Palestina (regio): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Palliser (overleg | bijdragen)
bronnetje
Regel 156: Regel 156:
|-----
|-----
| [[1993]]-[[1994]] [[Oslo-akkoorden]]
| [[1993]]-[[1994]] [[Oslo-akkoorden]]
| De autonome gedeelten van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook vormen sinds 1994 de [[Palestijnse Autoriteit]], conform de Oslo-akkoorden uit 1993. De Palestijnse Authoriteit blijft echter de door Amin El Hoesseini en Jasser Arafat aangewakkerde hoop op de verovering van Israël en de moord op Joden stimuleren, o.a. door op landkaarten bij het onderwijs het woord Israël niet te noemen, maar in plaats daarvan de naam "Palestina" af te drukken. Ook het Handvest van de PLO (dat oproept tot de vernietiging van Israël) wordt niet gewijzigd. Volgens de verdragen tussen de [[PLO]] en de Israëlische regering blijven de nederzettingen of koloniën, Israëlische dorpen en steden die sinds [[1967]] in deze gebieden zijn gebouwd, voorlopig onder Israëlisch gezag{{feit}}.
| De autonome gedeelten van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook vormen sinds 1994 de [[Palestijnse Autoriteit]], conform de Oslo-akkoorden uit 1993. De Palestijnse Authoriteit blijft echter de door Amin El Hoesseini en Jasser Arafat aangewakkerde hoop op de verovering van Israël en de moord op Joden stimuleren, o.a. door op landkaarten bij het onderwijs het woord Israël niet te noemen, maar in plaats daarvan de naam "Palestina" af te drukken. Ook het Handvest van de PLO (dat oproept tot de vernietiging van Israël) wordt niet gewijzigd. Volgens de verdragen tussen de [[PLO]] en de Israëlische regering blijven de nederzettingen of koloniën, Israëlische dorpen en steden die sinds [[1967]] in deze gebieden zijn gebouwd, voorlopig onder Israëlisch gezag<ref>http://www.ejil.org/journal/Vol4/No4/art5-02.html ''The Israeli-Palestinian Declaration of Principles: A Framework for Future Settlement'' Artikel 14 en annex II</ref>
|-----
|-----
| [[2000]]-[[2005]] Tweede [[intifada]]
| [[2000]]-[[2005]] Tweede [[intifada]]

Versie van 6 jun 2008 14:57

Zie Palestina (regio) (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Palestina (regio).
Palestina (geel) in de 16e eeuw

Met de landsnaam Palestina (Arabisch: فلسطين - Falastina) wordt de landstreek rond of tot de rivier de Jordaan bedoeld, in het westen begrensd door de Middellandse Zee. Tegenwoordig zijn hierop de staten Israël, Jordanië en de half-onafhankelijke Palestijnse Autoriteit gevestigd. De Arabische bewoners van dit gebied worden de Palestijnen genoemd.

Aanduiding in het verleden

De naam Palestina werd in het verleden als volgt gebruikt:

  • De Oud-Grieken gebruikten oorspronkelijk de naam Palestina enkel om de kuststreek aan te duiden waar van oudsher de Filistijnen woonden. De naam werd vermoedelijk afgeleid van Filistea, 'land van de Filistijnen'. Later gebruikten de Grieken (en de Romeinen) de naam niet enkel voor de kuststreek, maar duidden ze er ook het 'land van de joden' mee aan.
  • In 136, na de opstand van Simon bar Kochba, wilde de Romeinse Keizer Hadrianus elke verwijzing naar de joden verwijderen. De (herstichte) stad Jeruzalem werd Aelia Capitolina genoemd en de Romeinse (Byzantijnse) provincie 'Syria-Palaestina'
  • In 1920 werd Palestina de naam voor het mandaatgebied dat de Britten toegewezen kregen door de Volkenbond. Oorspronkelijk bevatte het mandaatgebied Palestina eveneens een gebied ten oosten van de Jordaan maar in 1923 werd het mandaatgebied gesplitst en bedoelde men met het Brits mandaatgebied Palestina enkel het gebied tussen de Middellandse Zee en de Jordaan. De mandaatsopdracht bevatte de bepaling dat in Palestina een Joods nationaal thuis moest ontstaan. In 1948 gaven de Britten dit mandaat terug aan de Verenigde Naties, de organisatie die de Volkenbond opvolgt.
  • In de actuele context wordt de naam 'Palestina' gebruikt voor de onafhankelijke Palestijnse staat waarnaar de Palestijnse Autoriteit streeft. Zie hiervoor ook de Palestijnse Gebieden.

