Nehalennia (godin): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Trismegistus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Versie 21675474 van Trismegistus (overleg) ongedaan gemaakt. el werkte niet meer, onzin over hel weg.
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:WLANL - mystic mabel - Voltarief van de Godin Nehalennia 150-250 na Chr..jpg|thumb|250px|[[Votiefsteen]] aan de Godin Nehalennia 150-250 na Chr]]
[[Bestand:WLANL - mystic mabel - Voltarief van de Godin Nehalennia 150-250 na Chr..jpg|thumb|250px|[[Votiefsteen]] aan de Godin Nehalennia 150-250 na Chr]]
[[Bestand:Nehalennia.jpg|thumb|250px|Domburgs Nehalennia-altaar volgens Plaat 7 No. 15a van L.J.F. Janssen, ''De Romeinsche Beelden en Gedenksteenen van Zeeland'', Leiden, 1845]]
[[Bestand:Nehalennia.jpg|thumb|250px|Domburgs Nehalennia-altaar volgens Plaat 7 No. 15a van L.J.F. Janssen, ''De Romeinsche Beelden en Gedenksteenen van Zeeland'', Leiden, 1845]]
'''Nehalennia''' (ook '''Nehalenia, Nehelenia, Nehalaenniae, Nehalaenia''') was een voor-[[Keltische mythologie|Keltisch]]-[[Germaanse mythologie|Germaanse]] bescherm[[godin]] die in het [[2e eeuw|2e]] en [[3e eeuw|3e eeuwse]]<ref name=livius>Lendering (2006).</ref> [[Gallia Belgica]] nog door [[visserij|vissers]], [[zeeman (beroep)|zeelui]] en [[handelaar]]s werd vereerd bij de monding van de [[Schelde (rivier)|Schelde]] en in [[Keulen]] als beschermgodin van zeelieden en hun schepen. Ook kooplui bezochten haar tempels om te bidden of om haar te danken voor een goed verlopen overtocht.<br> Vandaar dat zij, behalve met een schip en met een schelp, ook werd uitgebeeld met een mand vol vruchten. Het 'hel' in haar naam zou kunnen verwijzen naar haar band met 'Hel', de godin van de dood.
'''Nehalennia''' (ook '''Nehalenia, Nehalaenniae, Nehalaenia''') was een voor-[[Keltische mythologie|Keltisch]]-[[Germaanse mythologie|Germaanse]] bescherm[[godin]] die in het [[2e eeuw|2e]] en [[3e eeuw|3e eeuwse]]<ref name=livius>Lendering (2006).</ref> [[Gallia Belgica]] nog door [[visserij|vissers]], [[zeeman (beroep)|zeelui]] en [[handelaar]]s werd vereerd bij de monding van de [[Schelde (rivier)|Schelde]] en in [[Keulen]].<br>
Er waren in die tijd ten minste twee en misschien drie in steen gebouwde [[tempels]] van Nehalennia in wat nu [[Zeeland (provincie)|Zeeland]] is. Deze streek was toentertijd een belangrijke schakel in het Romeins handelsverkeer tussen de [[Rijn]]streek en [[Britannia (Romeinse provincie)|Britannia]].
Er waren in die tijd ten minste twee en misschien drie in steen gebouwde [[tempels]] van Nehalennia in wat nu [[Zeeland (provincie)|Zeeland]] is. Deze streek was toentertijd een belangrijke schakel in het Romeins handelsverkeer tussen de [[Rijn]]streek en [[Britannia (Romeinse provincie)|Britannia]].


