Nazi-Duitsland: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DennisPeeters (overleg | bijdragen)
→‎Politieke macht: Wie was het machtigst na Hitler? Altijd een vraag. Formeel was het Göring, laten we dat aanhouden. Hoewel zijn macht, zeker na 1943 tanende was.
Hannes Karnoefel (overleg | bijdragen)
Regel 71: Regel 71:


== Politieke macht ==
== Politieke macht ==
Officieel berustte alle macht in het Derde Rijk bij [[Adolf Hitler|Hitler]] die zich ''Führer'' (leider, aanvoerder) liet noemen. In de praktijk liet hij veel aan zijn ondergeschikten over. Hun bevoegdheden waren echter niet duidelijk vastgelegd en overlapten elkaar vaak. Er wordt wel eens gesteld dat Hitler dit doelbewust deed, om met deze verdeel-en-heerspolitiek eventuele concurrenten in de partij ''elkaar'' dwars te laten zitten, in plaats van dat ze hun pijlen op hem zouden richten. Zo hield Hitler iedereen van hemzelf afhankelijk. Als gevolg daarvan was het Derde Rijk geen voorbeeld van een goed georganiseerde staat. Vaak ontstonden er conflicten, zoals tussen de minister van Economische Zaken [[Hjalmar Schacht]] en [[Hermann Göring]], die de leider was van een vierjarenplan om Duitsland beter op een oorlog voor te bereiden. Schacht nam ontslag. De [[Schutzstaffel|SS]], onder leiding van [[Heinrich Himmler]], breidde haar macht uit ten koste van andere instellingen en kreeg op den duur zoveel macht, dat je zou kunnen zeggen dat de SS 'een staat in een staat' werd: bijna allen die een functie hadden in het bestuur van het Derde Rijk, merkten dat op hun terrein de SS ook veel en soms meer te zeggen had.
Officieel berustte alle macht in het Derde Rijk bij [[Adolf Hitler|Hitler]] die zich ''Führer'' (leider, aanvoerder) liet noemen. In de praktijk liet hij veel aan zijn ondergeschikten over. Hun bevoegdheden waren echter niet duidelijk vastgelegd en overlapten elkaar vaak. Er wordt wel eens gesteld dat Hitler dit doelbewust deed, om met deze verdeel-en-heerspolitiek eventuele concurrenten in de partij ''elkaar'' dwars te laten zitten, in plaats van dat ze hun pijlen op hem zouden richten. Zo hield Hitler iedereen van hemzelf afhankelijk. Als gevolg daarvan was het Derde Rijk geen voorbeeld van een goed georganiseerde staat. Vaak ontstonden er conflicten, zoals tussen de minister van Economische Zaken [[Hjalmar Schacht]] en [[Hermann Göring]], die de leider was van een vierjarenplan om Duitsland beter op een oorlog voor te bereiden. Schacht nam ontslag. De [[Schutzstaffel|SS]], onder leiding van [[Heinrich Himmler]], breidde haar macht uit ten koste van andere instellingen en kreeg op den duur zoveel macht, dat je zou kunnen zeggen dat de SS 'een staat in een staat' werd: bijna allen die een functie hadden in het bestuur van het Derde Rijk, merkten dat op hun terrein de SS ook veel en soms meer te zeggen had. Gedurende het regime had Hitler verschillende plaatsvervangers voor het geval hijzelf zou wegvallen. Eerst [[Rudolf Hess]] tot dat hij in zijn eentje naar Engeland vloog. Toen Hermann Göring maar deze verloor geleidelijk het vertrouwen van Hitler toen zijn luchtmacht steeds slechter presteerde. Uiteindelijk werd [[Karl Dönitz]], in overeenstemming met Hitlers testament dat hij vlak voor zijn zelfmoord dicteerde, tot Hitlers opvolger benoemd. Maar toen was Nazi-Duitsland al verslagen en restte Karl Dönitz als nieuwe leider alleen nog maar het tekenen van de totale overgave aan de geallieerden.