Geschiedenis

Door de hele geschiedenis heen is het grondgebied van Palestina bewoond en bestuurd door verschillende volkeren met elk hun eigen religie. Meestal maakten de omringende grootmachten van het Midden-Oosten zoals Egypte, Assyrië, Perzië, later Romeinen, Grieken en na hen de islamitische rijken er de dienst uit. Het Joodse volk had er zijn hoofdstad, Jeruzalem - alleen onder de Joden was het gebied met enkele onderbrekingen gedurende een aantal eeuwen in staatkundig opzicht onafhankelijk (rond het jaar 1000 vóór Christus).

Tijdstabel

Pre-Hellenistische periode (volgens de Bijbelse overlevering)
4000-1250 Kanaän Kanaän (de oorspronkelijke benaming van het gebied) wordt bewoond door de Kanaänieten. Vanaf ongeveer 3200 v.Chr. wordt Kanaän min of meer een vazalstaat van Egypte. De Kanaänieten wonen veelal in versterkte dorpen en stadjes maar ook veehoudende nomaden zwerven er rond. Een van hen (hoewel niet van Kanaänietische oorsprong) is volgens de Tenach Abraham en zijn nakomelingen die echter naar Egypte verhuizen tijdens een hongersnood (± 1600 v.Chr.)
1250-1020; Twaalfstammenrijk van Israël; Filistina Verovering van Kanaän door Jozua; Oprichting van Filistijnse staat langs zuidkust
1020-928 Eén koninkrijk Israël Koningen Saul, David en Salomo

Bouw van de Tempel van Salomo

922-722 Koninkrijken Israël en Juda 722 Samaria (Hoofdstad tienstammenrijk Israël) ingenomen door Assyrië (Sargon II): Israël weggevoerd. Instromende volkeren uit het Assyrische rijk nemen hun plaats in. Filistina wordt eveneens veroverd door Assyrië
722-586 Koninkrijk Juda
586-538 Babylonische ballingschap voor het joodse volk Juda deels ontvolkt.

In de periode van de ballingschap wordt in Babylonië de synagoge de plaats van samenkomst

538-525 538 Cyrus II van Perzië laat eerste ballingen terugkeren naar het land; herbouw van Jeruzalem en de joodse tempel
525-333 445 Jeruzalem herbouwd onder Nehemia


Judea en het omringende gebied zijn afwisselend onder Perzische en Egyptische heerschappij. In Palestina wonen diverse volkeren

Hellenistische en Romeinse (Byzantijnse) periode
333-166 Hellenistische overheersing 333-198 Alexander de Grote verovert het gebied; Na de dood van Alexander wordt Palestina toegewezen aan de Ptolemaeën. De Seleuciden veroveren Palestina later op hen


198-166 Seleuciden, w.o. Antiochus Epiphanes, die de tempel plundert en de joodse godsdienst verbiedt

167-63 Makkabeese opstand en Joodse onafhankelijkheid 167 Mattathias neemt het initiatief voor de Makkabeese opstand tegen de Seleuciden


166-160 Judas Makkabeüs; 165-163 herinwijding van de tempel
141-63 Onafhankelijke Joodse staat met de koningsdynastie van de Hasmoneeën

63 v.Chr.-AD 337


Romeinse overheersing

63 v.Chr. Pompeius neemt Jeruzalem in; Palestina wordt een vazalstaat onder Hyrkanus II en later Herodes de Grote


4 v.Chr. - 41 Palestina wordt verdeeld: Galilea en Perea vormen een vazalstaat onder Herodes Antipas, Judea is tot 6 na Chr. een vazalstaat onder Herodes Archelaüs, vervolgens een Romeinse provincia
26-36 Pontius Pilatus: In deze periode is volgens het christelijke geloof Jezus Christus gekruisigd, gestorven en verrezen
41 - 44 vazalstaat van Rome onder Herodes Agrippa I
44 - 66 Romeinse provincia Judea.
66 Begin van de Opstand tegen de Romeinen
70 Verwoesting van Jeruzalem (incl. de tempel van Herodes) door Titus
73 Val van de laatste vesting, Massada
115-117 Opstand tegen de Romeinen (Kitosoorlog; in tegenstelling tot de diaspora bleef de omvang van de opstand in Palestina beperkt)
132-135 Opstand van Bar Kochba, in 135 neergeslagen door Sextus Iulius Severus in opdracht van keizer Hadrianus

