie:Dieet]]
[[Categorie:Dieet]]

Versie van 18 jul 2007 16:56

Groenten en fruit zijn een belangrijk onderdeel van een gezond veganistisch dieet (en van elk ander gezond dieet). "Veganistisch voedsel" is echter niet per definitie gezond. Ook chips, frisdrank en alcohol zijn vaak veganistisch

Veganisme is de levenshouding, waarbij in principe geen gebruik gemaakt wordt van dieren en dus evenmin van producten, die van dieren afkomstig zijn.

Veganisten eten derhalve geen voedsel van dierlijke oorsprong en gebruiken geen voorwerpen (zoals kleding), die van dierlijke materialen gemaakt zijn. Verder laten ze dieren hun natuurlijke vrijheid. Dit laatste brengt met zich mee, dat ze tegen dierproeven zijn, geen huisdieren houden, geen dieren als vervoermiddel gebruiken en niet met dieren aan wedstrijden of voorstellingen meedoen. Hier dient direct opgemerkt te worden dat niet alle veganisten exact dezelfde maatstaven aanleggen. Nederland telt ongeveer 16.000 veganisten. [1]

Veganisme in de praktijk

Veganisten gaan een stap verder dan vegetariërs die alleen afzien van voedsel afkomstig van gedode dieren. Veganisten vermijden ook eieren, zuivel, leer, wol, zijde, honing en alle producten die dierlijke bestanddelen bevatten. Daarvoor in de plaats gebruikt men bij voorkeur plantaardige producten. Fruitariërs gaan nog weer een stap verder dan veganisten.

Het bovenomschreven principe leidt in de praktijk tot het volgende:

Sommigen die veganist worden doen meteen alle dierlijke producten de deur uit, andere verslijten hun leren schoenen en wollen truien juist tot op de draad. Rond huisdieren loopt het spectrum van geen enkel huisdier houden tot het redden van een kat uit het asiel en die dan wel of niet veganistisch (trachten te) voeden.

Doordat dierlijke producten 'overal' in verwerkt kunnen zijn, kunnen dilemma's ontstaan die tot het maken van keuzes nopen. Zo zit er soms of vaak dierlijk materiaal in medicijnen, lijm, latex-/rubbersoorten, fietspompen, fietspaden, beeldschermen, groene stroom – zelfs 'plantaardige margarine' mag wettelijk smaakstoffen van dierlijke oorsprong bevatten. Ook drukwerk en fotografie waren veelal niet-veganistisch, maar door de digitalisering verandert dat snel.

Als je tegen dierproeven bent zou de consequentie moeten zijn om geen gebruik te maken van de hedendaagse gezondheidszorg, omdat nagenoeg alle (medicamenteuze en bestralings-)behandelingen eerst op dieren getest worden. Hier ligt een van de meest heikele keuzes voor veganisten.

Een complicatie zit ook nog in het feit dat land- en tuinbouw veelvuldig werken met dierlijke mest; experimenten met veganistische landbouw lijken echter veelbelovend. Verschillende opvattingen zijn er ook over pesticiden: ekologische teelt hoort volgens sommigen bij veganisme, volgens anderen niet.

Een en ander hoeft echter niet tot al te grote gewetensconflicten, of al te ingewikkelde chicanes te leiden, omdat het veganisme, net als de meeste andere levenshoudingen, een principe-houding is. Met andere woorden, men doet alles wat redelijkerwijs mogelijk is, om de 'regels' strikt na te leven, maar wanneer dit al te veel moeilijkheden zou opleveren, of al te veel nadeel, dan zal een beroep op overmacht ten allen tijde gerechtvaardigd zijn en vaak de voorkeur hebben. Dit laatste bijvoorbeeld, omdat men dan veel beter in de huidige overwegend niet-veganistische maarschappij kan functioneren en dus ook aan de verbreiding van het veganisme werken. Ook het imago van deze leefregel is vaak meer gediend met een vlotte '90-procenter', dan met een stugge, door dik en dun alles doende en nalatende, om de 100% te halen. Per saldo zijn de dieren namelijk vaak meer gediend met de eerstgenoemde.

