Ojibweg: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k corr
sp. en Fiero
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Afbeelding:One-Called-From-A-Distance Chippewa.jpg|thumb|250px|Midwewinind ("Hij die van een afstand wordt geroepen") van White Earth, Minnesota, [[1894]]]]
[[Afbeelding:One-Called-From-A-Distance Chippewa.jpg|thumb|250px|Midwewinind ("Hij die van een afstand wordt geroepen") van White Earth, Minnesota, [[1894]]]]
De '''Ojibweg''', ook '''Anishinaabeg''', '''Objibwa''' of '''Chippewa''' genoemd, zijn een volk van [[indianen|inheemse Amerikanen]]. Na de [[Navajo (volk)|Navajo]] en [[Cherokee]] zijn ze de grootste groep [[Inheems | Inheemse]] Amerikanen in de [[Verenigde Staten]]. Tijdens de periode van de eerste contacten met de Europeanen waren ze zelfs het meest talrijke volk ten noorden van [[Mexico (land)|Mexico]]. In [[Canada]] vormen de Ojibweg de grootste groep, als de [[Métis]] (afstammelingen van Ojibweg en Franse Canadezen) worden meegerekend.
De '''Ojibweg''', ook '''Anishinaabeg''', '''Ojibwa''' of '''Chippewa''' genoemd, zijn een volk van [[indianen|inheemse Amerikanen]]. Na de [[Navajo (volk)|Navajo]] en [[Cherokee]] zijn ze de grootste groep [[Inheems | Inheemse]] Amerikanen in de [[Verenigde Staten]]. Tijdens de periode van de eerste contacten met de Europeanen waren ze zelfs het meest talrijke volk ten noorden van [[Mexico (land)|Mexico]]. In [[Canada]] vormen de Ojibweg de grootste groep, als de [[Métis]] (afstammelingen van Ojibweg en Franse Canadezen) worden meegerekend.


Zo'n 100.000 Ojibweg wonen in de staten Michigan tot aan [[Montana (staat)|Montana]]. Ongeveer 76.000 wonen in [[Canada]]. Een aanzienlijk aantal woont in Kansas en Oklahoma.
Zo'n 100.000 Ojibweg wonen in de staten Michigan tot aan [[Montana (staat)|Montana]]. Ongeveer 76.000 wonen in [[Canada]]. Een aanzienlijk aantal woont in Kansas en Oklahoma.
Regel 11: Regel 11:


==Naam==
==Naam==
De naam die de Ojibweg van oudsher voor zichzelf gebruiken is ''Anishinaabe'' (meervoud ''Anishinaabeg''). Volgens andere spellingmethodes dan die sinds kort als de officiële geldt, wordt dit ook wel geschreven als ''Anishnabe'', ''Anishnawbe'', ''Anishnabec'', ''Anishnawbec'', ''Anićinabwi'' of ''Anićinapec''. Dit betekent: "Zij die uit het niets zijn ontstaan", wat verwijst naar het traditionele geloof dat de eerste Ojibweg, voordat Giizhigokwe (de "Luchtvrouw") ze op de rug van een grote [[zeeschildpad]] (de [[Aarde (planeet|Aarde]]) plaatste, in de lucht zijn verwekt, dus niet uit iets tastbaars als aarde, vuur of rots. Sommige oostelijke Ojibweg noemen zichzelf ''Nishnaabe'', terwijl de Ojibweg uit Michigan en Wisconsin hun verwanten uit Canada ''Mishtawayawininiwag'' noemen (betekenis onbekend). Verder worden de Ojibweg die op het schiereiland van Ontario leven wel aangeduid als ''Mississaaga'' .
De naam die de Ojibweg van oudsher voor zichzelf gebruiken is ''Anishinaabe'' (meervoud ''Anishinaabeg''). Volgens andere spellingmethodes dan die sinds kort als de officiële geldt, wordt dit ook wel geschreven als ''Anishnabe'', ''Anishnawbe'', ''Anishnabec'', ''Anishnawbec'', ''Anićinabwi'' of ''Anićinapec''. Dit betekent: "Zij die uit het niets zijn ontstaan", wat verwijst naar het traditionele geloof dat de eerste Ojibweg, voordat ''Giizhigokwe'' (de "Luchtvrouw") ze op de rug van een grote [[zeeschildpad]] (de [[Aarde (planeet|Aarde]]) plaatste, in de lucht zijn verwekt, dus niet uit iets tastbaars als aarde, vuur of rots. Sommige oostelijke Ojibweg noemen zichzelf ''Nishnaabe'', terwijl de Ojibweg uit Michigan en Wisconsin hun verwanten uit Canada ''Mishtawayawininiwag'' noemen (betekenis onbekend). Verder worden de Ojibweg die op het schiereiland van Ontario leven wel aangeduid als ''Mississaaga'' .


''Bungee'' is de benaming die die Ojibweg meekregen die omstreeks 1830 de westelijke hoogvlakten begonnen te bevolken. De Ojibweg uit Manitoba en Saskatchwan, die door de Fransen ''Saulteaux'' werden genoemd, gebruiken overigens bij voorkeur voor zichzelf de term ''Nakaweek''. De naam ''Ojibweg'' kreeg het volk van de door de hen omringende Algonkische volkeren, en werd door de Anglo-Amerikanen verbasterd tot ''Chippewa''. Met deze naam worden nog altijd die groepen aangeduid die in reservaten leven in Minnesota, Wisconsin en op het noordelijke schiereiland van Michigan. Over de precieze herkomst en betekenis van het woord ''Ojibwe'' bestaat geen eensluidende verklaring; het zou afgeleid kunnen zijn van ''Ozhibii'iweg'', wat "zij die aantekeningen bewaren van een visioen" betekent, naar hun gewoonte om hun [[visioen | visioenen]], gezangen en geschiedenis in berkenbast te kerven en als [[petroglief | petrogliefen]] achter te laten op rotswanden. Andere bronnen menen dat ''Ojibwe'' afstamt van een Cree-woord dat "Zij die stotteren" betekent, omdat zij vonden dat hun buren een vreemde uitspraak van het Algonkiaans hadden. Weer andere bronnen beweren dat het is afgeleid van het Algonkiaanse woord ''Ojiibwabweg'' dat "zij die koken totdat het samentrekt" betekent, refererend aan de Ojibwe-methode om middels vuur hun [[mocassin]]s waterdicht te maken. De term Chippewa wordt nog altijd in de Verenigde Staten officiëel gehanteerd; in Canada spreekt men eerder van ''Ojibwa'' (de Angelsaksische verbastering van Ojibwe). (De schrijfwijze ''Ojibwa'' komt hierom nog vaak voor, maar ''Ojibwe(g)'' verdient - [[Fonetiek| fonetisch]] gezien - de voorkeur.) Tegenwoordig is bij de Ojibweg/Chippewa zelf, ongeacht aan welke kant van de grens ze leven, een duidelijke voorkeur merkbaar voor de benaming ''Anishinaabe(g)'' of ''Nishnaabe(g)''.
''Bungee'' is de benaming die die Ojibweg meekregen die omstreeks 1830 de westelijke hoogvlakten begonnen te bevolken. De Ojibweg uit Manitoba en Saskatchwan, die door de Fransen ''Saulteaux'' werden genoemd, gebruiken overigens bij voorkeur voor zichzelf de term ''Nakaweek''. De naam ''Ojibweg'' kreeg het volk van de door de hen omringende Algonkische volkeren, en werd door de Anglo-Amerikanen verbasterd tot ''Chippewa''. Met deze naam worden nog altijd die groepen aangeduid die in reservaten leven in Minnesota, Wisconsin en op het noordelijke schiereiland van Michigan. Over de precieze herkomst en betekenis van het woord ''Ojibwe'' bestaat geen eensluidende verklaring; het zou afgeleid kunnen zijn van ''Ozhibii'iweg'', wat "zij die aantekeningen bewaren van een visioen" betekent, naar hun gewoonte om hun [[visioen | visioenen]], gezangen en geschiedenis in berkenbast te kerven en als [[petroglief | petrogliefen]] achter te laten op rotswanden. Andere bronnen menen dat ''Ojibwe'' afstamt van een Cree-woord dat "Zij die stotteren" betekent, omdat zij vonden dat hun buren een vreemde uitspraak van het Algonkiaans hadden. Weer andere bronnen beweren dat het is afgeleid van het Algonkiaanse woord ''Ojiibwabweg'' dat "zij die koken totdat het samentrekt" betekent, refererend aan de Ojibwe-methode om middels vuur hun [[mocassin]]s waterdicht te maken. De term Chippewa wordt nog altijd in de Verenigde Staten officiëel gehanteerd; in Canada spreekt men eerder van ''Ojibwa'' (de Angelsaksische verbastering van Ojibwe). (De schrijfwijze ''Ojibwa'' komt hierom nog vaak voor, maar ''Ojibwe(g)'' verdient - [[Fonetiek| fonetisch]] gezien - de voorkeur.) Tegenwoordig is bij de Ojibweg/Chippewa zelf, ongeacht aan welke kant van de grens ze leven, een duidelijke voorkeur merkbaar voor de benaming ''Anishinaabe(g)'' of ''Nishnaabe(g)''.
Regel 20: Regel 20:


==Geschiedenis==
==Geschiedenis==
De meeste Ojibweg waren [[jacht (activiteit)|jagers]] en verzamelaars. Hun woningen, de ''wiigiwaaman'' ([[wigwam]]s) die in de vorm van ''waaginogaanan'' (koepelvormig) en ''nazawaaogaanan'' (kegelvormig) werden gebouwd, maakten ze o.a. van [[wilgen]]-takken (het geraamte) en grote lappen [[berk]]en[[bast]] (als bedekking). Ze kenden ook een zeer complex [[Pictogram | picturaal]] [[schrift]], dat gebruikt werd bij (geheime) religieuze [[Rite|riten]] van de Midewiwin, en dat voor [[mnemotechniek | mnemonische]] doeleinden geschreven werd op rollen van berkenbast. De geschiedenis en omzwervingen van het volk, de religieuze liederen en allerhande wetenschappelijke kennis (op het gebied van [[geografie]], [[meetkunde]] en [[algebra]]) zijn hiermee tot op de dag van vandaag vastgelegd voor het nageslacht. De Midewiwin waren en zijn de hoeders van de uitzonderlijke [[Medicijn | medicinale]] kennis van de plantenwereld die het volk bezit, en in vroeger tijden waren hun ongeëvenaarde magische krachten (incidenteel zelfs [[zwarte magie]]) gerespecteerd en gevreesd door de omringende inheemse volken, die hen dan ook de titel "Tovenaars van het Woud" meegaven.
De meeste Ojibweg waren [[jacht (activiteit)|jagers]] en verzamelaars. Hun woningen, de ''wiigiwaaman'' ([[wigwam]]s) die in de vorm van ''waaginogaanan'' (koepelvormig) en ''nasawa'ogaanan'' (kegelvormig) werden gebouwd, maakten ze o.a. van [[wilgen]]-takken (het geraamte) en grote lappen [[berk]]en[[bast]] (als bedekking). Ze kenden ook een zeer complex [[Pictogram | picturaal]] [[schrift]], dat gebruikt werd bij (geheime) religieuze [[Rite|riten]] van de Midewiwin, en dat voor [[mnemotechniek | mnemonische]] doeleinden geschreven werd op rollen van berkenbast. De geschiedenis en omzwervingen van het volk, de religieuze liederen en allerhande wetenschappelijke kennis (op het gebied van [[geografie]], [[meetkunde]] en [[algebra]]) zijn hiermee tot op de dag van vandaag vastgelegd voor het nageslacht. De Midewiwin waren en zijn de hoeders van de uitzonderlijke [[Medicijn | medicinale]] kennis van de plantenwereld die het volk bezit, en in vroeger tijden waren hun ongeëvenaarde magische krachten (incidenteel zelfs [[zwarte magie]]) gerespecteerd en gevreesd door de omringende inheemse volken, die hen dan ook de titel "Tovenaars van het Woud" meegaven.




Regel 31: Regel 31:
=== De Zeven Vuren===
=== De Zeven Vuren===


De legendarische [[migratie]] die aldus ontstond kwam bekend te staan onder de naam ''Niizhwaaswi-Ishkodeng'' of "Zeven Vuren". Ter vervolmaking van het ''miigis''-visioen bleven op zeven "stopplaatsen" groepen kolonisten achter, die ieder afzonderlijk zouden uitgroeien tot een zelfstandige natie. De route voerde van de Saint Lawrencerivier langs de [[Ottawa (rivier)|Ottawa]]rivier (Québec en Ontario), via het [[Nipissingmeer]] (Ontario, no. 25 op de kaart) tot aan de Grote Meren. Zo zouden de Algonkin die bij bij ''Mooneaang'' ([[Montréal]]) en de ''Animiiki-waabad'' ([[Niagara Falls]], zie no. 43 op de kaart) achterbleven en daar het Eerste en Tweede Vuur aanstaken, uitgroeien tot een natie die vandaag de dag de ''Algonquin Nation'' wordt genoemd; pas eeuwen later en na vele omzwervingen en ontberingen zou een groep Algonkin - intussen hadden ze reeds de naam ''Ojibwe Aanishinaabeg'' aangenomen - het Zevende (en laatste) Vuur aansteken bij ''Zhaagawaamikong'', vlakbij wat nu [[La Pointe (Wisconsin)]] is (no. 11 op de kaart).
De legendarische [[migratie]] die aldus ontstond kwam bekend te staan onder de naam ''Niizhwaaswi-Ishkodeng'' of "Zeven Vuren". Ter vervolmaking van het ''miigis''-visioen bleven op zeven "stopplaatsen" groepen kolonisten achter, die ieder afzonderlijk zouden uitgroeien tot een zelfstandige natie. De route voerde van de Saint Lawrencerivier langs de [[Ottawa (rivier)|Ottawa]]rivier (Québec en Ontario), via het [[Nipissingmeer]] (Ontario, no. 25 op de kaart) tot aan de Grote Meren. Zo zouden de Algonkin die bij bij ''Mooniyaang'' ([[Montréal]]) en de ''Animikiiwaabad'' ([[Niagara Falls]], zie no. 43 op de kaart) achterbleven en daar het Eerste en Tweede Vuur aanstaken, uitgroeien tot een natie die vandaag de dag de ''Algonquin Nation'' wordt genoemd; pas eeuwen later en na vele omzwervingen en ontberingen zou een groep Algonkin - intussen hadden ze reeds de naam ''Ojibwe Aanishinaabeg'' aangenomen - het Zevende (en laatste) Vuur aansteken bij ''Zhaagawaamikong'', vlakbij wat nu [[La Pointe (Wisconsin)]] is (no. 11 op de kaart).


Hier, bij de zevende stopplaats, richtten de Ojibweg het Mide-Medicijnhuis, waarvan ze de mnemonische geschriften en riten helemaal vanuit hun oude leefgebied aan de Atlantische Oceaan hadden meegenomen, voorlopig voor de laatste keer op. De migratie kwam bij Zhaagawaamikong echter nog niet definitief tot een halt; meer kleine Ojibwe-nederzettingen ontstonden ten zuiden (no's 8, 9 en 11), ten westen (32, 34, 38 op de kaart) en ten noorden van het Zevende Vuur en hun afstammelingen leven nu nog als kleine ''tribes'' (VS) en ''bands'' (Canada) in reservaten in Minnesota, North Dakota, Manitoba en Saskatchewan.
Hier, bij de zevende stopplaats, richtten de Ojibweg het Mide-Medicijnhuis, waarvan ze de mnemonische geschriften en riten helemaal vanuit hun oude leefgebied aan de Atlantische Oceaan hadden meegenomen, voorlopig voor de laatste keer op. De migratie kwam bij Zhaagawaamikong echter nog niet definitief tot een halt; meer kleine Ojibwe-nederzettingen ontstonden ten zuiden (no's 8, 9 en 11), ten westen (32, 34, 38 op de kaart) en ten noorden van het Zevende Vuur en hun afstammelingen leven nu nog als kleine ''tribes'' (VS) en ''bands'' (Canada) in reservaten in Minnesota, North Dakota, Manitoba en Saskatchewan.


