Eerste Libische Burgeroorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kattenkruid (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Paul K. (overleg | bijdragen)
k De indeling is een rommeltje; als er een hoofdstuk "Buitenlandse reacties" is hoort "Internationale militaire interventie" onder dat hoofdstuk, en "Slachtoffers" kan beter naar onderen
Regel 102: Regel 102:


Op 21 en 22 maart bleven de troepen van Qadhafi hevige aanvallen uitvoeren op de stad Misrata, die nog gedeeltelijk in handen is van opstandelingen. Volgens diverse berichten is de stad voor een groot deel in puin geschoten. In de regio van Benghazi probeerden de rebellen om, na de succesvolle aanvallen door Franse vliegtuigen op tanks en pantservoertuigen van het regime, terrein te heroveren. <ref>http://www.voanews.com/english/news/africa/north/US-Allies-Press-Libya-Attacks-118352344.html</ref>
Op 21 en 22 maart bleven de troepen van Qadhafi hevige aanvallen uitvoeren op de stad Misrata, die nog gedeeltelijk in handen is van opstandelingen. Volgens diverse berichten is de stad voor een groot deel in puin geschoten. In de regio van Benghazi probeerden de rebellen om, na de succesvolle aanvallen door Franse vliegtuigen op tanks en pantservoertuigen van het regime, terrein te heroveren. <ref>http://www.voanews.com/english/news/africa/north/US-Allies-Press-Libya-Attacks-118352344.html</ref>

=== Internationale militaire interventie ===
{{Zie hoofdartikel|Libische no-flyzone}}
[[Bestand:110319-N-7231E-001.jpg|thumb|rechts|Lancering van een [[Tomahawk (kruisvluchtwapen)|Tomahawkraket]] vanaf de [[USS Barry]].]]
Op 18 maart werd de [[Resolutie 1973 Veiligheidsraad Verenigde Naties|resolutie van de Veiligheidsraad]] reeds door Qadhafi geschonden. Op 19 maart werd er op een internationale top in Parijs besloten om over te gaan tot militair ingrijpen vanaf diezelfde dag.

In de late namiddag van 19 maart 2011 ondernam Frankrijk enkele militaire acties tegen Libië. Het stuurde twintig gevechtsvliegtuigen naar Benghazi over een strook van 100 km bij 150 km om aanvallen op de door de opstandelingen gecontroleerde stad te voorkomen. [[Nicolas Sarkozy]] zei in dit verband: "Onze luchtmacht zal elke agressie van kolonel Qadhafi tegen zijn eigen bevolking verhinderen". Bij de militaire actie vernietigde de Franse luchtmacht onder meer enkele tanks en andere pantservoertuigen.<ref>Nu.nl (19 maart 2011) [http://www.nu.nl/onrust-midden-oosten/2472258/fransen-verwoesten-meerdere-tanks-in-libie-.html Fransen verwoesten meerdere tanks in Libië]. Geraadpleegd op 19 maart 2011.</ref><br />
Vanaf Amerikaanse en Britse [[Onderzeeboot|duikboten]] en [[torpedobootjager]]s werden om 20.21 uur ongeveer 120 [[Tomahawk (kruisvluchtwapen)|Tomahawk]]raketten afgevuurd op 20 Libische geïntegreerde grond- en luchtverdedigingssystemen langs de Libische kustlijn. In het gebied waren 25 schepen van de coalitie aanwezig met inbegrip van drie Amerikaanse onderzeeboten. Het Amerikaanse aandeel in het instellen van een vliegverbod boven Libië heeft de naam [[Operatie Odyssey Dawn]] gekregen.<ref>{{en}}[http://www.defense.gov/news/newsarticle.aspx?id=63225 Coalition Launches 'Operation Odyssey Dawn'] U.S. Department of Defense 19 maart 2011.</ref> Het aandeel van het [[Verenigd Koninkrijk]] wordt [[Operatie Ellamy]] genoemd, de Franse inbreng [[Operatie Harmattan]] en de Canadese inbreng [[Operatie MOBILE]].<br />
Op 20 maart 2011 raakte bekend dat het gezamenlijke commandocentrum van de coalitie voor de militaire interventie in Libië gevestigd is in het Duitse [[Vliegbasis Ramstein|Ramstein]]. Elk deelnemend land verkrijgt een nationale cel. Voor België staat die onder leiding van brigade-generaal van de luchtmacht [[Willy Cosijn]].

== Slachtoffers ==
[[Bestand:Flag of Libya (1951).svg|{{largethumb}}|rechts|{{FIAV|historical}} Vlag van Libië, 1951-1969, die door de opstandelingen wordt gebruikt]]

Libische bannelingen in Zwitserland maakten op 17 februari reeds gewag van 16 omgekomen demonstranten en een groot aantal gewonden.<ref>{{de}} ''taz.de'' 17 februari 2011 [http://www.taz.de/1/politik/afrika/artikel/1/gegen-gadaffi/ Gadaffi schlägt "Tag des Zorns" nieder]. Geraadpleegd op 9 maart 2011.</ref>
Verschillende bronnen meldden op 19 februari 2011 150 tot 200 slachtoffers.<ref name="Deredactie20feb" /> Er waren ook al tientallen gewonden gevallen.
Op 21 februari sprak men van 223 tot 233 doden.<ref>''deredactie.be'' (21 februari 2011) [http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/Arabisch%2Bprotest/110221_Libie_terrein Tal van gebouwen in brand in Tripoli]. Geraadpleegd op 21 februari 2011.</ref><ref>{{en}}{{aut|Kirkpatrick, David}} en {{aut|El-Naggar, Mona}} (21 februari 2011) [http://www.nytimes.com/2011/02/22/world/africa/22libya.html?pagewanted=1&_r=1&ref=world Qaddafi’s Grip on Power Seems to Ebb as Forces Retreat]. ''The New York Times''. Geraadpleegd op 21 februari 2011.</ref>
De organisatie International Coalition Against War Criminals telde op 22 februari reeds 519 doden, 3.980 gewonden en mogelijk meer dan 1.500 vermisten.<ref>{{en}} ''Aljazeera'' (22 februari 2011) [http://blogs.aljazeera.net/africa/2011/02/22/live-blog-libya-feb-22 "Live Blog - Libya Feb 22"]. Geraadpleegd 23 februari 2011.</ref>