== Buitenlandse politiek ==
== Buitenlandse politiek ==

Versie van 7 okt 2010 13:12

Deutsches Reich
Großdeutsches Reich
 Weimarrepubliek
 Saargebied
 Eerste Oostenrijkse Republiek
 Eerste Tsjechoslowaakse Republiek
 Vrije Stad Danzig (1920-1939)
1933 – 1945 Geallieerde bezettingszones in Duitsland 
Geallieerde bezettingszones in Oostenrijk 
Volksrepubliek Polen 
Sovjet-Unie 
Derde Tsjecho-Slowaakse republiek 
Vlag van Nazi-Duitsland De Reichsadler
(Details) (Details)
Motto
"Ein Volk, ein Reich, ein Führer."[1]
"Eén volk, één rijk, één leider."
Kaart
Nazi-Duitsland in 1943
Nazi-Duitsland in 1943
Algemene gegevens
Hoofdstad Berlijn
Oppervlakte 633.786 km² (1939)
Bevolking 69.314.000 (1939)
Talen Duits, Tsjechisch
Religie(s) Geen officiële staatsreligie.
Bestaande religies:
Protestantisme
Rooms-katholicisme
Heidendom
Occultisme
Volkslied Deutschlandlied (1e strofe)
Horst-Wessel-Lied (de facto)
Munteenheid Reichsmark
Regering
Regeringsvorm Unitaire Dictatuur
Dynastie Geen
Staatshoofd Führer
Geschiedenis
- Hitler benoemd tot kanselier 30 januari 1933
- Anschluss 1938
- Inval in Polen 1 september 1939
- D-Day 6 juni 1944
- Slag om Berlijn 16 april 1945
Europa in 1941-1942
De nazioorlogsvlag

Nazi-Duitsland is de Duitse staat in de periode die ook wel het Derde Rijk of in de propaganda van de nazi's soms ook het Duizendjarige Rijk genoemd wordt. Deze periode in de geschiedenis van Duitsland duurde van het einde van de Weimarrepubliek op 30 januari 1933 tot het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa op 8 mei 1945. Het was de tijd van het nationaalsocialistische regime van Adolf Hitler en de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij. Officieel heette nazi-Duitsland eerst het Deutsches Reich en vanaf 1943 werd het het Großdeutsches Reich genoemd.[2] Kenmerkend voor deze periode in de Duitse geschiedenis waren totalitaire politieke onderdrukking en racistische vervolging en uiteindelijk genocide, alsook het voeren van aanvalsoorlogen en de bezetting van buurlanden en annexatie van aangrenzende gebieden.

Het begrip "Derde Rijk" (Drittes Reich) was destijds populair in onder andere de Duitse media. Als eerste rijk gold het oude Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie (843-1806) en als tweede rijk het Duitse keizerrijk (1871-1918). De verwachting van de aanhangers van het Derde Rijk-concept was dat het Derde Rijk (minstens) duizend jaar zou bestaan. De nazi's hebben formeel echter nooit gebruikgemaakt van dit concept. Zo vaardigde Adolf Hitler tweemaal een edict uit waarin de media werden opgeroepen te stoppen met het gebruik van het begrip Derde Rijk. Niettemin wordt tegenwoordig de term Derde Rijk nog altijd gebruikt om deze periode aan te duiden.

Het ontstaan van nazi-Duitsland

Na de Eerste Wereldoorlog (waarin het Duitse keizerrijk als een van de verliezers uit de strijd kwam) werd in Duitsland de Weimarrepubliek gevormd. De oude macht van de Pruisische aristocratie en militairen werd vervangen door een democratisch kabinet. Door de hoge inflatie, de harde bepalingen van het Verdrag van Versailles en onrust uit extreemlinkse (spartacusbond, communisten etc.) en extreemrechtse hoek (zoals de DAP en spoedig ook de NSDAP), ging het deze republiek echter niet voor de wind. De regering kon weinig werkelijke macht uitoefenen. Diverse groeperingen, waarvan de NSDAP weldra de sterkste werd, begonnen het land te terroriseren. Langzaam verkregen zij meer macht onder het volk, dat maar al te graag een zondebok (in de vorm van de joden, het kapitalisme en het communisme) aanwees voor hun eigen problemen. Gedurende het jaar 1932 bereikten de economische en politieke problemen een dieptepunt en de ene regering na de andere volgde elkaar op. Met de telkens daarop uitgeschreven verkiezingen groeide het zetelaantal van de NSDAP in het parlement. De nazi's zetten voor die tijd ongekend veel en moderne middelen tot propaganda in; zo reisde Hitler zelfs per vliegtuig van stad naar stad en bereikte met opzwepende toespraken soms honderdduizenden mensen per dag. Aan het eind van 1932 ging het evenwel mis voor de nazi's. Gebrek aan financiële middelen in combinatie met een verkiezingsmoe electoraat bij de vierde landelijke verkiezingen van dat jaar pakten voor de NSDAP slecht uit: het stemresultaat zakte van 37% naar 31% van het aantal uitgebrachte stemmen. Hitler, hoewel in zak en as, bleef echter onverzettelijk tegen pogingen tot samenwerking met de andere partijen en bleef opteren voor slechts voor één post: die van rijkskanselier - zitting in een coalitiekabinet zonder deze post was voor hem onbespreekbaar. Hierdoor ontstond eind 1932 tweespalt in de NSDAP en meer "gematigde" partijbonzen zochten buiten Hitler om contact met de conservatieven. Hitler zou het hen nooit vergeven (zie de Nacht van de Lange Messen).

