Nederlandse krijgsmacht

Nederlandse krijgsmacht
Nederlandse krijgsmacht
Land Koninkrijk der Nederlanden
Onderdeel van Ministerie van Defensie
Oprichting 1814
Leiding
Opperbevelhebber Nederlandse regering
Verantwoordelijke minister Kajsa Ollongren
Commandant der Strijdkrachten Generaal Onno Eichelsheim
Slagkracht
Eenheden Koninklijke Marine Koninklijke Landmacht Koninklijke Luchtmacht Koninklijke Marechaussee
Troepensterkte* 40.101[1]
Aantal reserve* 6.277[1]
Minimumleeftijd 17 jaar
Aantal pantservoertuigen* 813[2]
Aantal vliegtuigen* 85[2]
Aantal helikopters* 77[2]
Aantal schepen* 29[3]
Uitgaven
Jaarbudget* € 11.628.696.000[4]
Procent van bbp* 1,48[5]
(*) Gegevens voor 2021
Defensie van Nederland
Instanties

Ministerie van Defensie
Nederlandse Krijgsmacht
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Krijgsmachtdelen

Koninklijke Landmacht
Koninklijke Luchtmacht
Koninklijke Marine
Koninklijke Marechaussee

Interservice-organisaties

Defensie Ondersteuningscommando
Commando Materieel en IT

Functies

Minister van Defensie
Commandant der Strijdkrachten
Inspecteur-generaal der Krijgsmacht

De Nederlandse krijgsmacht is de militaire organisatie van het Koninkrijk der Nederlanden. Het bestaan, de taken van en het gezag over de krijgsmacht zijn vastgelegd in Artikel 97 van de Nederlandse Grondwet:[6]

1. Ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde, is er een krijgsmacht.
2. De regering heeft het oppergezag over de krijgsmacht.

De krijgsmacht bestaat uit vier krijgsmachtdelen:

Organisatie

Sinds 2005 zijn de vier krijgsmachtdelen geen zelfstandige organisaties met een eigen bevelhebber meer. De operationele eenheden van de Koninklijke Marine (KM), Koninklijke Landmacht (KL) en de Koninklijke Luchtmacht (KLu) zijn georganiseerd in drie operationele commando's (OPCO's) die als onderdeel van het Ministerie van Defensie direct onder bevel van de Commandant der Strijdkrachten (CDS) vallen:

Het vierde operationele commando, de Koninklijke Marechaussee (KMAR), is de militaire politie. De marechaussee valt vanwege de specifieke taakstelling doorgaans niet direct onder bevel van de CDS, maar rechtstreeks onder de secretaris-generaal van het Ministerie van Defensie.

Er bestaan binnen het koninkrijk ook nog kleine lokale militaire korpsen op Curaçao (de Curaçaose Militie) en op Aruba (de Arubaanse Militie). Deze opereren onder gezag van de Koninklijke Marine ter plaatse.

Commandanten

Commandant der Strijdkrachten Benoemd Krijgsmachtdeel
Onno Eichelsheim Generaal
Onno Eichelsheim
(geboren 1966)
15 april 2021
Koninklijke Luchtmacht
(Gevechtshelikopters)
Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten Benoemd Krijgsmachtdeel
Boudewijn Boots Vice-admiraal
Boudewijn Boots
(geboren 1964)
8 maart 2021
Koninklijke Marine
(Vloot)
Commandant Landstrijdkrachten Benoemd Krijgsmachtdeel
Martin Wijnen Luitenant-generaal
Martin Wijnen
(geboren 1966)
28 augustus 2019
Koninklijke Landmacht
(Genie)
Commandant Zeestrijdkrachten Benoemd Krijgsmachtdeel
René Tas Vice-admiraal
René Tas
(geboren 1964)
9 september 2021
Koninklijke Marine
(Vloot)
Commandant Luchtstrijdkrachten Benoemd Krijgsmachtdeel
Dennis Luyt Luitenant-generaal
Dennis Luyt
(geboren 1963)
10 juni 2016
Koninklijke Luchtmacht
(Jachtvliegers)
Commandant Koninklijke Marechaussee Benoemd Krijgsmachtdeel
Hans Leijtens Luitenant-generaal
Hans Leijtens
(geboren 1963)
2 september 2019
Koninklijke Marechaussee