Na lange omzwervingen kwamen (waarschijnlijk al vóór 1400 n.Chr.) de Anishinaabeg - zoals de Algonkin zich intussen waren gaan noemen - terecht in het Grote Merengebied, waar ze zich bij het huidige [[Detroit (Michigan)|Detroit]] (no. 44) (of, volgens andere bronnen, bij [[Sault Ste. Marie]], no. 1) opsplitsten in 4 hoofdgroepen: de ''Ojibweg'', de ''Bodeewadmi'', de ''Odaawaag'' en de ''Zaagiwininiwak'' (Missisaaga) en waar tevens een machtig politieke verbond tussen de eerste drie groepen werd gevormd (''Niswi-Ishkodeng'' of "Raad van de Drie Vuren").
Na lange omzwervingen kwamen (waarschijnlijk al vóór 1400 n.Chr.) de Anishinaabeg - zoals de Algonkin zich intussen waren gaan noemen - terecht in het Grote Merengebied, waar ze zich bij het huidige [[Detroit (Michigan)|Detroit]] (no. 44) (of, volgens andere bronnen, bij [[Sault Ste. Marie]], no. 1) opsplitsten in 4 hoofdgroepen: de ''Ojibweg'', de ''Bodéwadmig'', de ''Odaawaag'' en de ''Misi-zaagiwininiwag'' (Mississauga) en waar tevens een machtig politieke verbond tussen de eerste drie groepen werd gevormd (''Niswi-Ishkodeng'' of "Raad van de Drie Vuren").


In dit immens uitgestrekte en nog praktisch onbewoonde gebied, waarbij ze geregeld werden gehinderd door zwervende, op oorlog beluste Haudenosaunee-krijgsgroepen, staken de Ojibwe-kolonisten over een periode van enkele honderden jaren het Derde, Vierde, Vijfde, Zesde en Zevende Vuur aan; respectievelijk bij het huidige Detroit (nummer 44); via Mackinaw (no. 4) op het eiland Manitoulan (''Manidoo Minising'') in het Huronmeer, waar ze voor het eerst in eeuwen weer het Mide-huis oprichtten en dat uitgroeide tot het belangrijkste culturele centrum van de Ojibweg (nummer 2); bij Sault Ste. Marie (''Baaweting'') in Michigan/Ontario, waar ze voor de tweede maal de riten van de Midewiwin uitvoerden, en dat het belangrijkste politieke centrum van de het Ojibwe-volk werd (nummer 1); bij Spirit Island nabij [[Duluth (Minnesota)]] (no. 10); en bij het eiland Madeline (''Moningwanakaaning'', no. 7) in het [[Bovenmeer]] in Wisconsin (waar voor de 4e en voorlopig laatste keer het huis van de Midewiwin werd opgericht). Synchroon met deze grote migratiestromen ondernamen talloze kleine groepen avonturiers aanvullende expedities en vestigden zich, na eerst rivaliserende inheemse groepen te hebben verjaagd, op locaties her en der verspreid over het Grote Merengebied en het Canadese Schild. Hier leven ze vandaag de dag, zeshonderd jaar later, nog altijd in kleine reservaten. In de jaren dertig van de 19e eeuw, na een massale volksverhuizing die eeuwen had geduurd, was de diaspora van het Algonkische volk eindelijk voltooid.
In dit immens uitgestrekte en nog praktisch onbewoonde gebied, waarbij ze geregeld werden gehinderd door zwervende, op oorlog beluste Haudenosaunee-krijgsgroepen, staken de Ojibwe-kolonisten over een periode van enkele honderden jaren het Derde, Vierde, Vijfde, Zesde en Zevende Vuur aan; respectievelijk bij het huidige Detroit (nummer 44); via Mackinaw (no. 4) op het eiland Manitoulan (''Manidoo Minising'') in het Huronmeer, waar ze voor het eerst in eeuwen weer het Mide-huis oprichtten en dat uitgroeide tot het belangrijkste culturele centrum van de Ojibweg (nummer 2); bij Sault Ste. Marie (''Baawiting'') in Michigan/Ontario, waar ze voor de tweede maal de riten van de Midewiwin uitvoerden, en dat het belangrijkste politieke centrum van de het Ojibwe-volk werd (nummer 1); bij Spirit Island nabij [[Duluth (Minnesota)]] (no. 10); en bij het eiland Madeline (''Mooningwanakaaning'', no. 7) in het [[Bovenmeer]] in Wisconsin (waar voor de 4e en voorlopig laatste keer het huis van de Midewiwin werd opgericht). Synchroon met deze grote migratiestromen ondernamen talloze kleine groepen avonturiers aanvullende expedities en vestigden zich, na eerst rivaliserende inheemse groepen te hebben verjaagd, op locaties her en der verspreid over het Grote Merengebied en het Canadese Schild. Hier leven ze vandaag de dag, zeshonderd jaar later, nog altijd in kleine reservaten. In de jaren dertig van de 19e eeuw, na een massale volksverhuizing die eeuwen had geduurd, was de diaspora van het Algonkische volk eindelijk voltooid.


[[Afbeelding:Midewigaan2.jpg|thumb|right|350px|Een priester van het Midewiwin-genootschap voor een ''midewigaan'', een Mide-Medicijnhuis, in [[Minnesota]], 19e eeuw of begin 20e eeuw. Bron: Historical Minnesota Center]]
[[Afbeelding:Midewigaan2.jpg|thumb|right|350px|Een priester van het Midewiwin-genootschap voor een ''midewigaan'', een Mide-Medicijnhuis, in [[Minnesota]], 19e eeuw of begin 20e eeuw. Bron: Historical Minnesota Center]]
Regel 44: Regel 44:
===Oorlogen en het Verbond van de Drie Vuren===
===Oorlogen en het Verbond van de Drie Vuren===


Nadat de Ojibweg ongeveer 600 jaar geleden hun Medicijnhuis (de Midewiwin) hadden opgezet bij wat nu Detroit is, splitste het grote Anishinaabe-volk zich op in drie hoofdgroepen die elk een bepaalde taak of verantwoordelijkheid op zich namen: de Bodeewadmi (de hoeders van het vuur), de Odaawaag (zij die handel dreven) en de Ojibweg (de hoeders van het geloof). (Sommige bronnen spreken ook van een vierde groep, de Zaagiwinini oftewel Missisaaga.) Voordat ze ieder hun eigen weg gingen vormden de kersverse naties eerst een politiek-militaire alliantie, die bekend zou worden als De Raad van de Drie Vuren (''Niswi-Ishkodeng''). Hiermee konden ze een sterke vuist maken tegen hun erfvijanden uit het zuiden (o.a. de Dakota, de Ho-Chunga ([[Winnebago]]) en de Miskwaaki) en het oosten (de Haudenosaunee). Met hen en andere inheemse volken voerden ze door de eeuwen heen felle strijd om zich te bewijzen als krijgers, maar ook om land en om hegemonie over de pelshandel met de Fransen en Britten te verkrijgen. Tijdens de [[Zevenjarige oorlog (Fransen versus Indianen)|Zevenjarige Oorlog]] tussen de Fransen en de Indianen kozen de Ojibweg de partij van de Fransen, en in de [[Oorlog van 1812]] voor de [[Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland|Britten]]. Op [[8 juli]] [[1822]] "schonken" de Canadese Ojibweg een groot stuk land in [[Ontario]] aan het Verenigd Koninkrijk.
Nadat de Ojibweg ongeveer 600 jaar geleden hun Medicijnhuis (de Midewiwin) hadden opgezet bij wat nu Detroit is, splitste het grote Anishinaabe-volk zich op in drie hoofdgroepen die elk een bepaalde taak of verantwoordelijkheid op zich namen: de Bodéwadmi (de hoeders van het vuur), de Odaawaag (zij die handel dreven) en de Ojibweg (de hoeders van het geloof). (Sommige bronnen spreken ook van een vierde groep, de Zaagiwinini oftewel Mississauga.) Voordat ze ieder hun eigen weg gingen vormden de kersverse naties eerst een politiek-militaire alliantie, die bekend zou worden als De Raad van de Drie Vuren (''Niswi-Ishkodeng''). Hiermee konden ze een sterke vuist maken tegen hun erfvijanden uit het zuiden (o.a. de Dakota, de Ho-Chunga ([[Winnebago]]) en de Miskwaaki) en het oosten (de Haudenosaunee). Met hen en andere inheemse volken voerden ze door de eeuwen heen felle strijd om zich te bewijzen als krijgers, maar ook om land en om hegemonie over de pelshandel met de Fransen en Britten te verkrijgen. Tijdens de [[Zevenjarige oorlog (Fransen versus Indianen)|Zevenjarige Oorlog]] tussen de Fransen en de Indianen kozen de Ojibweg de partij van de Fransen, en in de [[Oorlog van 1812]] voor de [[Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland|Britten]]. Op [[8 juli]] [[1822]] "schonken" de Canadese Ojibweg een groot stuk land in [[Ontario]] aan het Verenigd Koninkrijk.


Na zich fel verzet te hebben tegen de Europese en Europees-Amerikaanse kolonisatie sloten de Ojibweg in 1815 vrede met de Amerikaanse overheid. Toch was dit niet het einde van de schermutselingen met de landhongerige Amerikaanse overheid, die zich ten doel stelde alle zuidelijke Ojibweg naar reservaten in Minnesota te deporteren; dit resulteerde in de slachting bij [[Sandy Lake]] in 1850 waar honderden Ojibweg het leven lieten. Dankzij de inzet van een Objibweleider die bij de Amerikanen bekend werd als [[Chief Buffalo]] en het in die tijd bij het Anglo-Amerikaanse publiek levende ressentiment tegen de agressieve politiek van hun regering tegen inheemse Amerikanen, mochten de Ojibwe-''bands'' oostelijk van de Mississipi terugkeren naar hun oude land, en werden ze daar in permanente reservaten geplaatst. Een aantal clans werd echter naar Kansas en Oklahoma gedeporteerd als onderdeel van een grootscheepse deportatie van hun buren, de Bodeewadmi en Odaawaag.
Na zich fel verzet te hebben tegen de Europese en Europees-Amerikaanse kolonisatie sloten de Ojibweg in 1815 vrede met de Amerikaanse overheid. Toch was dit niet het einde van de schermutselingen met de landhongerige Amerikaanse overheid, die zich ten doel stelde alle zuidelijke Ojibweg naar reservaten in Minnesota te deporteren; dit resulteerde in de slachting bij [[Sandy Lake]] in 1850 waar honderden Ojibweg het leven lieten. Dankzij de inzet van een Objibweleider die bij de Amerikanen bekend werd als [[Chief Buffalo]] en het in die tijd bij het Anglo-Amerikaanse publiek levende ressentiment tegen de agressieve politiek van hun regering tegen inheemse Amerikanen, mochten de Ojibwe-''bands'' oostelijk van de Mississipi terugkeren naar hun oude land, en werden ze daar in permanente reservaten geplaatst. Een aantal clans werd echter naar Kansas en Oklahoma gedeporteerd als onderdeel van een grootscheepse deportatie van hun buren, de Bodéwadmi en Odaawaag.


===Contact met de Euro-Amerikanen===
===Contact met de Euro-Amerikanen===
Regel 61: Regel 61:
In de tweede helft van de 17e eeuw hadden de Ojibweg en hun bevriende buren, de Cree (Eeyouch), een zeer dominante positie in de bonthandel bereikt; deze positie hadden ze mede te danken aan de gunstige ligging van ''Anishinaabe Aki'' tussen de leefgebieden van de [[Dene]] ([[Athabasken]]) uit noordelijk Canada en de grote Franse en Britse bonthandelmaatschappijen in en rondom het Grote Merengebied. Aldus werd een territoriale expansie richting het westen en noorden in gang gezet die zijn weerga in de geschiedenis niet had, en die voortduurde tot in de dertiger jaren van de 19e (!) eeuw.
In de tweede helft van de 17e eeuw hadden de Ojibweg en hun bevriende buren, de Cree (Eeyouch), een zeer dominante positie in de bonthandel bereikt; deze positie hadden ze mede te danken aan de gunstige ligging van ''Anishinaabe Aki'' tussen de leefgebieden van de [[Dene]] ([[Athabasken]]) uit noordelijk Canada en de grote Franse en Britse bonthandelmaatschappijen in en rondom het Grote Merengebied. Aldus werd een territoriale expansie richting het westen en noorden in gang gezet die zijn weerga in de geschiedenis niet had, en die voortduurde tot in de dertiger jaren van de 19e (!) eeuw.


Deze eeuwenlange agressieve gebiedsuitbreiding en bijbehorende migratiestromen kunnen overigens niet begrepen worden in de klassieke context van het Euro-Amerikaanse kapitalisme, laat staan dat ze zonder meer passen in de Europese individualistische kaders. In de beleving van de Ojibweg en Cree diende handeldrijven, wat tenslotte een vorm van uitwisselen is, een doel dat eerder sociaal en politiek was dan economisch. Deze, typerend inheems-Amerikaanse, [[Egalitarisme | egalitaristische]] grondslag is synoniem met de gedachte dat handel niet is om persoonlijk economisch gewin of weelde te vergaren maar om sociale en politieke verwantschap met andere samenlevingen te bekrachtigen. Niet het vergaren van weelde maar het ''schenken van handelsgoederen'' verhoogt de prestige van de handelaar binnen zijn eigen gemeenschap, en bevordert vriendschap (en vrede) tussen de volkeren. Handel betekent geven, geven leidt tot vriendschap, en vriendschap leidt tot handel. Toen de Fransen niet langer alleen handel begonnen te drijven met de Ojibweg en Cree maar ook met andere inheemse naties zoals de rivaliserende Dakota, [Wendat, Meskwaaki en Ho-Chunga, kwam dit egalitaristische principe ernstig in gevaar; de cirkel werd zogezegd doorbroken. Dit verklaarde de agressie van de Ojibweg, en was de reden dat vele tot de tanden bewapende Ojibwe-bands uit het Grote Merengebied langzaam maar zeker verder west- en noordwaarts trokken, onderweg kleine kolonies stichtten en hun Sioux- en Irokese concurrenten voorgoed van hun traditionele jachtgronden (of doorgangsroutes) dreven.
Deze eeuwenlange agressieve gebiedsuitbreiding en bijbehorende migratiestromen kunnen overigens niet begrepen worden in de klassieke context van het Euro-Amerikaanse kapitalisme, laat staan dat ze zonder meer passen in de Europese individualistische kaders. In de beleving van de Ojibweg en Cree diende handeldrijven, wat tenslotte een vorm van uitwisselen is, een doel dat eerder sociaal en politiek was dan economisch. Deze, typerend inheems-Amerikaanse, [[Egalitarisme | egalitaristische]] grondslag is synoniem met de gedachte dat handel niet is om persoonlijk economisch gewin of weelde te vergaren maar om sociale en politieke verwantschap met andere samenlevingen te bekrachtigen. Niet het vergaren van weelde maar het ''schenken van handelsgoederen'' verhoogt de prestige van de handelaar binnen zijn eigen gemeenschap, en bevordert vriendschap (en vrede) tussen de volkeren. Handel betekent geven, geven leidt tot vriendschap, en vriendschap leidt tot handel. Toen de Fransen niet langer alleen handel begonnen te drijven met de Ojibweg en Cree maar ook met andere inheemse naties zoals de rivaliserende Dakota, [Wendat, Miskwaaki en Ho-Chunga, kwam dit egalitaristische principe ernstig in gevaar; de cirkel werd zogezegd doorbroken. Dit verklaarde de agressie van de Ojibweg, en was de reden dat vele tot de tanden bewapende Ojibwe-bands uit het Grote Merengebied langzaam maar zeker verder west- en noordwaarts trokken, onderweg kleine kolonies stichtten en hun Sioux- en Irokese concurrenten voorgoed van hun traditionele jachtgronden (of doorgangsroutes) dreven.


