Proximus Groep: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Avatar75 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Avatar75 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 33: Regel 33:
===Mobielecommunicatiediensten (MCS)===
===Mobielecommunicatiediensten (MCS)===


Deze activiteiten worden uitgeoefend door het filiaal Belgacom Mobile, beter bekend onder de naam Proximus. Proximus is voor 75% eigendom van de Belgacom Groep. De resterende 25% is in handen van [[Vodafone]], een van de grootste mobiele operatoren ter wereld. Sinds eind augsutus is Proximus voor 100% eigendom van Belgacom.
Deze activiteiten worden uitgeoefend door het filiaal Belgacom Mobile, beter bekend onder de naam Proximus. Proximus is voor 75% eigendom van de Belgacom Groep. De resterende 25% is in handen van [[Vodafone]], een van de grootste mobiele operatoren ter wereld. Sinds eind augsutus 2006 is Proximus voor 100% eigendom van Belgacom.


Proximus biedt een uitgebreid gamma mobielecommunicatiediensten aan, voor residentiële en professionele klanten in België.
Proximus biedt een uitgebreid gamma mobielecommunicatiediensten aan, voor residentiële en professionele klanten in België.

Versie van 14 sep 2006 15:00

Sjabloon:Bedrijfsinformatie - top Sjabloon:Bedrijfsinformatie - Euronext Sjabloon:Bedrijfsinformatie - onder

Structuur van de Groep

De Belgacom Groep, bestaande uit Belgacom nv en haar filialen, is het belangrijkste telecommunicatiebedrijf in België.

De Groep richt zich op drie grote activiteitensectoren:

  • de vastelijndiensten (FLS);
  • de mobielecommunicatiediensten (MCS);
  • de internationale carrierdiensten (ICS).

Vastelijndiensten (FLS)

Deze activiteiten worden voornamelijk uitgeoefend door Belgacom nv. De vastelijndiensten omvatten een volledig gamma spraakdiensten, datatransmissiediensten en internetdiensten over de vaste lijn, aan residentiële en professionele klanten.

Belgacom nv is de belangrijkste leverancier van connectiviteitsdiensten in België, met een gamma diensten voor particulieren en bedrijven.

In mei 2005 heeft Belgacom nv haar intrede gedaan in de wereld van de televisie met de lancering van Belgacom TV, het eerste digitale televisieaanbod in België. Dankzij deze lancering is de Belgacom Groep een volwaardige quadruple-play operator geworden (vaste telefonie, mobiele telefonie, internet en televisie).

Mobielecommunicatiediensten (MCS)

Deze activiteiten worden uitgeoefend door het filiaal Belgacom Mobile, beter bekend onder de naam Proximus. Proximus is voor 75% eigendom van de Belgacom Groep. De resterende 25% is in handen van Vodafone, een van de grootste mobiele operatoren ter wereld. Sinds eind augsutus 2006 is Proximus voor 100% eigendom van Belgacom.

Proximus biedt een uitgebreid gamma mobielecommunicatiediensten aan, voor residentiële en professionele klanten in België.

In 2005 was Proximus de eerste mobiele operator in België die UMTS-diensten (3G) voor het grote publiek op de markt bracht.

Internationale carrierdiensten (ICS)

Binnen de Belgacom Groep worden deze activiteiten uitgeoefend door het filiaal Belgacom International Carrier Services, een bedrijf dat voor 72% eigendom is van de Belgacom Groep en voor 28% van Swisscom Fixnet.

De onderneming levert capaciteits- en connectiviteitsdiensten voor spraak en data aan telecomoperatoren in de hele wereld.

BICS is vandaag op wereldvlak de achtste operator qua spraakverkeersvolume, en wereldleider op het vlak van signallingdiensten voor mobiele operatoren.

Geschiedenis

Het begin van de telefonie in België

In 1879 installeren de Belgische telegraafdiensten een telefoonlijn in het parlement en in datzelfde jaar dienen verscheidene privéondernemers een aanvraag in voor de exploitatie van telefoonnetwerken in verschillende Belgische steden.

Doordat er de eerste jaren van de exploitatie geen wetgeving bestaat, is de kans op een succesvolle ontwikkeling van een telefoonnetwerk eerder klein. Daardoor is de Belgische overheid verplicht een wetgevend kader op te stellen dat de exploitatie van de telefonie in België reglementeert.

Vanaf 1896 komt de sector van de telefonie volledig in handen van een overheidsbedrijf.

In 1913 is een groot deel van België bereikbaar via de telefoon. Het aantal abonnees blijft beperkt, maar het merendeel van de stations, post- en telegraafkantoren is uitgerust met openbare telefooncellen.

