Nooit Volmaakt (schip, 1917)

Anton Koole met een model van de Nooit Volmaakt

De Nooit Volmaakt was een 40 ton wegend Nederlands vrachtschip.

Het schip werd in Friesland rond 1900 gebouwd. De eerste eigenaar was Gerrit de Bruijn, hij wilde er stenen en aardappelen mee vervoeren. In 1917 doopte hij zijn schip Arie, naar zijn 5-jarige zoontje. Nadat hij in 1918 aan de Spaanse griep overleed, gebruikte zijn zwager het schip een aantal jaren totdat hij rond 1925 een eigen boot kocht. De nieuwe schipper werd toen Jan van Leeuwen uit Schipluiden. Na een paar jaar kocht Van Leeuwen het schip van Jaan de Bruijn, Gerrit's weduwe.

Op 23 september 1935 verkocht Van Leeuwen zijn schip aan Sietse Rienksma. Deze gaf het schip de naam Nooit Volmaakt en vervoerde vooral aardappelen en grint. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had Rienksma een speciale vergunning om op en neer naar Zeeland te varen om aardappelen te halen. Onder die aardappelen werd dan een bootje voor de Engelandvaarders verstopt, die zelf in het vooronder zaten.

Kees Koole, wiens broer in de meidagen van 1940 gesneuveld was, was na het vertrek van Sietse Rienksma de schipper en kocht de Nooit Volmaakt in 1942. In totaal werden 72 Engelandvaarders geholpen van wie 45 Engeland bereikten.

Na de oorlog werd het schip voor de mosselvangst gebruikt. Tijdens de strenge winter van 1963 bevroor de vangst en ging de eigenaar failliet.

In 1978 werd door toeval het schip in Yerseke herontdekt. De naam was toen Lenko en het schip was vijf meter ingekort. Toen de laatste eigenaar overleed, werd het schip naar Maasland gesleept, waar Daan de Bruijn, kleinzoon van de eerdere eigenaar, het schip gaat restaureren.

Groepen

Er waren vier groepen die de overtocht met succes aflegden. Het betrof 45 personen.

  • De eerste groep vertrok op 20 mei 1941. De groep bestond uit Kees Waardenburg, Theo Vrins, Bob van der Stok, die een kompas had, en Rudy Burgwal, die voor brandstof zorgde. Het weer was te slecht en ze keerden terug. De tweede tocht voorliep voorspoedig, totdat de Nooit Volmaakt vastliep op de Roggenplaat. Toen een Duitse patrouille langskwam, beloofden Waardenburg en Rienksma zich bij de Ortskommandant in Veere te melden zodra ze weer loskwamen. Ze voeren echter naar Bergen op Zoom. De poging was dus mislukt, maar iedereen was nog vrij en de boot was behouden. De derde tocht was op 3 september 1941 en werd een succes. In het ruim was een bootje meegenomen, dat op zee te water werd gelaten. Daarin konden de Engelandvaarders hun tocht voortzetten. Dit waren toen Dick ter Beek, Rudy Burgwal, R. Daniëls, Jan Linzel, Sietse Rienksma, Bob van der Stok, Frederik Stumpff , Kees Waardenburg en Witkamp.
  • Op 5 mei 1943 was de groep van Jaap Burger en tien anderen aan de beurt. Op het Haringvliet werden ze beschoten maar ze wisten in de duisternis te ontsnappen. Aan boord waren ook Christiaan de Bakker, Gerard Bruyne, Piet Hendrik de Groot, Christiaan Gutteling, Mike Mora, Ir K.A. de Munter, Ben Reynders, Johan Anton Stroeve, Willy Weijhenke en Robert Weijhenke.
  • Op 26 juli 1943 vertrok een groepje van negen mannen. Hun bootje was op de Van Ravesteijnwerf klaargemaakt. De motor kwam uit een Engelse auto, maar die brandde al gauw door. De reservemotor deed het niet en en was geen wind. Ze moesten dus het grootste deel van de tocht roeien. De reis duurde vier dagen. Aan boord waren A. le Comte, C.J.K. van Dam, D. van Dam, Henk Elfrink, Huibert Herklots, Eddie Jonker, Willem Koole, Daan Otten, Jan Bernard Marinus Haye en de neergeschoten Britse piloot Alfred Hagen.
  • Op 23 augustus 1943 ondernam Theo Vrins weer een poging. Het schip werd door de Duitsers op zee onderschept. Aan boord waren nog 14 mannen: Willem Otto Beck, Joris Beekenkamp, Willem Bruyne, Jan Willem Coenraads Nederveen, Frits Driessen, Maarten Gutteling, Nico van Hasselt, Willy Otto Ernst Korver, Rudolf Nelemans, Eduard Willem le Rütte, Hans Zaaijer, Rinus Zaaijer, Bob van Zuylen, Cor van Zuylen,