In de 19e eeuw waren vele Ojibwe-gemeenschappen extreem afhankelijk geworden van de bonthandel met de Britse handelsfirma's. Toen omstreeks 1830 de markt instortte, kwamen de pelsjagers en hun families diep in de schulden te zitten. Deze gebeurtenis had een dramatische weerslag op hun gemeenschappen. In antwoord op de Britse hegemonie verwierven de Amerikanen controle over de bonthandel door op strategische plaatsen in Wisconsin sterk concurrerende handelshuizen (''factories'' genaamd) op te richten, zodat de Britten vanzelf uit de markt werden gedrukt. Door deze verschuiving in de macht raakten de Ojibweleiders in een zwakke onderhandelingspositie ten opzichte van de landhongerige Amerikaanse overheid, die gretig van de situatie gebruik maakte door grote lappen Ojibwegrond 'op te kopen'. De zuidelijke Ojibweg moesten met lede ogen aanzien hoe in relatief korte tijd grote delen van hun leefgebied door Amerikaanse kolonisten werden geannexeerd. Omstreeks 1920 konden Ojibwekinderen zich nog maar moeilijk de vrijheid voorstellen die hun grootouders nog hadden gekend.
In de 19e eeuw waren vele Ojibwe-gemeenschappen extreem afhankelijk geworden van de bonthandel met de Britse handelsfirma's. Toen omstreeks 1830 de markt instortte, kwamen de pelsjagers en hun families diep in de schulden te zitten. Deze gebeurtenis had een dramatische weerslag op hun gemeenschappen. In antwoord op de Britse hegemonie verwierven de Amerikanen controle over de bonthandel door op strategische plaatsen in Wisconsin sterk concurrerende handelshuizen (''factories'' genaamd) op te richten, zodat de Britten vanzelf uit de markt werden gedrukt. Door deze verschuiving in de macht raakten de Ojibweleiders in een zwakke onderhandelingspositie ten opzichte van de landhongerige Amerikaanse overheid, die gretig van de situatie gebruik maakte door grote lappen Ojibwegrond 'op te kopen'. De zuidelijke Ojibweg moesten met lede ogen aanzien hoe in relatief korte tijd grote delen van hun leefgebied door Amerikaanse kolonisten werden geannexeerd. Omstreeks 1920 konden Ojibwekinderen zich nog maar moeilijk de vrijheid voorstellen die hun grootouders nog hadden gekend.
Regel 68: Regel 68:
De cultuur van de Ojibwe Anishinaabeg maakte onderdeel uit van de zogenaamde ''Woodlands Culture'' (boscultuur), maar omdat er zoveel groepen (bands) waren die verspreid over een groot grondgebied leefden waren er wel onderlinge verschillen. Zoals alle inheemse volkeren pasten de Ojibweg zich soepel aan de omstandigheden aan; deze waren hard, zoals je in [[ Subarctisch gebied | subarctis]] kunt verwachten. Zo adopteerden de Bungee (''Plains Ojibwe''), nadat ze in de eerste helft van de 19e eeuw de noordwestelijke vlakten hadden bereikt, de [[Amerikaanse bizon|bizon]]cultuur van hun buren, de [[Creee (volk)|Plains Cree]], en ontstonden er grote verschillen tussen hen en de andere Ojibweg. Deze verschillen ontstonden vooral op het gebied van taal, kleding en kunst; toch bleven de oude traditionele gewoontes zoals ''sugar making'' (het collectief winnen van [[ahorn]]siroop in de lente) en het uitvoeren van de heilige riten van de Midewiwin, tot op heden bewaard.
De cultuur van de Ojibwe Anishinaabeg maakte onderdeel uit van de zogenaamde ''Woodlands Culture'' (boscultuur), maar omdat er zoveel groepen (bands) waren die verspreid over een groot grondgebied leefden waren er wel onderlinge verschillen. Zoals alle inheemse volkeren pasten de Ojibweg zich soepel aan de omstandigheden aan; deze waren hard, zoals je in [[ Subarctisch gebied | subarctis]] kunt verwachten. Zo adopteerden de Bungee (''Plains Ojibwe''), nadat ze in de eerste helft van de 19e eeuw de noordwestelijke vlakten hadden bereikt, de [[Amerikaanse bizon|bizon]]cultuur van hun buren, de [[Creee (volk)|Plains Cree]], en ontstonden er grote verschillen tussen hen en de andere Ojibweg. Deze verschillen ontstonden vooral op het gebied van taal, kleding en kunst; toch bleven de oude traditionele gewoontes zoals ''sugar making'' (het collectief winnen van [[ahorn]]siroop in de lente) en het uitvoeren van de heilige riten van de Midewiwin, tot op heden bewaard.


Tegenwoordig komen de Obijweg - onder wie velen die in de grote stad wonen - 's zomers op talloze reservaten in Canada en de Verenigde Staten samen tijdens [[powwow]]'s (sociaal-culturele bijeenkomsten), en velen volgen nog altijd (of sinds korte tijd weer) de traditionele weg van ''Anishinaabe-aadiziwin''. Dit gebeurt o.a. in de vorm van het bijwonen en meewerken aan ''sugar camps'', de [[wilde rijst]]oogst, jagen, bessen en geneeskrachtige kruiden plukken. Ook wordt de jeugd tegenwoordig weer geleerd open te staan voor de betekenis en innerlijke kracht die visioenen en dromen hen kunnen bieden, en worden ze aangemoedigd net als hun voorouders te streven naar ''djiisekiiwin'', communicatie met de geestenwereld. Ook is er weer meer belangstelling voor de Ojibwetaal [[Anishinaabe]].
Tegenwoordig komen de Obijweg - onder wie velen die in de grote stad wonen - 's zomers op talloze reservaten in Canada en de Verenigde Staten samen tijdens [[powwow]]'s (sociaal-culturele bijeenkomsten), en velen volgen nog altijd (of sinds korte tijd weer) de traditionele weg van ''Anishinaabewaadiziwin''. Dit gebeurt o.a. in de vorm van het bijwonen en meewerken aan ''sugar camps'', de [[wilde rijst]]oogst, jagen, bessen en geneeskrachtige kruiden plukken. Ook wordt de jeugd tegenwoordig weer geleerd open te staan voor de betekenis en innerlijke kracht die visioenen en dromen hen kunnen bieden, en worden ze aangemoedigd net als hun voorouders te streven naar ''jiisakiiwin'', communicatie met de geestenwereld. Ook is er weer meer belangstelling voor de Ojibwetaal [[Anishinaabe]].


[[Afbeelding:Wiigiwaam.jpg|thumb|350px|Een moderne Ojibwevrouw laat zien hoe haar voorouders een wigwam maakten door aan elkaar genaaide platen van berkenbast over een koepelvormige structuur van wilgentakken te leggen. Bron: Ojibwe Waasa-Inaabidaa, Turtle Island Productions]]
[[Afbeelding:Wiigiwaam.jpg|thumb|350px|Een moderne Ojibwevrouw laat zien hoe haar voorouders een wigwam maakten door aan elkaar genaaide platen van berkenbast over een koepelvormige structuur van wilgentakken te leggen. Bron: Ojibwe Waasa-Inaabidaa, Turtle Island Productions]]
De Ojibweg die in vroeger tijden ''niet'' op de vlakten in het noordwesten woonden, leefden traditioneel van de visvangst, de jacht, vallen zetten, en voedselverzamelen; o.a. ''manoomin'' (wilde rijst) (met name in Wisconsin en Minnesota) en ''ziinzibaakwadwaabo'' of ''zhiwaagamisigaan'' (ahornsiroop). De Bos-Ojibweg hadden geen zout tot hun beschikking, dus gebruikte ze deze zeer voedzame siroop behalve ter consumptie om er hun voedsel mee te conserveren.
De Ojibweg die in vroeger tijden ''niet'' op de vlakten in het noordwesten woonden, leefden traditioneel van de visvangst, de jacht, vallen zetten, en voedselverzamelen; o.a. ''manoomin'' (wilde rijst) (met name in Wisconsin en Minnesota) en ''ziinzibaakwadaaboo'' of ''zhiiwaagamizigan'' (ahornsiroop). De Bos-Ojibweg hadden geen zout tot hun beschikking, dus gebruikte ze deze zeer voedzame siroop behalve ter consumptie om er hun voedsel mee te conserveren.
De Ojibweg die in de wat gematigder zuidelijke regionen van de Grote Meren verbleven, konden het zich bovendien veroorloven op beperkte schaal landbouw te bedrijven, met name ''mandaamin'' ([[maïs]]), [[tabak]], [[bonen]], [[courgette]] en [[pompoen]]en. In deze zuidelijker streken waren de dorpen dan ook groter en meer permanent bewoond, en was de sociale structuur complexer.
De Ojibweg die in de wat gematigder zuidelijke regionen van de Grote Meren verbleven, konden het zich bovendien veroorloven op beperkte schaal landbouw te bedrijven, met name ''mandaamin'' ([[maïs]]), ''asemaa'' ([[tabak]]), ''anijiiminan'' ([[bonen]]), ''agwisimaanan'' ([[courgette]] en [[pompoen]]en). In deze zuidelijker streken waren de dorpen dan ook groter en meer permanent bewoond, en was de sociale structuur complexer.


De Ojibweg verdeelden een jaar in 12, soms 13 maanden, die "manen" (''giizis'', meervoud ''giizisoog'') werden genoemd. Een maand begon altijd bij [[volle maan]]. De maand april bijvoorbeeld staat bij de zuidelijke Ojibweg bekend als ''iskigamizige-giizis'' , de ahornsap-kook-maan. Dit was de tijd waarin Ojibwe-families ten zuiden van de Grote Meren hun winterhuizen verlieten en het bos introkken om gezamenlijk ahornsap af te tappen. Het was tevens een feestelijke tijd waarin men elkaar verhalen vertelde over de afgelopen winter. De vrouwen en kinderen besteedden veel tijd aan het verzamelen en koken van het sap; de aldus ontstane siroop bewaarde men in gekristalliseerde vorm in berkenbasten ''makakoon'' en dierenvellen en werd het hele jaar door gebruikt om vlees en vis van extra smaak en voeding te voorzien. Oorspronkelijk telden de Ojibweg de tijd niet in weken. Na contact met de Europeanen veranderde dit, en kregen de dagen (''giizhig'') namen die waren afgeleid van Europese namen van dagen. De Ojibweg uit Minnesota bijvoorbeeld noemden zondag ''anama'e-giizhigad'' (letterlijk: bid-dag), en maandag ''nitam-anokii-giizhigad'' (letterlijk: eerste dag van de week).
De Ojibweg verdeelden een jaar in 12, soms 13 maanden, die "manen" (''giizis'', meervoud ''giizisoog'') werden genoemd. Een maand begon altijd bij [[volle maan]]. De maand april bijvoorbeeld staat bij de zuidelijke Ojibweg bekend als ''iskigamizige-giizis'' , de ahornsap-kook-maan. Dit was de tijd waarin Ojibwe-families ten zuiden van de Grote Meren hun winterhuizen verlieten en het bos introkken om gezamenlijk ahornsap af te tappen. Het was tevens een feestelijke tijd waarin men elkaar verhalen vertelde over de afgelopen winter. De vrouwen en kinderen besteedden veel tijd aan het verzamelen en koken van het sap; de aldus ontstane siroop bewaarde men in gekristalliseerde vorm in berkenbasten ''makakoon'' en dierenvellen en werd het hele jaar door gebruikt om vlees en vis van extra smaak en voeding te voorzien. Oorspronkelijk telden de Ojibweg de tijd niet in weken. Na contact met de Europeanen veranderde dit, en kregen de dagen (''giizhig'') namen die waren afgeleid van Europese namen van dagen. De Ojibweg uit Minnesota bijvoorbeeld noemden zondag ''anama'e-giizhigad'' (letterlijk: bid-dag), en maandag ''nitam-anokii-giizhigad'' (letterlijk: eerste dag van de week).
Regel 88: Regel 88:


Tijdens de warmere maanden, een periode die ''nibishiwin'' werd genoemd, verzamelden de groepen zich tot bands van zo’n 300-400 mensen op een bekende plaats waar voldoende vis en andere voedingsbronnen aanwezig waren; dit was meestal aan een rivier, beek of meer. Er was bijna geen sprake van een centrale organisatie en de macht van de door erfopvolging benoemde ''ogimaag'' (opperhoofden of woordvoerders) bleef beperkt tot de eigen band. Een samenkomst van meerdere bands vond zelden plaats, alleen als verschillende bands een gezamenlijke vijand tegemoet gingen.
Tijdens de warmere maanden, een periode die ''nibishiwin'' werd genoemd, verzamelden de groepen zich tot bands van zo’n 300-400 mensen op een bekende plaats waar voldoende vis en andere voedingsbronnen aanwezig waren; dit was meestal aan een rivier, beek of meer. Er was bijna geen sprake van een centrale organisatie en de macht van de door erfopvolging benoemde ''ogimaag'' (opperhoofden of woordvoerders) bleef beperkt tot de eigen band. Een samenkomst van meerdere bands vond zelden plaats, alleen als verschillende bands een gezamenlijke vijand tegemoet gingen.




===Bands en clans===
===Bands en clans===
Regel 106: Regel 104:
===Wereldbeeld===
===Wereldbeeld===
[[Afbeelding:Ojibwecosmos.jpgsmallversion.jpg|350px|thumb|De gelaagde kosmos zoals de Ojibweg die zagen, met een luchtwereld, middelwereld en onderwereld. De laatste is hier vertegenwoordigd door de schildpad en de zwarte baars, die de mensen medicijnen en liederen hebben geschonken. De vogels in de luchtwereld zijn dondervogels, die de Donder vertegenwoordigen, de grootvader van alle mensen. Bron: unieketrouwringen.nl Trouwringen en Ojibwe-verhalen.]]
[[Afbeelding:Ojibwecosmos.jpgsmallversion.jpg|350px|thumb|De gelaagde kosmos zoals de Ojibweg die zagen, met een luchtwereld, middelwereld en onderwereld. De laatste is hier vertegenwoordigd door de schildpad en de zwarte baars, die de mensen medicijnen en liederen hebben geschonken. De vogels in de luchtwereld zijn dondervogels, die de Donder vertegenwoordigen, de grootvader van alle mensen. Bron: unieketrouwringen.nl Trouwringen en Ojibwe-verhalen.]]
''Aki'', de kosmos zoals de Ojibweg deze in vroeger tijden zagen, en die volgens de traditie was geschapen op de rug van een gigantische zeeschildpad, werd gezien als een organisch en hyperdynamisch universum, opgebouwd uit meerdere horizontale lagen en (volgens sommige verhalen) onderling verbonden door een verticale [[axus mundi]] in de vorm van een witte-cederboom. Men onderscheidde een onderwereld, een bovenwereld en verschillende luchtlagen die alle bewoond werden door een adembenemende verscheidenheid aan mensen, dieren, bomen, planten en geheimzinnige wezens, die doorlopend van gedaante (en soms geslacht) wisselden en allemaal ''indiniwemaaganag'' waren, oftewel onderling met elkaar verwant.
''Aki'', de kosmos zoals de Ojibweg deze in vroeger tijden zagen, en die volgens de traditie was geschapen op de rug van een gigantische zeeschildpad, werd gezien als een organisch en hyperdynamisch universum, opgebouwd uit meerdere horizontale lagen en (volgens sommige verhalen) onderling verbonden door een verticale [[axus mundi]] in de vorm van een witte-cederboom. Men onderscheidde een onderwereld, een bovenwereld en verschillende luchtlagen die alle bewoond werden door een adembenemende verscheidenheid aan mensen, dieren, bomen, planten en geheimzinnige wezens, die doorlopend van gedaante (en soms geslacht) wisselden en allemaal ''indinawemaaganag'' waren, oftewel onderling met elkaar verwant.