Topfunctionarissen

Hoofd van de Permanente Militaire Vertegenwoordiging van Nederland bij de NAVO en de EU Benoemd Krijgsmachtdeel
Michiel van der Laan Luitenant-generaal
Michiel van der Laan
(geboren 1965)
1 juli 2019
Koninklijke Landmacht
(Huzaren)
Commandant Defensie Ondersteuningscommando Benoemd Krijgsmachtdeel
Mario Verbeek Luitenant-generaal
Mario Verbeek
30 april 2019
Koninklijke Luchtmacht
(Directie Materiele Instandhouding)
Inspecteur-generaal der Krijgsmacht Benoemd Krijgsmachtdeel
Frank van Sprang Generaal-majoor
Frank van Sprang
(geboren 1962)
28 november 2019
Koninklijke Marine
(Mariniers)
Directeur Defensie Materieel Organisatie Benoemd Krijgsmachtdeel
Arie Jan de Waard Vice-admiraal
Arie Jan de Waard
17 december 2015
Koninklijke Marine
(Technische Dienst)
Directeur Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst Benoemd Krijgsmachtdeel
Jan Swillens Generaal-majoor
Jan Swillens
13 juni 2019
Koninklijke Landmacht
(Korps Commandotroepen)
Commandant Netherlands Special Operations Command Benoemd Krijgsmachtdeel
Ron Smits Generaal-majoor
Ron Smits
8 juli 2021
Koninklijke Landmacht
(Regiment Infanterie Prins Johan Willem Friso)
Commandant Defensie Cyber Commando Benoemd Krijgsmachtdeel
René van den Berg Brigade-generaal
René van den Berg
1 december 2020
Koninklijke Landmacht
(Korps Commandotroepen)

Eenheidscommandanten

Inzet

De veranderde situatie in de wereld heeft de afgelopen decennia grote invloed gehad op de Nederlandse krijgsmacht. Wereldwijde inzet was vanaf 1960 op beperkte schaal voorbehouden aan het Korps Mariniers, maar dit is totaal herzien. Sedert enige decennia worden Nederlandse militairen van alle krijgsmachtdelen uitgezonden in het kader van VN-, NAVO- of EU-operaties binnen maar ook buiten Europa. De grootste militaire inzet vindt anno 2015 plaats in brandhaarden in het Midden-Oosten en Afrika.

Recente deelname aan internationale missies

Land Missie
Vlag van Bosnië en Herzegovina Bosnië en Herzegovina UNPROFOR, IFOR, SFOR en EUFOR
Vlag van Kosovo Kosovo KFOR
Vlag van Noord-Macedonië Noord-Macedonië Task Force Harvest/Task Force Fox
Vlag van Irak Irak SFIR en Operatie Inherent Resolve
Vlag van Afghanistan Afghanistan ISAF, Politietrainingsmissie in Kunduz en Resolute Support
Vlag van Somalië Somalië Operatie Atalanta en Operatie Ocean Shield
Vlag van Libië Libië NAVO-interventie in Libië
Vlag van Mali Mali MINUSMA

Van dienstplichtig naar beroeps

Het bestaan van militaire dienstplicht is vastgelegd in Artikel 98 van de Nederlandse Grondwet.[6] Doordat Nederland tussen van oudsher tandenontblotende landen als Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland ligt, wilde het letterlijk buiten schot blijven. Het koos er daarom voor zichzelf neutraal op te stellen. Deze neutraliteitspolitiek werd sinds het midden van de negentiende eeuw toegepast. Zo raakte Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog niet betrokken bij de bloedige internationale strijd.