Twee dagen later sprak men van 640 tot 1.000 doden.<ref>''De Standaard'' (23 februari 2011) [http://standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20110223_025 'Minstens 640 doden in Libië']. Geraadpleegd op 23 februari 2011.</ref><ref>{{en}} ''CNN'' (23 februari 2011) [http://edition.cnn.com/2011/WORLD/africa/02/23/libya.protests/index.html?hpt=T1 Reports: Libyan aircraft crashes after troops refuse bombing orders]. Geraadpleegd op 23 februari 2011.</ref>
[[Franco Frattini]], minister van Buitenlandse Zaken van [[Italië]] – de vroegere koloniale macht in Libië, met goede connecties in het land – zei dat waarschijnlijk meer dan 1.000 burgers omgekomen waren in de machtsstrijd en dat niets de massale slachtpartij in de straten kon rechtvaardigen.

Op 24 februari waren er zeker meer dan 1.000 doden.<ref>{{en}} {{aut|Fahim, Kareen}} en {{aut|Kirkpatrick, David}} (24 februari 2011) [http://www.nytimes.com/2011/02/25/world/africa/25libya.html?pagewanted=1&_r=1&hp Qaddafi Massing Forces in Tripoli as Rebellion Spreads]. ''The New York Times''. Geraadpleegd op 23 februari 2011.</ref> De tv-zender Al Arabiya sprak zelfs van 10.000 doden.<ref>''deredactie.be'' (23 februari 2011) [http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/Arabisch%2Bprotest/110223_Libie_Standvanzaken Verliest Khaddafi ook het westen van Libië?]. Geraadpleegd op 23 februari 2011.</ref>
Uit beelden en getuigenissen bleek dat in Benghazi soldaten die weigerden op demonstranten te schieten door andere militairen levend verbrand werden.<ref>{{en}} ''The Islamic Workplace'' (27 februari 2011) [http://makkah.wordpress.com/2011/02/27/libya-soldiers-burned-alive-by-their-own-forces-for-refusing-to-fire-on-protesters/ Libya: Soldiers Burned Alive By Their Own Forces For Refusing to Fire on Protesters]. Geraadpleegd 6 maart 2011.</ref>

Volgens de Libyan Human Rights League zijn er in heel Libië begin maart reeds 6.000 slachtoffers. Een onafhankelijke controle van dit cijfer is voorlopig niet mogelijk.<ref>{{en}} Allvoices (2 maart 2011) [http://www.allvoices.com/contributed-news/8354444-6-thousand-people-killed-during-crisis-has-libya 6 Thousand People Killed During Crisis Has Libya] Geraadgpleegd 10 maart 2011.</ref>


== Buitenlandse reacties ==
== Buitenlandse reacties ==
Regel 163: Regel 138:
Op 17 maart 2011 nam de Veiligheidsraad [[Resolutie 1973 Veiligheidsraad Verenigde Naties|resolutie 1973]] aan waarin boven Libië een vliegverbod werd afgekondigd, en bovendien werd uitgesproken dat "alle nodige middelen" konden worden ingezet "om de bevolking te beschermen", hetgeen militair ingrijpen mogelijk maakte. Een bezettingsmacht op Libisch grondgebied werd daarentegen uitdrukkelijk uitgesloten. Tien leden van de Raad stemden voor, vijf leden onthielden zich van stemming: naast de permanente leden met [[vetorecht]] China en Rusland waren dit Duitsland, Brazilië en India.<ref>{{en}}Verslag van de 6498e vergadering van de VN Veiligheidsraad 17 maart 2010 [http://www.un.org/News/Press/docs/2011/sc10200.doc.htm Security Council Approves ‘No-Fly Zone’ over Libya, Authorizing ‘All Necessary]</ref> Aan dit besluit was voorafgegaan dat de Arabische Liga op 12 maart een verzoek tot de Veiligheidsraad richtte om boven Libië een vliegverbod in te stellen.<ref>{{de}} ''Zeit online'' (12 maart 2011) [http://www.zeit.de/politik/ausland/2011-03/arabische-liga-libyen Arabische Liga fordert Flugverbotszone]. Geraadpleegd op 12 maart 2011.</ref><ref>{{en}} ''Aljazeera'' (12 maart 2011) [http://blogs.aljazeera.net/live/africa/libya-live-blog-march-12 Libya Live Blog - 12 March]. Geraadpleegd op 12 maart 2011.</ref> Libië zelf was van dit overleg uitgesloten.
Op 17 maart 2011 nam de Veiligheidsraad [[Resolutie 1973 Veiligheidsraad Verenigde Naties|resolutie 1973]] aan waarin boven Libië een vliegverbod werd afgekondigd, en bovendien werd uitgesproken dat "alle nodige middelen" konden worden ingezet "om de bevolking te beschermen", hetgeen militair ingrijpen mogelijk maakte. Een bezettingsmacht op Libisch grondgebied werd daarentegen uitdrukkelijk uitgesloten. Tien leden van de Raad stemden voor, vijf leden onthielden zich van stemming: naast de permanente leden met [[vetorecht]] China en Rusland waren dit Duitsland, Brazilië en India.<ref>{{en}}Verslag van de 6498e vergadering van de VN Veiligheidsraad 17 maart 2010 [http://www.un.org/News/Press/docs/2011/sc10200.doc.htm Security Council Approves ‘No-Fly Zone’ over Libya, Authorizing ‘All Necessary]</ref> Aan dit besluit was voorafgegaan dat de Arabische Liga op 12 maart een verzoek tot de Veiligheidsraad richtte om boven Libië een vliegverbod in te stellen.<ref>{{de}} ''Zeit online'' (12 maart 2011) [http://www.zeit.de/politik/ausland/2011-03/arabische-liga-libyen Arabische Liga fordert Flugverbotszone]. Geraadpleegd op 12 maart 2011.</ref><ref>{{en}} ''Aljazeera'' (12 maart 2011) [http://blogs.aljazeera.net/live/africa/libya-live-blog-march-12 Libya Live Blog - 12 March]. Geraadpleegd op 12 maart 2011.</ref> Libië zelf was van dit overleg uitgesloten.