Na WOI: overgang naar een autonoom overheidsbedrijf

Tijdens de Eerste Wereldoorlog komt een abrupt einde aan de telecommunicatie in België.

Een van de redenen voor die stopzetting is te vinden in de financiële afhankelijkheid van het overheidsbedrijf. Door de schade en de gedeeltelijke ontmanteling van de netwerken tijdens de oorlog heeft het Bestuur van Telegrafie en Telefonie kolossale investeringen nodig.

Op 19 juli 199 wordt de Regie voor Telegraaf en Telefoon (RTT) opgericht. Het overheidsbedrijf krijgt een grotere autonomie: het is niet langer afhankelijk van de jaarlijkse budgetten van de staat en heeft de bevoegdheid om een eigen bestuur te voeren.

De integratie van de RTT in het industriële beleid van de staat

Met de oprichting van de RTT worden enorme sommen geïnvesteerd in het Belgische telefoonnet. Een steeds groter deel van de bevolking, uit verschillende sociale klassen, heeft voortaan toegang tot de telefonie.

Parallel hiermee zien we een ander verschijnsel opduiken, dat al snel een zware last voor de onderneming betekent. In het kader van de economische crisis van de jaren ’30 gebruikt de staat de RTT in zijn industrieel en werkgelegenheidsbeleid. De staat probeert de hoge werkloosheidsgraad in de sector te counteren door een volledige automatisering van het Belgische telefoonnet forceren.

Hierdoor wordt de autonomie van de RTT sterk beknot. De wet van 1930 had immers duidelijk bepaald dat de onderneming op onafhankelijke wijze een investeringsprogramma mocht concipiëren en toepassen. Door zijn werkgelegenheidsbeleid op te leggen, druist de staat dus regelrecht in tegen het eerste principe van de wet. Hierdoor ontstaat na de oorlog al snel een structureel probleem bij de RTT.

Van spitsbedrijf tot crisis: de RTT na de oorlog

Vlak na de Tweede Wereldoorlog wordt de RTT geconfronteerd met aanzienlijke schade en een gedeeltelijke ontmanteling van de netwerken. Om de sector snel weer te doen opleven, beslist de overheid financieel tussen te komen.

In deze periode neemt de vraag naar telecommunicatiediensten in sneltempo toe. Het aantal abonnees groeit enorm: van ongeveer 350 000 in 1946 tot 522 000 in 1951 en 1 049 000 in 1965. Deze groei van het klantenbestand heeft een hoog investeringsritme tot gevolg. Daardoor bevindt de RTT zich aan het einde van de jaren ’60 aan de top van de technologische en sociale ontwikkelingen.

Maar dit expansiebeleid heeft ook een schaduwkant. Vanaf het einde van de jaren ’60 beginnen de schulden zich op te stapelen. De economische crisis die de wereld vanaf 1973 in zijn greep houdt, helpt de zaken niet vooruit. De financiële gezondheid van de onderneming gaat steeds verder achteruit. Vanaf het midden van de jaren ’70 is de RTT dan ook genoodzaakt belangrijke saneringsprogramma’s door te voeren.

In de loop van de jaren ’80 groeit de overtuiging dat de telecommunicatiesector een van de belangrijkste ontwikkelingspolen van het einde van de 20e eeuw zal worden. En dus begint de directie van de RTT vanaf 1981 met een grondige herstructurering, om bepaalde structurele problemen van de onderneming weg te werken.

Parallel daarmee doet een andere partner zijn intrede in 1987. De Europese Commissie komt op de proppen met zijn Groenboek voor de telecommunicatie, dat de liberalisering van de markt als centraal thema heeft.

De jaren ’90: de Belgacom-wet en de evolutie van de sector onder de invloed van Europa

Het Groenboek van 1987 zorgt in België voor de fundamenten van de wet van 21 maart 1991. Deze wet creëert een nieuwe type overheidsbedrijf met een grotere autonomie. De Belgische telecommunicatiesector wordt dus gereorganiseerd en Belgacom, een autonoom overheidsbedrijf, wordt opgericht.

De wet van 21 maart 1991 heeft als doel een gunstige omgeving te creëren voor de ontwikkeling van de telecommunicatiemarkt in België. Voortaan worden de prerogatieven van de onderneming en de overheid gedefinieerd in een beheerscontract om te garanderen dat een bepaald aantal overheidsdiensten van algemeen nut worden aangeboden en dat er voldoende autonomie is, veel meer dan in de wet van 1930 was voorzien.