Dat vond men zo gunstig, dat men ook bij toekomstige internationale conflicten neutraal wilde blijven. De opbouw van het leger werd hierop afgestemd. In vredestijd bestond het uit een kleine kern van beroepspersoneel en een groepje dienstplichtigen. De dienstplichtigen waren maar tijdelijk in dienst. Gedurende een aantal maanden werden jongens, als ze achttien waren geworden, opgeleid tot soldaat.Bij een dreigende oorlog konden de al opgeleide dienstplichtigen worden gemobiliseerd. Hierdoor ontstond in korte tijd een grote troepenmacht.

In de jaren twintig van de 20e eeuw werd het Nederlandse leger nauwelijks gemoderniseerd. De regering vond het niet nodig: er was geen sprake van een oorlogsdreiging. Ook de Nederlandse bevolking zag niet graag geld en nieuw wapentuig naar het leger gaan. Men wilde politieke geschillen liever vreedzaam oplossen. Vanaf 1929 draaide de overheid de geldkraan steeds verder dicht. Er heerste een economische wereldcrisis en er moest op alle uitgaven worden bezuinigd.

Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, hield Nederland vast aan zijn neutraliteitspolitiek. Wel werd er vanaf 1935 weer geld in het leger geïnvesteerd. Door het te versterken hoopte de regering de Duitsers af te schrikken, waardoor de neutraliteit kan worden behouden. De Nederlandse legermacht was nog lang niet op sterkte toen in 1939 Engeland en Frankrijk Duitsland de oorlog verklaarden. Toen de Duitsers in 1940 Nederland binnenvielen, was - ondanks een betrekkelijk succesvolle Mobilisatie - de strijd snel beslist.

Na de Tweede Wereldoorlog werd er weer meer geld in het leger geïnvesteerd en werden dienstplichtigen net als voorheen opgeroepen, maar ook daar kwam een eind aan: sinds 1997 is de oproeping in werkelijke dienst opgeschort en de ten opzichte van vroeger sterk verkleinde krijgsmacht bestaat nu geheel uit beroepspersoneel met een sterkte van ongeveer 40.000 militairen. Een deel hiervan is niet binnen de krijgsmacht zelf werkzaam, maar vervult functies binnen andere defensieonderdelen en organisaties.[7]

Vrouwen bij de krijgsmacht

In 1943 werd het eerste Vrouwen Hulpkorps opgericht, waarmee vrouwen ook rol kregen binnen de Koninklijke Landmacht. De intentie was niet dat vrouwen daadwerkelijk gingen vechten, maar wel dat zij een sociale en ondersteunende rol zouden gaan spelen.[8]

Bij de Marine werd in 1944 de Marine Vrouw Afdeling (MARVA) opgericht.[9]

Reservisten

De Nederlandse krijgsmacht heeft ongeveer 6000 reservisten, die verdeeld zijn over de vier reservisteneenheden:[10]

  • de Koninklijke Marine Reserve (ca. 850 personen) bestaat uit voormalige marinemilitairen,
  • het Korps Nationale Reserve (ca. 3000 personen) is toegankelijk voor zowel voormalige militairen als voor burgers,
  • de Groep Luchtmacht Reserve (ca. 650 personen) is toegankelijk voor zowel voormalige militairen als voor burgers,
  • de reservisten van de Koninklijke Marechaussee (210 personen) zijn voormalige opsporingsambtenaren van dat krijgsmachtdeel.

Open dagen

Diverse onderdelen van de Nederlandse krijgsmacht houden open dagen, die zijn bedoeld om een breder publiek te laten kennismaken met de krijgsmacht. Naast het organiserende krijgsmachtdeel zijn ook andere onderdelen van defensie vertegenwoordigd.

Aanvankelijk hield elk van de drie krijgsmachtdelen ieder jaar een open dag. Vanwege bezuinigingen werd dit vanaf 2010 gereduceerd tot twee defensieonderdelen per jaar.

Zie ook

Externe links