Evenwel kon de zittende regering van kanselier Kurt von Schleicher geen vuist maken en op de achtergrond dreigde nog altijd het communistische gevaar. Conservatieve kringen, zoals het grootkapitaal, begonnen een lobby bij de Rijkspresident om Hitler toch een rechts kabinet te laten samenstellen. Het alternatief, een socialistische regering, wilden dezen vermijden om hun belangen veilig te stellen. Ten slotte werd in januari 1933 de NSDAP door Rijkspresident Paul von Hindenburg verzocht tot een nieuw kabinet toe te treden, met Hitler als rijkskanselier. Hindenburg had een half jaar tevoren dit nog afgehouden, maar gaf nu gevolg aan het advies van voormalig kanselier en NDVP-lid Franz von Papen. De laatste dacht hiermee de macht te kunnen overnemen van Kurt van Schleicher; Von Papen zag voorts niet veel heil in de ideologie van de nazi's, maar dacht hen door de benoeming van Hitler tot rijkskanselier met slechts twee NSDAP-ministers in een coalitiekabinet in de tang te kunnen houden. De rest van het kabinet zou immers bestaan uit een meerderheid van NDVP-ers, alsmede enkele partijloze ministers. President Hindenburg, bang voor een communistische coup, gaf uiteindelijk toe, hoewel hij Hitler niet vertrouwde.

Hitler kreeg aldus de positie van Rijkskanselier en - in tegenstelling tot de verwachting van Von Papen - wist hij in relatief korte tijd toch alle macht in Duitsland aan zich te trekken. Een belangrijk keerpunt was de Rijksdagbrand; alle propaganda werd ingezet om de communisten hiervan de schuld te geven. Hitler kreeg tenslotte speciale bevoegdheden om "de orde te herstellen". Door de politie maar ook met hulp van zijn militie, de SA en de SS, werden eerst "verdachten" opgepakt: politieke en/of andere tegenstanders die Hitler in de weg stonden of konden staan, werden opgesloten of eenvoudigweg vermoord. Hitler schreef hierop nieuwe verkiezingen uit die de NSDAP op dubieuze wijze een absolute meerderheid opleverden. Het door de nazi's gedomineerde parlement nam vlak daarna een machtigingswet aan waarmee dit werd gleichgeschaltet oftewel uitgeschakeld. Snel na elkaar volgden nu wetten die een eind maakten aan de mensenrechten en de scheiding der machten in het staatsbestel. Tegelijkertijd werd een rigide controlesysteem (waaronder de beruchte Gestapo) opgezet om alle mogelijke binnenlandse tegenstand op te sporen en in de kiem te smoren.

Zie Gleichschaltung voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Zo vestigde Hitler in minder dan een jaar een dictatuur waarin de NSDAP de alleenheerschappij had. Deze dictatuur begon meteen na aantreden met het discrimineren van Joden en andere 'niet-Ariërs' en het opvoeren van de bewapening, in weerwil van de aan Duitsland opgelegde beperkingen bij het Verdrag van Versailles na de Eerste Wereldoorlog.

Politieke macht

Officieel berustte alle macht in het Derde Rijk bij Hitler die zich Führer (leider, aanvoerder) liet noemen. In de praktijk liet hij veel aan zijn ondergeschikten over. Hun bevoegdheden waren echter niet duidelijk vastgelegd en overlapten elkaar vaak. Er wordt wel eens gesteld dat Hitler dit doelbewust deed, om met deze verdeel-en-heerspolitiek eventuele concurrenten in de partij elkaar dwars te laten zitten, in plaats van dat ze hun pijlen op hem zouden richten. Zo hield Hitler iedereen van hemzelf afhankelijk. Als gevolg daarvan was het Derde Rijk geen voorbeeld van een goed georganiseerde staat. Vaak ontstonden er conflicten, zoals tussen de minister van Economische Zaken Hjalmar Schacht en Hermann Göring, die de leider was van een vierjarenplan om Duitsland beter op een oorlog voor te bereiden. Schacht nam ontslag. De SS, onder leiding van Heinrich Himmler, breidde haar macht uit ten koste van andere instellingen en kreeg op den duur zoveel macht, dat je zou kunnen zeggen dat de SS 'een staat in een staat' werd: bijna allen die een functie hadden in het bestuur van het Derde Rijk, merkten dat op hun terrein de SS ook veel en soms meer te zeggen had. Gedurende het regime had Hitler verschillende plaatsvervangers voor het geval hijzelf zou wegvallen. Eerst Rudolf Hess tot dat hij in zijn eentje naar Engeland vloog. Toen Hermann Göring maar deze verloor geleidelijk het vertrouwen van Hitler toen zijn luchtmacht steeds slechter presteerde. Uiteindelijk werd Karl Dönitz, in overeenstemming met Hitlers testament dat hij vlak voor zijn zelfmoord dicteerde, tot Hitlers opvolger benoemd. Maar toen was Nazi-Duitsland al verslagen en restte Karl Dönitz als nieuwe leider alleen nog maar het tekenen van de totale overgave aan de geallieerden.