=== Economische gevolgen ===
=== Internationale militaire interventie ===
{{Zie hoofdartikel|Libische no-flyzone}}
[[Bestand:110319-N-7231E-001.jpg|thumb|rechts|Lancering van een [[Tomahawk (kruisvluchtwapen)|Tomahawkraket]] vanaf de [[USS Barry]].]]
Op 18 maart werd de [[Resolutie 1973 Veiligheidsraad Verenigde Naties|resolutie van de Veiligheidsraad]] reeds door Qadhafi geschonden. Op 19 maart werd er op een internationale top in Parijs besloten om over te gaan tot militair ingrijpen vanaf diezelfde dag.

In de late namiddag van 19 maart 2011 ondernam Frankrijk enkele militaire acties tegen Libië. Het stuurde twintig gevechtsvliegtuigen naar Benghazi over een strook van 100 km bij 150 km om aanvallen op de door de opstandelingen gecontroleerde stad te voorkomen. [[Nicolas Sarkozy]] zei in dit verband: "Onze luchtmacht zal elke agressie van kolonel Qadhafi tegen zijn eigen bevolking verhinderen". Bij de militaire actie vernietigde de Franse luchtmacht onder meer enkele tanks en andere pantservoertuigen.<ref>Nu.nl (19 maart 2011) [http://www.nu.nl/onrust-midden-oosten/2472258/fransen-verwoesten-meerdere-tanks-in-libie-.html Fransen verwoesten meerdere tanks in Libië]. Geraadpleegd op 19 maart 2011.</ref><br />
Vanaf Amerikaanse en Britse [[Onderzeeboot|duikboten]] en [[torpedobootjager]]s werden om 20.21 uur ongeveer 120 [[Tomahawk (kruisvluchtwapen)|Tomahawk]]raketten afgevuurd op 20 Libische geïntegreerde grond- en luchtverdedigingssystemen langs de Libische kustlijn. In het gebied waren 25 schepen van de coalitie aanwezig met inbegrip van drie Amerikaanse onderzeeboten. Het Amerikaanse aandeel in het instellen van een vliegverbod boven Libië heeft de naam [[Operatie Odyssey Dawn]] gekregen.<ref>{{en}}[http://www.defense.gov/news/newsarticle.aspx?id=63225 Coalition Launches 'Operation Odyssey Dawn'] U.S. Department of Defense 19 maart 2011.</ref> Het aandeel van het [[Verenigd Koninkrijk]] wordt [[Operatie Ellamy]] genoemd, de Franse inbreng [[Operatie Harmattan]] en de Canadese inbreng [[Operatie MOBILE]].<br />
Op 20 maart 2011 raakte bekend dat het gezamenlijke commandocentrum van de coalitie voor de militaire interventie in Libië gevestigd is in het Duitse [[Vliegbasis Ramstein|Ramstein]]. Elk deelnemend land verkrijgt een nationale cel. Voor België staat die onder leiding van brigade-generaal van de luchtmacht [[Willy Cosijn]].

== Slachtoffers ==
[[Bestand:Flag of Libya (1951).svg|{{largethumb}}|rechts|{{FIAV|historical}} Vlag van Libië, 1951-1969, die door de opstandelingen wordt gebruikt]]

Libische bannelingen in Zwitserland maakten op 17 februari reeds gewag van 16 omgekomen demonstranten en een groot aantal gewonden.<ref>{{de}} ''taz.de'' 17 februari 2011 [http://www.taz.de/1/politik/afrika/artikel/1/gegen-gadaffi/ Gadaffi schlägt "Tag des Zorns" nieder]. Geraadpleegd op 9 maart 2011.</ref>
Verschillende bronnen meldden op 19 februari 2011 150 tot 200 slachtoffers.<ref name="Deredactie20feb" /> Er waren ook al tientallen gewonden gevallen.
Op 21 februari sprak men van 223 tot 233 doden.<ref>''deredactie.be'' (21 februari 2011) [http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/Arabisch%2Bprotest/110221_Libie_terrein Tal van gebouwen in brand in Tripoli]. Geraadpleegd op 21 februari 2011.</ref><ref>{{en}}{{aut|Kirkpatrick, David}} en {{aut|El-Naggar, Mona}} (21 februari 2011) [http://www.nytimes.com/2011/02/22/world/africa/22libya.html?pagewanted=1&_r=1&ref=world Qaddafi’s Grip on Power Seems to Ebb as Forces Retreat]. ''The New York Times''. Geraadpleegd op 21 februari 2011.</ref>
De organisatie International Coalition Against War Criminals telde op 22 februari reeds 519 doden, 3.980 gewonden en mogelijk meer dan 1.500 vermisten.<ref>{{en}} ''Aljazeera'' (22 februari 2011) [http://blogs.aljazeera.net/africa/2011/02/22/live-blog-libya-feb-22 "Live Blog - Libya Feb 22"]. Geraadpleegd 23 februari 2011.</ref>

Twee dagen later sprak men van 640 tot 1.000 doden.<ref>''De Standaard'' (23 februari 2011) [http://standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20110223_025 'Minstens 640 doden in Libië']. Geraadpleegd op 23 februari 2011.</ref><ref>{{en}} ''CNN'' (23 februari 2011) [http://edition.cnn.com/2011/WORLD/africa/02/23/libya.protests/index.html?hpt=T1 Reports: Libyan aircraft crashes after troops refuse bombing orders]. Geraadpleegd op 23 februari 2011.</ref>
[[Franco Frattini]], minister van Buitenlandse Zaken van [[Italië]] – de vroegere koloniale macht in Libië, met goede connecties in het land – zei dat waarschijnlijk meer dan 1.000 burgers omgekomen waren in de machtsstrijd en dat niets de massale slachtpartij in de straten kon rechtvaardigen.