Vanaf 1994 worden de Europese convergentieprocessen versneld doorgevoerd. De Europese Commissie verklaart in een nieuw Groenboek dat de exploitatie van de netwerken en de telefonie eveneens moeten worden opengesteld voor de concurrentie. 1994 is ook het jaar waarin Belgacom Proximus opricht, het eerste mobiele netwerk in België. Deze activiteit wordt samen met het oude analoge Mob2-systeem op 1 juli 1994 overgedragen naar een filiaal, Belgacom Mobile, waarvan het aandeelhouderschap er als volgt uitziet: 75% Belgacom – 25% Air Touch, en vervolgens Vodafone in 1999.

Tegelijkertijd bereidt Belgacom zich voor om de concurrentie het hoofd te bieden, door partnerships aan te gaan met Ameritech, Tele Danmark en Singapore Telecom. Diverse Belgische financiële instellingen reageren onmiddellijk en sluiten zich ook aan bij het consortium, dat ADSB gedoopt wordt. De Belgische staat houdt 50,1% van de aandelen in handen en blijft dus hoofdaandeelhouder.

In 2001 wordt het BeST-plan ingevoerd. Dit plan beoogt de herstructurering van onderneming door de onderverdeling in vier “business units”. Belgacom ontdoet zich ook van bepaalde activiteiten, zoals Belgacom France, Ben, beveiliging en de Franse activiteiten van Infosources.

Het menselijke aspect van het BeST-plan volgt in de loop van 2002. De onderneming telt in die tijd te veel personeelsleden, en het plan streeft dan ook verschillende doelstellingen na: een groot deel van het personeel krijgt een aanbod van stopzetting van de activiteiten, deeltijds werk en reconversie.

In een markt die steeds meer wordt opengegooid en waarin de concurrentie steeds agressiever wordt, beslist Belgacom in 2003 een gok te wagen op de toekomst en haar imago radicaal te veranderen. Een nieuw logo, nieuwe kleuren en de duidelijke wil om dichter bij de klanten te staan… op die basis werkt de ex-RTT nu verder.

Deze radicale veranderingen in de filosofie van de onderneming zijn alvast een voorbode van de beursgang van de operator. Inderdaad, op 22 maart 2004 staat Belgacom voor het eerst genoteerd op de Euronext-markt. De Belgische staat blijft hoofdaandeelhouder met 50% + 1 aandeel, terwijl het ADSB-consortium al zijn aandelen van de hand doet.

Dankzij deze beursgang kan de Belgische gevestigde operator belangrijke middelen vrijmaken om zijn ambities te financieren. Het uur van de breedband is immers aangebroken en de financiering van het Broadway-project (in het hele Belgische territorium optische vezel leggen) vergt grote investeringen.

2004 is ook het jaar waarin de historische operator de eerste test met betrekking tot digitale televisie uitvoert, met de bedoeling nieuwe bronnen van inkomsten aan te boren in een markt waar de concurrentie steeds heviger wordt.

2005: Belgacom TV en openbaar aankoopbod op Telindus

Het jaar 2005 wordt gekenmerkt door twee belangrijke gebeurtenissen voor Belgacom: de lancering van Belgacom TV en het openbaar aankoopbod op Telindus.

De lancering van digitale televisie in België doet zich voor het eerst opmerken in de loop van 2004, wanneer Belgacom de eerste tests met betrekking tot digitale televisie uitvoert in enkele honderden gezinnen.

In mei 2005 verrast de Belgische operator de markt met de aankoop van de uitzendrechten van het Belgische professionele voetbal (eerste en tweede klasse) voor de drie volgende seizoenen, via haar filiaal Skynet iMotion Activities.

Deze actie is de voorbode van de nakende lancering van Belgacom TV, die plaatsvindt in juni 2005. Het aanbod van digitale televisie via ADSL is het eerste dergelijke aanbod in België. Het maakt van Belgacom een quadruple-play operator, met een aanbod van vaste en mobiele telefonie, snelle internettoegang en nu ook televisie. Hierdoor kan de Belgische onderneming nieuwe bronnen van inkomsten aanboren, nu de winstmarges uit haar historische activiteiten steeds kleiner worden.

2005 is ook het jaar van het openbare aankoopbod op Telindus, een koploper in de sector van de netwerkintegratie. Het eerste bod, dat door de directie van Telindus als vijandig wordt beschouwd, vindt plaats in september 2005. Het is meteen het begin van een beurssaga die bijna vier maanden zal duren. De spanningen tussen de twee bedrijven lopen op en de verschillende partijen in het dossier bestoken elkaar via de pers.

Na een tegenbod door France Telecom drijft Belgacom haar bod op en haalt uiteindelijk toch haar slag thuis. Eind december wordt een voorwaardelijk akkoord gesloten over een partnership.

Structuur van het aandeelhouderschap

Situatie op 31 december 2005:


Externe links

Sjabloon:BEL20 Sjabloon:Euronext100