Buitenlandse politiek

Aanvankelijk gedroeg het Derde Rijk zich in de buitenlandse politiek bescheiden. Het had geen keus, ingeklemd als het was tussen machtige vijanden als Frankrijk en Polen. Ook Italië was Duitsland aanvankelijk nog vijandig gezind. Hoewel heimelijk de herbewapening werd ingezet, durfde Hitler openlijke agressie nog niet aan. Bovendien had Hitler aanvankelijk nog de handen vol aan het oplossen van binnenlandse problemen zoals de te machtig wordende SA en de nog aanwezige restanten van de oppositie. Wel verliet Duitsland op 19 oktober 1933 de Volkenbond, mede vanwege het feit dat de geallieerden niet in navolging van Duitsland hun eigen legers wilden inkrimpen. Toen Oostenrijkse nazi's in 1934 echter een mislukte poging waagden de Oostenrijkse regering omver te werpen, viel heel Europa onder leiding van Italië (dat deels mobiliseerde) over Hitler heen, die geschrokken zijn handen van de zaak aftrok. Duitsland was duidelijk niet klaar voor oorlog en leed een diplomatieke nederlaag.

Toch sloot het Derde Rijk in de eerste zes jaren (tot 1939) van zijn bestaan veel overeenkomsten met sterke grote landen, als de Sovjet-Unie, Groot-Brittannië en Italië. Op deze wijze wist het het diplomatieke isolement waarin het verkeerde, te doorbreken. Een met de Britten gesloten vlootverdrag gaf Duitsland recht een vloot op te bouwen van 1/3 van de Britse. De herbewapening werd vanaf 1935 met de herinvoering van de dienstplicht openlijk, en de meeste Europese landen bogen het hoofd voor dit nieuwe Duitsland. Bovendien was er in Europa ook een zekere bewondering voor Duitsland. Velen vonden de Vrede van Versailles inderdaad te 'hard', waren bang voor de Sovjet-Unie en het communisme, of waren van mening dat Europa zich moest verenigen om te overleven, desnoods onder leiding van een sterk land als Duitsland. Ook het nationaalsocialisme als ideologie vond buiten Duitsland navolging, en overal werden nazi-, fascistische, of fascistoïde partijen opgericht. Ook veel rechtse staatslieden en prominente figuren hadden een zeker begrip voor Hitler en hoopte dat de scherpe kantjes, zoals het militarisme en antisemitisme, er op den duur van af zouden slijten. Ook Italië, zelf inmiddels meer en meer diplomatiek geïsoleerd door de eigen oorlogszuchtige opstelling, groeide naar Duitsland toe en sloot het Staalpact met dit land.

Een andere grote diplomatieke overwinning was de terugkeer van het Saarland bij Duitsland na een volksstemming. Hoewel het houden van de volksstemming onderdeel was van de bezettingsvoorwaarden uit het Verdrag van Versailles en vaststond dat en de meeste Saarlanders hoe dan ook een Duits bestuur zouden verkiezen boven een Frans bestuur, vierden de nazi's het als een triomf. Bovendien was het Saarland al van te voren grondig genazificeerd en waren andere Duitse partijen al voor de overname nog maar marginaal aanwezig.

Vanaf 1936 begon Duitsland de geallieerden en de Volkenbond te tarten. Duitsland steunde de Spaanse nationalisten in de Spaanse Burgeroorlog, en remilitariseerde het Rijnland. De geallieerden reageerden niet, per slot van rekening 'betrad Hitler slechts zijn eigen achtertuin'.

Vanaf 1938 richtte de Duitse agressie zich niet langer slechts op de geallieerde sancties tegen Duitsland, maar ook tegen buurlanden. In 1938 annexeerde het Derde Rijk reeds Oostenrijk middels de operatie die bekend werd als de Anschluß, waarna Duitsland aanspraak maakte op het Sudetenland. Hoewel Hitler ook hier zijn zin kreeg, volgde kort daarop een inneming van geheel Tsjechië en het Memel-gebied. Zo werd het Groot-Duitse Rijk gevormd. Hoewel de aanspraken op het Sudetenland bijna tot een oorlog leidden, kreeg Hitler toch in de daarop volgende Conferentie van München zijn zin. Toen Hitler dit verdrag na een half jaar al brak door heel Tsjechië in te nemen, realiseerden de geallieerden zich dat hun politiek van Hitler zijn zin geven om de vrede te bewaren (appeasement) hem niet tegenhield. Toen Hitler hierop zich tegen Polen keerde omdat dit niet aan de Duitse verzoeken wilde voldoen, gaven de geallieerden Polen een garantie voor militair ingrijpen in geval van Duitse agressie.

