Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 2: Regel 2:


==Geschiedenis==
==Geschiedenis==
De NJN werd in [[1920]] opgericht als samenwerkingsverband tussen de actieve [[natuurhistorisch]]e schoolverenigingen in Groningen, Zwolle, Amsterdam en Den Haag.<ref name=IISG>{{voetnoot web |url=http://www.iisg.nl/archives/en/files/n/10765316full.php |titel=Archief Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie |bezochtdatum=30 december 2008 |uitgever=Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis}}</ref> De oorspronkelijke doelstelling was om jongeren met een interesse voor [[natuurstudie]] bij elkaar te brengen. Er werd toentertijd besloten de leeftijdsgrenzen op 12 tot 23 jaar vast te stellen. Aan het einde van het jaar waarin een lid de maximumleeftijd heeft bereikt, eindigt het lidmaatschap; oud-leden worden ''oude sok'' genoemd. Aan het begin van de [[Tweede Wereldoorlog]] had de vereniging 2000 leden. Mede door het in politiek en religieus opzicht neutrale karakter werd de NJN tijdens de oorlogsjaren niet verboden (in tegenstelling tot andere jeugdbonden) en kon het aantal leden groeien tot 3700.<ref name=IISG /> Onder andere door afsplitsing van de [[Christelijke Jeugdbond van Natuurvrienden]] (CJN) in 1946 en de Katholieke Jeugdorganisatie voor Natuurstudie (KJN) in 1961 (die later fuseerden tot wat tegenwoordig de [[Jeugdbond voor Natuur- en Milieustudie]] is) liep het ledenaantal drastisch terug. Na een periode van bloei in de jaren vijftig waarin nieuwe werkgroepen werden opgericht en het natuurhistorisch peil steeg, bleef het ledenaantal in de jaren zestig vrij constant<ref name=IISG /> op 1700, ondanks de in de maatschappij toenemende belangstelling voor de natuur en grotere zorg voor het milieu. Daarna is het ledenaantal verder teruggelopen; eind jaren tachtig tot minder dan 1000 leden. In 1993 is de bovenste leeftijdsgrens, mede vanwege deze terugloop, verhoogd naar 25 jaar.<ref name=IISG /> Sinds het begin van de 21e eeuw is het ledenaantal vrij stabiel rond de 600 leden.
De NJN werd in [[1920]] opgericht als samenwerkingsverband tussen de actieve [[natuurhistorisch]]e schoolverenigingen in Groningen, Zwolle, Amsterdam en Den Haag.<ref name=IISG>{{voetnoot web |url=http://www.iisg.nl/archives/en/files/n/10765316full.php |titel=Archief Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie |bezochtdatum=30 december 2008 |uitgever=Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis}}</ref> De oorspronkelijke doelstelling was om jongeren met een interesse voor [[natuurstudie]] bij elkaar te brengen. Er werd toentertijd besloten de leeftijdsgrenzen op 12 tot 23 jaar vast te stellen. Aan het einde van het jaar waarin een lid de maximumleeftijd heeft bereikt, eindigt het lidmaatschap; oud-leden worden ''oude sok'' genoemd. Aan het begin van de [[Tweede Wereldoorlog]] had de vereniging 2000 leden. Mede door het in politiek en religieus opzicht neutrale karakter werd de NJN tijdens de oorlogsjaren niet verboden (in tegenstelling tot andere jeugdbonden) en kon het aantal leden groeien tot 3700.<ref name=IISG /> Onder andere door afsplitsing van de [[Christelijke Jeugdbond van Natuurvrienden]] (CJN) in 1946 en het ontstaan van de Katholieke Jeugdorganisatie voor Natuurstudie (KJN) in 1961 (die later fuseerden tot wat tegenwoordig de [[Jeugdbond voor Natuur- en Milieustudie]] is) liep het ledenaantal drastisch terug. Na een periode van bloei in de jaren vijftig waarin nieuwe werkgroepen werden opgericht en het natuurhistorisch peil steeg, bleef het ledenaantal in de jaren zestig vrij constant<ref name=IISG /> op 1700, ondanks de in de maatschappij toenemende belangstelling voor de natuur en grotere zorg voor het milieu. Daarna is het ledenaantal verder teruggelopen; eind jaren tachtig tot minder dan 1000 leden. In 1993 is de bovenste leeftijdsgrens, mede vanwege deze terugloop, verhoogd naar 25 jaar.<ref name=IISG /> Sinds het begin van de 21e eeuw is het ledenaantal vrij stabiel rond de 600 leden.


==Organisatie==
==Organisatie==

Versie van 15 mrt 2010 01:18

De Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) is een landelijke jeugdvereniging voor en door jongeren tussen de 12 en 25 jaar.