Aki betekende dus niet alleen "aarde" of "land" maar ook [[kosmos]]: een telkens wisselende en complexe sociale cirkel van ontzagwekkende en tijdloze afmetingen, waar leegte en (lineaire) tijd volkomen onbekende begrippen waren. Een cirkel bovendien die doordrongen was met en verenigd was door typische Ojibwe-principes als verwantschap, gemeenschapszin en wederkerigheid; waarden die bovendien waren samengevat in het centrale begrip ''mino-bimaadiziiwin'' (een ‘oprecht leven’), en door de eeuwen heen werden gepropageerd door het wijsgerige/medicinale genootschap van de Midewiwin.
Aki betekende dus niet alleen "aarde" of "land" maar ook [[kosmos]]: een telkens wisselende en complexe sociale cirkel van ontzagwekkende en tijdloze afmetingen, waar leegte en (lineaire) tijd volkomen onbekende begrippen waren. Een cirkel bovendien die doordrongen was met en verenigd was door typische Ojibwe-principes als verwantschap, gemeenschapszin en wederkerigheid; waarden die bovendien waren samengevat in het centrale begrip ''mino-bimaadiziiwin'' (een ‘oprecht leven’), en door de eeuwen heen werden gepropageerd door het wijsgerige/medicinale genootschap van de Midewiwin.


De aarde zelf, een ster, een rivier, een dauwdruppel, een zomerbriesje, een mens, een schaduw, een vis, een steen enzovoort, enzovoort - al deze ontelbare ‘verwanten’ waarmee het heilige web van het leven was samengesteld, maakten deel uit van een [[anima mundi]] of "wereldziel"; in dit verband sprak men over ''Gitchi-Manidoo'', letterlijk: Groot Mysterie. Deze 'optelsom van mysterie' werd in de Ojibwe-belevingswereld teruggebracht tot één kosmische bron: ''Jiibamaama'', oftewel Bron van alle Krachten.
De aarde zelf, een ster, een rivier, een dauwdruppel, een zomerbriesje, een mens, een schaduw, een vis, een steen enzovoort, enzovoort - al deze ontelbare ‘verwanten’ waarmee het heilige web van het leven was samengesteld, maakten deel uit van een [[anima mundi]] of "wereldziel"; in dit verband sprak men over ''Gitchi-Manidoo'', letterlijk: Groot Mysterie. Deze 'optelsom van mysterie' werd in de Ojibwe-belevingswereld teruggebracht tot één kosmische bron: ''Ojiibamaaman'', oftewel Bron van alle Krachten.


===Ethische traditie ===
===Ethische traditie ===


Het leven in de ruimste zin van het woord (''bimaadiziiwin'') is voor de Ojibweg van oudsher een traditie die uiterst serieus wordt genomen. Het was een doel op zich, dat niet bereikt kon worden zonder zichzelf hiervoor structureel in te spannen, en (incidenteel) specialisten ([[sjamanisme|medicijnpersonen]]) te raadplegen. Hierbij was de hulp van - en samenwerking met - niet-menselijke "personen" onontbeerlijk. Deze wezens, die ''aadizoogaanag'' werden genoemd, oftewel 'grootvaders' of 'geesthelpers', bewoonden alle lagen van ''Aki'', het universum.
Het leven in de ruimste zin van het woord (''bimaadiziiwin'') is voor de Ojibweg van oudsher een traditie die uiterst serieus wordt genomen. Het was een doel op zich, dat niet bereikt kon worden zonder zichzelf hiervoor structureel in te spannen, en (incidenteel) specialisten ([[sjamanisme|medicijnpersonen]]) te raadplegen. Hierbij was de hulp van - en samenwerking met - niet-menselijke "personen" onontbeerlijk. Deze wezens, die ''aadizookaanag'' werden genoemd, oftewel 'grootvaders' of 'geesthelpers', bewoonden alle lagen van ''Aki'', het universum.


Deze zienswijze impliceerde dat wederzijdse sociale verantwoordelijkheden en verplichtingen anzelfsprekend waren, niet alleen tussen mensen onderling, maar tussen ''alle'' levensvormen en wezens die ''Aki'' bevolkten. Het hebben van ''imaabandamowinan'' (dromen) of het zoeken van ''waasayaabindamiwin'' (een [[visioen]]) waren hiertoe de geëigende middelen. Aldus werd het in stand houden van een hoge morele standaard binnen de eigen samenleving, het volgen van het principe van wederkerigheid en het 'ontvangen' van 'kracht' van zowel de ‘grootvaders’ als de ''bawaaganag'' (voorouders die in dromen verschijnen), essentiële voorwaarden om de ideale staat te bereiken van mino-bimaadiziiwin: het leiden van een goed en oprecht leven.
Deze zienswijze impliceerde dat wederzijdse sociale verantwoordelijkheden en verplichtingen anzelfsprekend waren, niet alleen tussen mensen onderling, maar tussen ''alle'' levensvormen en wezens die ''Aki'' bevolkten. Het hebben van ''inaabandamowinan'' (dromen) of het zoeken van ''waaseyaabindamiwin'' (een [[visioen]]) waren hiertoe de geëigende middelen. Aldus werd het in stand houden van een hoge morele standaard binnen de eigen samenleving, het volgen van het principe van wederkerigheid en het 'ontvangen' van 'kracht' van zowel de ‘grootvaders’ als de ''bawaaganag'' (voorouders die in dromen verschijnen), essentiële voorwaarden om de ideale staat te bereiken van ''mino-bimaadiziiwin'': het leiden van een goed en oprecht leven.


===De betekenis van de berk===
===De betekenis van de berk===


''Wiigwaasatig'', de [[papierberk]], wordt van oudsher beschouwd als uiterst heilig; afgezien van ''giizhik'' (de witte [[levensboom (plant)|levensboom]], ''[[Thuja occidentalis]]'') en ''aninaatig'' (de [[suikeresdoorn]]) beschouwen de Ojibweg deze als hun meest geliefde boom. Dit heeft twee redenen. De eerste is het nut van de berken[[bast]] (wiigwaas) in het leven van alledag; hun ''wiigwaaman'' of huizen, sommige kleding, hun gebruiksvoorwerpen zoals ''makakoon'' of containers, hun ''jimaanan'' of kano’s, hun ''tobogananag'' of sleden en hun ''agimag'' of sneeuwschoenen maakten ze ermee, alsmede allerlei kunstvoorwerpen; in het religieuze leven diende de berkenbast o.a. als [[perkament]] voor de heilige inscripties van de Midewiwin. De tweede reden is de verbondenheid van de berken met ''Manaboozhoo'', die door de berken werd beschouwd als hun protegé. Maar beide redenen zijn eigenlijk niet los van elkaar te zien, want alles wat de Ojibweg tot nut en voorspoed strekte, werd in verband gebracht met Manaboozhoo, de mythische ''aadizookaan'',''shapeshifter'', schalkse schelm, heroïsche figuur en bovennatuurlijke weldoener tegelijk, die de Ojibweg had geleerd hoe ze moesten overleven in de natuur en hen toch, door zijn dwaze acties, een eindeloze voorraad humor verschafte. Manaboozhoo, wat Groot Konijn betekent, werd afhankelijk van het gesproken dialect ''Manaboozhoo'', ''Nanabush'', ''Nanbozho'', ''Winabozho'' of ''Wisaabos'' genoemd. Hij staat bekend als ''Wisakejak'' bij de noordelijke Ojibweg en hun buren, de Eeyouch (Cree).
''Wiigwaasaatig'', de [[papierberk]], wordt van oudsher beschouwd als uiterst heilig; afgezien van ''giizhik'' (de witte [[levensboom (plant)|levensboom]], ''[[Thuja occidentalis]]'') en ''aninaatig'' (de [[suikeresdoorn]]) beschouwen de Ojibweg deze als hun meest geliefde boom. Dit heeft twee redenen. De eerste is het nut van de berken[[bast]] (wiigwaas) in het leven van alledag; hun ''wiigiwaaman'' of huizen, sommige kleding, hun gebruiksvoorwerpen zoals ''makakoon'' of containers, hun ''jiimaanan'' of kano’s, hun ''odaabaa'iganag'' of sleden en hun ''aagimag'' of sneeuwschoenen maakten ze ermee, alsmede allerlei kunstvoorwerpen; in het religieuze leven diende de berkenbast o.a. als [[perkament]] voor de heilige inscripties van de Midewiwin. De tweede reden is de verbondenheid van de berken met ''Manabozho'', die door de berken werd beschouwd als hun protegé. Maar beide redenen zijn eigenlijk niet los van elkaar te zien, want alles wat de Ojibweg tot nut en voorspoed strekte, werd in verband gebracht met Manabozho, de mythische ''aadizookaan'',''shapeshifter'', schalkse schelm, heroïsche figuur en bovennatuurlijke weldoener tegelijk, die de Ojibweg had geleerd hoe ze moesten overleven in de natuur en hen toch, door zijn dwaze acties, een eindeloze voorraad humor verschafte. Manabozho, wat Groot Konijn betekent, werd afhankelijk van het gesproken dialect ''Manabozho'', "Nanabush", ''Nanabozho'', ''Winabozho'' of ''Wiisabooz'' genoemd. Hij staat bekend als ''Wiisagejaak'' bij de noordelijke Ojibweg en hun buren, de Eeyouch (Cree).

[[Afbeelding:Seven_sacred_Mide_scrolls.2jpg.jpg|thumb|205px|right|De zeven gewijde berkenbasten rollen in het Grote Medicijnhuis van de Midewiwin.]]
[[Afbeelding:Seven_sacred_Mide_scrolls.2jpg.jpg|thumb|205px|right|De zeven gewijde berkenbasten rollen in het Grote Medicijnhuis van de Midewiwin.]]
De afbeelding (rechts) toont de zeven gewijde berkenbasten rollen en een midewiwin-rammelaar die 's nachts, bij het schijnsel van de maan op een dierenhuid op de vloer van een ''Midewigaan'' uitgestald liggen; dit is een met berkenbasten platen bekleed Midewiwin-huis dat rechthoekig van vorm is, naar voorbeeld van de eerste midewigaan die Manaboozhoo - zo wil het geloof - in het verre verleden in een afgelegen bergdal bouwde voor de Ojibweg. De inkepingen in de rollen verwijzen naar een uniek [[mnemotechniek | mnemonisch]] systeem dat duizenden jaren lang de originele leerstellingen, [[Ritueel |rituelen]], [[Ceremonie | ceremoniën]] en [[Profetie | profetieën]] van het volk heeft bewaard; alles berustend bij de Midewiwin, het Grote Medicijnhuis, oftewel het Ojibwe-genootschap van denkers en helers.
De afbeelding (rechts) toont de zeven gewijde berkenbasten rollen en een Midewiwin-rammelaar die 's nachts, bij het schijnsel van de maan op een dierenhuid op de vloer van een ''Midewigaan'' uitgestald liggen; dit is een met berkenbasten platen bekleed Midewiwin-huis dat rechthoekig van vorm is, naar voorbeeld van de eerste midewigaan die Manabozho - zo wil het geloof - in het verre verleden in een afgelegen bergdal bouwde voor de Ojibweg. De inkepingen in de rollen verwijzen naar een uniek [[mnemotechniek | mnemonisch]] systeem dat duizenden jaren lang de originele leerstellingen, [[Ritueel |rituelen]], [[Ceremonie | ceremoniën]] en [[Profetie | profetieën]] van het volk heeft bewaard; alles berustend bij de Midewiwin, het Grote Medicijnhuis, oftewel het Ojibwe-genootschap van denkers en helers.


===Educatie===
===Educatie===
Verhalen vertellen werd door de Ojibweg als een kunst beschouwd. Sterker, ''gikinawaabi'', het doorgeven van verhalen en wijze lessen aan jongeren, diende sinds mensenheugenis om hen te onderrichten in de geschiedenis, cultuur, humor en alledaagse gemeenschapswaarden. De formele educatie van de jongeren werd dan ook gevormd door de mondelinge overdracht van de ''dibaadjimowinaan'' oftewel op persoonlijke ervaringen gebaseerde [[kroniek]]en, en van de ''aadizookaanag'' en ''aawejigaanag'', oftwel de heilige verhalen, die zelfs nog uit het oude land van de Dageraad (de noord-Atlantische kust) stamden. Verhalen vertellen was in eerste instantie de taak van grootouders, in het bijzonder van de ''nookomisag'' (grootmoeders).
Verhalen vertellen werd door de Ojibweg als een kunst beschouwd. Sterker, ''gikinawaabi'', het doorgeven van verhalen en wijze lessen aan jongeren, diende sinds mensenheugenis om hen te onderrichten in de geschiedenis, cultuur, humor en alledaagse gemeenschapswaarden. De formele educatie van de jongeren werd dan ook gevormd door de mondelinge overdracht van de ''dibaajimowinan'' oftewel op persoonlijke ervaringen gebaseerde [[kroniek]]en, en van de ''aadizookaanag'' en ''aawechiganag'', oftwel de heilige verhalen, die zelfs nog uit het oude land van de Dageraad (de noord-Atlantische kust) stamden. Verhalen vertellen was in eerste instantie de taak van grootouders, in het bijzonder van de ''nookomisag'' (grootmoeders).


[[Afbeelding: Het_universum_van_de_Ojibweg.jpgsmallerversion.jpg|thumb|261px|De kosmos zoals de Ojibweg die zagen, bewoond door talloze 'personen' die een rijke bron vormden voor de ''aawejigaanag'' (educatieve heilige vertellingen) die grootouders tijdens lange winteravonden aan hun kleinkinderen vertelden. Bron: unieketrouwringen.nl]]
[[Afbeelding: Het_universum_van_de_Ojibweg.jpgsmallerversion.jpg|thumb|261px|De kosmos zoals de Ojibweg die zagen, bewoond door talloze 'personen' die een rijke bron vormden voor de ''aawechiganag'' (educatieve heilige vertellingen) die grootouders tijdens lange winteravonden aan hun kleinkinderen vertelden. Bron: unieketrouwringen.nl]]
Deze enigszins geritualiseerde verhalen of [[fabel]]s waren strikt seizoensgebonden, en werden nooit op terloopse wijze verteld, en speciaal gereserveerd voor de lange wintermaanden, 's avonds na het avondmaal rond het kampvuur. Dit kwam omdat veel van dergelijke verhalen verwezen naar dieren, bomen en planten, en men bang was ze te beledigen zolang ze nog niet sliepen. Tevens werd verhalen vertellen beschouwd als een rituele aanroeping van de (goedaardige) wezens uit de wereld van het onstoffelijke; de ''manidoog'' en ''aadizoogaanag'' (‘mysteries’ en ‘grootvaders’) waren er dol op en luisterden gretig met de kinderen mee. Vooral de verhalen over de cultuurheld ''Manaboozhoo'' (of ''Wisakejak'', zoals hij in het hoge noorden werd genoemd), het Grote Konijn, zoon van een sterfelijke vrouw en de Westenwind en kleinzoon van ''Nookoomis'' (de grootmoeder van alle Ojibweg), vermaakten de toehoorders met allerlei heldendaden en komische strapatsen en hield ze tegelijkertijd een spiegel voor.
Deze enigszins geritualiseerde verhalen of [[fabel]]s waren strikt seizoensgebonden, en werden nooit op terloopse wijze verteld, en speciaal gereserveerd voor de lange wintermaanden, 's avonds na het avondmaal rond het kampvuur. Dit kwam omdat veel van dergelijke verhalen verwezen naar dieren, bomen en planten, en men bang was ze te beledigen zolang ze nog niet sliepen. Tevens werd verhalen vertellen beschouwd als een rituele aanroeping van de (goedaardige) wezens uit de wereld van het onstoffelijke; de ''manidoog'' en ''aadizookaanag'' (‘mysteries’ en ‘grootvaders’) waren er dol op en luisterden gretig met de kinderen mee. Vooral de verhalen over de cultuurheld ''Manabozho'' (of ''Wiisagejaak'', zoals hij in het hoge noorden werd genoemd), het Grote Konijn, zoon van een sterfelijke vrouw en de Westenwind en kleinzoon van ''Nookomis'' (de grootmoeder van alle Ojibweg), vermaakten de toehoorders met allerlei heldendaden en komische strapatsen en hield ze tegelijkertijd een spiegel voor.