Vlak voor de inval in Polen wist Duitsland nog een niet-aanvalsverdrag met de Sovjet-Unie te sluiten, tot grote verbazing van vriend en vijand. Hierdoor had Hitler de handen vrij tegen de geallieerden. Dit verdrag faciliteerde de Duitsers ook in een minder bekend aspect van hun buitenlandse politiek, namelijk de economische penetratie in Centraal- en Zuidoost-Europa. Economische afhankelijkheid van Duitsland had Oostenrijk al grotendeels rijp gemaakt voor de Anschluss. Nu volgden ook de kleinere Europese staten ten zuid-oosten van Duitsland. Slowakije, Hongarije, Roemenië, Joegoslavië, Bulgarije en Griekenland zagen Duitsland de belangrijkste import- en exportpartner worden, ten koste van de geallieerden, die blijkbaar minder belangstelling voor het gebied hadden. Bovendien werden Hongarije, Slowakije en Polen door Duitsland bedeeld met delen van de ontmantelde Tsjecho-Slowaakse staat. Smeekbeden in Londen en Parijs om vooral voorzichtig te zijn met het sluiten van verdragen met Duitsland haalden niets uit, en tegen 1940 zat Zuidoost-Europa stevig onder de Duitse plak.

Toen in september 1939 door Duitsland Polen toch werd aangevallen, werd hierop gereageerd middels een oorlogsverklaring door Groot-Brittannië en Frankrijk. Eerder hadden deze staten nog niet ingegrepen tegen de overval op Tsjecho-Slowakije, uit vrees voor een herhaling van de Eerste Wereldoorlog. Met de aanval op Polen werd echter duidelijk dat dit onvermijdelijk was.

Uit de Duits-Italiaanse verdragen was de zogenaamde As Rome-Berlijn ontstaan, die tijdens de oorlog werd uitgebreid met Japan en een aantal kleinere staten. Naarmate de oorlog vorderde kon er steeds minder sprake zijn van een buitenlandse politiek. Omdat steeds meer landen zich tegen Duitsland keerde waren er steeds minder diplomatieke relaties met andere landen. Voor zover er tegen 1943-1945 nog een buitenlandse politiek was in Duitsland, richtte deze zich meer en meer op het bewaken van de trouw van de in aantal slinkende bondgenoten waarvan er steeds meer overliepen. Uiteindelijk onderzochten kopstukken als Himmler en Dönitz de mogelijkheden van een gedeeltelijke capitulatie (slechts aan de westelijke geallieerden), maar de geallieerden bleven bij hun eis tot volledige capitulatie.

Staatshoofden van het Derde Rijk

Het Derde Rijk ontstond toen Adolf Hitler op 30 januari 1933 tot rijkskanselier werd benoemd. Toen Hitler op 30 april 1945 zelfmoord pleegde, werd admiraal Karl Dönitz, die nochtans geen nazi was, het staatshoofd van Duitsland, en ontstond de Flensburgregering. Hij bleef aan tot 23 mei, de dag waarop hij (en zijn regering) werd gearresteerd. Daarvoor had hij de overgave van Duitsland in de Tweede Wereldoorlog al getekend en had het Derde Rijk formeel opgehouden te bestaan.

Gebiedsindeling Derde Rijk

Opgemerkt dient te worden dat het Derde Rijk sinds 1933 een centralisatie doormaakte. De deelstaten werden gleichgeschaltet (onderworpen aan de NSDAP) en hun bevoegdheden werden steeds verder ingeperkt. Daartegenover stond de groeiende macht van de NSDAP. Die partij hanteerde bovendien een eigen gebiedsindeling in zogenaamde "Gaue" (gouwen).