337-638 Byzantijns bestuur 390 Opsplitsing Romeinse provincie in drie delen: Palaestina Prima (hoofdplaats Caesarea), Palaestina Secunda (hoofdplaats Scythopolis), Palaestina Tertia (hoofdplaats Petra)


395 christendom wordt staatsgodsdienst in Romeinse Rijk, juridische positie Joden slechter

Middeleeuwen en Ottomaanse periode
638-1099 Arabische Rijk (kaliefen) 638 Omar ibn al-Chattab valt Jeruzalem binnen en beëindigt het Byzantijnse bestuur

661-750 De Arabische Omajjaden regeren vanuit Damascus; bouw van de Rotskoepel (Abd al-Malik) (685-705) en de Al-Aqsamoskee in zijn huidige vorm (al-Walid) (705-715).
969 Fatimiden uit Egypte
1071 Seltsjoeken (oorspronkelijk uit Isfahan) (Jeruzalem en delen van Palestina officieel nog onder de Abbasiden)

1099-1291 Onder de kruisvaarders: Latijnse Koninkrijk van Jeruzalem 1097-1099 Eerste kruistocht, 1099 inname van Jeruzalem


1187 Sultan Saladin (Salah al-din al-ayyoubi van Koerdistan) verovert Jeruzalem in de Slag bij Hittin
1260 Mamelukken verslaan Ayyubis

1291-1516 Onder de Mamelukken 1291 De Mamelukse sultan Khalil verovert na een bloedig beleg het laatste kruisvaarderbolwerk in Akko (Acra) en Qisariya (Cesarea);

regering vanuit Caïro

1516-1917
Onderdeel van het Ottomaanse Rijk
1516 Palestina wordt in het Ottomaanse Rijk opgenomen en vanuit Constantinopel bestuurd


16e eeuw: er wonen ongeveer 10.000 Joden in het district Safed.
18e eeuw: Napoleon verovert de kuststreek.
1832-1840 Pasha Mohammed Ali (Egypte) bestuurt tijdelijk Palestina, Ottomanen nemen het daarna weer over
1871 Jeruzalem wordt een autonome sandjak
1878 Eerste zionistische nederzetting, Petach Tikwa
1880 Jeruzalem wordt de grootste stad, met binnen de stadsgrenzen een joodse meerderheid
1882-1903 De eerste golf Joden (25.000) naar Palestina op de vlucht voor pogroms in Oost-Europa (voornamelijk Rusland)
1882 De Franse baron Edmond de Rothschild begint zionistische activiteiten in Palestina financieel te steunen
1887-1888 De Ottomanen verdelen Palestina in drie districten: Jeruzalem (volgt Istanbul), Akko en Nablus (volgt de Vilajet van Beiroet).
1892 Eerste spoorlijn van Palestina tussen Jaffa en Jeruzalem
1896 Theodor Herzl, een journalist van een Oostenrijks-Hongaarse oorsprong, publiceert Der Judenstaat (de Jodenstaat) die de totstandbrenging van een Joodse staat bepleit
1896 JCA (de Joodse Vereniging van de Kolonisatie) begint zionistische vestigingen in Palestina te helpen
1897 Het eerste zionistische congres in Zwitserland geeft het Programma van Bazel uit "waarin ze vragen om een thuis voor de Joodse mensen in Palestina" en vestigt er het WZO (Zionistisch Wereld Organisatie)
1901 JNF (Joods Nationaal Fonds) opgezet door het 5e zionistische congres om land (in Palestina) te verwerven en het 'Joods te maken'
1904-1914 De Tweede golf (rond de 40.000) van Joodse immigranten uit voornamelijk Rusland en Polen brengt het totaal op 85.000, dat is 6% (?) van de bevolking

Brits Palestina
1917-1948 Brits bestuur 1917 Tijdens de Eerste Wereldoorlog geeft het Verenigd Koninkrijk de Balfour-verklaring uit. Hierbij zeggen de Britten steun toe voor de stichting van een Joods nationaal tehuis in Palestina. Later veroveren zij onder leiding van generaal Edmund Allenby de Levant op het Ottomaanse rijk.
1920 Het Verenigd Koninkrijk krijgt op de Conferentie van San Remo van de Volkerenbond het mandaat over Palestina samen met het gebied ten oosten van de Jordaan dat tegenwoordig Jordanië heet. Korte tijd zal het hele gebied de naam Mandaatgebied Palestina dragen. Onderdeel van de mandaatstekst is de stichting van een Joods Nationaal Tehuis[1].