===Kunstuitingen===
===Kunstuitingen===
Regel 136: Regel 133:


[[Afbeelding:Lake_Romance.jpg_A.jpg|thumb|261px|Pentekening door Jaawano Giijik in de stijl van de Medicine Painters Bron: unieketrouwringen.nl]]
[[Afbeelding:Lake_Romance.jpg_A.jpg|thumb|261px|Pentekening door Jaawano Giijik in de stijl van de Medicine Painters Bron: unieketrouwringen.nl]]
In de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw ontstond, aan de oevers van het Canadese Nipigonmeer en – verder naar het zuiden – op het eiland Manitoulan in het Huronmeer, een zeer tot de verbeelding sprekende kunst: ''Medicine Painting'' (ook wel ''Legend Painting'' genoemd). Deze kunstdiscipline zou wereldwijd bekendheid krijgen onder de naam [[Woodland School of Art]] (of kortweg ''Woodland Art School''). Grondlegger is Ojibwe[[sjamaan]] en kunstenaar [[Norval Morrisseau|Oskwaabik Animiiki]] (Norval Morrisseau) uit noordwest-Ontario. Het onorthodoxe en eigenzinnige werk van talrijke moderne Ojibwekunstschilders en grafisch ontwerpers, soms ook afkomstig uit gemeenschappen van de Odaawaag, Cree en Mi'qmak, heeft de laatste decennia in navolging van hun leermeester en inspirator de wereld versteld doen staan door een ongeëvenaarde - en voor veel mensen nogal extreem overkomende- magische visuele taal. Het magische universum met zijn eigentijdse symbolische beeldentaal dat Norval Morrisseau en zijn tijdgenoten, en vele generaties na hen, tot wasdom brachten, valt op door haar ogenschijnlijk primitieve vormen, het veelvuldig gebruik van primaire kleuren en de unieke technieken van ''outline drawing'' (contourlijntekenstijl; zie afbeelding)) en [[röntgenstralen]]design. Hoewel ''Medicine Painting'' een hedendaagse kunstvorm is, is het zeer diep geworteld in de eeuwenoude traditionele mondelinge en picturale overleveringen/verhalen van de Ojibweg.
In de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw ontstond, aan de oevers van het Canadese Nipigonmeer en – verder naar het zuiden – op het eiland Manitoulan in het Huronmeer, een zeer tot de verbeelding sprekende kunst: ''Medicine Painting'' (ook wel ''Legend Painting'' genoemd). Deze kunstdiscipline zou wereldwijd bekendheid krijgen onder de naam [[Woodland School of Art]] (of kortweg ''Woodland Art School''). Grondlegger is Ojibwe[[sjamaan]] en kunstenaar [[Norval Morrisseau|Ozaawaabik Animikii]] (Norval Morrisseau) uit noordwest-Ontario. Het onorthodoxe en eigenzinnige werk van talrijke moderne Ojibwekunstschilders en grafisch ontwerpers, soms ook afkomstig uit gemeenschappen van de Odaawaag, Cree en Mi'qmak, heeft de laatste decennia in navolging van hun leermeester en inspirator de wereld versteld doen staan door een ongeëvenaarde - en voor veel mensen nogal extreem overkomende- magische visuele taal. Het magische universum met zijn eigentijdse symbolische beeldentaal dat Norval Morrisseau en zijn tijdgenoten, en vele generaties na hen, tot wasdom brachten, valt op door haar ogenschijnlijk primitieve vormen, het veelvuldig gebruik van primaire kleuren en de unieke technieken van ''outline drawing'' (contourlijntekenstijl; zie afbeelding)) en [[röntgenstralen]]design. Hoewel ''Medicine Painting'' een hedendaagse kunstvorm is, is het zeer diep geworteld in de eeuwenoude traditionele mondelinge en picturale overleveringen/verhalen van de Ojibweg.


==Reservaten==
==Reservaten==


In de vroege en midden-19e eeuw werden Ojibwe-groepen uit Michigan, Wisconsin, Minnesota en Ontario gedwongen land over te dragen; in de jaren 40 en 60 van de 19e eeuw vestigden andere groepen, vermengd met Odaawaag (Ottawa), Bodeewadmi (Potawatomi), Munsee ("Christelijke" [[Lenape]]) en Cherokee zich in het Indian Territory in Oklahoma. Na 1870 wees de Canadese overheid de Plains Ojibwa en noordwestelijke Ojibweg (algemeen bekend als de Saulteaux) reservaten toe. In 1892 werden de Plains Ojibwe die in de V.S. leefden in reservaten in North Dakota gestopt, en in 1916, samen met een groep van Plains Cree, in Montana.
In de vroege en midden-19e eeuw werden Ojibwe-groepen uit Michigan, Wisconsin, Minnesota en Ontario gedwongen land over te dragen; in de jaren 40 en 60 van de 19e eeuw vestigden andere groepen, vermengd met Odaawaag (Ottawa), Bodéwadmi (Potawatomi), Munsee ("Christelijke" [[Lenape]]) en Cherokee zich in het Indian Territory in Oklahoma. Na 1870 wees de Canadese overheid de Plains Ojibwa en noordwestelijke Ojibweg (algemeen bekend als de Saulteaux) reservaten toe. In 1892 werden de Plains Ojibwe die in de V.S. leefden in reservaten in North Dakota, Manitoba, Saskatchewan, Alberta en British Columbia gestopt, en in 1916, samen met een groep van Plains Cree, in Montana.


Onderstaand is een overzicht van de verschillende bands die in reservaten leven.
Onderstaand is een overzicht van de verschillende bands die in reservaten leven.

Versie van 6 okt 2007 22:16

Midwewinind ("Hij die van een afstand wordt geroepen") van White Earth, Minnesota, 1894

De Ojibweg, ook Anishinaabeg, Ojibwa of Chippewa genoemd, zijn een volk van inheemse Amerikanen. Na de Navajo en Cherokee zijn ze de grootste groep Inheemse Amerikanen in de Verenigde Staten. Tijdens de periode van de eerste contacten met de Europeanen waren ze zelfs het meest talrijke volk ten noorden van Mexico. In Canada vormen de Ojibweg de grootste groep, als de Métis (afstammelingen van Ojibweg en Franse Canadezen) worden meegerekend.

Zo'n 100.000 Ojibweg wonen in de staten Michigan tot aan Montana. Ongeveer 76.000 wonen in Canada. Een aanzienlijk aantal woont in Kansas en Oklahoma.

In de Verenigde Staten leven ze in reservaten (reservations) en zijn ze officieel een Tribe; in Canada, waar men in plaats van tribes van First Nations spreekt, leven ze in reserves . Hun gebied, Anishinaabe Aki genaamd, strekt zich uit van Michigan, Wisconsin, Minnesota en North Dakota in de Verenigde Staten tot diep in Canada, in de provincies Ontario (ten westen van het Huronmeer en in het Canadese Schild ten noorden van dit meer), Manitoba en Saskatchewan. Hier leven ze sinds ruim 600 jaar, waarbij door de eeuwen heen relatief veel groepen zich met elkaar hebben vermengd, zowel onderling als met de Ottawa (Odaawaag), Cree (Eeyouch) en Fransen. Sinds de 19e eeuw leven er ook relatief kleine groepen Ojibweg in de staten Kansas en Oklahoma. Hier worden ze meestal aangeduid als Chippewa of Chippewa Munsee.

Ojibwemowin, de taal van de Ojibweg, behoort tot de Algonkische talen, dat de grootste taalgroep in Noord-Amerika is; de taal zelf behoort tot de vier grootste subtalen ten noorden van de Rio Grande.

De Ojibweg uit het Grote Merengebied en het Canadese Schild staan vooral bekend om hun kano's en wilde rijstteelt, en hun Midewigaanan of "medicijnhuizen", die centraal staan in het filosofische, religieuze en educatieve leven. De Ojibwe-naam voor dit waarschijnlijk al duizenden jaren oude genootschap is Midewin of Midewiwin. De Ojibweg zijn ook het enige inheemse volk dat de machtige Dakota (Sioux) verslagen heeft.

Naam

De naam die de Ojibweg van oudsher voor zichzelf gebruiken is Anishinaabe (meervoud Anishinaabeg). Volgens andere spellingmethodes dan die sinds kort als de officiële geldt, wordt dit ook wel geschreven als Anishnabe, Anishnawbe, Anishnabec, Anishnawbec, Anićinabwi of Anićinapec. Dit betekent: "Zij die uit het niets zijn ontstaan", wat verwijst naar het traditionele geloof dat de eerste Ojibweg, voordat Giizhigokwe (de "Luchtvrouw") ze op de rug van een grote zeeschildpad (de Aarde) plaatste, in de lucht zijn verwekt, dus niet uit iets tastbaars als aarde, vuur of rots. Sommige oostelijke Ojibweg noemen zichzelf Nishnaabe, terwijl de Ojibweg uit Michigan en Wisconsin hun verwanten uit Canada Mishtawayawininiwag noemen (betekenis onbekend). Verder worden de Ojibweg die op het schiereiland van Ontario leven wel aangeduid als Mississaaga .

Bungee is de benaming die die Ojibweg meekregen die omstreeks 1830 de westelijke hoogvlakten begonnen te bevolken. De Ojibweg uit Manitoba en Saskatchwan, die door de Fransen Saulteaux werden genoemd, gebruiken overigens bij voorkeur voor zichzelf de term Nakaweek. De naam Ojibweg kreeg het volk van de door de hen omringende Algonkische volkeren, en werd door de Anglo-Amerikanen verbasterd tot Chippewa. Met deze naam worden nog altijd die groepen aangeduid die in reservaten leven in Minnesota, Wisconsin en op het noordelijke schiereiland van Michigan. Over de precieze herkomst en betekenis van het woord Ojibwe bestaat geen eensluidende verklaring; het zou afgeleid kunnen zijn van Ozhibii'iweg, wat "zij die aantekeningen bewaren van een visioen" betekent, naar hun gewoonte om hun visioenen, gezangen en geschiedenis in berkenbast te kerven en als petrogliefen achter te laten op rotswanden. Andere bronnen menen dat Ojibwe afstamt van een Cree-woord dat "Zij die stotteren" betekent, omdat zij vonden dat hun buren een vreemde uitspraak van het Algonkiaans hadden. Weer andere bronnen beweren dat het is afgeleid van het Algonkiaanse woord Ojiibwabweg dat "zij die koken totdat het samentrekt" betekent, refererend aan de Ojibwe-methode om middels vuur hun mocassins waterdicht te maken. De term Chippewa wordt nog altijd in de Verenigde Staten officiëel gehanteerd; in Canada spreekt men eerder van Ojibwa (de Angelsaksische verbastering van Ojibwe). (De schrijfwijze Ojibwa komt hierom nog vaak voor, maar Ojibwe(g) verdient - fonetisch gezien - de voorkeur.) Tegenwoordig is bij de Ojibweg/Chippewa zelf, ongeacht aan welke kant van de grens ze leven, een duidelijke voorkeur merkbaar voor de benaming Anishinaabe(g) of Nishnaabe(g).

Taal

De taal, het Ojibwemowin, maakt onderdeel uit van de grote Algonkische taalfamilie. Ze bestaat uit een enorme verscheidenheid aan dialecten. De verschillen tussen bijvoorbeeld de noordelijke (Canadese) dialecten enerzijds en de dialecten in de VS zijn aanzienlijk. Aangezien het oorspronkelijk om een gesproken taal gaat is het geschreven Ojibwemowin een relatief recentelijk fenomeen. Er is geen standaard spellingswijze; bij de schrijfwijze van de Ojibwe-woorden (namen) die in dit artikel voorkomen, is gebruik gemaakt van het Ojibwe dubbele-klinkersysteem, dat sinds de jaren 80 van de vorige eeuw een door zowel taalwetenschappers als de Ojibweg zelf populair is. Deze spellingsmethode is overigens NIET gebruikt voor de woorden (namen) uit andere inheemse talen dan het Ojibwemowin.

Zie Ojibwe (taal) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Geschiedenis

De meeste Ojibweg waren jagers en verzamelaars. Hun woningen, de wiigiwaaman (wigwams) die in de vorm van waaginogaanan (koepelvormig) en nasawa'ogaanan (kegelvormig) werden gebouwd, maakten ze o.a. van wilgen-takken (het geraamte) en grote lappen berkenbast (als bedekking). Ze kenden ook een zeer complex picturaal schrift, dat gebruikt werd bij (geheime) religieuze riten van de Midewiwin, en dat voor mnemonische doeleinden geschreven werd op rollen van berkenbast. De geschiedenis en omzwervingen van het volk, de religieuze liederen en allerhande wetenschappelijke kennis (op het gebied van geografie, meetkunde en algebra) zijn hiermee tot op de dag van vandaag vastgelegd voor het nageslacht. De Midewiwin waren en zijn de hoeders van de uitzonderlijke medicinale kennis van de plantenwereld die het volk bezit, en in vroeger tijden waren hun ongeëvenaarde magische krachten (incidenteel zelfs zwarte magie) gerespecteerd en gevreesd door de omringende inheemse volken, die hen dan ook de titel "Tovenaars van het Woud" meegaven.


Overzichtskaart van Anishinaabe Aki, het land van de Ojibweg in de VS en Canada. Bron: jaawanart.com sieraden en achtergrondverhalen over de Ojibwe-cultuur.


Volgens de officiele Ojibwe-geschiedschrijving, die is gebaseerd op de mondelinge overleveringen en picturale geschriften van de Midewiwin maar ook op archeologische vondsten, komen de voorouders van de Ojibweg oorspronkelijk van de Noord-Atlantische kust, bij de monding van de Saint Lawrencerivier in het huidige Québec. Hier, in Waabanakiing, het Land van de Dageraad (het oosten), vormden ze nog altijd een integraal onderdeel van de macro-Algonkische bevolkingsgroep, toen ze, vermoedelijk 1100 jaar geleden, op aangeven van een krachtig visioen dat hen werd aangereikt door een mysterieus wezen uit de oceaan, over het volgen van een mysterieuze stralende miigis (zeeschelp) die hoog aan de westelijke hemel verscheen, een 500 jaar durende exodus naar het westen begonnen. De miigis zou veel later, in het beloofde land in het westen, bekend worden als mide-miigis, en een centrale rol spelen in de heilige riten van de Midewiwin.