Staatkundige geschiedenis van Duitsland

Kelten
Germanen
Grote Volksverhuizing (4e-6e eeuw)


Frankische Rijk (5e eeuw-843)
Oost-Frankische Rijk (843-962)
Heilige Roomse Rijk (962-1806)


Rijnbond (1806-1813)
Duitse Bond (1815-1866)


Duitse Rijk
Noord-Duitse Bond (1866-1870)
Duitse Keizerrijk (1871-1918)
Weimarrepubliek (1918-1933)
Nazi-Duitsland (1933-1945)
Oostgebieden (-1945)


Naoorlogs Duitsland
geallieerde zones (1945-1949)
Saarland (1947-1956)
Verdeeld Duitsland:

Vlag van Duitsland West-Duitsland (1949-1990)
Vlag van Duitse Democratische Republiek Oost-Duitsland (1949-1990)

Duitse hereniging (1990)

Vlag van Duitsland Duitsland (1990-heden)


Portaal  Portaalicoon  Duitsland
Portaal  Portaalicoon  Geschiedenis

De toekomst volgens de nazi's

Boeken als Opmars naar de Galg en De SS-staat geven weer welke toekomstvisie Hitler en zijn handlangers hadden in het geval van een Duitse of Duits-Japanse overwinning in de Tweede Wereldoorlog. Een onthullende blik in Hitlers denkbeelden geeft het boek Hitlers Tafelgesprekken waarin uitlatingen van hem bij vele verschillende informele gesprekken zijn verzameld.

Das Reich

Hitler maakte de meest fantastische ontwerpen voor de toekomst, die zijn 'huisarchitect' Albert Speer vervolgens voor hem uitwerkte. Hitler was een liefhebber van megalomaan grote gebouwen in een gecombineerd minimalistische neoclassisistische stijl, waarbij de menselijke maat geheel verdwenen was. Zowel Berlijn, dat herdoopt zou worden in Germania, als ook in eerste instantie Wenen, moesten worden herbouwd tot "supersteden", waarvoor de omringende dorpen zouden moeten verdwijnen. Tijdens de gehele Anschlussperiode (1938-1945) beroofde Hitler echter Wenen stelselmatig van bestuursmacht, waarschijnlijk als wraak voor de miserabele tijd die hij er zelf had doorgebracht. Linz, waar Hitler zijn jeugdjaren doorbracht, zou Wenen als superstad en tweede hoofdstad wellicht moeten vervangen. Iedere vier jaar zouden dan wat Kirgiezen of andere 'stammen' uit randgebieden van het Rijk naar de hoofdstad gehaald mogen worden om zich aan de pracht en praal van de hoofdsteden te vergapen. Spinnenwebben van 'Autobahnen' en 'Breitspuhrbahnen' zouden heel Europa moeten verbinden. Duitsland zou het kerngebied worden van de nieuwe Europese beschaving. De eigen bevolking zou ondertussen op dezelfde wijze geknecht zijn als dit in 1933-1945 al gebeurde. De jonge man zou voor een carrière, naast de school (waar ook vakken als "rassenleer" zouden worden gegeven) en beroepsonderwijs, de Hitlerjugend moeten doorlopen, tot hij oud genoeg was om in het leger te gaan, boer, arts, ambtenaar of arbeider te worden. Lidmaatschap van de Partij zou uiteraard, zeker voor de hogere functies, verplicht worden. De jonge vrouw zou via school en de Bund Deutscher Mädel worden voorbereid op haar taak: het moederschap en het baren van kinderen voor het Reich. Wie ongetrouwd was of haar man verloren had, zou door "dekhengsten" van de SS worden bevrucht. Wie niet snel genoeg zwanger werd zou moeten uitleggen waarom. Tegen 1950 verwachtte Hitler dat zijn 'Welthauptstadt Germania' voltooid zou zijn. Het plan was dan dat er een grote wereldtentoonstelling in zijn hoofdstad gehouden zou worden waarna Hitler met 'pensioen' zou gaan en zich zou terugtrekken in Linz voor zijn laatste jaren. Hij had zelfs al plannen voor een groot mausoleum in Linz waar hij na zijn dood begraven wilde worden.

Rassenzuivering

Er bestonden plannen voor de verwijdering van bepaalde "asociale elementen" (onverbeterlijke misdadigers, zigeuners, zwervers en gehandicapten) uit de samenleving, hetzij door uitroeiing, hetzij door sterilisatie. Joden zouden, naar de oorspronkelijke officiële plannen, naar Madagaskar worden overgebracht, maar zeer waarschijnlijk zou de Endlösung (feitelijk de genocide op de Joden) gewoon door zijn gegaan. De Slavische volkeren in Oost-Europa zouden uiteindelijk hetzelfde lot ondergaan en waarschijnlijk in de verdere toekomst, in de veroverde gebieden in Afrika en Azië, ook de zwarte Afrikanen, de Semitische volken in het Midden-Oosten en bijna alle Aziatische rassen die geen 'Arische' voorouders hadden volgens de visie van de nazi's. Deze volken hadden geen bestaansrecht in de nazileer. Dit waren volgens hen allemaal Untermenschen, die niets bijdroegen aan de beschaving van de Arische Übermensch, en bovendien potentiële kolonisatiegebieden bezet hielden. Op den duur hielden deze het risico in van vermischung und verschmutzung van het Arische Herrenras, en daarom konden ze maar het beste opgeruimd worden. Zelfs in het laatste oorlogsjaar werden er nog plannen ontwikkeld voor toekomstige reusachtige vernietigingskampen, waarbij het al uitgebreide Auschwitz nog in het niet verzonk, om tientallen miljoenen 'untermenschen' per jaar te kunnen 'verwerken'.