Regel 54: Regel 53:
* [http://www.livius.org/ne-nn/nehalennia/nehalennia.html Nehalennia] op [[livius.org]]
* [http://www.livius.org/ne-nn/nehalennia/nehalennia.html Nehalennia] op [[livius.org]]
* [http://www.wales.ac.uk/documents/external/cawcs/pcl-moe.pdf Proto-Celtic — English lexicon]
* [http://www.wales.ac.uk/documents/external/cawcs/pcl-moe.pdf Proto-Celtic — English lexicon]
* [http://www.indoeuropean.nl/cgi-bin/response.cgi?flags=endnnnn&root=leiden&basename=%252Fdata%252Fie%252Fpokorny%2526amp%253Bfirst%253D1%2526amp%253Btext_lemma%253Dab-%2526amp%253Bmethod_lemma%253Dsubstring Pokorny's *ab-]
* [http://www.indoeuropean.nl/cgi-bin/response.cgi?flags=endnnnn&root=leiden&basename=/data/ie/pokorny&first=1&text_lemma=ab-&method_lemma=substring Pokorny's *ab-]
* [http://www.bartleby.com/61/roots/IE337.html Watkin's *nebh-]
* [http://www.bartleby.com/61/roots/IE337.html Watkin's *nebh-]
* [http://www.nehalennia-tempel.nl Gereconstrueerde Nehalennia tempel te Colijnsplaat]
* [http://www.nehalennia-tempel.nl Gereconstrueerde Nehalennia tempel te Colijnsplaat]

Versie van 26 jun 2010 02:04

Votiefsteen aan de Godin Nehalennia 150-250 na Chr
Domburgs Nehalennia-altaar volgens Plaat 7 No. 15a van L.J.F. Janssen, De Romeinsche Beelden en Gedenksteenen van Zeeland, Leiden, 1845

Nehalennia (ook Nehalenia, Nehalaenniae, Nehalaenia) was een voor-Keltisch-Germaanse beschermgodin die in het 2e en 3e eeuwse[1] Gallia Belgica nog door vissers, zeelui en handelaars werd vereerd bij de monding van de Schelde en in Keulen.
Er waren in die tijd ten minste twee en misschien drie in steen gebouwde tempels van Nehalennia in wat nu Zeeland is. Deze streek was toentertijd een belangrijke schakel in het Romeins handelsverkeer tussen de Rijnstreek en Britannia.

Er is voorlopig geen uitsluitsel of het om een zuiver Keltische dan wel om een Germaanse godin gaat. Een afbeelding van een tronende godin met kinderen aan de borst, met schoothondjes, of met manden fruit[2] wordt door Lothar Schwinden getypeerd als een moedergodin (zoals de Gallo-Romeinse versie van de Keltische Aveta).[3]


Cultus

De cultus van Nehalennia roept nog veel vraagtekens op. Zij wordt soms geassocieerd met het hiernamaals, maar mogelijk was zij ook een godin van de vruchtbaarheid. Ze wordt meestal zittend op een troon afgebeeld met vruchten of appels op haar schoot en een mand vruchten naast haar, die begrepen kunnen worden als symbool van vruchtbaarheid of vergankelijkheid, en rechts van haar een hond, doorgaans geïnterpreteerd als symbool van trouw. De hond is soms ook een symbool van een moedergodincultus zoals die van Isis en wordt geassocieerd met de ster Sirius verwijzend naar het tijdsverloop en de tijd om opnieuw te zaaien.[4]

Een hond heeft binnen de Indo-Europese mythologie echter vaker de grimmige rol van hellehond en bewaker van de onderwereld gekregen. In Romeinse bronnen werd de woeste Noordzee bij één gelegenheid beschreven als geteisterd door honden[5]. Appels verwijzen in de Europese mythologie meermalen naar anderwereldse (hiernamaals?) oorden zoals het appelland Avalon en de tuin van Hesperia.