1921 Het Verenigd Koninkrijk splitst het oostelijk gebied af, en benoemt Abdullah, zoon van Hoessein van Mekka, als emir. De nieuw staat gaat Transjordanië heten. Joodse migratie naar het gebied wordt aan banden gelegd.
1923 Het Verenigd Koninkrijk draagt de Golanhoogten over aan het Franse mandaatgebied Syrië
1936-1939: Tijdens de Arabisch-Palestijnse opstand komt de Arabische bevolking massaal in verzet tegen het Britse beleid en de toegenomen Joodse immigratie. Deze "opstand" was in feite een burgeroorlog die was opgezet door de Arabische leider Haj Amin El Hoesseini, de Groot-Moefti van Jeruzalem. Hoesseini geldt als een der oprichters van de radicaal-Islamitische ideologie die door territoriale veroveringen een Islamitisch kalifaat wil stichten[bron?].

Gedurende de jaren '20, '30 en '40 zette Hoesseini de Arabieren en Joden tegen elkaar op, o.a. met zijn telkens herhaalde boodschap "Dood aan de Joden". Hoesseini was een actieve bondgenoot van Hitler en woonde gedurende een deel van de WOII in Berlijn, vanwaar hij per kortegolf uitzendingen de Arabieren tot strijd tegen de Joden opriep.
1937 Het Verenigd Koninkrijk beperkt Joodse immigratie en landaankoop (het Peel-verdelingsplan)
1939 In het MacDonald White Paper stelt het Verenigd Koninkrijk zelfbestuur voor Palestina binnen 10 jaar in het vooruitzicht en beperkt Joodse immigratie. Het concept van Joods zelfbestuur wordt door het Verenigd Koninkrijk in weerwil met de opdracht van de Volkenbond verlaten.

Periode na de Tweede Wereldoorlog
1947-1949 29 november 1947 De VN nemen resolutie 181 aan, met de aanbeveling Palestina op te delen in een Joodse en een Arabische staat. Jeruzalem krijgt een internationaal statuut. De Joden van Palestina accepteren het plan, terwijl de Arabieren het van de hand wijzen. Na het bekendworden van deze resolutie breekt in Palestina een burgeroorlog uit.

2 april-14 mei Joodse strijdkrachten voeren Plan Dalet uit om ook buiten het aan hen toegewezen gebied strategisch belangrijke stukken grond - zoals toegangswegen, heuvels - voor de bevolking van Joodse nederzettingen en steden veilig te stellen.[2]
14 mei 1948 Joods Agentschap roept eenzijdig de onafhankelijke staat Israël uit
1948-1949 Eerste Arabisch-Israëlische Oorlog. Uitbreiding van de oorlog tussen de Arabieren en de Joden. Nu mengen ook legereenheden uit vijf Arabische buurlanden zich in de strijd. Er ontstaat een vluchtelingenstroom van circa 750.000 Arabische Palestijnen. Na deze oorlog beslaat de staat Israël 18 % van het gebied van het Joods Nationaal Tehuis zoals dat door de Volkenbond was toegezegd. 77 % van de oppervlakte van het Mandaatgebied Palestina, als men Jordanië niet meetelt, is in Joodse handen. Transjordanië bezet de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Joden worden verdreven uit o.a. Oost-Jeruzalem en mogen voor hen heilige plaatsen zoals de Klaagmuur niet langer bezoeken. Israël richt hoge betonnen muren op om de Joodse bevolking van West-Jeruzalem te beschermen tegen beschietingen vanuit het door Jordanië bezette oostelijke stadsdeel.