Europa

De SS zou de rol toebedeeld krijgen die de SA voor 1934 begeerde (en zij overigens in 1945 ook realiseerde), namelijk die van een elitekorps en een staat in een staat. Europa zou verdeeld worden tussen het Reich en de bondgenoten (Hongarije, Roemenië, Slowakije, Kroatië, Italië en Bulgarije). Hoewel in naam onafhankelijk zouden de nazi's echter waarschijnlijk de interne en buitenlandse politiek van de 'onafhankelijke bondgenoten' domineren. Vichy-Frankrijk zou wellicht een deel van Noord-Frankrijk terugkrijgen zolang de Duitsers de facto de baas bleven. België zou wellicht tussen dit nieuwe Frankrijk en Nederland verdeeld worden. Nederland, Denemarken en Noorwegen zouden waarschijnlijk gereduceerd worden tot vazalstaten. Er waren ook plannen om deze 'Germaanse Broederstaten' einzudeutschen, te annexeren als nieuwe onderdelen van het nazirijk.

Lebensraum

Uiteindelijke invloedssferen tussen nazi-Duitsland (blauw) en Japan (rood) zoals in een overeenkomst tussen beiden in 1942 afgesproken

In het oosten, Duitslands "Lebensraum", zou echter met ijzeren vuist geregeerd worden. De al aanwezige Volksduitsers zouden aangevuld worden met nieuwe migrerende boeren uit het westen, in eigen Rein-Arische dorpen wonen en een elite van herenboeren vormen. De goede gronden van o.a. de Oekraïne zouden door hen bewerkt worden om zo de 'graanschuur van het Reich' te vormen waarmee de snelgroeiende Duitse bevolking gevoed zou worden. Ze zouden leven onder de bescherming van plaatselijke "burchten" waarin verdienstelijke SS'ers of ex-officieren als gouverneurs of gouwhoofden zouden heersen. De slavische steden zouden naar de plannen 'ontmanteld' (lees: verwoest) worden en de bevolking gedeporteerd, waarschijnlijk naar vernietigingskampen. Onderaan deze feodale samenleving zouden de resterende Poolse of Russische boeren en arbeiders staan, die net genoeg onderwijs zouden krijgen om aanwijzingen op te volgen en net genoeg voedsel en zorg om zich dood te werken voor hun Germaanse Heren en Meesters. Na verloop van tijd zouden zij aan ziekten en honger sterven en "gelukkig ook opgeruimd" zijn. In Europees Rusland zou het snel slinkende restant van de Russische en Turkstalige bevolking (voorlopig: tot de Neue Ordnung in de Lebensraum geconsolideerd was) ten oosten en zuidoosten van de Oeral (Duitslands Blutende Ostgrenze) teruggedrongen worden waar zij als in de Middeleeuwen zouden moeten leven. De Luftwaffe zou iedere industrie of iedere kiem van verzet genadeloos bombarderen. In 1942 was in het geheim al een afspraak met Japan gemaakt voor de 'uiteindelijke' verdeling van Azië: Duitsland zou tot aan de Jenisej rivier in Midden-Siberië oprukken terwijl Japan Oost-Siberië, China, India en Zuidoost-Azië en Australië en Oceanië mocht veroveren. Maar Afrika en Noord- en Zuid-Amerika mochten tot Duitslands invloedssfeer of territorium behoren.

Wereldheerschappij

Als Duitsland op deze manier eenmaal een continentale grootmacht zou zijn geworden, zou de volgende generatie een gooi kunnen doen naar de Weltherrschaft (wereldheerschappij). Met de intussen flink vergrote industriële capaciteit zou men een dusdanige militaire capaciteit kunnen opbouwen, dat men met de laatste rivaal (de Verenigde Staten), zou afrekenen wat Hitler zelf verwachtte dat tegen 1980 onder zijn opvolger zou gebeuren. Eventueel in de nog verdere toekomst zou ook met Japan korte metten gemaakt worden waarna het Deutsches Reich de wereld zou beheersen.

Volgens plannen van de SS, of eigenlijk Himmler, streefde men naar een bevolkingsaantal van ongeveer 300 miljoen(!) Duitsers tegen het jaar 2000. Deze zouden voor een groot deel de Neue Lebensraum koloniseren, de door het Derde Rijk veroverde nieuwe gebieden in Afrika, Azië en Amerika, die daarvoor klaar lagen. Tegen die tijd zou de 'ontginning' van (lees: genocide in) deze gebieden voltooid zijn.