Op 24 februari waren er zeker meer dan 1.000 doden.<ref>{{en}} {{aut|Fahim, Kareen}} en {{aut|Kirkpatrick, David}} (24 februari 2011) [http://www.nytimes.com/2011/02/25/world/africa/25libya.html?pagewanted=1&_r=1&hp Qaddafi Massing Forces in Tripoli as Rebellion Spreads]. ''The New York Times''. Geraadpleegd op 23 februari 2011.</ref> De tv-zender Al Arabiya sprak zelfs van 10.000 doden.<ref>''deredactie.be'' (23 februari 2011) [http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/Arabisch%2Bprotest/110223_Libie_Standvanzaken Verliest Khaddafi ook het westen van Libië?]. Geraadpleegd op 23 februari 2011.</ref>
Uit beelden en getuigenissen bleek dat in Benghazi soldaten die weigerden op demonstranten te schieten door andere militairen levend verbrand werden.<ref>{{en}} ''The Islamic Workplace'' (27 februari 2011) [http://makkah.wordpress.com/2011/02/27/libya-soldiers-burned-alive-by-their-own-forces-for-refusing-to-fire-on-protesters/ Libya: Soldiers Burned Alive By Their Own Forces For Refusing to Fire on Protesters]. Geraadpleegd 6 maart 2011.</ref>

Volgens de Libyan Human Rights League zijn er in heel Libië begin maart reeds 6.000 slachtoffers. Een onafhankelijke controle van dit cijfer is voorlopig niet mogelijk.<ref>{{en}} Allvoices (2 maart 2011) [http://www.allvoices.com/contributed-news/8354444-6-thousand-people-killed-during-crisis-has-libya 6 Thousand People Killed During Crisis Has Libya] Geraadgpleegd 10 maart 2011.</ref>

== Economische gevolgen ==
Door het geweld in Libië, de zware winter in Noord-Amerika en de grote vraag naar olie in China, Indië en Brazilië zijn de prijzen voor ruwe olie in 2011 fors gestegen. Ook [[benzine]] en diesel werden duurder in de EU. Libië heeft immers één van de grootste oliereserves in Afrika en is een van de belangrijkste leveranciers van gas en olie aan Europa.<ref>''NU Zakelijk'' (22 februari 2011) [http://www.nuzakelijk.nl/beurs/2452407/olieprijs-spuit-omhoog-onrust-in-libie.html Olieprijs spuit omhoog door onrust in Libië]. Geraadpleegd op 6 maart 2011.</ref>
Door het geweld in Libië, de zware winter in Noord-Amerika en de grote vraag naar olie in China, Indië en Brazilië zijn de prijzen voor ruwe olie in 2011 fors gestegen. Ook [[benzine]] en diesel werden duurder in de EU. Libië heeft immers één van de grootste oliereserves in Afrika en is een van de belangrijkste leveranciers van gas en olie aan Europa.<ref>''NU Zakelijk'' (22 februari 2011) [http://www.nuzakelijk.nl/beurs/2452407/olieprijs-spuit-omhoog-onrust-in-libie.html Olieprijs spuit omhoog door onrust in Libië]. Geraadpleegd op 6 maart 2011.</ref>


=== Verslaggeving ===
== Verslaggeving ==
De eerste dagen van het protest kwam de meeste informatie van [[Al Jazeera]] en ook van [[Reuters]], dat echter zelf geen reporter ter plaatse had. Vanaf 24 februari werd het voor Europese journalisten mogelijk ter plaatse te berichten, zelf te filmen en interviews af te nemen in het oosten van Libië, met name vanuit [[Benghazi]], Beyida en [[Tobroek]], waar het regime van Kolonel Qadhafi was verjaagd en het gebied in handen van de opstandelingen was gekomen. Voor de opstand was er in Libië geen [[persvrijheid]].<ref>{{en}} ''Freedom House'' (7 mei 2009) [http://www.freedomhouse.org/uploads/fop/2009/FreedomofthePress2009_tables.pdf Freedom of the Press]. Geraadpleegd op 3 maart 2011.</ref>
De eerste dagen van het protest kwam de meeste informatie van [[Al Jazeera]] en ook van [[Reuters]], dat echter zelf geen reporter ter plaatse had. Vanaf 24 februari werd het voor Europese journalisten mogelijk ter plaatse te berichten, zelf te filmen en interviews af te nemen in het oosten van Libië, met name vanuit [[Benghazi]], Beyida en [[Tobroek]], waar het regime van Kolonel Qadhafi was verjaagd en het gebied in handen van de opstandelingen was gekomen. Voor de opstand was er in Libië geen [[persvrijheid]].<ref>{{en}} ''Freedom House'' (7 mei 2009) [http://www.freedomhouse.org/uploads/fop/2009/FreedomofthePress2009_tables.pdf Freedom of the Press]. Geraadpleegd op 3 maart 2011.</ref>



Versie van 25 mrt 2011 03:41

Opstand in Libië
Onderdeel van Protesten in de Arabische wereld
Datum 15 februari 2011 - heden
Locatie Libië
Casus belli Poging tot omverwerping autocratisch regime
Strijdende partijen
Vlag van Libië Qadhafiregime Vlag van Libië Anti-Qadhafirebellen

met latere steun van:

Leiders en commandanten
Vlag van Libië Moammar al-Qadhafi Vlag van Libië Abud al-Jeleil Abdul Fatah Younis

De opstand in Libië van 2011 is een opstand die begon als protest van de Libische bevolking tegen het regime van Moammar al-Qadhafi die al 42 jaar Libië regeert en inmiddels is uitgemond in een gewelddadig conflict dat verscheidene malen als burgeroorlog is omschreven.