Geschiedenis

De NJN werd in 1920 opgericht als samenwerkingsverband tussen de actieve natuurhistorische schoolverenigingen in Groningen, Zwolle, Amsterdam en Den Haag.[1] De oorspronkelijke doelstelling was om jongeren met een interesse voor natuurstudie bij elkaar te brengen. Er werd toentertijd besloten de leeftijdsgrenzen op 12 tot 23 jaar vast te stellen. Aan het einde van het jaar waarin een lid de maximumleeftijd heeft bereikt, eindigt het lidmaatschap; oud-leden worden oude sok genoemd. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog had de vereniging 2000 leden. Mede door het in politiek en religieus opzicht neutrale karakter werd de NJN tijdens de oorlogsjaren niet verboden (in tegenstelling tot andere jeugdbonden) en kon het aantal leden groeien tot 3700.[1] Onder andere door afsplitsing van de Christelijke Jeugdbond van Natuurvrienden (CJN) in 1946 en het ontstaan van de Katholieke Jeugdorganisatie voor Natuurstudie (KJN) in 1961 (die later fuseerden tot wat tegenwoordig de Jeugdbond voor Natuur- en Milieustudie is) liep het ledenaantal drastisch terug. Na een periode van bloei in de jaren vijftig waarin nieuwe werkgroepen werden opgericht en het natuurhistorisch peil steeg, bleef het ledenaantal in de jaren zestig vrij constant[1] op 1700, ondanks de in de maatschappij toenemende belangstelling voor de natuur en grotere zorg voor het milieu. Daarna is het ledenaantal verder teruggelopen; eind jaren tachtig tot minder dan 1000 leden. In 1993 is de bovenste leeftijdsgrens, mede vanwege deze terugloop, verhoogd naar 25 jaar.[1] Sinds het begin van de 21e eeuw is het ledenaantal vrij stabiel rond de 600 leden.

Organisatie

De NJN is actief in de natuur. Er zijn ongeveer 38 afdelingen die in de weekenden excursies organiseren. Ook worden er kampen georganiseerd, in de vakanties en weekenden. De meeste kampen worden door de verschillende districten georganiseerd, maar er worden ook landelijk kampen georganiseerd, zoals de zomerkampen. Er zijn zomerkampen over verschillende onderwerpen, zoals vogels, insecten, plantjes of zoogdieren, maar er zijn ook algemene zomerkampen. Op de algemene zomerkampen wordt aan alles tijd besteed. Van de zomerkampen zijn de meeste in Nederland, maar er zijn er ook altijd een paar in het buitenland.

Organisatiestructuur

De NJN wordt landelijk bestuurd door het Hoofdbestuur (HB) wat per kalenderjaar op het jaarlijkse congres tussen kerst en oud & nieuw wordt aangesteld. In de volgende tabel is te zien uit welke functies deze bestaat en wie deze de afgelopen jaren vervulden.

Functie Afkorting 2005 2006 2007 2008 2009
Bondsvoorzitter Bovo Berber de Jong René Janssen Merel Collenteur Linde Hoekstra Nicky Lustenhouwer
Penningmeester Ping Daan Schrama Thijs de Kruijf Henriette Bakker Merit de Jeu Sigrid van Woerkom
Secretaris Sec Tommer Vermaas Bastiaan Welmers Marten Tacoma Tjerk Veenstra Bob Vroegh
Coördinator Natuurzaken Conaza Bart Kranstauber Merel Bas Tim Hofmeester Tessel Grijp Rutger Wilschut
Coördinator Bondszaken Coboza Renske Hoekstra Milan van Hulst Tim de Boer Froukje Postma Jorijn Hornman
Coördinator Externe zaken Coeza Floor Hugenholtz Sam van Herwaarden Jasper Schilling Margot Sauter Frida Feijen
Functie Afkorting 2010
Bondsvoorzitter Bovo Jan Hovenkamp
Penningmeester Ping Suzan Mulder
Secretaris Sec Sanne van Veen
Coördinator Natuurzaken Conaza Mark Lammers
Coördinator Bondszaken Coboza Maartje Neerhoff
Coördinator Externe zaken Coeza Janneke Sindram

Het hoofdbestuur houdt zich vooral bezig met de landelijk lopende zaken zoals de zomerkampen, landelijke publiciteit, financiën en de strategische planning van de NJN. Hiervoor hebben de drie coördinatoren een commissie onder zich. De mensen die landelijk een functie hebben in de NJN, dan wel als HB'er (hoofdbestuurder), in een van de commissies, of als assistent van het HB vormen samen de zogenaamde Bondstop.

Daarnaast ondersteunt de bondstop de lokale NJN-organen. Dit zijn de afdelingen (vooral gericht op het organiseren van excursies) en de districten (vooral gericht op het organiseren van kampjes). Daarnaast worden de hierna nader gespecificeerde werkgroepen ondersteund.

Werkgroepen

Binnen de NJN bestaan een aantal werkgroepen, voor mensen die meer aandacht willen besteden aan een bepaald onderwerp. De verschillende werkgroepen zijn: de ZWG (Zoogdierenwerkgroep), de SWG (Strandwerkgroep), de IWG (Insectenwerkgroep), de Sjoc (Plantensociologische werkgroep) en de VWG (Vogelwerkgroep). De GWG (Geologische werkgroep) was er vroeger ook maar die bestaat niet meer. De NJN werkt via Keigroen samen met andere jongerenorganisaties op het gebied van natuur en milieu. De NJN is tevens medeorganisator van de natuurwerkdag.