Hitlers plannen in de praktijk

Hitler begon met de uitvoering van zijn plannen direct nadat hij de alleenheerschappij in Duitsland had veroverd in 1933. In 1933 werden de eerste anti-joodse maatregelen al genomen en werd begonnen met het dienstbaar maken van de Duitse samenleving en industrie aan een veroveringsoorlog. In 1939 waren de Duitse Joden al gedegradeerd tot rechteloze slaven en werden al plannen voorgesteld voor een definitieve Endlösung van het 'Joodse probleem'. Aanvankelijk dachten de nazi's aan deportatie maar op de Wannseeconferentie werd besloten tot uitroeing door vergassing middels het pesticide Zyklon B; volgens de latere Duitse filosoof Sloterdijk bedienden de nazi's zich opzettelijk van dit verdelgingsmiddel omdat zij hun tegenstanders niet als mens zagen, maar als uit te roeien parasieten: een dergelijk middel werd daarbij passend geacht [3]. Eveneens begon in datzelfde jaar de Tweede Wereldoorlog met de inval in Polen. Met de aanval op de Sovjet-Unie in juni 1941 (operatie Barbarossa) wilde Hitler in een klap de Russische aartsrivaal vernietigen, Lebensraum verkrijgen voor nazi-Duitsland, en tegelijk Duitsland verheffen tot de status van wereldmacht. Deze megalomane plannen waren eind 1941 al onmogelijk geworden toen, na het falen van operatie Typhoon (een laatste poging om Moskou te bezetten), vaststond dat een snelle Blitzkriegoverwinning tegen de Sovjet-Unie mislukt was. Nu begon een langdurige strijd van attritie oftewel uitputting van de tegenstander tussen de nazi's en de sovjets: degene met de grootste reserves en bronnen aan manschappen, materieel en productiecapaciteit voor oorlogsmateriaal zou nu uiteindelijk winnen. Duitsland was op al deze terreinen ernstig in het nadeel t.o.v. de Sovjet-Unie. Bovendien was de grootste economie van de wereld, de VS, bij Hitlers tegenstanders gekomen. Maar Hitler erkende zijn nederlaag pas in april 1945 met zijn zelfmoord.

Trivia

Sport

Tijdens de Olympische Winterspelen 1936 in Garmisch-Partenkirchen behaalde nazi-Duitsland drie gouden en drie zilveren medailles. Het alpineskiën werd voor het eerst gespeeld en gewonnen door twee Duitsers: bij de mannen Franz Pfnür en bij de vrouwen Christl Cranz.

Nazi-werelden in sciencefiction

In sciencefictionverhalen wordt soms een 'alternatieve wereld' ten tonele gevoerd waarin de nazi's de wereld veroverd hebben. Een huiveringwekkend beeld wordt bijvoorbeeld afgeschilderd in The man in the High Castle (1962) van Philip K. Dick. Een recente speelfilm over zo'n wereld is Fatherland (1994) met in de hoofdrol Rutger Hauer als een SS-inspecteur naar een boek van de Engelse schrijver Robert Harris.

Zie ook

[[Wikipedia:Bronvermelding#Bron gevraagd|<span title="Voor deze uitspraak is een bronvermelding gewenst. Motivering:
  1. Dit motto duikt in 1938 voor het eerst op.
  2. Decreet RK 7669 E van 26 juni 1943 door Hans Heinrich Lammers, Reichsminister en Chef der Reichskanzlei, zie: Facsimile: Reichsarbeitsblatt 1943, Teil I, nr. 23 van 15 augustus 1943, p. 413.
  3. Peter Sloterdijk Luftbeben. An den Wurzeln des Terrors, uitg. Suhrkamp, Frankfurt am Main (2002) ISBN 978-3-518-12286-0
  • HEYDECKER,J.J./LEEB,J. Opmars naar de galg Amsterdam: Scheltema & Holkema, 1960. 6e druk. Het proces van Neurenberg. Ingeleid door Mr. A. M. Baron van Tuyll van Serooskerken. Vertaling Mr. F. B. Bakels.
  • KOGON, EUGEN De SS-staat. Het Systeem Der Duitse Concentratiekampen. Amsterdam, H.J. Paris, 1968. 1ste druk.
  • Willem Melching en Marcel Stuivenga, Ooggetuigen van het Derde Rijk, uitg. Bert Bakker, 214 blz.
  • NATTER, BERT Hitlers Tafelgesprekken 1941-1944, De Prom, 2005 ISBN 90-6801-057-3">[bron?]]]