Nederlandse Gebarentaal

Nederlandse Gebarentaal
Gebruikt in Nederland,
Gebruikers 20.000 (1986)
Rang onbekend
Taalfamilie

Gebarentaal

  • (historische band) Franse Gebarentaal
    • Nederlandse Gebarentaal
Dialecten
Alfabet Handalfabet Nederlandse gebarentaal
Officiële status
Officieel in
Taalorganisatie Nederlands Gebarencentrum
Taalcodes
ISO 639-3 dse
Portaal  Portaalicoon   Taal

De Nederlandse Gebarentaal (NGT) is een gebarentaal die in Nederland wordt gebruikt in de communicatie onder doven en tussen doven en horenden.

Geschiedenis van de Nederlandse Gebarentaal

Voor de standaardisering van de gebaren werd in Nederland de eigen regionale varianten gebruikt. Of het gebruik van gebaren werd, zoals in Groningen, ontmoedigd teneinde doven een betere zelfredzaamheid te laten verkrijgen. In de periode 1900 tot 1980 is het gebruik van gebaren in het onderwijs aan doven verboden geweest (als gevolg van de conventie van Milaan in 1875). Toch bleven dove mensen onderling gebaren gebruiken en daardoor ontstonden er vijf gebaren"dialecten" in en rondom de Doveninstituten in de regio's Groningen, Rotterdam, Amsterdam, Voorburg en St. Michielsgestel.

In 1981 is in het KOMVA-project (uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam en de NSDSK[1]) begonnen met de eerste landelijke inventarisatie van gebaren om te komen tot een gebarenwoordenboek. Aan de hand van 2000 woorden zijn gebaren gevraagd aan groepen dove mensen in de vijf regio's. Dat leverde 15.000 gebaren op video op. Niet alleen regionale verschillen werden gevonden, maar ook heel veel verschillen tussen oudere en jongere gebarengebruikers. Dit soort variatie vindt men ook in gesproken talen.

Uit onderzoek bleek dat er vooral grote verschillen in gebaren bestonden tussen de regio's Noord (Groningen) en West-Zuid. Op basis van deze informatie is het eerste landelijke gebarenwoordenboek verschenen in 1986 (Handen uit de Mouwen) waarin alle varianten opgenomen waren voor een bepaald begrip. In 1996 zijn de eerste cd-rom's verschenen met de gebaren voor de verschillende regio's. In 2008 is een Corpus[2] (grote verzameling) videofilmpjes uit de Nederlandse Gebarentaal gepubliceerd op het internet. Aan dit Corpus hebben 92 Doven uit alle regio's in Nederland bijgedragen. Hiermee is het mogelijk geworden om verder onderzoek te doen naar de variatie in de NGT, zowel wat het lexicon betreft als de grammatica.

Rond 1975 begonnen sommige dovenscholen onderwijs te geven in NmG (Nederlands ondersteund met gebaren). In de 1995 heeft het toenmalige instituut voor doven H.D. Guyot (Groningen) als eerste tweetalig onderwijs (NGT/Nederlands) voor doven ingevoerd. Dat voorbeeld werd al snel gevolgd in de rest van het land.

In 1998 pleitte Dovenschap voor de erkenning van de Nederlandse Gebarentaal als een volwaardige taal. Een commissie bracht hierover het rapport "Meer dan een gebaar" uit. Daarin werd o.a. gepleit voor standaardisatie, omdat het werken met verschillende varianten te omslachtig is voor het ontwikkelen van onderwijsmateriaal en tolk-opleidingen. De gestandaardiseerde gebaren zijn vervolgens via het zgn. Stabol-project (1998-2002) tot stand gekomen en op cd-rom vastgelegd. Inmiddels zijn er zo'n 5000 gebaren gestandaardiseerd. Ze zijn te zien op het online gebarenwoordenboek van het Nederlands Gebarencentrum (zie externe links) en verkrijgbaar op dvd-rom Standaard lexicon deel 1 en 2.

In 2004 hebben veel prelinguaal doven in Den Haag gedemonstreerd voor erkenning van hun gebarentaal. Het huidige kabinet ziet echter te veel haken en ogen aan erkenning via de Nederlandse Grondwet, omdat daarin de Nederlandse taal ook niet erkend is. Er zal wel worden onderzocht of de Nederlandse Gebarentaal kan worden verankerd in deelwetten, bijvoorbeeld het opnemen van het recht op tweetalig onderwijs voor dove kinderen in de onderwijswet.

Hoewel er in Nederland en Vlaanderen dezelfde gesproken taal wordt gebruikt (het Nederlands), zijn de gebarentalen verschillend: de Nederlandse Gebarentaal (NGT) verschilt van de Vlaamse Gebarentaal (VGT).

Zie ook

Bibliografie

Externe link