Oudemannenhuis: verschil tussen versies

Geen bewerkingssamenvatting
k HenriDuvent heeft pagina Oudemannenhuis hernoemd naar Oude Mannenhuis
(geen verschil)

Versie van 11 jan 2018 16:41

Oudemanhuispoort, Amsterdam, rond 1900

Een Oudemannenhuis was een tehuis waar mannen ouder dan zestig jaar hun laatste dagen konden slijten. Een oudemannenhuis is te beschouwen als een voorloper van een verzorgingshuis. Oudemannenhuizen werden voor het eerst gebouwd in de 16e eeuw, daarvoor waren er hofjes voor armere ouderen. De oudste hofjes dateren uit de 13e eeuw, in deze hofjes moesten de ouderen voor zichzelf zorgen. Omdat oudere mannen minder goed voor zichzelf konden zorgen dan vrouwen, werden er oudemannenhuizen gebouwd. De hofjes waren voortaan bijna uitsluitend bedoeld voor vrouwen, voor vrouwen die niet goed voor zichzelf konden zorgen waren er oudevrouwenhuizen die weer vaak werden gecombineerd met oudemannenhuizen.

Net als de hofjes werden oudemannenhuizen vaak gebouwd als liefdadigheid, het wonen in een oudemannenhuis was meestal kosteloos en werd als een gunst beschouwd. Gelijk aan de hofjes voor vrouwen stonden regenten aan het hoofd van oudemannenhuizen en net als de liefdadigheidshofjes hadden de huizen een regentenkamer waar de regenten konden vergaderen. De regenten verlangden dat de bewoners zich deugdzaam gedroegen, zo was kerkbezoek verplicht en damesbezoek of dronkenschap verboden. Overtrad men de regels dan volgde meestal huisarrest. De bewoners van oudemannenhuizen woonden meestal op een zaal waar ze slechts beschikten over een bedstede.

Er zijn nog enkele oudemannenhuizen bewaard gebleven, maar die hebben wel een andere bestemming gekregen. Zo is in het voormalige oudemannenhuis in Haarlem thans het Frans Halsmuseum gevestigd. In Amsterdam bestaat nog steeds de Oudemanhuispoort aan de Oudezijds Achterburgwal. Verder zijn er nog oudemannenhuizen bewaard gebleven in Den Haag, Alkmaar, Breda, Goes, Gouda, Hoorn en Zaltbommel. [1] Oudere mannen konden ook terecht in een Proveniershuis, verblijf in een proveniershuis was echter niet kosteloos, de mannen moesten zich inkopen.