De protesten begonnen op 15 februari 2011 en waren mede geïnspireerd door andere protesten in de Arabische wereld, met name de Egyptische Revolutie en de Jasmijnrevolutie in Tunesië.[2] De demonstranten eisen het vertrek van Qadhafi en de komst van democratische verkiezingen. Na aanvankelijk succes van de opstandelingen ontstond al snel een patstelling, waarbij de oppositie Benghazi en andere steden in het oosten van het land onder controle had, terwijl Qadhafi zijn macht behield in de westelijke helft van het land, inclusief de hoofdstad Tripoli.

Sinds begin maart voerden de troepen van Qadhafi een oostwaartse campagne, waarbij onder meer de steden Bin Jawad, Ra's Lanuf en Brega veroverd werden. Geweld tegen de bevolking werd door Qadhafi niet geschuwd, hetgeen hem op veel kritiek van de internationale gemeenschap is komen te staan. Eind februari kondigde de VN-Veiligheidsraad in een resolutie al maatregelen, zoals een wapenembargo aan. Op 17 maart werd in een tweede resolutie een vliegverbod boven Libië afgekondigd. Het Qadhafi-regime stelde kort daarop een staakt-het-vuren in, maar ging desalniettemin door met militaire acties, onder andere bij Benghazi.

Chronologie

Volksprotesten

Het uitgebrand gebouw van Het Groene Boek-onderzoekscentrum in de oostelijke stad Benghazi

De protesten begonnen op 15 februari en concentreerden zich toen vooral in de noordoostelijke stad Benghazi, 1.000 km ten oosten van de hoofdstad Tripoli en de tweede stad van Libië. Deze protesten werden hardhandig neergeslagen door de politie[3] De opstand breidde zich naar andere plaatsen in Libië en werden ook daar met veel geweld uit elkaar gedreven, met veel gewonden en slachtoffers tot gevolg. Als reactie hierop riepen de opstandelingen 17 februari uit als 'Dag van de Woede'[3] De dagen daarna concentreerden de confrontaties tussen de opstandelingen en het regime zich met name rond Benghazi, waarbij door Qadhafi scherpschutters en huurlingen werden ingezet om de opstanden te breken.

Ondanks het feit, dat er al op 15 februari manifestaties tegen de corruptie op het Groene Plein in Tripoli werden gemeld, bleef de hoofdstad zelf in eerste instantie gespaard van grote volksopstanden.[4] Gedurende de eerste week kwamen de protesten in Tripoli langzaam op gang, maar deze werden hard neergeslagen door de Libische luchtmacht, waarbij een onbekend aantal mensen om het om het leven kwamen.[5]

Machtsovername door de opstandelingen in het oosten

Burgers op een tank in Benghazi

Nadat delen van het leger overliepen naar de demonstranten werden de regeringsgetrouwe troepen na dagenlange gevechten op 21 februari uit Benghazi verdreven en werd de egaal groene Libische vlag vervangen door de oude vlag van het Koninkrijk Libië. Benghazi fungeerde vanaf dat moment als zwaartepunt voor de protesten in Libië. Twee officieren uit het Libische leger weigerden de bevelen op te volgen en demonstranten aan te vallen. In plaats daarvan landden ze met hun gevechtsvliegtuigen op het nabijgelegen eiland Malta en vroegen er asiel. In Darna en Tobroek in het oosten, Sirte, Ben Guerdane en Ra's Lanuf in het midden en Az Zawiyah in het westen vonden in de eerste week protesten en confrontaties met aanhangers van Qadhafi plaats. Het oosten van het land was al vrij snel in handen van de rebellen.[6]

"Libië is niet zoals Tunesië of Egypte," verklaarde Qadhafi's zoon Saif al-Islam tijdens een toespraak op de staatstelevisie. Hij waarschuwde dat Libië aan de rand van een burgeroorlog stond en dreigde ermee dat het regime zou vechten tot de laatste kogel. Deze toespraak werd in de straten van Tripoli op woede en minachting onthaald.

In de tweede week raakte het oosten van het land meer en meer onder controle van de opstandelingen vanuit Benghazi en stabiliseerde de situatie hier enigszins. Terwijl in het westen de derde stad van Libië, Misratah overging in de handen van de rebellen.[7]duurden in Tripoli de ongeregeldheden nog steeds voort. Aanhangers van Qadhafi gebruikten veel geweld en openden het vuur op de betogers in de stad.[7] In Tripoli vielen enkele doden en een flink aantal gewonden.[8] Inwoners van de arme wijken in de hoofdstad namen openlijk afstand van Qadhafi. De veiligheidsdiensten verdwenen uit de arbeiderswijk Tajoura en de demonstranten wierpen er barricades op.[9] In Benghazi werd op en 27 februari een Nationale Raad gevormd. Dit comité gaf op 27 februari een persconferentie in Benghazi met als woordvoerder Hafiz Ghoga.[10]

De Libische ambassadeurs in de Verenigde Staten, China, Indonesië, India, Bangladesh, België en Polen namen ontslag en werd het bloedvergieten in het land zeer scherp veroordeeld door de Libische ambassade in Mali. De minister van Binnenlandse Zaken en hoge generaal Abdulfatah Younis koos op 23 februari de zijde van "de revolutie van 17 februari" en schaarde hij zich achter de opstandelingen.[11] De Arabische Liga schorste Libië voor alle bijeenkomsten totdat de mensen in het land veilig zijn. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties veroordeelde het gebruik van geweld tegen protesten. De naar de opstandelingen overgelopen Libische ambassadeur bij de VN vond dit echter niet ver genoeg gaan. Hij sprak van een genocide door Qadhafi tegen zijn eigen volk en riep op tot het instellen van een vliegverbod boven Libië. Later in de week stelden de Verenigde Naties in een resolutie sancties in tegen het regime van Qadhafi.

