Ster R: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
links rode reus + rode dwerg |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
*'''Regulus''', de ster alpha ''Leonis'', schijnbare magnitude 1,3, spectrum B8. |
*'''Regulus''', de ster alpha ''Leonis'', schijnbare magnitude 1,3, spectrum B8. |
||
*'''Rigel''', de ster beta ''Orionis'', schijnbare magnitude 0,3, spectrum B8. |
*'''Rigel''', de ster beta ''Orionis'', schijnbare magnitude 0,3, spectrum B8. |
||
*'''Reus''' of gigant, ster van grote absolute helderheid, met een grote oppervlakte ('''Capella''', '''Arcturus'''). Sterren van nog grotere absolutte helderheid noemt met superreuzen of supergiganten. ('''Rigel''', '''Betelgeuze''', '''Antares'''). Hertzsprung merkte voor het eerst op dat de rode sterren ( |
*'''Reus''' of gigant, ster van grote absolute [[magnitude|helderheid]], met een grote oppervlakte ('''Capella''', '''Arcturus'''). Sterren van nog grotere absolutte helderheid noemt met superreuzen of supergiganten. ('''Rigel''', '''Betelgeuze''', '''Antares'''). Hertzsprung merkte voor het eerst op dat de rode sterren ([[spectraalklasse]]n G, K en M) duidelijk in twee groepen uiteenvielen: zwakke sterren met absolute magnituden van +5 tot +10 en zeer helderen met absolute magnituden tussen +2 en -2. Deze laatste nu, worden reuzen en superreuzen genoemd.. Dit onderscheid komt duidelijk naar voren in het ''Hertzsprung-Russel-diagram''. Veel reuzen en superreuzen met spectrum M en sommigen van klasse K zijn omgeven door een zich uitbreidend gasomhulsel. |
||
*'''Rode reus''', zie ''reus''. |
*'''[[Rode reus]]''', zie ''reus''. |
||
*'''[[Rode dwerg]]''' |
|||
[[en:List of stars#R]] |
[[en:List of stars#R]] |
Versie van 6 nov 2004 20:57
Sterren waarvan de naam begint met de letter R:
- Regulus, de ster alpha Leonis, schijnbare magnitude 1,3, spectrum B8.
- Rigel, de ster beta Orionis, schijnbare magnitude 0,3, spectrum B8.
- Reus of gigant, ster van grote absolute helderheid, met een grote oppervlakte (Capella, Arcturus). Sterren van nog grotere absolutte helderheid noemt met superreuzen of supergiganten. (Rigel, Betelgeuze, Antares). Hertzsprung merkte voor het eerst op dat de rode sterren (spectraalklassen G, K en M) duidelijk in twee groepen uiteenvielen: zwakke sterren met absolute magnituden van +5 tot +10 en zeer helderen met absolute magnituden tussen +2 en -2. Deze laatste nu, worden reuzen en superreuzen genoemd.. Dit onderscheid komt duidelijk naar voren in het Hertzsprung-Russel-diagram. Veel reuzen en superreuzen met spectrum M en sommigen van klasse K zijn omgeven door een zich uitbreidend gasomhulsel.
- Rode reus, zie reus.
- Rode dwerg