De wijze van afbeelden van Nehalennia vertoont overeenkomsten met die van de Matronae, de naam die de Romeinen gaven aan godinnen die, alleen of met drie, voor zij naar hier kwamen al door de Kelten werden vereerd. Zij zijn daarna vaak in pijpaarde afgebeeld, evenals honden, als om haar te begeleiden. In Tongeren zijn graven met als grafgift een hondenschedel gevonden, wat zou kunnen wijzen op een rol van de hond in de cultus rond de Matronae. Attributen van deze godinnen zijn heel vaak dieren, vruchten en hoornen des overvloeds. Dit soort regionale godinnen werd meestal afgebeeld als een op een troon zittende vrouw. Zij werden geacht huis en haard te beschermen, maar ook hele stammen of volkeren.

Voor de komst van de Romeinen maakten de Kelten geen afbeeldingen van hun goden en de tempels waren heel eenvoudige houten constructies, waar nu nog weinig van over is. Op deze plaatsen werd de godin om bijstand gebeden. Veel dergelijke plaatsen waren boomheiligdommen en zijn na de kerstening omgedoopt tot kapelletjes voor de aanroeping van Onze Lieve Vrouwe en vervolgens aan de Mariacultus overgedragen.

Altaarstenen

Op 14 april 1970 vond de visser K.J. Bout delen van een Nehalennia-altaar in zijn netten, terwijl hij bij Colijnsplaat aan het vissen was. Gericht onderzoek in 1970 en 1971 (en later nog tot 1974) leverde zo’n 240 altaren en beelden op, votiefstenen en resten van een Romeins bouwwerk. Deze worden nu bewaard en tentoongesteld in het Rijksmuseum van Leiden. Ze zijn opgevist uit de Schaar van Colijnsplaat, een vaargeul in de Oosterschelde, die ligt op de plaats waar ooit een tempel voor Nehalennia was gebouwd. Men ziet haar zittend op een troon met vruchtenmand op schoot, en naast haar een grote mand met vruchten en een hond. Een inscriptie luidt: “voor Nehalennia heeft Marcus Exingius Agricola, burger uit Trier, zouthandelaar in Keulen, zijn gelofte ingelost, gaarne en met reden”. Het merendeel van de offerstenen die zijn opgedoken werd geschonken door kooplui voor een veilige oversteek naar Britannia.

In de periode na het jaar 300 verdween de complete tempel in de Schaar van Colijnsplaat, toen in de buurt nog het plaatsje Ganuenta was gelegen. Sinds 1999 is een groep Vlaamse amateur-archeologen van de Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water bezig de zeebodem, waar de tempel in de golven verdween, in kaart te brengen. In 2004 werd in Colijnsplaat een replica van de tempel gebouwd.

Bij Domburg zijn al in 1647 resten van een Nehalennia-tempel gevonden. Nog twee altaren waren gevonden in Keulen-Deutz maar die zijn in de Tweede Wereldoorlog bij een bombardement vernietigd.[6]

Naam

De naam is mogelijk verbasterd tot Neeltje Jans. Deze naam is gegeven aan het werkeiland van de Oosterscheldekering, onderdeel van de deltawerken.

Nehalennia is sinds 1997 ook de naam van de Middelburgse openbare scholengemeenschap.

Etymologie

Ontdekking van een Nehalenniatempel in Domburg, Nederland (1647). Tekening van A.C. Bonn uit 1805 naar een schets van Hendrik van Schuylenburgh uit 1647.

Het is onbekend of de naam Nehalennia een Germaanse, Keltische of andere oorsprong heeft. Stammen die toentertijd rondwaarden werden enerzijds door Romeinse geschiedschrijvers aangeduid als Germaans en worden anderzijds vaak door de hedendaagse archeologie geïdentificeerd - of althans gedeeltelijk - als Keltisch. Bovendien moet worden onderkend dat Nehalennia de Latijnse transcriptie is van een naam uit een andere taal, en zodanig verbasterd is, zodat veel van de lokale vocalisatie verloren is. Er zijn verschillende etymologische verklaringen voorgesteld.