Vluchtelingen in een Tunesisch opvangkamp nabij de grens met Libië

In een telefoongesprek met de Servische televisiezender RTV-Pink noemde Qadhafi de VN-sancties waardeloos en in strijd met het Handvest van de Verenigde Naties. Hij zei dat het Libische leger aan de winnende hand was en dat Tripoli totaal rustig en veilig zou zijn. Het verlies van Benghazi deed Qadhafi af als een opstand van een kleine groep.[12] Eerder al liet Qadhafi in een dik uur durende tv-toespraak weten niet van plan te zijn op te stappen.[13] Om de bevolking voor zich te winnen deelde het regime geld uit: elk gezin kreeg zo'n vijfhonderd Libische dinar om de verhoogde voedselprijzen te kunnen blijven betalen, maar de dinar daalde in waarde ten opzichte van de euro en de dollar. [14]

De Verenigde Naties sprak haar vrees uit voor een voedseltekort in Libië. [15] De olieproductie van Libië was volgens de Libische autoriteiten op deze dag reeds met de helft afgenomen.[16] Ook het Rode Kruis stelde zich zorgen te maken over de humanitaire situatie in Libië.[17]

Verschillende landen begonnen met het evacueren van hun inwoners uit Libië. Het vliegveld van Tripoli raakte overvol met mensen die het land probeerden te ontvluchten. Diverse landen stuurden (militaire) vliegtuigen om zoveel mogelijk burgers uit Libië op te halen. Ook werden veerboten ingezet om burgers uit plaatsen langs de Libische kust op te halen. De Britse luchtmacht evacueerde via bliksemacties honderden werknemers uit de woestijn.[18]

Op 28 februari werden drie Nederlandse bemanningsleden van een militaire helikopter door milities van Qadhafi gevangen genomen. Zij waren met hun Lynx van het fregat de Tromp naar Sirte gevlogen en daar geland, zonder dat aan de Libische autoriteiten toestemming hiervoor was gevraagd. De bedoeling was een zogenoemde consulaire evacuatie van een werknemer van Royal Haskoning. Hij, de drie bemanningsleden van de helikopter, en een Zweedse vrouw die op weg was naar de evacuatielocatie, zijn door gewapende Libische eenheden aangehouden en vastgehouden. De twee burgers werden dezelfde dag door Libië vrij gelaten, de drie bemanningsleden bleven nog gevangen. Na intensief diplomatiek overleg kwamen zij in de nacht van 10 op 11 maart vrij.[19] De helikopter is niet teruggegeven.

Omdat de protesten bleven voortduren en de veiligheid voor buitenlanders steeds meer in het gedrang kwam, kwam een enorme vluchtelingenstroom van met name in Libië werkzame Egyptenaren op gang. Met name aan de grens met Tunesië nam de druk toe om duizenden vluchtelingen op te vangen. 70.000 tot 75.000 mensen waren de grens met Tunesië overgestoken. De VN sprak van een humanitaire ramp.[20]

Tegenoffensief van Qadhafi

Bestand:Libya Brega rebel fighters 10 March 2011 - VOA Ittner.jpg
Opstandelingen in de buurt van Brega op 10 maart, enkele dagen voor de herovering door regeringstroepen

Qadhafi begon op 2 maart een tegenoffensief richting het oosten. Plaatsen als Brega, een kleine maar strategisch gelegen oliehaven, werden urenlang onder vuur genomen uit de lucht gevolgd door een grondoffensief. Deze aanval werd door de opstandelingen afgeslagen. Er vielen tenminste veertien doden. Gevechtsvliegtuigen zouden ook de nabijgelegen stad Ajdabiyah hebben gebombardeerd, waar de opstandelingen een militair kamp en wapendepot in handen hadden.[21] De dag erna ondernam het regime opnieuw een offensief tegen Brega. Ditmaal werden er enkel luchtaanvallen uitgevoerd. Daarnaast ondernam Qadhafi in het westen een poging de stad Az Zawiyah in te nemen. Qadhafi zou artillerie, tanks en andere pantservoertuigen inzetten tegen de opstandelingen. Bij een treffen tussen de Khamis-Brigade onder leiding van Khamis Qadhafi en de opstandelingen dertien en mogelijk meer dan vijftig mensen om het leven zijn gekomen.[22]

In de derde week van de opstand keerden de kansen. Aanvankelijk werd Ra's Lanuf, een stategisch belangrijke stad in het oosten van Libië, door de opstandelingen ondanks hevige luchtaanvallen van het regime veroverd. Ook Ra's Lanuf is belangrijk voor de doorvoer van olie. Hierbij vielen minstens drie slachtoffers.[23] Op 10 maart kwam Ra's Lanuf terug in handen van de troepen van Qadhafi. Het ziekenhuis van de plaats werd bij de gevechten getroffen door een artillerieaanval, en de omgeving ervan werd vanuit de lucht gebombardeerd, waarop het personeel en de zieken werden geëvacueerd. Honderden strijders trokken zich terug naar meer oostelijke plaatsen. Ook in Az Zawiyah werd op 10 maart het overheidsgezag hersteld.[24] Een propagandaoorlog werd door het regime opgezet, waarbij beweringen gedaan werden die een dag later door ooggetuigen worden tegengesproken.

