Nero (keizer): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Krachunov (overleg | bijdragen)
k recente historische studie
Krachunov (overleg | bijdragen)
Regel 44: Regel 44:


==Grote brand van Rome==
==Grote brand van Rome==
Vanaf deze tijd ging het alleen maar bergafwaarts. Nero hield zich vrijwel alleen nog maar bezig met zijn passies en trad zelfs op als dichter, zanger en acteur, maar met zijn middelmatige talenten had dat een averechts effect op zowel de senaat als het volk. Bovendien verwoestte [[Grote brand van Rome|een grote brand]] in [[64]] een groot deel van [[Rome (stad)|Rome]]. Hoewel de keizer niet in de stad was en veel deed om het leed te verzachten en de wederopbouw ter hand te nemen, deden (waarschijnlijk valse) geruchten de ronde dat hij zelf tot de brand opdracht had gegeven - vanwege het mooie schouwspel, of om plaats te maken voor een groot paleis. Ook deed het verhaal de ronde dat Nero tijdens de brand een gedicht over het brandende Troje aan het voordragen was op het balkon van zijn paleis. Deze geruchten kwamen onder andere tot stand doordat hij in de buurt van het vrijgekomen terrein een fabelachtig paleis, de Domus Aurea, liet bouwen. De bewering dat hij de verdenking van zichzelf zou afgewenteld hebben door de christenen de schuld te geven van de grote brand<ref>[[Grote Winkler Prins]], zevende druk, 1972</ref><ref>{{fr}}Simon, M. (1952), ''Les Premiers Chrétiens'', [[Que sais-je ?]], Presses Universitaires de France</ref> werd vroeger vrijwel volmondig aanvaard, doch wordt door hedendaagse historici ernstig in twijfel getrokken. Voormelde bewering is immers gebaseerd op boek XV hoofdstuk 44 van de Annales (Jaarboeken) van Tacitus. In dit hoofdstuk lijkt Tacitus inderdaad over Christus, diens terechtstelling op bevel van Pontius Pilatus en de beschuldiging aan het adres van de christenen m.b.t. de brand van Rome te schrijven. De authenticiteit van dit stuk wordt echter betwist. Uit de studie "The Chrestianos Issue in Tacitus Reinvestigated" van Erík Zara (2009) blijkt b.v. dat de tekst van het zgn. Christenkapitel in de middeleeuwen gewijzigd werd.
Vanaf deze tijd ging het alleen maar bergafwaarts. Nero hield zich vrijwel alleen nog maar bezig met zijn passies en trad zelfs op als dichter, zanger en acteur, maar met zijn middelmatige talenten had dat een averechts effect op zowel de senaat als het volk. Bovendien verwoestte [[Grote brand van Rome|een grote brand]] in [[64]] een groot deel van [[Rome (stad)|Rome]]. Hoewel de keizer niet in de stad was en veel deed om het leed te verzachten en de wederopbouw ter hand te nemen, deden (waarschijnlijk valse) geruchten de ronde dat hij zelf tot de brand opdracht had gegeven - vanwege het mooie schouwspel, of om plaats te maken voor een groot paleis. Ook deed het verhaal de ronde dat Nero tijdens de brand een gedicht over het brandende Troje aan het voordragen was op het balkon van zijn paleis. Deze geruchten kwamen onder andere tot stand doordat hij in de buurt van het vrijgekomen terrein een fabelachtig paleis, de Domus Aurea, liet bouwen. De bewering dat hij de verdenking van zichzelf zou afgewenteld hebben door de christenen de schuld te geven van de grote brand<ref>[[Grote Winkler Prins]], zevende druk, 1972</ref><ref>{{fr}}Simon, M. (1952), ''Les Premiers Chrétiens'', [[Que sais-je ?]], Presses Universitaires de France</ref> werd vroeger vrijwel volmondig aanvaard, doch wordt door hedendaagse historici ernstig in twijfel getrokken. Voormelde bewering is immers gebaseerd op boek XV hoofdstuk 44 van de Annales (Jaarboeken) van Tacitus. In dit hoofdstuk lijkt Tacitus inderdaad over Christus, diens terechtstelling op bevel van Pontius Pilatus en de beschuldiging aan het adres van de christenen m.b.t. de brand van Rome te schrijven. De authenticiteit van dit stuk wordt echter betwist. Uit de studie "[http://www.textexcavation.com/documents/zaratacituschrestianos.pdf The Chrestianos Issue in Tacitus Reinvestigated]" van Erík Zara (2009) blijkt b.v. dat de tekst van het zgn. Christenkapitel in de middeleeuwen gewijzigd werd.