Mogelijk is de naam te herleiden tot een samenspel van een aantal (proto-)Keltische of Germaanse woordstammen. Opgemerkt dient te worden dat het Keltisch en het Germaans alleszins verwante taalgroepen zijn die ook een grotendeels gemeenschappelijke archeologische cultuurhorizon delen, met echter enkele subtiele verschillen.

Naar de oorsprong van de naam kan per lettergreep of per samengestelde groep van twee lettergrepen worden gezocht. In aanmerking komt afleiding vanuit het proto-indo-europese *nek (dood, brengen) voor de eerste lettergreep, *nebh (nevel) voor de eerste twee lettergrepen en onderzoek naar het achtervoegsel "ennia".

Voor het indo-europese *nek geldt als gereconstrueerde proto-keltische equivalent de stam *nek-e/o- (doden). Ondanks enkele verwijzingen van de votiefbeelden naar de onderwereld, valt deze verklaring niet helemaal te rijmen met de vruchtbaarheidsattributen van de godin.

Een beschouwing van de eerste twee lettergrepen (“Nehal”) levert mogelijkheden op voor zowel een verklaring uit het (proto-)Germaans als uit het (proto-)Keltisch.

In geval van een Germaanse oorsprong van “Nehal” zou *nihw-ela- (*nigw-ela-) uit het proto-germaans aanknopingspunten kunnen bieden. Het woord is etymologisch gerelateerd aan het woord “vernielen” in het moderne Nederlands. Deze afkomst zou in overeenstemming zijn met de funeraire symboliek in de motieven op de altaren van Nehalennia, alsmede met haar identificatie binnen de Indo-Europese vrouwelijke drie-eenheid (vergelijk Moirae, Nornen) als de godin van de toekomst (vergelijk de Noorse toekomst-norn Skuld, die tevens walkure was en gezeten op de rug van een hellehond strijders voor het toekomstige Ragnarok verzamelde).

Van het proto-Keltisch weten we veel minder, evenmin als van de Oud-Keltische godsdienst, maar in geval van een Keltische oorsprong ligt een afleiding van het proto-indo-europese (PIE) *nebh- (nevel, natheid) voor de hand. Eén argument voor de waarschijnlijkheid daarvan is het parallelle ontstaan daaruit - via een Keltische dialectvorm *nob (natheid) - van de godennaam Abnoba (waarin het eerste lid “rivier” betekent). Abnoba is een vergelijkbare Keltische woud- en riviergodin, die werd aanbeden in het Zwarte Woud. Een ander argument voor afleiding uit deze PIE-stam is de bredere ontwikkeling die dit oerwoord in het Keltisch doormaakte naar de betekenissen “Hemel” (nem in het Oud-Iers; nef in het Welsh, Cornish en Bretons) en “Wolk” (Oud-Iers: nēl, gen. niuil m ; Welsh niwl, nifwl; Cornish niul). Hierin is de karakteristieke Keltische evolutie van harde dentalen naar meer geaspireerde medeklinkers waar te nemen. “Nehal” heeft dan dezelfde woordstam en globale betekenis als het Nederlandse “nevel”, een woord met een haast cultuuroverstijgende (IE-) context. Vergelijk hiervoor ook de mythische betekenis van het Germaanse Niflheim, eveneens afkomstig uit dezelfde PIE-stam, het vaag gedefinieerde maar roemrijke geslacht der Nibelungen en de aanwezigheid in het Bataafse Nederland van de door Tacitus genoemde (nog niet geïdentificeerde) rivier met de naam Nabalia. Over dit laatste geldt dat riviernamen doorgaans honkvast in verband stonden met de cultus van een riviergodin.