The New York Times meldde dat Qadhafi tientallen miljarden dollars aan contant geld beschikbaar heeft in Tripoli. Zijn buitenlandse tegoeden zijn grotendeels bevroren, maar voorlopig heeft Qadhafi genoeg geld om zijn leger met onder meer Afrikaanse huurlingen mee te betalen.[25]

Het goed uitgeruste leger van Qadhafi ondervond geen noemenswaardige weerstand meer van de veel lichter uitgeruste opstandelingen en kon overal verder oprukken. Het Rode Kruis vreesde een veldslag om Benghazi.[26] Op de ochtend van 19 maart begonnen de Qadhafi-troepen met het uitvoeren van beschietingen en luchtaanvallen op Benghazi. Ook stortte een straaljager neer op de stad.[27] Hier bleek het echter te gaan om een vliegtuig dat bestuurd werd door de opstandelingen.

De Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen merkte op dat veel mensen uit Libië vluchtten naar Egypte. [28]

Op 21 en 22 maart bleven de troepen van Qadhafi hevige aanvallen uitvoeren op de stad Misrata, die nog gedeeltelijk in handen is van opstandelingen. Volgens diverse berichten is de stad voor een groot deel in puin geschoten. In de regio van Benghazi probeerden de rebellen om, na de succesvolle aanvallen door Franse vliegtuigen op tanks en pantservoertuigen van het regime, terrein te heroveren. [29]

Buitenlandse reacties

Ook buiten Libië werden protesten gehouden, zoals hier voor het Witte Huis in Washington D.C.

Verspreid over de wereld vonden demonstraties plaats van Libiërs en met Libië sympathiserende burgers tegen het regime van Qadhafi. Via een telefonisch contact riep secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki-moon Qadhafi op onmiddellijk het geweld tegen burgers te staken en de rechten van het Libische volk te erkennen.

De hoge vertegenwoordiger voor het buitenlands beleid van de EU Catherine Ashton riep de Libische autoriteiten op om de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting te respecteren. Ze kondigde aan dat de onderhandelingen over een handelsovereenkomst tussen de EU en Libië werden stopgezet.

Op 23 februari noemde de Luxemburgse minister voor Buitenlandse Zaken de repressie en het bloedvergieten een genocide; president Nicolas Sarkozy riep de EU op om sancties te nemen tegen Libië, maar Italië en Malta verzetten er zich tegen uit vrees voor een enorme stroom aan vluchtelingen.

Op 24 februari liet de president van de Verenigde Staten Barack Obama weten dat het geweld in Libië niet kan worden geaccepteerd. Hij liet weten dat de evacuatie van de Amerikaanse burgers in Libië eerst de prioriteit heeft. Na Zwitserland heeft ook Oostenrijk de tegoeden van het Libische regime geblokkeerd.[30][31] Andere Europese landen overwegen hetzelfde. De Venezolaanse president Hugo Chávez bleef Qadhafi steunen.[32]

De NAVO hield op vrijdag 25 februari een spoedberaad over situatie in Libië, ook was er al overleg tussen de Amerikaanse president Obama en zijn collega's uit Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië over mogelijke (militaire) acties en humanitaire hulp. Obama zegt, dat hij militair ingrijpen niet uitsluit.[33] President Sarkozy eiste het aftreden van Qadhafi.

Op 26 februari zei Obama, dat "de wreedheid van Qadhafi sancties verdient". De VS bevroor ook de rekeningen van Qadhafi in de Verenigde Staten.[34][35]

Secretaris-generaal Amr Moussa van de Arabische Liga noemde op 2 maart de situatie in Libië tragisch en het geweld onacceptabel. De Arabische Liga kantte zich tegen een buitenlandse interventie. De hoogste Amerikaanse militair, admiraal Mike Mullen, zei dat er binnen de NAVO geen unanimiteit bestond over het instellen van een vliegverbod boven Libië.

Twee Amerikaanse oorlogsschepen voeren door het Suezkanaal en hebben koers gezet naar de Middellandse Zee en de Libische kust. De schepen kregen van de Amerikaanse minister van defensie Robert Gates opdracht om naar Libië op te stomen, voor het geval ze nodig zijn om burgers te evacueren of om humanitaire hulp te verlenen.[36][37]

Als enig Europees land erkende Frankrijk op 10 maart de Nationale Raad in Benghazi als wettelijke vertegenwoordiger van het Libische volk. Frankrijk besloot een ambassadeur naar Benghazi te sturen. Op diezelfde dag zei de Duitse minister van Buitenlandse zaken, Guido Westerwelle, dat Duitsland er voor moest oppassen bij de oorlog in Libië betrokken te raken, zonder dat duidelijk is, waartoe een dergelijke interventie zou leiden. Qadhafi reageerde op de acties van Frankrijk door die dag daarna de politieke relatie met Frankrijk op te schorten.[38] Op de top voor Europese regeringsleiders in Brussel werd besloten dat een vliegverbod boven Libië slechts zou worden ingesteld indien dit werd gevraagd door het Libische volk en goedgekeurd door de NAVO en de Veiligheidsraad.

In de media van Frankrijk en Wallonië werd het conflict tussen de opstandelingen en de aanhangers van Qadhafi vanaf begin maart een burgeroorlog genoemd. Ook het Internationale Rode Kruis vindt dat er sprake is van een burgeroorlog.[39]

Veiligheidsraad

Sancties en verwijzing naar Strafhof

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties nam op 26 februari na langdurige beraadslagingen unaniem resolutie 1970 aan, waarin besloten werd sancties tegen het bewind-Qadhafi af te kondigen om het buitensporige geweld te stoppen. De resolutie legde onder meer een wapenembargo op, bevriezing van activa en een reisverbod voor 16 prominente Libiërs, onder wie Qadhafi en zijn zoons en dochter.