==Weelde==
==Weelde==

Versie van 5 jul 2009 16:47

Sjabloon:Infobox keizer Nero (Antium, 15 december 37 - bij Rome, 9 juni 68) was keizer van Rome van 13 oktober 54 tot 9 juni 68. Zijn oorspronkelijke naam (vóór zijn adoptie door keizer Claudius) was Lucius Domitius Ahenobarbus. Bij zijn adoptie veranderde zijn naam in: Nero Claudius Caesar Drusus Germanicus. Toen hij keizer werd, werd zijn officiële naam: Nero Claudius Caesar Augustus Germanicus en, vanaf 66, Imperator Nero Claudius Caesar Augustus Germanicus.

Nero was de zoon van Gnaeus Domitius Ahenobarbus en Agrippina de jongere en via haar verwant aan Gaius Iulius Caesar Octavianus (Augustus). Hij beriep zich erop een bet-achterkleinzoon van hem te zijn.

Vergif

In 50 wist Nero's moeder Agrippina, die met keizer Claudius was gehuwd, te bewerkstelligen dat Claudius de jonge Nero adopteerde. Ook werd de filosoof Seneca uit ballingschap teruggeroepen om als tutor van Nero te fungeren. In 53 werd hij getrouwd met de dochter van de keizer, Claudia Octavia. In oktober 54 werd Claudius door Agrippina vergiftigd en zijn zoon Britannicus vastgezet zodat Nero zonder enige concurrentie tot keizer kon worden uitgeroepen. Britannicus stierf aan tafel op 11 februari 55, vergiftigd door Nero. Volgens Tacitus werd Britannicus een drankje aangeboden dat veel te heet was. Britannicus had een proever en deze had van die hete drank geproefd. Het gif zat echter in het water dat bedoeld was om de drank af te koelen. Volgens Suetonius werd Britannicus eerst een drank met vergif toegediend, maar dit gaf Britannicus slechts een erge diarree. Daarop liet Nero zijn gifmengster in zijn eigen kamer het gif koken (om het sterker te maken) en liet het eerst testen op een bokje en vervolgens op een biggetje dat bij de eerste slok dood neerviel. Hierop liet Nero het gif aan Britannicus toedienen, waarop deze bij de eerste slok dood neerviel; Nero verklaarde aan zijn disgenoten dat Britannicus slechts een epilepsieaanval had. Het lijk werd daarop in de gutsende regen verbrand (aldus Suetonius). Zijn lijk werd onmiddellijk gecremeerd, zodat een moord niet te bewijzen was.

Gedurende de eerste paar maanden van zijn keizerschap had Agrippina een aanzienlijke invloed maar na de dood van Britannicus werd zij uit het paleis verstoten zodat Nero, op 18-jarige leeftijd, alle macht in handen kreeg. Zijn belangrijkste adviseurs werden Seneca en de prefect van de Praetoriaanse garde, Burrus, die zich op het juiste moment van Agrippina hadden afgekeerd. Vier jaar later (in 59) werd zij uiteindelijk in opdracht van haar eigen zoon vermoord.

Vrede en welvaart

De eerste vijf jaren van zijn keizerschap waren een gouden tijd voor Rome en het Rijk, er heerste vrede en welvaart onder het kundig advies van Seneca en Burrus. Daarna echter hield Nero zich steeds minder bezig met het landsbestuur en gaf zich over aan zijn passies voor de Griekse cultuur, kunst, vooral toneel en muziek, maar ook drank en seks (waaronder een avontuur met een volksmeisje Acte maar ook perversiteiten). Hij liet het bestuur van het rijk feitelijk alleen nog maar over aan Seneca en Burrus.

Veldtocht in het oosten

Onderwijl werd generaal Corbulo erop uitgestuurd om de Parthen een lesje te leren. Hij trok Armenië binnen en nam Artaxata en Trigranocerta in, maar uiteindelijk zette hij toch Tiridates, de broer van de Parthische koning Vologases I weer terug op de troon, ondanks opdrachten uit Rome om de Parthen voorgoed uit dit betwiste gebied te verdrijven. Daarop werd Paetus naar het oosten gestuurd om het over te nemen, maar deze leed een smadelijke nederlaag tegen de Parthen. Daarna kreeg Corbulo het bevel weer terug en streed een succesvolle campagne. Toch was de uiteindelijke uitkomst dat Tiridates weer op de Armeense troon bevestigd zou worden door Rome.