“Nevel” heeft in voorchristelijke tijden hoogstwaarschijnlijk ook een duistere religieuze associatie gehad met destructieve natuurkrachten. Het woord kan daarmee een dubbele betekenis hebben gehad, waarvan het onderlinge verband alleen in de context van een reeds lang geleden verloren gegane heidense cultuurwereld begrepen kan worden. In het Latijn, dat veel beter bekend is dan het oude Germaans of Keltisch, kan iets daarvan bewaard zijn gebleven in de sterk uiteenlopende betekenis van de verwante woorden “nebula” (nevel, mist, damp) en “nebulo” (windbuil, losbol, deugniet). Als ook het oude Keltisch (sterker verwant aan het Latijn dan aan het oude Germaans) dit negatieve synoniem aan het woord voor nevel had behouden, is de bovenstaande verklaring van “Nehal” uit het proto-germaanse “*nihw-ela-” (vernielen) voor het veronderstelde onderwereld-aspect van Nehelennia overbodig. Deze strekking kan dan insgelijks ook op basis van hetzelfde speculatieve proto-keltische woord voor nevel worden verondersteld. Sterker, aangezien het PIE-equivalent van dit proto-germaanse stamwoord nog onbekend is en er vanuit de vergelijkende linguïstiek ook nog geen verwante tegenhangers gevonden zijn in andere IE-talen, kan de Germaanse wereld dit woord in de destructieve betekenis ervan rechtstreeks uit de Keltische wereld hebben overgenomen. Volgens deze zienswijze zijn beide bovenstaande etymologische verklaringen dus niet strijdig maar wederzijds aanvullend, en is Nehalennia de personificatie van zowel vruchtbaarheid (watergodin) als het hiernamaals (schikgodin).

Volgens nog andere linguïsten is de naam Nehalennia zomin uit een Keltische als uit een Germaanse taal afkomstig, maar moet hij uit een nog veel oudere taal voortkomen.[1] Jacob Grimm meldt dat hij geen bevredigende verklaring voor de naam kan geven. Neha- is volgens hem mogelijk te verbinden met het suffix bij vrouwelijke meervoudsvormen (bijvoorbeeld -nehis en -nehabus) dat op altaren in het gebied rond de Nederrijn terug te vinden is. Deze altaren betreffen waarschijnlijk vooral nymfen al is er ook een mater onder te vinden.[7]

De uitgang -ennia, tenslotte, kan eenvoudig een verbastering van uitheemse (Romeinse) oorsprong zijn. Verwijzingen naar de Keltische moedergodin Anu, inclusief een interpretatie van het honden-motief als symbool voor een moeder-zoonverering (In de Ierse mythologie wordt Anu voorgesteld als moeder van drie zoons die hun gedaante kunnen veranderen in die van een hond), blijven volledig speculatief.

Externe links

Trivia

  • De Gelderse folk metal band Heidevolk heeft een nummer over Nehalennia gemaakt op hun album 'Uit oude grond'.

Literatuur

  • Jona Lendering, De randen van de aarde. De Romeinen tussen Schelde en Eems, 2000 Amsterdam, blz.164-168
  • P. Stuart and J.E. Bogaers, Nehalennia. Römische Steindenkmäler aus der Oosterschelde bei Colijnsplaat, 2001 Leiden

Referenties

  1. a b Lendering (2006).
  2. Miranda Green. "The Celtic Goddess as Healer." In Sandra Billington (ed). 1996. The Concept of the Goddess. Routledge. ISBN 978-0-415-14421-6.
  3. Lothar Schwinden. "Muttergöttin der Treverer: Ritona". In Sabine Faust et al. (1996) Religio Romana: Wege zu den Göttern im antiken Trier. Rheinisches Landesmuseum Trier.
  4. afbeelding van Epona met een hondje op haar schoot
  5. ALBINOVANUS PEDO, geciteerd door Seneca in Suasoriae (i. 15), vergelijkt de woede van de zee tijdens de storm die Germanicus in de Noordzee trof (16 na Chr) met die van "de honden van de zee".
  6. van Gilst A., "Wijze vrouwen en Godinnen", pag.26
  7. Jacob Grimm Teutonic Mythology. voor het Duitse origineel, zie Commons