Ook verwees de resolutie de gebeurtenissen in Libië vanaf 15 februari 2011 naar het Internationaal Strafhof in Den Haag, omdat de vele gevallen van bloedvergieten misdaden tegen de menselijkheid kunnen betekenen.[40] Na de verwijzing van de situatie in de Soedanese regio Darfur in 2005 was dit de tweede keer dat een situatie door de Veiligheidsraad naar dit Hof verwezen werd, en de eerste keer dat dit unaniem gebeurde. Ook de permanente leden China en de Verenigde Staten, die zich in 2005 van stemming onthielden, stemden nu vóór.

Vliegverbod boven Libië en mogelijkheid tot militair ingrijpen

Op 17 maart 2011 nam de Veiligheidsraad resolutie 1973 aan waarin boven Libië een vliegverbod werd afgekondigd, en bovendien werd uitgesproken dat "alle nodige middelen" konden worden ingezet "om de bevolking te beschermen", hetgeen militair ingrijpen mogelijk maakte. Een bezettingsmacht op Libisch grondgebied werd daarentegen uitdrukkelijk uitgesloten. Tien leden van de Raad stemden voor, vijf leden onthielden zich van stemming: naast de permanente leden met vetorecht China en Rusland waren dit Duitsland, Brazilië en India.[41] Aan dit besluit was voorafgegaan dat de Arabische Liga op 12 maart een verzoek tot de Veiligheidsraad richtte om boven Libië een vliegverbod in te stellen.[42][43] Libië zelf was van dit overleg uitgesloten.

Internationale militaire interventie

Zie Libische no-flyzone voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Lancering van een Tomahawkraket vanaf de USS Barry.

Op 18 maart werd de resolutie van de Veiligheidsraad reeds door Qadhafi geschonden. Op 19 maart werd er op een internationale top in Parijs besloten om over te gaan tot militair ingrijpen vanaf diezelfde dag.

In de late namiddag van 19 maart 2011 ondernam Frankrijk enkele militaire acties tegen Libië. Het stuurde twintig gevechtsvliegtuigen naar Benghazi over een strook van 100 km bij 150 km om aanvallen op de door de opstandelingen gecontroleerde stad te voorkomen. Nicolas Sarkozy zei in dit verband: "Onze luchtmacht zal elke agressie van kolonel Qadhafi tegen zijn eigen bevolking verhinderen". Bij de militaire actie vernietigde de Franse luchtmacht onder meer enkele tanks en andere pantservoertuigen.[44]
Vanaf Amerikaanse en Britse duikboten en torpedobootjagers werden om 20.21 uur ongeveer 120 Tomahawkraketten afgevuurd op 20 Libische geïntegreerde grond- en luchtverdedigingssystemen langs de Libische kustlijn. In het gebied waren 25 schepen van de coalitie aanwezig met inbegrip van drie Amerikaanse onderzeeboten. Het Amerikaanse aandeel in het instellen van een vliegverbod boven Libië heeft de naam Operatie Odyssey Dawn gekregen.[45] Het aandeel van het Verenigd Koninkrijk wordt Operatie Ellamy genoemd, de Franse inbreng Operatie Harmattan en de Canadese inbreng Operatie MOBILE.
Op 20 maart 2011 raakte bekend dat het gezamenlijke commandocentrum van de coalitie voor de militaire interventie in Libië gevestigd is in het Duitse Ramstein. Elk deelnemend land verkrijgt een nationale cel. Voor België staat die onder leiding van brigade-generaal van de luchtmacht Willy Cosijn.

Slachtoffers

Vexillologisch symbool voor een buiten gebruik gestelde vlag? Vlag van Libië, 1951-1969, die door de opstandelingen wordt gebruikt

Libische bannelingen in Zwitserland maakten op 17 februari reeds gewag van 16 omgekomen demonstranten en een groot aantal gewonden.[46] Verschillende bronnen meldden op 19 februari 2011 150 tot 200 slachtoffers.[4] Er waren ook al tientallen gewonden gevallen. Op 21 februari sprak men van 223 tot 233 doden.[47][48] De organisatie International Coalition Against War Criminals telde op 22 februari reeds 519 doden, 3.980 gewonden en mogelijk meer dan 1.500 vermisten.[49]

Twee dagen later sprak men van 640 tot 1.000 doden.[50][51] Franco Frattini, minister van Buitenlandse Zaken van Italië – de vroegere koloniale macht in Libië, met goede connecties in het land – zei dat waarschijnlijk meer dan 1.000 burgers omgekomen waren in de machtsstrijd en dat niets de massale slachtpartij in de straten kon rechtvaardigen.

Op 24 februari waren er zeker meer dan 1.000 doden.[52] De tv-zender Al Arabiya sprak zelfs van 10.000 doden.[53] Uit beelden en getuigenissen bleek dat in Benghazi soldaten die weigerden op demonstranten te schieten door andere militairen levend verbrand werden.[54]

Volgens de Libyan Human Rights League zijn er in heel Libië begin maart reeds 6.000 slachtoffers. Een onafhankelijke controle van dit cijfer is voorlopig niet mogelijk.[55]

Economische gevolgen

Door het geweld in Libië, de zware winter in Noord-Amerika en de grote vraag naar olie in China, Indië en Brazilië zijn de prijzen voor ruwe olie in 2011 fors gestegen. Ook benzine en diesel werden duurder in de EU. Libië heeft immers één van de grootste oliereserves in Afrika en is een van de belangrijkste leveranciers van gas en olie aan Europa.[56]

Verslaggeving

De eerste dagen van het protest kwam de meeste informatie van Al Jazeera en ook van Reuters, dat echter zelf geen reporter ter plaatse had. Vanaf 24 februari werd het voor Europese journalisten mogelijk ter plaatse te berichten, zelf te filmen en interviews af te nemen in het oosten van Libië, met name vanuit Benghazi, Beyida en Tobroek, waar het regime van Kolonel Qadhafi was verjaagd en het gebied in handen van de opstandelingen was gekomen. Voor de opstand was er in Libië geen persvrijheid.[57]

Externe links

Zie de categorie 2011 Libyan protests van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.