De Zeven Vuren

De legendarische migratie die aldus ontstond kwam bekend te staan onder de naam Niizhwaaswi-Ishkodeng of "Zeven Vuren". Ter vervolmaking van het miigis-visioen bleven op zeven "stopplaatsen" groepen kolonisten achter, die ieder afzonderlijk zouden uitgroeien tot een zelfstandige natie. De route voerde van de Saint Lawrencerivier langs de Ottawarivier (Québec en Ontario), via het Nipissingmeer (Ontario, no. 25 op de kaart) tot aan de Grote Meren. Zo zouden de Algonkin die bij bij Mooniyaang (Montréal) en de Animikiiwaabad (Niagara Falls, zie no. 43 op de kaart) achterbleven en daar het Eerste en Tweede Vuur aanstaken, uitgroeien tot een natie die vandaag de dag de Algonquin Nation wordt genoemd; pas eeuwen later en na vele omzwervingen en ontberingen zou een groep Algonkin - intussen hadden ze reeds de naam Ojibwe Aanishinaabeg aangenomen - het Zevende (en laatste) Vuur aansteken bij Zhaagawaamikong, vlakbij wat nu La Pointe (Wisconsin) is (no. 11 op de kaart).

Hier, bij de zevende stopplaats, richtten de Ojibweg het Mide-Medicijnhuis, waarvan ze de mnemonische geschriften en riten helemaal vanuit hun oude leefgebied aan de Atlantische Oceaan hadden meegenomen, voorlopig voor de laatste keer op. De migratie kwam bij Zhaagawaamikong echter nog niet definitief tot een halt; meer kleine Ojibwe-nederzettingen ontstonden ten zuiden (no's 8, 9 en 11), ten westen (32, 34, 38 op de kaart) en ten noorden van het Zevende Vuur en hun afstammelingen leven nu nog als kleine tribes (VS) en bands (Canada) in reservaten in Minnesota, North Dakota, Manitoba en Saskatchewan.

Na lange omzwervingen kwamen (waarschijnlijk al vóór 1400 n.Chr.) de Anishinaabeg - zoals de Algonkin zich intussen waren gaan noemen - terecht in het Grote Merengebied, waar ze zich bij het huidige Detroit (no. 44) (of, volgens andere bronnen, bij Sault Ste. Marie, no. 1) opsplitsten in 4 hoofdgroepen: de Ojibweg, de Bodéwadmig, de Odaawaag en de Misi-zaagiwininiwag (Mississauga) en waar tevens een machtig politieke verbond tussen de eerste drie groepen werd gevormd (Niswi-Ishkodeng of "Raad van de Drie Vuren").

In dit immens uitgestrekte en nog praktisch onbewoonde gebied, waarbij ze geregeld werden gehinderd door zwervende, op oorlog beluste Haudenosaunee-krijgsgroepen, staken de Ojibwe-kolonisten over een periode van enkele honderden jaren het Derde, Vierde, Vijfde, Zesde en Zevende Vuur aan; respectievelijk bij het huidige Detroit (nummer 44); via Mackinaw (no. 4) op het eiland Manitoulan (Manidoo Minising) in het Huronmeer, waar ze voor het eerst in eeuwen weer het Mide-huis oprichtten en dat uitgroeide tot het belangrijkste culturele centrum van de Ojibweg (nummer 2); bij Sault Ste. Marie (Baawiting) in Michigan/Ontario, waar ze voor de tweede maal de riten van de Midewiwin uitvoerden, en dat het belangrijkste politieke centrum van de het Ojibwe-volk werd (nummer 1); bij Spirit Island nabij Duluth (Minnesota) (no. 10); en bij het eiland Madeline (Mooningwanakaaning, no. 7) in het Bovenmeer in Wisconsin (waar voor de 4e en voorlopig laatste keer het huis van de Midewiwin werd opgericht). Synchroon met deze grote migratiestromen ondernamen talloze kleine groepen avonturiers aanvullende expedities en vestigden zich, na eerst rivaliserende inheemse groepen te hebben verjaagd, op locaties her en der verspreid over het Grote Merengebied en het Canadese Schild. Hier leven ze vandaag de dag, zeshonderd jaar later, nog altijd in kleine reservaten. In de jaren dertig van de 19e eeuw, na een massale volksverhuizing die eeuwen had geduurd, was de diaspora van het Algonkische volk eindelijk voltooid.

Een priester van het Midewiwin-genootschap voor een midewigaan, een Mide-Medicijnhuis, in Minnesota, 19e eeuw of begin 20e eeuw. Bron: Historical Minnesota Center

De eerste Europeanen die melding maakten van een ontmoeting met de Ojibweg waren Franse Jezuïtische missionarissen; dit was in 1642, op het bovenste schiereiland van Michigan. Hier troffen de Fransen bij de stroomversnellingen van Baaweting een redelijk welvarend volk aan dat op dat moment in een hevige strijd was gewikkeld met andere inheemse volken. Deze groep, die zichzelf Baawitigowininiwag of 'Volk bij de Stroomversnellingen"' noemde, en waarvan de afstammelingen tegenwoordig officieel als de Sault Ste. Marie Tribe Of Chippewa Indians door het leven gaat, werd door de Fransen Saulteurs genoemd. Niet lang daarna kregen de Ojibweg wapens van deFransen, waarmee ze zich konden verdedigen tegen agressieve krijgersgroepen van de Haudenosaunee (Irokezen), de Miskwaaki (Fox) naar Wisconsin verjoegen, en de Dakota (Sioux) voorgoed over de Mississippi dreven. Uiteindelijk, lang nadat groepen Ojibweg zich hadden gevestigd in Minnesota en Wisconsin (waar het Zevende en laatste Vuur was aangestoken), trok een groep van Ojibwe-kolonisten in de 19e eeuw zelfs zover westwaarts als de Turtle Mountains in North Dakota, waar ze nog steeds in reservaten leven.

Oorlogen en het Verbond van de Drie Vuren

Nadat de Ojibweg ongeveer 600 jaar geleden hun Medicijnhuis (de Midewiwin) hadden opgezet bij wat nu Detroit is, splitste het grote Anishinaabe-volk zich op in drie hoofdgroepen die elk een bepaalde taak of verantwoordelijkheid op zich namen: de Bodéwadmi (de hoeders van het vuur), de Odaawaag (zij die handel dreven) en de Ojibweg (de hoeders van het geloof). (Sommige bronnen spreken ook van een vierde groep, de Zaagiwinini oftewel Mississauga.) Voordat ze ieder hun eigen weg gingen vormden de kersverse naties eerst een politiek-militaire alliantie, die bekend zou worden als De Raad van de Drie Vuren (Niswi-Ishkodeng). Hiermee konden ze een sterke vuist maken tegen hun erfvijanden uit het zuiden (o.a. de Dakota, de Ho-Chunga (Winnebago) en de Miskwaaki) en het oosten (de Haudenosaunee). Met hen en andere inheemse volken voerden ze door de eeuwen heen felle strijd om zich te bewijzen als krijgers, maar ook om land en om hegemonie over de pelshandel met de Fransen en Britten te verkrijgen. Tijdens de Zevenjarige Oorlog tussen de Fransen en de Indianen kozen de Ojibweg de partij van de Fransen, en in de Oorlog van 1812 voor de Britten. Op 8 juli 1822 "schonken" de Canadese Ojibweg een groot stuk land in Ontario aan het Verenigd Koninkrijk.

Na zich fel verzet te hebben tegen de Europese en Europees-Amerikaanse kolonisatie sloten de Ojibweg in 1815 vrede met de Amerikaanse overheid. Toch was dit niet het einde van de schermutselingen met de landhongerige Amerikaanse overheid, die zich ten doel stelde alle zuidelijke Ojibweg naar reservaten in Minnesota te deporteren; dit resulteerde in de slachting bij Sandy Lake in 1850 waar honderden Ojibweg het leven lieten. Dankzij de inzet van een Objibweleider die bij de Amerikanen bekend werd als Chief Buffalo en het in die tijd bij het Anglo-Amerikaanse publiek levende ressentiment tegen de agressieve politiek van hun regering tegen inheemse Amerikanen, mochten de Ojibwe-bands oostelijk van de Mississipi terugkeren naar hun oude land, en werden ze daar in permanente reservaten geplaatst. Een aantal clans werd echter naar Kansas en Oklahoma gedeporteerd als onderdeel van een grootscheepse deportatie van hun buren, de Bodéwadmi en Odaawaag.

Contact met de Euro-Amerikanen

Anishinaabe Aki, het thuisland van de Ojibweg, lag ver ten noorden van de gebieden waar zich het merendeel van de Europese kolonisten vestigde en daardoor hebben de vele krijgsoverwinningen die Ojibweg op andere inheemse volkeren behaalden nooit de juiste erkenning gekregen.

Het feit dat er zoveel verschillende namen voor de Ojibweg waren en dat er zoveel divisies waren heeft er toe bijgedragen dat nooit precies duidelijk was hoe groot het volk precies was. Daar komt nog bij dat de Ojibweg zelden met de Amerikanen vochten en slechts sporadisch bij de oorlogen tussen de Fransen en Britten betrokken waren. Als de Chippewa sloten zij meer verdragen met de Amerikanen dan welk inheems volk in Amerika dan ook. Alleen al met de Britten en Fransen en de Canadezen sloten zij meer dan 30 verdragen.

De Europeanen kwamen in de bovengebieden van de Grote Meren om in bont te handelen, en toen zij de gronden van de Ojibweg zagen achtte zij deze niet geschikt om te bebouwen. Vn kolonisatie was dan ook voorlopig geen sprake. Later bezochten de Amerikanen het gebied ook voor de minerale grondstoffen en voor de houtkap, maar tot op de dag van vandaag is het nog steeds een dun bevolkt gebied. Als gevolg heirvan slaagden de Ojibweg er goed in om hun culturele erfgoed in stand te houden. Dit erfgoed is door de eeuwen heen goed bewaard gebleven - aan vele opeenvolgende generaties doorgegeven - dankzij de Midewiwin, het filosofisch-religieuze-medicinale genootschap dat ook wel bekend staat als het Grote Medicijnhuis.

Economische en sociale gevolgen van de bonthandel

Bestand:Ojibwe camp Benjamin F. Upton.jpg
Een kamp met berkenbasten kano's tussen kegelvormige wiigiwaaman (wigwams), ca. 100-130 jaar geleden

De Ojibweg waren in de loop van de 16e en 17e eeuw zo intensief bij de handel van bever-, otter- en martervellen betrokken dat de Fransen hun taal de officieuze taal van de bonthandel bij de noordelijke Grote Meren maakten. Zowel de Ojibweg als de Fransen voeren wel bij de bonthandel. De bonthandel bracht de Ojibweg wapens en de wapens brachten hen welvaart en macht. Maar tegelijkertijd werden ze ook afhankelijk van de Fransen (en later de Britten en Amerikanen) met hun handel en goederen. Omdat zij onderhandelden met de Fransen werd de macht van de ogimaag (opperhoofden) steeds groter, de bands groeiden en ze begonnen op steeds grotere schaal met elkaar samen te werken en dit vooral ten tijde van de Beveroorlogen (1630-1700) tegen de Haudenosaunee (Irokezen). Deze ontstane traditionele banden droegen ook bij aan de gemeenschappelijke eenheid en aan het gemeenschappelijke doel.

In de tweede helft van de 17e eeuw hadden de Ojibweg en hun bevriende buren, de Cree (Eeyouch), een zeer dominante positie in de bonthandel bereikt; deze positie hadden ze mede te danken aan de gunstige ligging van Anishinaabe Aki tussen de leefgebieden van de Dene (Athabasken) uit noordelijk Canada en de grote Franse en Britse bonthandelmaatschappijen in en rondom het Grote Merengebied. Aldus werd een territoriale expansie richting het westen en noorden in gang gezet die zijn weerga in de geschiedenis niet had, en die voortduurde tot in de dertiger jaren van de 19e (!) eeuw.

Deze eeuwenlange agressieve gebiedsuitbreiding en bijbehorende migratiestromen kunnen overigens niet begrepen worden in de klassieke context van het Euro-Amerikaanse kapitalisme, laat staan dat ze zonder meer passen in de Europese individualistische kaders. In de beleving van de Ojibweg en Cree diende handeldrijven, wat tenslotte een vorm van uitwisselen is, een doel dat eerder sociaal en politiek was dan economisch. Deze, typerend inheems-Amerikaanse, egalitaristische grondslag is synoniem met de gedachte dat handel niet is om persoonlijk economisch gewin of weelde te vergaren maar om sociale en politieke verwantschap met andere samenlevingen te bekrachtigen. Niet het vergaren van weelde maar het schenken van handelsgoederen verhoogt de prestige van de handelaar binnen zijn eigen gemeenschap, en bevordert vriendschap (en vrede) tussen de volkeren. Handel betekent geven, geven leidt tot vriendschap, en vriendschap leidt tot handel. Toen de Fransen niet langer alleen handel begonnen te drijven met de Ojibweg en Cree maar ook met andere inheemse naties zoals de rivaliserende Dakota, [Wendat, Miskwaaki en Ho-Chunga, kwam dit egalitaristische principe ernstig in gevaar; de cirkel werd zogezegd doorbroken. Dit verklaarde de agressie van de Ojibweg, en was de reden dat vele tot de tanden bewapende Ojibwe-bands uit het Grote Merengebied langzaam maar zeker verder west- en noordwaarts trokken, onderweg kleine kolonies stichtten en hun Sioux- en Irokese concurrenten voorgoed van hun traditionele jachtgronden (of doorgangsroutes) dreven.

In de 19e eeuw waren vele Ojibwe-gemeenschappen extreem afhankelijk geworden van de bonthandel met de Britse handelsfirma's. Toen omstreeks 1830 de markt instortte, kwamen de pelsjagers en hun families diep in de schulden te zitten. Deze gebeurtenis had een dramatische weerslag op hun gemeenschappen. In antwoord op de Britse hegemonie verwierven de Amerikanen controle over de bonthandel door op strategische plaatsen in Wisconsin sterk concurrerende handelshuizen (factories genaamd) op te richten, zodat de Britten vanzelf uit de markt werden gedrukt. Door deze verschuiving in de macht raakten de Ojibweleiders in een zwakke onderhandelingspositie ten opzichte van de landhongerige Amerikaanse overheid, die gretig van de situatie gebruik maakte door grote lappen Ojibwegrond 'op te kopen'. De zuidelijke Ojibweg moesten met lede ogen aanzien hoe in relatief korte tijd grote delen van hun leefgebied door Amerikaanse kolonisten werden geannexeerd. Omstreeks 1920 konden Ojibwekinderen zich nog maar moeilijk de vrijheid voorstellen die hun grootouders nog hadden gekend.

De cultuur

De cultuur van de Ojibwe Anishinaabeg maakte onderdeel uit van de zogenaamde Woodlands Culture (boscultuur), maar omdat er zoveel groepen (bands) waren die verspreid over een groot grondgebied leefden waren er wel onderlinge verschillen. Zoals alle inheemse volkeren pasten de Ojibweg zich soepel aan de omstandigheden aan; deze waren hard, zoals je in subarctis kunt verwachten. Zo adopteerden de Bungee (Plains Ojibwe), nadat ze in de eerste helft van de 19e eeuw de noordwestelijke vlakten hadden bereikt, de bizoncultuur van hun buren, de Plains Cree, en ontstonden er grote verschillen tussen hen en de andere Ojibweg. Deze verschillen ontstonden vooral op het gebied van taal, kleding en kunst; toch bleven de oude traditionele gewoontes zoals sugar making (het collectief winnen van ahornsiroop in de lente) en het uitvoeren van de heilige riten van de Midewiwin, tot op heden bewaard.