Vanaf 1948 Ruim 800.000 Joden vluchten of vertrekken vanaf 1948 uit Arabische landen, waarvan circa 600.000 naar Israël trekken.[3] [4]
1950 Jordaanse annexatie Westoever De 'Westelijke Jordaanoever' wordt in 1950 eenzijdig geannexeerd door Jordanië. Zo'n tweeduizend Palestijns-Arabische notabelen zouden hiertoe een verzoek hebben gedaan. Alleen Pakistan en het Verenigd Koninkrijk erkennen de annexatie. De Gazastrook wordt veroverd door Egypte, welk land dit gebied niet annexeert maar onder strenge militaire bezetting houdt.
1964 Oprichting van de PLO In Egypte wordt de PLO gesticht door Jasser Arafat. De PLO ijvert openlijk voor de vernietiging van de staat Israël en doelt met de term Palestijnen in de eerste plaats op de Arabische inwoners van het vroegere Britse Mandaat voor Palestina. In het Handvest van de PLO wordt met geen woord gerept over het Britse Mandaat voor Palestina, noch over zijn opdracht, die bestond uit het helpen opbouwen van een Joods Nationaal Tehuis.
1967 Zesdaagse Oorlog (5 juni 1967) Bij de Zesdaagse Oorlog verovert Israël de Westelijke Jordaanoever op Jordanië, de Gazastrook en het Sinaï schiereiland op Egypte en een deel van de Golan-Hoogten op Syrië, nadat Egypte en de andere Arabische landen hebben gedreigd Israël aan te vallen. In de daarop volgende oorlog wordt vrijwel de gehele Egyptische, Syrische en Jordaanse luchtmacht vernietigd. Oost-Jeruzalem (De oude stad) wordt door Israël geannexeerd (annexatie van de Golan-hoogten zal later volgen). Later wordt de Sinaï naar aanleiding van verschillende verdragen(o.a. Camp-David-akkoorden) ontruimd en aan Egypte teruggegeven.


22 november 1967 De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties vaardigt resolutie 242 uit, waarbij hij vraagt dat Israël zich terugtrekt uit gebieden die het in de Zesdaagse Oorlog bezet heeft en dat alle betrokken partijen de soevereiniteit van elke staat respecteren.

1973 Jom Kipoeroorlog
1988-1993 Eerste intifada Tijdens de eerste intifada komen Palestijnen in opstand tegen de Israëlische bezetting. Deze opstand eindigt met de Oslo-akkoorden
1988 Uitroeping Palestijnse staat Op 15 november 1988 wordt in Tunesië de Palestijnse staat uitgeroepen met Oost-Jeruzalem als hoofdstad. In totaal erkennen 90 landen de onafhankelijkheidsverklaring. Nederland en België erkennen de staat Palestina niet.
1993-1994 Oslo-akkoorden De autonome gedeelten van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook vormen sinds 1994 de Palestijnse Autoriteit, conform de Oslo-akkoorden uit 1993. De Palestijnse Authoriteit blijft echter de door Amin El Hoesseini en Jasser Arafat aangewakkerde hoop op de verovering van Israël en de moord op Joden stimuleren, o.a. door op landkaarten bij het onderwijs het woord Israël niet te noemen, maar in plaats daarvan de naam "Palestina" af te drukken. Ook het Handvest van de PLO (dat oproept tot de vernietiging van Israël) wordt niet gewijzigd. Volgens de verdragen tussen de PLO en de Israëlische regering blijven de nederzettingen of koloniën, Israëlische dorpen en steden die sinds 1967 in deze gebieden zijn gebouwd, voorlopig onder Israëlisch gezag[5]
2000-2005 Tweede intifada De tweede opstand van de Palestijnen. Als aanleiding hiervoor wordt door Palestijnen het bezoek van Ariel Sharon aan de Tempelberg genoemd.

Kritiek op de Bijbelse historiciteit

Sommige wetenschappers - bijvoorbeeld Israel Finkelstein en Neil Asher Silberman - hebben op grond van archeologische gegevens van de laatste dertig jaar kritische kanttekeningen bij de historiciteit van de Bijbelse gegevens geplaatst. Volgens hen zou er het nodige niet kloppen en hoort de geschiedenis tot en met Salomo zelfs volledig herschreven te worden. Hun kritiek is echter niet onomstreden; de tijdrekening die Finkelstein en Silberman hanteren zou niet de enig mogelijke zijn.[6]

Volgens beide onderzoekers is de geschiedenis van de oude Israëlieten als volgt verlopen:

Tot 1005: Het hoogland van Kanaän werd geleidelijk bevolkt in de late bronstijd door een groep mensen, de Hebreeën, die geen varkensvlees at. In die periode is geen aanwijzing voor een vijandige overname van buiten; de Hebreeën stammen af van de Kanaänieten.

1005-931: De grote rijken van de koningen David en Salomo hebben in de overgeleverde vorm niet bestaan: het land was dunbevolkt en kon niet genoeg belasting opbrengen om een leger in stand te houden.

931-724: Tot in de late 7e eeuw voor Christus waren de Hebreeën polytheïstisch. De aan Salomo toegeschreven bouwwerken waren van koning Omri en zijn nazaten, die polytheïstisch waren en Israël tot grote bloei brachten; Juda was in die periode een arme landbouwstaat. In 724 wordt Israël ingelijfd in het Assyrische rijk en houdt op te bestaan.

