Slaapapneu

Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Slaapapneusyndroom
Coderingen
ICD-10 G47.3
ICD-9 780.5, 327.23
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Slaapapneusyndroom is een medische term voor een slaapstoornis waarbij tijdens de slaap perioden voorkomen van ademstilstand. Iedereen heeft wel eens slaapapneus in zijn slaap. Men spreekt van een Slaapapneusyndroom (SAS) als dit hoger dan 5 stilstanden per uur bedraagt. Hierdoor daalt het zuurstofgehalte in de weefsels. De hersenen geven het lichaam een signaal om wakker te worden. Na ontwaken, vaak met een schok, wordt de ademhaling weer hervat.

Apneu Index

De ernst van de slaapstoornis wordt aangeduid door de AHI, de Apneu Hypopneu Index. De AHI geeft het gemiddeld aantal apneus en hypopneus per uur slaap weer. In het algemeen worden de volgende gradaties van apneu gebruikt:

  • < 5: normale slaap
  • 5 tot 15: lichte vorm van apneu
  • 15 tot 30: matige vorm van apneu
  • > 30: ernstige vorm van apneu

Oorzaken

Er wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • Centraal Slaap Apneu Syndroom (CSAS): tijdens de slaap wordt vanuit het ademhalingscentrum in de hersenen te weinig signaal doorgegeven naar de ademhalingsspieren, waardoor er geen ademhaling is.
  • Obstructief Slaap Apneu Syndroom (OSAS): de bovenste luchtweg klapt dicht door wand of tong, waardoor een afsluiting (obstructie) van de ademweg. Dit gebeurt als gevolg van het tonusverlies in de mond en keelspieren, en daardoor wordt de patient steeds wakker voor hij de diepe slaap, de slow wave sleep fase bereikt. Obstructieve slaapapneu verstoort op deze manier de slaaparchitectuur en veroorzaakt slaaptekort.
  • Bij de meeste patienten is er een mengsel van beide.

Oorzaken van het Obstructief Slaap Apneu Syndroom

  • Overgewicht
  • Roken
  • Erfelijkheid
  • Korte onderkaak
  • Afwijkingen in Keel- Neus- Oorgebied
  • Longafwijkingen
  • Lage tonus van de mond- en keelspieren, bijvoorbeeld door slaapmiddelengebruik

Gevolgen van het Obstructief Slaap Apneu Syndroom

  • hevig snurken
  • geregeld plotseling wakker worden met een schok
  • abnormale slaperigheid gedurende de dag
  • vermoeidheid
  • prikkelbaarheid
  • extreem zweten 's nachts
  • spierpijn door spierverzuring
  • hypertensie
  • verhoogd risico op hart- vaataandoeningen
  • verhoogde insulinebehoefte

Actueel probleem

5% van de mannen heeft apneu (bij vrouwen zijn de aantallen iets lager), terwijl de meesten zich er niet van bewust zijn. Het probleem wordt door de meeste huisartsen slecht onderkend. Vaak komen mensen met vage klachten op het spreekuur, die worden afgedaan als burn-out verschijnselen. Rust geeft dan geen soelaas, maar verergert zelfs het probleem, door het sociale isolement waarin de patiënt terecht komt.

Behandeling

Er bestaan diverse opties voor behandeling.

  • Conservatieve maatregelen: aanpassing van de leefwijze (gewichtsvermindering, geen alcohol voor het slapen gaan, geen slaaptabletje).
  • Operatie. Soms is het mogelijk en/of noodzakelijk een operatie te laten verrichten die als doel heeft de luchtweg te verbeteren (bij een scheef neustussenschot of grote keelamandelen).
  • Beugel. Bij milde vormen van OSAS wordt tegenwoordig vaak voor 's nachts een beugel (mandibulair repositie apparaat of MRA) gebruikt, die ervoor zorgt dat de tong niet meer naar achteren kan zakken. De apparatuur lijkt veel op bepaalde uitneembare beugels (activatoren) die orthodontisten gebruiken. Uitgebreid onderzoek de afgelopen tien jaar heeft aangetoond dat veel patiënten met OSAS goed met MRA kunnen worden behandeld. Behandelingen met MRA hebben relatief weinig nadelen en bijwerkingen. Er bestaan momenteel meer dan 80 verschillende typen MRA. Dit middel is echter niet voor alle patiënten geschikt.
  • Luchtdruk. Bij ernstig OSAS is positieve drukbeademing, Positive Airway Pressure (PAP), de eerste keuze. Drukbeademing is geen genezing van de slaapstoornis, maar een (levenslange) behandeling.
    • CPAP, Continuous Positive Airway Pressure. Gedurende de slaap worden de luchtwegen opengehouden door een licht permanente positieve luchtdruk die door een pompje met een hermetisch afsluitend kapje op mond en/of neus in stand wordt gehouden. Een CPAP apparaat wordt voorgeschreven door een (long)arts, nadat een slaaponderzoek is uitgevoerd in een ziekenhuis. CPAP apparatuur wordt tegenwoordig vergoed door veel ziektekostenverzekeringen (Nederland) en het RIZIV (België, vanaf AHI=22).
    • BiPAP, Bilevel positive airway pressure, is een variant van de CPAP, dat niet alleen lucht inblaast maar ook actief meehelpt met de uitademing door lucht terug te zuigen. Overdruk en onderdruk wisselen elkaar af in de keelholte.
    • APAP of auto-PAP. Dit apparaat werkt net als de CPAP, maar afhankelijk van de mate van obstructie blaast het apparaat met een meer of minder hoge druk.
  • Andere middelen. Als de slaapstoornis zich voordoet bij rugslapen, kan een tennisbal in de rugzijde van de pyjama bevestigd worden om te beletten dat op de rug wordt geslapen. Andere middelen zoals neuspleisters of diverse spray's zijn weinig succesvol, maar zijn wel de moeite waard om te proberen aangezien het weinig kost en geen schade oplevert.
  • Onderzoek naar nieuwe operatietechnieken.
    • De HTP-procedure: het hyoid (tongbeen) wordt iets naar voren verplaatst.
    • De hyoid-expansie procedure, waarbij een titaniumprothese wordt geplaatst tussen de twee helften van het tongbeen, om de keel tijdens het slapen wijder en beter open te houden. Deze techniek is in het UZAntwerpen ontwikkeld[1]).
    • Andere operatietechnieken zoals UPPP (uvulo-palato-pharyngo-plastiek), LAUP (laser assisted uvulo plasty) en somnoplastiek zijn ofwel pijnlijk of hebben een matig tot wisselend succes en zijn onomkeerbaar.

Referenties

  1. UZA-artsen forceren doorbraak in heelkundige behandeling obstructief slaapapneu, UZA Nieuws, geraadpleegd 02 nov 2009

Externe links