Tegenwoordig komen de Obijweg - onder wie velen die in de grote stad wonen - 's zomers op talloze reservaten in Canada en de Verenigde Staten samen tijdens powwow's (sociaal-culturele bijeenkomsten), en velen volgen nog altijd (of sinds korte tijd weer) de traditionele weg van Anishinaabewaadiziwin. Dit gebeurt o.a. in de vorm van het bijwonen en meewerken aan sugar camps, de wilde rijstoogst, jagen, bessen en geneeskrachtige kruiden plukken. Ook wordt de jeugd tegenwoordig weer geleerd open te staan voor de betekenis en innerlijke kracht die visioenen en dromen hen kunnen bieden, en worden ze aangemoedigd net als hun voorouders te streven naar jiisakiiwin, communicatie met de geestenwereld. Ook is er weer meer belangstelling voor de Ojibwetaal Anishinaabe.

Bestand:Wiigiwaam.jpg
Een moderne Ojibwevrouw laat zien hoe haar voorouders een wigwam maakten door aan elkaar genaaide platen van berkenbast over een koepelvormige structuur van wilgentakken te leggen. Bron: Ojibwe Waasa-Inaabidaa, Turtle Island Productions

De Ojibweg die in vroeger tijden niet op de vlakten in het noordwesten woonden, leefden traditioneel van de visvangst, de jacht, vallen zetten, en voedselverzamelen; o.a. manoomin (wilde rijst) (met name in Wisconsin en Minnesota) en ziinzibaakwadaaboo of zhiiwaagamizigan (ahornsiroop). De Bos-Ojibweg hadden geen zout tot hun beschikking, dus gebruikte ze deze zeer voedzame siroop behalve ter consumptie om er hun voedsel mee te conserveren. De Ojibweg die in de wat gematigder zuidelijke regionen van de Grote Meren verbleven, konden het zich bovendien veroorloven op beperkte schaal landbouw te bedrijven, met name mandaamin (maïs), asemaa (tabak), anijiiminan (bonen), agwisimaanan (courgette en pompoenen). In deze zuidelijker streken waren de dorpen dan ook groter en meer permanent bewoond, en was de sociale structuur complexer.

De Ojibweg verdeelden een jaar in 12, soms 13 maanden, die "manen" (giizis, meervoud giizisoog) werden genoemd. Een maand begon altijd bij volle maan. De maand april bijvoorbeeld staat bij de zuidelijke Ojibweg bekend als iskigamizige-giizis , de ahornsap-kook-maan. Dit was de tijd waarin Ojibwe-families ten zuiden van de Grote Meren hun winterhuizen verlieten en het bos introkken om gezamenlijk ahornsap af te tappen. Het was tevens een feestelijke tijd waarin men elkaar verhalen vertelde over de afgelopen winter. De vrouwen en kinderen besteedden veel tijd aan het verzamelen en koken van het sap; de aldus ontstane siroop bewaarde men in gekristalliseerde vorm in berkenbasten makakoon en dierenvellen en werd het hele jaar door gebruikt om vlees en vis van extra smaak en voeding te voorzien. Oorspronkelijk telden de Ojibweg de tijd niet in weken. Na contact met de Europeanen veranderde dit, en kregen de dagen (giizhig) namen die waren afgeleid van Europese namen van dagen. De Ojibweg uit Minnesota bijvoorbeeld noemden zondag anama'e-giizhigad (letterlijk: bid-dag), en maandag nitam-anokii-giizhigad (letterlijk: eerste dag van de week).

De Ojibweg stonden (en staan) bekend als uitstekende jagers en vallenzetters en dit waren eigenschappen die ook van pas kwamen bij het voeren van oorlog. Vooral de visvangst en dan met name steur was een gezonde aanvulling op hun dieet en werd op een gegeven moment steeds belangrijker, met name voor de noordelijkste bands. De Ojibweg begroeven hun doden in grafheuvels, waar vaak een jiibegamig of “zielenhuis” bovenop geplaatst werd, en die gemarkeerd werden met een houten gedenkteken met de odoodem (het clanteken) van de overledene erop gegraveerd.

Toen ze nog aan de Atlantische kust leefden hadden de Ojibweg al een pictoraal schrift ontwikkeld dat, ook nadat ze in het Grote merengebied terechtkwamen, gebruikt werd in de gewijde riten van de Midewiwin. Dit schrift werd vereeuwigd op rolvormig perkament van berkenbast (dat wel duizend jaar meegat; de Midewiwin kent zeven van deze rollen) en in de vorm van petrogliefen die hier en daar hun sporen hebben nagelaten in het Canadese Schild. De miigis of kaurischelp, die van verre kusten afkomstig is, stond centraal in vele ceremoniën, en het gebruik ervan (en de centrale rol die ze speelde in de mythologische migratieverhalen) is een belangrijke indicatie van het bestaan van een uitgebreid handelsnetwerk dat honderden, mogelijkerwijs duizenden jaren geleden in Amerika moet hebben bestaan. In elk geval staat vast dat de Ojibweg, die hun kano's over praktisch alle waterwegen van Noord-Amerika stuurden en koperen pijlpunten, bont, maïs en veel meer zaken verhandelden, eeuwen lang een handelsroute vormden die tot aan de kusten van de Grote Oceaan leidde.

Over het algemeen gebruikten de Bos-Ojibweg bijna geen paarden en ook jaagden zij weinig op de bizon. Honden waren eigenlijk hun enige huisdieren en ze waren bij hun feesten een belangrijk gerecht. De jagers gebruikten aagimag (sneeuwschoenen) en toboganag (sleden) om de transportatie over sneeuw en ijs gemakkelijker te maken. De Ojibweg gebruikten berkenbast (wiigwaas) voor vele doeleinden. Zij maakten er potten en pannen (makak, meervoud makakoon) van en ook werd de bast gebruikt om er jiimaaman (kano’s) van te maken. De jimaan was een stuk lichter in gebruik dan de uitgehakte kano die de Dakota gebruikten en ze waren ook veel sneller. Ook werd de berkenbast gebruikt om er hun koepelvormige en conisch gevormde wiigiwaaman (wigwams of huizen) mee te bekleden.

De zomerkleding van de Ojibweg bestond uit gelooid leer waaraan in de winter bontstukken werden toegevoegd. Hun makisinan (mocassins) vielen op door een een gepofte naad. Ze waren meestal rood, geel, blauw of groen gekleurd. De lange koude winters dwongen de Ojibweg lange tijd in hun wigwams te verblijven, alwaar zij zich bezig hielden met verhalen vertellen, en met het maken van ingewikkelde borduurpatronen van flexibel gemaakte stekelvarkenpennen en ontwerpjes gemaakt van elandshaar en berkenbast. Over het algemeen droegen de mannen en vouwen hun haar lang en gevlochten, sommige mannen droegen een scalplok. Veel mannen droegen een soort van tulband van bont. Verentooien zoals bij hun buren de Dakota waren niet gebruikelijk. De Ojibweg scalpeerden soms, maar over het algemeen werden hun vijanden meteen gedood en niet gemarteld. Polygamie was niet de gewoonte. Hun sociale organisatie en regeringssysteem waren (en zijn) gebaseerd op 5 tot 23 clans, ieder vertegenwoordigd door een odoodem (diertotem).

Een Ojibwe-vrouw draagt haar kind in een tiginaagan, 19e eeuw of begin 20e eeuw

Voor het eerste contact met de blanken waren de taal en de familiebanden het enige dat de bands aan elkaar verbond. De levensstijl van jagen en verzamelen vereiste van hen dat zij zich opsplitste in kleine bands, die volgens een vast patroon rondtrokken om zo optimaal gebruik te maken van hetgeen de natuur hen gaf. In de winter (een tijd die biboonishiwin werd genoemd) splitsten zij zich op in uitgebreide clans of familiegroepen en bewoonden zij kleine geïsoleerde dorpjes. Dit stelde de jagers in staat een groot gebied te bejagen zonder de andere groepen voor de voeten te treden.

Tijdens de warmere maanden, een periode die nibishiwin werd genoemd, verzamelden de groepen zich tot bands van zo’n 300-400 mensen op een bekende plaats waar voldoende vis en andere voedingsbronnen aanwezig waren; dit was meestal aan een rivier, beek of meer. Er was bijna geen sprake van een centrale organisatie en de macht van de door erfopvolging benoemde ogimaag (opperhoofden of woordvoerders) bleef beperkt tot de eigen band. Een samenkomst van meerdere bands vond zelden plaats, alleen als verschillende bands een gezamenlijke vijand tegemoet gingen.

Bands en clans

In vroeger tijden bestonden de Ojibweg, die een samenleving kenden die patrilineair was, uit kleine nomadische bands, geleid door een ogimaa of woordvoerder, wiens invloed was gebaseerd op zowel verwantschap als natuurlijk gezag, en wiens hoofdtaak het was de andere volwassen mannen te vertegenwoordigen. Een band was samengesteld uit een aantal families (clans) die meestal onderling verwant waren.

Zowel de noordelijke als zuidelijke Ojibweg waren sociaal onderverdeeld in 5 tot 23 clans, ieder genoemd naar een totemisch dier-, vogel- of vissoort. Zo’n soort, dat soms beschouwd werd als een verre, mythologische voorouder, wordt een odoodem genoemd (het woord totem is er van afgeleid!); in het begin, zo'n vijfhonderd jaar geleden, waren het er vijf, tegenwoordig zijn er 23 bekend.

De vijf oorspronkelijke odoodemag (meervoudsvorm), te weten Kraanvogel, Beer, Marter, Meerval (of Koningsvis) en Waterschildpad, stammen volgens het traditionele geloof van de Ojibweg af van vijf mysterieuze aadizoganaag ('grootvaders') die uit de golven het Michiganmeer tevoorschijn kwamen, en die de Ojibweg de principes en deugden bijbrachten van Leiderschap (Kraanvogel), Defensie (Beer), Voeding (Marter), Educatie (Meerval) en Geneeskunde (Schildpad). (Later kwamen er nog meer diertotems bij, die als subtotems beschouwd moeten worden.) Deze legendarische gebeurtenis (waarbij de keuze voor de totem-vertegenwoordigende diersoorten overigens sterk varieert naar gelang de streek of gemeenschap waar het verhaal verteld wordt!) ligt volgens de officiële geschiedschrijving van de Ojibweg aan de basis van de sociale structuur en regeringssystemen zoals die tot op de dag van vandaag bestaan. De reden dat er dieren werden aangewezen om deze principes te vertegenwoordigen, was dat deze volgens de Ojibweg in harmonie leefden met de wetten van de natuur en zich aldus de oudere, wijzere broeders van de mensen toonden waar veel van geleerd kon worden.

Volgens het voornoemde patrilineaire principe erft iedere Ojibwe, mannelijk of vrouwelijk, in de regel de odoodem van zijn of haar vader, waarbij het strikt verboden is binnen de eigen clan te trouwen. Het clanstelsel van de zuidelijke Ojibweg was van oudsher overigens aanzienlijk complexer dan dat van de meer nomadisch ingestelde verwanten uit het noorden, en de clans zelf waren sociaal en politiek duidelijk prominenter aanwezig. En hoewel vooral in het zuiden de politiek tussen de clans onderling nogal eens werd geassocieerd met clanmythologie, beperkte de functie van het clanstelsel bij de Ojibweg uit Canada zich slechts tot praktische zaken als het regelen van huwelijken.

De geërfte 'totemnaam' draagt altijd de naam van een dier (of vis of vogel). Volgens de Ojibwe-traditie krijgt elke Ojibwe bij geboorte vier rechten: het recht op de eigen taal, een naam in de eigen taal ('spirit'-naam genoemd), eigen gezangen en recht op de eigen totem. De traditionele (formele) begroeting onder Ojibweg is dan ook al eeuwen als volgt: Aaniin odoodemaayaan (of kortweg: Aaniin?) "Wat (is je Totem)?" Op deze manier wordt vastgesteld of iemand familie, een vriend of een vijand is, en van welk geslacht iemand is. Een antwoord kan dan bijvoorbeeld als volgt luiden: Zhaawano Giizhik. Maang Doodem. Anishinaabe. Dit betekent: "Ik heet Jaawano Giijik. Mijn totem is IJsduiker. Ojibweman". Of bijvoorbeeld: Niizhigiizhigokwe. Makwa doodem. Anishinaabekwe. Dit betekent: "Mijn naam is Twee Luchten . Mijn totem is Beer. Ik ben een Ojibwevrouw".

Tegenwoordig hebben de Ojibweg in de VS en Canada twee soorten bestuur: de traditionele (gebaseerd op de clans/totems) en de officiële, opgelegd door de federale en koloniale overheden. Het tribal government-systeem in de VS en het band government-systeem in Canada sluiten niet of nauwelijks aan bij de traditionele besturen. Het feit dat het officiële bestuur is gebaseerd op het Europese systeem dat alleen tribal leaders en band leaders erkent die vaak niet de stem van hun eigen mensen vertolken, ondermijnt het gezag van de traditionele clanleiders en veroorzaakt sociale onrust in de gemeenschappen.

Wereldbeeld

De gelaagde kosmos zoals de Ojibweg die zagen, met een luchtwereld, middelwereld en onderwereld. De laatste is hier vertegenwoordigd door de schildpad en de zwarte baars, die de mensen medicijnen en liederen hebben geschonken. De vogels in de luchtwereld zijn dondervogels, die de Donder vertegenwoordigen, de grootvader van alle mensen. Bron: unieketrouwringen.nl Trouwringen en Ojibwe-verhalen.

Aki, de kosmos zoals de Ojibweg deze in vroeger tijden zagen, en die volgens de traditie was geschapen op de rug van een gigantische zeeschildpad, werd gezien als een organisch en hyperdynamisch universum, opgebouwd uit meerdere horizontale lagen en (volgens sommige verhalen) onderling verbonden door een verticale axus mundi in de vorm van een witte-cederboom. Men onderscheidde een onderwereld, een bovenwereld en verschillende luchtlagen die alle bewoond werden door een adembenemende verscheidenheid aan mensen, dieren, bomen, planten en geheimzinnige wezens, die doorlopend van gedaante (en soms geslacht) wisselden en allemaal indinawemaaganag waren, oftewel onderling met elkaar verwant.

Aki betekende dus niet alleen "aarde" of "land" maar ook kosmos: een telkens wisselende en complexe sociale cirkel van ontzagwekkende en tijdloze afmetingen, waar leegte en (lineaire) tijd volkomen onbekende begrippen waren. Een cirkel bovendien die doordrongen was met en verenigd was door typische Ojibwe-principes als verwantschap, gemeenschapszin en wederkerigheid; waarden die bovendien waren samengevat in het centrale begrip mino-bimaadiziiwin (een ‘oprecht leven’), en door de eeuwen heen werden gepropageerd door het wijsgerige/medicinale genootschap van de Midewiwin.

De aarde zelf, een ster, een rivier, een dauwdruppel, een zomerbriesje, een mens, een schaduw, een vis, een steen enzovoort, enzovoort - al deze ontelbare ‘verwanten’ waarmee het heilige web van het leven was samengesteld, maakten deel uit van een anima mundi of "wereldziel"; in dit verband sprak men over Gitchi-Manidoo, letterlijk: Groot Mysterie. Deze 'optelsom van mysterie' werd in de Ojibwe-belevingswereld teruggebracht tot één kosmische bron: Ojiibamaaman, oftewel Bron van alle Krachten.

Ethische traditie

Het leven in de ruimste zin van het woord (bimaadiziiwin) is voor de Ojibweg van oudsher een traditie die uiterst serieus wordt genomen. Het was een doel op zich, dat niet bereikt kon worden zonder zichzelf hiervoor structureel in te spannen, en (incidenteel) specialisten (medicijnpersonen) te raadplegen. Hierbij was de hulp van - en samenwerking met - niet-menselijke "personen" onontbeerlijk. Deze wezens, die aadizookaanag werden genoemd, oftewel 'grootvaders' of 'geesthelpers', bewoonden alle lagen van Aki, het universum.