Activiteiten

De NJN doet vooral aan veldbiologie maar ook aan natuurbescherming en natuurbeheer; bijvoorbeeld als er ergens een gebiedje is waar een bedrijf zich wil vestigen, wordt de NJN opgetrommeld en gaat die daar inventariseren of er beschermde soorten zijn. Ook helpt de NJN altijd mee bij de natuurwerkdag. Er is een aantal vaste activiteiten, zoals de zomerkampen, de kust- en kordagen en het congres. In 2005 vierde de NJN zijn 85-jarig bestaan. Er werd een weekend feest gevierd, met een symposium over de Waddenzee. In 2006 bestond het landelijke blad Amoeba 80 jaar. Ter gelegenheid daarvan verscheen in Amoeba een aantal artikelen uit de oude doos.

NJN-taal

De leden van de NJN korten sommige woorden af. Voor zomerkamp wordt zoka gebruikt, paaskamp wordt paka, penningmeester wordt ping en nog veel meer. Daarnaast bestaat er een typische eigen vocabulaire, die overigens wel aan ontwikkeling onderhevig is. Van veel termen is de oorsprong niet meer te achterhalen. Enkele voorbeelden zijn: tijger (toilet, meestal in openlucht tijdens een kamp), tijgerfilm (wc-papier), kluns (iemand die net lid is geworden), oude sok (vroeger NJN-lid), engelenkots (sandwichspread), wagensmeer (appelstroop), bospik (opzichter/boswachter), beerput (zelfgemaakte liedbundel), hupsen (volksdansen), jankhout (blokfluit), knuppel (degeen die het materiaal tijdens een kamp verzorgt), blik (auto), luizepoten (lucifers), etc. Daarnaast zijn er eigen namen voor veel planten en dieren (soms alleen in bepaalde jaren) in gebruik: boskip (fazant), duinpest (cactusmos Camylopus introflexus), heilhitlergras (schaduwgras Poa nemoralis, voor de Tweede Wereldoorlog ook wel houzeegras genoemd), homozweefje (menuetzweefvlieg Syritta pipiens), platgeslagen sinterklaasmutsmos (kantmos Lophocolea bidentata).[2]

Uitgeverij

De NJN heeft een eigen een uitgeverij, de Stichting Jeugdbondsuitgeverij (JBU). Dit is een niet-commerciële organisatie die zich ten doel stelt om de beide jeugdbonden voor natuurstudie in Nederland (de NJN en de Jeugdbond voor Natuur- en Milieustudie) te voorzien van determinatiewerken.

Kampen

Via de NJN kan men op verschillende kampen gaan. Er zijn zomerkampen en kleine weekendkampen. Kampen zijn er rond verschillende thema's. Zo'n kamp wordt georganiseerd door de werkgroep van het desbetreffende thema. Kampen met het thema 'algemeen' worden door iemand geregeld die zich daar toe geroepen voelt (of aan wie het wordt gevraagd).

Kamp Commissie (KC)

Op NJN kampen is in principe iedereen gelijk, maar er zijn wel een paar ervaren NJN'ers met een bepaalde functie en verantwoordelijkheid. Op de speciale piepkampen heeft de KC wel echt een leidende functie.

Naam Afkorting functie hoeveel per kamp
Voorzitter VZ Bewaakt de sfeer op kamp en is het centrale aanspreekpunt 1
Penningmeester Ping Beheert het geld en zorgt ervoor dat er niet teveel wordt uitgegeven 1
Knuppel - Coördineert het corvee en zorgt dat de primussen/gaspitten en ander materiaal goed blijft werken 2
Natuurteam'er NT'er Regelt dat er elke dag toffe excursies zijn met ervaren excursieleiders 2
Kok (fouragemeester) four Zorgt dat alles rond de inkoop en bereiding van het eten goed verloopt en houdt de vooraad in de gaten 2/3
Lid zonder functie LZF Ondersteunt de rest van de KC maar heeft geen speciale functie 0/1/2
Kampouder - Kampouders zijn oude sokken die worden gevraagd de KC te ondersteunen. Vooral op piepkampen is het zeer prettig om kampouders te hebben 0/1/2

Piepkamp

Een piepkamp is een kamp speciaal voor kinderen van 11 t/m 13 jaar oud. Op deze kampen is de kampcommissie (KC) wel echt de leiding. Op piepkampen worden er ook activiteiten geregeld door het KC.

Excursie

De NJN organiseert ook excursies. Dit wordt door heel Nederland gedaan. De afdelingen van de NJN regelen zelf excursies. De leden van de NJN die in de afdeling van de excursie wonen worden opgebeld en gemaild of ze willen komen. Sommige excursies worden landelijk aangekondigd. Tijdens een excursie gaat men met een excursieleider een gebied in en hopen daar interessante planten/insecten/dieren/... te vinden.

Zie ook

Externe link

[bron?]

  1. a b c d Archief Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Geraadpleegd op 30 december 2008.
  2. (nl) Schouten, B., 1995. NJN-woordenlijst pp 67-93, in: Sjollema, E. (red.), 1995. NJN 75 jaar 1920-1995.