In 62 kwam Burrus om het leven (volgens geruchten vermoord door Nero), Seneca diende zijn ontslag in nadat hij over de dood van Burrus had gehoord. Zijn ontslag werd door Nero geweigerd. Nero liet zich van Claudia Octavia scheiden en zij werd terechtgesteld. Nero verving haar door zijn maîtresse Poppaea, ex-vrouw van zijn vroegere vriend Otho die hij eerder als gouverneur naar Lusitania (tegenwoordig Portugal) had gestuurd.

Grote brand van Rome

Vanaf deze tijd ging het alleen maar bergafwaarts. Nero hield zich vrijwel alleen nog maar bezig met zijn passies en trad zelfs op als dichter, zanger en acteur, maar met zijn middelmatige talenten had dat een averechts effect op zowel de senaat als het volk. Bovendien verwoestte een grote brand in 64 een groot deel van Rome. Hoewel de keizer niet in de stad was en veel deed om het leed te verzachten en de wederopbouw ter hand te nemen, deden (waarschijnlijk valse) geruchten de ronde dat hij zelf tot de brand opdracht had gegeven - vanwege het mooie schouwspel, of om plaats te maken voor een groot paleis. Ook deed het verhaal de ronde dat Nero tijdens de brand een gedicht over het brandende Troje aan het voordragen was op het balkon van zijn paleis. Deze geruchten kwamen onder andere tot stand doordat hij in de buurt van het vrijgekomen terrein een fabelachtig paleis, de Domus Aurea, liet bouwen. De bewering dat hij de verdenking van zichzelf zou afgewenteld hebben door de christenen de schuld te geven van de grote brand[1][2] werd vroeger vrijwel volmondig aanvaard, doch wordt door hedendaagse historici ernstig in twijfel getrokken. Voormelde bewering is immers gebaseerd op boek XV hoofdstuk 44 van de Annales (Jaarboeken) van Tacitus. In dit hoofdstuk lijkt Tacitus inderdaad over Christus, diens terechtstelling op bevel van Pontius Pilatus en de beschuldiging aan het adres van de christenen m.b.t. de brand van Rome te schrijven. De authenticiteit van dit stuk wordt echter betwist. Uit de studie "The Chrestianos Issue in Tacitus Reinvestigated" van Erík Zara (2009) blijkt b.v. dat de tekst van het zgn. Christenkapitel in de middeleeuwen gewijzigd werd.

Weelde

Het grote en luxueuze paleis dat Nero liet bouwen in het verwoeste deel van de stad (de Domus Aurea = Gouden Huis), dat zich uitstrekte van de Palatijn tot de Esquilijn, vergrootte de reeds bestaande haat tegen de keizer. Het bevatte onder andere een enorm standbeeld van Nero van zo'n 40 meter hoog, later de Colossus genoemd. Het paleis verhinderde niet alleen een groot deel van de oorspronkelijke bewoners terug te keren naar hun woonplaats, maar verergerde ook de fiscale crisis die ontstaan was door de wederopbouw van de rest van de verwoeste gedeeltes van de stad. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in 65 een complot tegen Nero werd gesmeed. Het lekte echter uit en Nero nam harde maatregelen.

Nero liet Tiridates in 66 persoonlijk naar Rome komen - wettelijk was dat niet nodig - om zijn bevestiging uit handen van de keizer te ontvangen. Zo werd alle moeite die Corbulo gedaan had weer ongedaan gemaakt.

Einde

Uiteindelijk betekende een op zich niet zo belangrijke opstand in 68 in Gallia, die door Verginius Rufus werd neergeslagen, het einde voor Nero (zie het vierkeizerjaar). Deze gebeurtenis was echter de aanleiding voor verschillende andere opstanden van Galba en Otho (Spanje en Portugal), Rufus (die Vindex had verslagen) en Clodius Macer in Noord-Afrika. Uiteindelijk zette de Senaat Nero af. Toen men hem kwam arresteren liet hij zich doden met de woorden Qualis artifex pereo (Wat een kunstenaar sterft er met mij...). Hij liet het Rijk bankroet en in totale chaos achter.

Galerij

  1. Grote Winkler Prins, zevende druk, 1972
  2. (fr) Simon, M. (1952), Les Premiers Chrétiens, Que sais-je ?, Presses Universitaires de France

Externe links

Zie de categorie Nero van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.