Deze zienswijze impliceerde dat wederzijdse sociale verantwoordelijkheden en verplichtingen anzelfsprekend waren, niet alleen tussen mensen onderling, maar tussen alle levensvormen en wezens die Aki bevolkten. Het hebben van inaabandamowinan (dromen) of het zoeken van waaseyaabindamiwin (een visioen) waren hiertoe de geëigende middelen. Aldus werd het in stand houden van een hoge morele standaard binnen de eigen samenleving, het volgen van het principe van wederkerigheid en het 'ontvangen' van 'kracht' van zowel de ‘grootvaders’ als de bawaaganag (voorouders die in dromen verschijnen), essentiële voorwaarden om de ideale staat te bereiken van mino-bimaadiziiwin: het leiden van een goed en oprecht leven.

De betekenis van de berk

Wiigwaasaatig, de papierberk, wordt van oudsher beschouwd als uiterst heilig; afgezien van giizhik (de witte levensboom, Thuja occidentalis) en aninaatig (de suikeresdoorn) beschouwen de Ojibweg deze als hun meest geliefde boom. Dit heeft twee redenen. De eerste is het nut van de berkenbast (wiigwaas) in het leven van alledag; hun wiigiwaaman of huizen, sommige kleding, hun gebruiksvoorwerpen zoals makakoon of containers, hun jiimaanan of kano’s, hun odaabaa'iganag of sleden en hun aagimag of sneeuwschoenen maakten ze ermee, alsmede allerlei kunstvoorwerpen; in het religieuze leven diende de berkenbast o.a. als perkament voor de heilige inscripties van de Midewiwin. De tweede reden is de verbondenheid van de berken met Manabozho, die door de berken werd beschouwd als hun protegé. Maar beide redenen zijn eigenlijk niet los van elkaar te zien, want alles wat de Ojibweg tot nut en voorspoed strekte, werd in verband gebracht met Manabozho, de mythische aadizookaan,shapeshifter, schalkse schelm, heroïsche figuur en bovennatuurlijke weldoener tegelijk, die de Ojibweg had geleerd hoe ze moesten overleven in de natuur en hen toch, door zijn dwaze acties, een eindeloze voorraad humor verschafte. Manabozho, wat Groot Konijn betekent, werd afhankelijk van het gesproken dialect Manabozho, "Nanabush", Nanabozho, Winabozho of Wiisabooz genoemd. Hij staat bekend als Wiisagejaak bij de noordelijke Ojibweg en hun buren, de Eeyouch (Cree).

Bestand:Seven sacred Mide scrolls.2jpg.jpg
De zeven gewijde berkenbasten rollen in het Grote Medicijnhuis van de Midewiwin.

De afbeelding (rechts) toont de zeven gewijde berkenbasten rollen en een Midewiwin-rammelaar die 's nachts, bij het schijnsel van de maan op een dierenhuid op de vloer van een Midewigaan uitgestald liggen; dit is een met berkenbasten platen bekleed Midewiwin-huis dat rechthoekig van vorm is, naar voorbeeld van de eerste midewigaan die Manabozho - zo wil het geloof - in het verre verleden in een afgelegen bergdal bouwde voor de Ojibweg. De inkepingen in de rollen verwijzen naar een uniek mnemonisch systeem dat duizenden jaren lang de originele leerstellingen, rituelen, ceremoniën en profetieën van het volk heeft bewaard; alles berustend bij de Midewiwin, het Grote Medicijnhuis, oftewel het Ojibwe-genootschap van denkers en helers.

Educatie

Verhalen vertellen werd door de Ojibweg als een kunst beschouwd. Sterker, gikinawaabi, het doorgeven van verhalen en wijze lessen aan jongeren, diende sinds mensenheugenis om hen te onderrichten in de geschiedenis, cultuur, humor en alledaagse gemeenschapswaarden. De formele educatie van de jongeren werd dan ook gevormd door de mondelinge overdracht van de dibaajimowinan oftewel op persoonlijke ervaringen gebaseerde kronieken, en van de aadizookaanag en aawechiganag, oftwel de heilige verhalen, die zelfs nog uit het oude land van de Dageraad (de noord-Atlantische kust) stamden. Verhalen vertellen was in eerste instantie de taak van grootouders, in het bijzonder van de nookomisag (grootmoeders).

De kosmos zoals de Ojibweg die zagen, bewoond door talloze 'personen' die een rijke bron vormden voor de aawechiganag (educatieve heilige vertellingen) die grootouders tijdens lange winteravonden aan hun kleinkinderen vertelden. Bron: unieketrouwringen.nl

Deze enigszins geritualiseerde verhalen of fabels waren strikt seizoensgebonden, en werden nooit op terloopse wijze verteld, en speciaal gereserveerd voor de lange wintermaanden, 's avonds na het avondmaal rond het kampvuur. Dit kwam omdat veel van dergelijke verhalen verwezen naar dieren, bomen en planten, en men bang was ze te beledigen zolang ze nog niet sliepen. Tevens werd verhalen vertellen beschouwd als een rituele aanroeping van de (goedaardige) wezens uit de wereld van het onstoffelijke; de manidoog en aadizookaanag (‘mysteries’ en ‘grootvaders’) waren er dol op en luisterden gretig met de kinderen mee. Vooral de verhalen over de cultuurheld Manabozho (of Wiisagejaak, zoals hij in het hoge noorden werd genoemd), het Grote Konijn, zoon van een sterfelijke vrouw en de Westenwind en kleinzoon van Nookomis (de grootmoeder van alle Ojibweg), vermaakten de toehoorders met allerlei heldendaden en komische strapatsen en hield ze tegelijkertijd een spiegel voor.

Kunstuitingen

Behalve dat ze bekend stonden om hun fenomenale kennis van de plantenwereld en ze een reputatie als behendige jagers en handelaren en onverslaanbare krijgers hadden opgebouwd, vielen de Ojibweg eveneens op door hun artistieke kwaliteiten. Deze vonden vooral hun weerslag in geraffineerd mandenvlechtwerk en in prachtig borduurwerk van stekelvarkenpennen en, in de 17e eeuw en 18e eeuw, toen de bonthandel met de Fransen opkwam, een geheel nieuwe versieringstechniek die bekend zou worden onder de naam Woodlands Floral Design. Het gaat hier om zeer geraffineerde naturalistische en asymmetrische bloemenmotieven, in de zwierige en realistische stijl van de Fransen geborduurd op fluwelen stoffen en hertenleren kleding en mocassins, alsmede ceremoniële pijp- en schoudertassen (bandolier bags). Zo mogelijk nog unieker waren hun birch bark transparencies door vrouwentanden bewerkt berkenbast (of boombladeren), een transparant soort tekeningen dat decoratieve, aan de natuur of dromen ontleende ontwerpen opleverde. Daarnaast waren de Ojibweg meesters in het vervaardigen en versieren van allerlei soorten berkenbasten manden, makakoon genaamd.

Bestand:Lake Romance.jpg A.jpg
Pentekening door Jaawano Giijik in de stijl van de Medicine Painters Bron: unieketrouwringen.nl

In de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw ontstond, aan de oevers van het Canadese Nipigonmeer en – verder naar het zuiden – op het eiland Manitoulan in het Huronmeer, een zeer tot de verbeelding sprekende kunst: Medicine Painting (ook wel Legend Painting genoemd). Deze kunstdiscipline zou wereldwijd bekendheid krijgen onder de naam Woodland School of Art (of kortweg Woodland Art School). Grondlegger is Ojibwesjamaan en kunstenaar Ozaawaabik Animikii (Norval Morrisseau) uit noordwest-Ontario. Het onorthodoxe en eigenzinnige werk van talrijke moderne Ojibwekunstschilders en grafisch ontwerpers, soms ook afkomstig uit gemeenschappen van de Odaawaag, Cree en Mi'qmak, heeft de laatste decennia in navolging van hun leermeester en inspirator de wereld versteld doen staan door een ongeëvenaarde - en voor veel mensen nogal extreem overkomende- magische visuele taal. Het magische universum met zijn eigentijdse symbolische beeldentaal dat Norval Morrisseau en zijn tijdgenoten, en vele generaties na hen, tot wasdom brachten, valt op door haar ogenschijnlijk primitieve vormen, het veelvuldig gebruik van primaire kleuren en de unieke technieken van outline drawing (contourlijntekenstijl; zie afbeelding)) en röntgenstralendesign. Hoewel Medicine Painting een hedendaagse kunstvorm is, is het zeer diep geworteld in de eeuwenoude traditionele mondelinge en picturale overleveringen/verhalen van de Ojibweg.

Reservaten

In de vroege en midden-19e eeuw werden Ojibwe-groepen uit Michigan, Wisconsin, Minnesota en Ontario gedwongen land over te dragen; in de jaren 40 en 60 van de 19e eeuw vestigden andere groepen, vermengd met Odaawaag (Ottawa), Bodéwadmi (Potawatomi), Munsee ("Christelijke" Lenape) en Cherokee zich in het Indian Territory in Oklahoma. Na 1870 wees de Canadese overheid de Plains Ojibwa en noordwestelijke Ojibweg (algemeen bekend als de Saulteaux) reservaten toe. In 1892 werden de Plains Ojibwe die in de V.S. leefden in reservaten in North Dakota, Manitoba, Saskatchewan, Alberta en British Columbia gestopt, en in 1916, samen met een groep van Plains Cree, in Montana.

Onderstaand is een overzicht van de verschillende bands die in reservaten leven.

  • Aamjiwnaang First Nation
  • Batchewana First Nation of Ojibways [1]
  • Bay Mills Indian Community
  • Biinjitiwabik Zaaging Anishnabek First Nation
  • Cat Lake First Nation
  • Chapleau Ojibway First Nation
  • Chippewas of Georgina Island First Nation
  • Chippewas of Kettle and Stony Point
  • Chippewas of Rama Mnjikaning First Nation
  • The Chippewas of Nawash Unceded First Nation
  • Chippewa of the Thames First Nation
  • Chippewas of Saugeen Ojibway Territory
  • Chippewa Cree Tribe of Rocky Boys Indian Reservation
  • Curve Lake First Nation
  • Cutler First Nation
  • Dokis First Nation
  • Grand Traverse Band of Ottawa and Chippewa Indians
  • Garden River First Nation
  • Asubpeeschoseewagong|Grassy Narrows First Nation (Asabiinyashkosiwagong Nitam-Anishinaabeg
  • Islands in the Trent Waters
  • Keeseekoowenin Ojibway First Nation
  • Kinistin First Nation
  • Kitchenuhmaykoosib Inninuwug
  • Magnetawan First Nation
  • Lac Des Mille Lacs First Nation
  • Lac La Croix First Nation
  • Lac Seul First Nation
  • Lake Nipigon Ojibway First Nation
  • Lake Superior Chippewa Tribe
    • Bad River Chippewa Band
    • Lac Vieux Desert Band of Lake Superior Chippewa
    • L'Anse Indian Reservation|Keweenaw Bay Indian Community
      • L'Anse Band of Chippewa Indians
      • Ontonagon Band of Chippewa Indians
    • Lac Courte Oreilles Band of Lake Superior Chippewa Indians
      • Bois Brule River Band of Lake Superior Chippewa
      • Chippewa River Band of Lake Superior Chippewa
      • Lac Courte Oreilles Band of Lake Superior Chippewa Indians
      • Removable St. Croix Chippewa Indians of Wisconsin
    • Lac du Flambeau Band of Lake Superior Chippewa
    • Red Cliff Band of Lake Superior Chippewa
    • Sokaogon Chippewa Community
    • St. Croix Chippewa Indians of Wisconsin
  • Minnesota Chippewa Tribe
    • Bois Forte Band of Chippewa Indians
      • Bois Forte Band of Chippewa Indians
      • Wauzhushk Onigum First Nation|Muskrat Portage Band of Chippewa Indians
    • Fond du Lac Band of Lake Superior Chippewa
    • Grand Portage Band of Chippewa
    • Leech Lake Band of Ojibwe
      • Cass Lake Band of Chippewa
      • Lake Winnibigoshish Band of Chippewa
      • Leech Lake Band of Pillagers
      • Removable Lake Superior Chippewa Tribe|Lake Superior Bands of Chippewa of the Chippewa Reservation
      • White Oak Point Band of Mississippi Chippewa
    • Mille Lacs Band of Ojibwe
      • Mille Lacs Indians
      • Sandy Lake Band of Mississippi Chippewa
      • Rice Lake Band of Mississippi Chippewa
      • St. Croix Band of Chippewa Indians of Minnesota
        • Kettle River Band of Chippewa Indians
        • Snake and Knife Rivers Band of Chippewa Indians
    • White Earth Band of Chippewa
      • Gull Lake Band of Mississippi Chippewa
      • Otter Tail Band of Pillagers
      • Rabbit Lake Band of Mississippi Chippewa
      • Removable Mille Lacs Indians
      • Removable Sandy Lake Band of Mississippi Chippewa
      • Rice Lake Band of Mississippi Chippewa
  • Ojibways of the Pic River First Nation
  • Pembina Band of Chippewa Indians (Historical)
  • Pikangikum First Nation
  • Red Lake Band of Chippewa Indians
    • Lac des Bois Band of Chippewa Indians
  • Sandy Bay Ojibway First Nation
  • Sagamok Anishnawbek First Nation
  • Saginaw Chippewa Tribal Council
  • Sagkeeng First Nation
  • Sault Tribe of Chippewa Indians
  • Saulteau First Nation
  • Shawanaga First Nation
  • Southeast Tribal Council
    • Berens River First Nation
    • Bloodvein First Nation
    • Brokenhead First Nation
    • Buffalo Point First Nation
    • Hollow Water First Nation
    • Black River First Nation
    • Little Grand Rapids First Nation
    • Pauingassi First Nation
    • Poplar River First Nation
  • Turtle Mountain Band of Chippewa Indians
  • Wabasseemoong Independent Nation
  • Wabauskang First Nation
  • Wabun Tribal Council [2]
    • Beaverhouse First Nation
    • Brunswick House First Nation
    • Chapleau Ojibwe First Nation
    • Matachewan First Nation
    • Mattagami First Nation
    • Wahgoshig First Nation
  • Wabigoon Lake Ojibway Nation
  • Wahnapitae First Nation
  • Washagamis Bay First Nation
  • Wauzhushk Onigum First Nation
  • Whitefish Bay First Nation
  • Whitefish Lake First Nation
  • Whitefish River First Nation
  • Whitesand First Nation
  • Wikwemikong Unceded First Nation
  • Windigo First Nations Council [3]
    • Bearskin Lake First Nation
    • Cat Lake First Nation
    • Koocheching First Nation
    • North Caribou Lake First Nation
    • Sachigo Lake First Nation
    • Slate Falls First Nation
    • Whitewater Lake First Nation
  • Whitefish Lake First Nation
  • Yellow Quill First Nation

Jacht-en visrechten

Asiniweyin, een Ojibwe-opperhoofd uit Montana uit de 19e en begin 20e eeuw, bij de Amerikanen bekend als Rocky Boy

Verschillende Ojibwe-bands uit Minnesota, Michigan en Wisconsin, die bij het Bovenmeer en het Michiganmeer leven, werken tegenwoordig samen in de Great Lakes Indian Fish & Wildlife Commission, die hun jacht- en visrechten beheert zoals die zijn vastgelegd in de verdragen met de Amerikaanse federale overheid. In Ontario gebeurt hetzelfde met de Grand Council of Treaties #3. Ondanks dat deze rechten vastliggen in de vele verdragen die in het verleden zijn afgesloten, bestaan de laatste decennia zeer grote spanningen tussen met name de Ojibweg uit het zuidelijke Grote Merengebied en Amerikaanse sportvissers die het feit negeren dat de verdragsrechten aangaande de visvangst, in 1979 opnieuw zijn bekrachtigd door het federale gerechtshof.

Bekende Ojibweg

Zie ook

Externe links

[bron?]

Zie de categorie Ojibweg van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.