In '''Nederland''' zijn '''sinds [[1945]]''' 25 '''[[Nederlands kabinet|kabinetten]]''' aangetreden, onder voorzitterschap van in totaal 14 verschillende ministers-presidenten. De [[minister-president]] die de meeste kabinetten heeft voorgezeten was [[Willem Drees]]. Hij leidde tussen 1948 en 1958 vier opeenvolgende kabinetten. De langstzittende minister-president was [[Ruud Lubbers]], die van 1982 tot 1994 als voorzitter van drie kabinetten 12 jaar lang minister-president was.
In '''Nederland''' zijn '''sinds [[1945]]''' 27 '''[[Nederlands kabinet|kabinetten]]''' aangetreden, onder voorzitterschap van in totaal 14 verschillende ministers-presidenten. De [[minister-president]] die de meeste kabinetten heeft voorgezeten was [[Willem Drees]]. Hij leidde tussen 1948 en 1958 vier opeenvolgende kabinetten. Sinds 22 februari 2007 wordt dit geëvenaard door [[Jan Peter Balkenende]] die vanaf 2002 vier kabinetten heeft geleid. De langstzittende minister-president was [[Ruud Lubbers]], die van 1982 tot 1994 als voorzitter van drie kabinetten 12 jaar lang minister-president was.
===Overzicht===
===Overzicht===
Versie van 24 feb 2007 17:45
In Nederland zijn sinds 1945 27 kabinetten aangetreden, onder voorzitterschap van in totaal 14 verschillende ministers-presidenten. De minister-president die de meeste kabinetten heeft voorgezeten was Willem Drees. Hij leidde tussen 1948 en 1958 vier opeenvolgende kabinetten. Sinds 22 februari 2007 wordt dit geëvenaard door Jan Peter Balkenende die vanaf 2002 vier kabinetten heeft geleid. De langstzittende minister-president was Ruud Lubbers, die van 1982 tot 1994 als voorzitter van drie kabinetten 12 jaar lang minister-president was.
Overzicht
(Tenzij anders aangegeven, levert de eerstvermelde en grootste partij de minister-president. In het aantal dagen is de demissionaire periode inbegrepen)
De kabinetten-Drees worden in verschillende bronnen op twee verschillende manieren genummerd. Volgens de alternatieve nummering is het kabinet-Drees-Van Schaik (1948-1951) het eerste kabinet-Drees. Wat hier Drees I genoemd wordt (1951-1952) is dan Drees II, en zo zijn er Drees III (1952-1956) en Drees IV (1956-1958). Ook voor Balkenende III/IV geldt iets dergelijks: Balkenende III (2006-2007) was een voortzetting van Balkenede II (2003-2006), waardoor III soms II genoemd wordt. Balkenende IV (2007-) wordt dus ook wel Balkenende III genoemd.