Motieven van veganisten

Het belangrijkste motief voor de veganistische levenshouding is ongetwijfeld het dierenwelzijn. Men wil de exploitatie van dieren door mensen voorkomen en niet (mede-) verantwoordelijk zijn voor dierenleed, zoals de bio-industrie, dierproeven en 'dierensporten' als stierenvechten.

Een andere motivatie is het wereldvoedselprobleem: het voedseltekort in ontwikkelingslanden wordt mede veroorzaakt doordat waardevolle landbouwgrond daar gebruikt wordt om veevoer te verbouwen voor de rijkere landen in plaats van voedsel voor de lokale bevolking. Bovendien treedt er een immense verspilling op bij de omzetting van plantaardige naar dierlijke voeding; slachtdieren eten in hun leven veel meer voedsel dan zij ooit opleveren.

Andere motieven kunnen gezondheid, het milieu of religie zijn.

Veganisme en vitamine B12

Een fruitkraam in Barcelona, Spanje.

Vitamine B12 is nodig bij ondermeer de opbouw van zenuwcellen; dagelijks is maar zeer weinig B12 nodig, enkele microgrammen. Vitamine B12 komt in de natuur volop voor in zoet en zout water, in de grond en in menselijke en andere uitwerpselen, maar voor de mens bruikbare vitamine B12 is in planten afwezig. (Met uitzondering van wortelknolletjes van sommige vlinderbloemigen, maar daar wordt geen voedsel van gemaakt.) Het komt slechts in dierlijke voedingsmiddelen voor en een veganistisch voedingspatroon leidt dan ook na een aantal jaren tot een gebrek aan B12. Als deze vitamine niet meer via de voeding (of via een voedingssupplement) wordt aangevoerd, zijn de eigen voorraden in de lever nog twee à vijf jaar toereikend.

B12 kan in het begin van het darmstelsel uit voeding worden opgenomen, maar niet in het eind, terwijl juist daar in de darmflora bacteriën voorkomen die volop B12 produceren. Dit verklaart waarom mensen een gebrek aan B12 kunnen hebben terwijl tegelijkertijd hun eigen uitwerpselen veel B12 bevatten. Er wordt geclaimd dat sommige veganisten nooit een gebrek aan B12 krijgen en een verklaring zou dan zijn dat bij hen de darmflora B12 produceert in een deel van de darm waar B12 wel opgenomen kan worden. Onderzoek hiernaar is niet gedaan en de medisch veilige weg is om veganisme altijd te combineren met suppletie van B12. Vitamine B12 in voedingssupplementen wordt meestal geproduceerd door bacteriën en is dus voor veganisten acceptabel.

Een tekort aan vitamine B12 kan zich ondermeer uiten in cognitieve stoornissen (o.a. geheugenverlies), neurologische problemen (o.a. tintelingen, coördinatiestoornissen, ataxie) en via een verhoogd homocysteïnegehalte in een verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Dit kan een langzaam en sluipend proces zijn, waardoor de symptomen eerst niet opvallen. Een aantal van de gevolgen van B12-tekort is van zeer ernstige aard en onomkeerbaar.

In oude onderzoeken werd nogal eens geclaimd dat sommige plantaardige voedingsmiddelen B12 bevatten, vooral tempeh en zeewier werden vaak genoemd, maar deze producten bevatten zogeheten analogen. Dat zijn stoffen die chemisch vrijwel gelijk zijn aan B12, maar die in het lichaam niet werkzaam zijn als vitamine. Door hun gelijkenis met B12 werden ze bij sommige chemische tests voor B12 aangezien waardoor ten onrechte leek dat er echt B12 in die plantaardige producten aanwezig was. Ook sommige medische tests onderscheiden echt B12 niet van analogen waardoor een B12-tekort onopgemerkt kan blijven. (Zie verder de link naar een onderzoek in de medische literatuur. Ook in recenter onderzoek zijn geen plantaardige bronnen van B12 gevonden.)

Zie ook

Referenties

  1. schating NVV

Externe links