724-586: Het koninkrijk Juda beleefde een grote bevolkingstoename door vluchtelingen uit Israël toen dit door de Assyriërs veroverd werd, en het bloeide op onder Manasse dankzij een lucratieve olijfoliehandel. Het monotheïsme werd gecultiveerd vanuit Jeruzalem, en kwam tot een culminatie onder koning Josia, die (vergeefs) het zwaard opnam tegen de grootmacht Egypte, toen die staat in 609 tegen Babylon optrok. In 586 werd Juda ingelijfd in het Babylonische rijk.

Palestina en de religieuze joodse wet

Een meerderheid van religieuze Israëli's verwijst naar passages in de Thora (de wet van Mozes) om het behoud van de Palestijnse Gebieden te rechtvaardigen. Zij zijn van mening dat het verboden is enig deel van het toegewezen land over te dragen aan niet-Joden omdat God hun voorouders het gehele land zou hebben beloofd (zoals onder meer staat te lezen in Beres'jiet (Genesis) 15:18-21 maar ook in andere delen van de Tenach (de Hebreeuwse Bijbel), zoals Jehosjoea‘ (Jozua) 1:6 en Jechezkel (Ezechiël) 39:28). Daarin worden zij gesteund door niet-religieuze Israëli's die vanuit een nationalistische invalshoek of vanwege veiligheidsredenen deze gebieden niet zouden willen overdragen.[7]

Vanuit de Thora dient er wel op te worden gewezen dat vreemdelingen in het Joodse land niet mogen worden gediscrimineerd. Zij moeten gelijkwaardig worden behandeld, omdat de Israëlieten (de voorouders van de Joden) eens vreemdelingen waren in het oude Egypte, zoals staat weergegeven in Wajikra (Leviticus) 19:33-34.[8] De Israëlieten/Joden behoren volgens de Tenach de overhand in het land Israël te hebben en niet de vreemdelingen.

Oud-opperrabbijn Ovadia Yosef ging zelfs nog verder. Tijdens een bezoek aan - het hedendaagse - Egypte verklaarde hij dat de onschendbaarheid van het menselijk leven boven de onweersproken heiligheid van het land Israël gaat. Hierbij refereerde hij aan het beginsel van Pekuach Nefesj, dat stelt dat het redden van een menselijk leven de hoogste plicht van een Jood is. De Talmoed verwoordt het als: Wie een leven redt, redt een hele wereld. Het beginsel gaat zo ver dat als iemand op de sabbat in levensgevaar verkeert, deze op de sabbat naar het ziekenhuis moet worden gebracht. De oud-opperrabbijn ging er vanuit dat als er mensenlevens gered konden worden door het opgeven van gebied, dit religieus gezien niet geweigerd mocht worden.[9] Omdat het opgeven van bepaalde stukken land mogelijk ten koste gaat van de veiligheid van de Joodse Staat, zal dit dus een discussie blijven.

Zie ook


[bron?]

Zie de categorie Palestine van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

Sjabloon:Mandaatgebieden

  1. Mandaatstekst
  2. MidEast Web Historical Documents - Plan D
  3. Jewish Refugees from Arab Countries, Jacqueline Shields, Jewish Virtual Library
  4. The Forced Migration of Jews from Arab Countries, Peace Review, maart 2003
  5. http://www.ejil.org/journal/Vol4/No4/art5-02.html The Israeli-Palestinian Declaration of Principles: A Framework for Future Settlement Artikel 14 en annex II
  6. De Bijbel als mythe - Het andere verhaal van de archeologie, Israel Finkelstein en Neil Asher Silberman, vertaling Bram Moerland, 2006 (2e druk), 448 p., Synthese - Den Haag, ISBN 9062719511
  7. Voor God en vaderland, nationalisme en religie, hoofdstuk Jodendom en nationalisme, Hadassa Hirschfield en Ronny Naftaniel, blz. 98, Gied ten Berge redactie, Kok - Kampen, ISBN 90 242 6844 3
  8. Voor God en vaderland, nationalisme en religie, hoofdstuk Jodendom en nationalisme, Hadassa Hirschfield en Ronny Naftaniel, blz. 96-97, Gied ten Berge redactie, Kok - Kampen, ISBN 90 242 6844 3
  9. Voor God en vaderland, nationalisme en religie, hoofdstuk Jodendom en nationalisme, Hadassa Hirschfield en Ronny Naftaniel, blz. 98-99, Gied ten Berge redactie, Kok - Kampen, ISBN 90 242 6844 3