Mohammed Enait

Mohammed Faizel Ali Enait (geb. 1975/1976[1]) is een Surinaams-Nederlandse jurist, die bekend werd als advocaat en moslimfundamentalist. Enait kwam in 2006 voor het eerst in het nieuws vanwege een controversiële rechtszaak die hij in datzelfde jaar aanspande tegen de Gemeente Rotterdam.

Levensloop

Over de levensloop van Enait is weinig bekend. Enait noemt zichzelf in officiële stukken Mohammed Faizel Ali bin Mohammed Racheed bin Mohammed Karamullah bin Mohammed Enait, wat staat voor Mohammed Faizel Ali zoon van Mohammed Racheed, zoon van etc. Of dit ook klopt wordt door sommigen betwijfeld daar Enaits vader van Surinaamse afkomst was. Maar aangezien Suriname ook een moslimgemeenschap kent, is een en ander niet geheel uitgesloten.[2] Van 2002 tot 2007 studeerde Enait rechten aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Hij studeerde in augustus 2008 af met een scriptie met de Engelstalige titel Terrornoia: how the propa-ugandists used the omni-territorialization of terror for the fundamentalismanization of criminal law in a multi-cultus-ritualistic society.[3]

Mohammed Faizel Enait publiceert regelmatig op de website van de Stichting Mirsab.[4] Mirsab is, naar eigen zeggen, een stichting opgericht voor en door de Nederlandse moslimgemeenschap. Met een essay verschenen op deze website won Enait de hoofdprijs in een essaywedstrijd van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Arbeid.[5] Hij won de wedstrijd met zijn essay Een apologie voor een apologie.[6] De jury noemde Enait 'jong, gedreven en geëngageerd'. De partijleider van de PvdA, Wouter Bos, prees Enait om zijn stijl en argumentatie maar zette kanttekeningen bij de inhoud van zijn essay.

Sinds zijn afstuderen was Enait werkzaam als advocaat bij Jairam Advocaten, te Rotterdam.[7] Dit advocatenkantoor ging echter in april 2009 failliet, waardoor Enait zonder patroon verder moet. Zo lang hij geen nieuwe patroon heeft gevonden mag hij formeel niet als advocaat optreden.[8]

Rechtszaak tegen de gemeente Rotterdam

Enait kwam in 2006 in de publiciteit naar aanleiding van een door hem aangespannen rechtszaak tegen de gemeente Rotterdam. De gemeente weigerde Enait, een orthodoxe moslim, aan te nemen als klantmanager van de Sociale Dienst nadat hij in 2005 tijdens een sollicitatiegesprek kenbaar maakte dat hij vanwege zijn geloof weigerde vrouwen een hand te geven. Enait legde de zaak voor aan de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) omdat de gemeente onderscheid zou maken op basis van religie. De CGB stelde Enait in het gelijk omdat de gemeente de sollicitant niet had mogen weigeren op basis van zijn (orthodoxe) kledingstijl (tijdens het sollicitatiegesprek had Enait een djellaba gedragen). Ook had de gemeente moeten onderzoeken of er andere begroetingen mogelijk waren.[9] Volgens de gemeente Rotterdam speelde de kleding wel een rol maar geen cruciale, Enait was geweigerd voor de baan omdat hij vrouwen geen hand wilde geven. Rotterdam stelde dat het geven van een hand essentieel is voor de functie van klantmanager, een klantmanager moet mensen immers op hun gemak stellen. Bovendien, zo zei de gemeente, maakte Enait zelf onderscheid op basis van geslacht door vrouwen de hand te weigeren en mannen niet. Hoewel Enait door de CGB in het gelijk werd gesteld, kapittelde de commissie Enait over het door hem gemaakte onderscheid tussen mannen en vrouwen. Enait besloot daarop zijn begroetingsritueel aan te passen: voortaan gaf hij ook mannen geen hand.

Gesterkt door het voor hem positieve advies van de CGB besloot Enait naar de rechter te stappen. De CGB kan immers geen vonnissen wijzen, maar alleen adviezen geven. Enait eiste dat de rechter het gemeentelijk handelen onrechtmatig zou verklaren, verder eiste hij een schadevergoeding van 9.000 euro. De Rotterdamse rechtbank stelde in augustus 2008 de gemeente Rotterdam in het gelijk. De uitspraak vermeldde: "De gemeente mag ervoor kiezen om de in Nederland gebruikelijke begroetings- en beleefdheidsvormen jegens al haar burgers in acht te nemen. Het niet aannemen van Enait is voor de gemeente een passend en noodzakelijk middel om dat doel te bereiken bij de ontvangst van haar klanten, omdat de gemeente geen onderscheid wil maken tussen mannen en vrouwen."[10]

De gemeente Rotterdam reageerde verheugd op het vonnis. De algemeen directeur van de Rotterdamse gemeentelijke dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Mart Toet, zei gesterkt te zijn in de gedachte dat Rotterdam in deze zaak op een goede manier had gehandeld. Enait noemde op zijn beurt het vonnis 'slordig gemotiveerd', 'knullig opgesteld' en 'typisch van een witte rechter'. Volgens Enait was het oordeel van de rechtbank een 'boerenvonnis van een rechter uit een boerengat'.[11] Enait meende dat hij zich op grond van artikel 6 van de Grondwet mag gedragen zoals zijn religie dat voorschrijft. In dit artikel wordt de godsdienstvrijheid gegarandeerd.

Enait weigert op te staan voor rechter

In augustus 2008 werd Mohammed Enait beëdigd als jurist (civiel-effectverklaring bij afstuderen). Het is gebruikelijk dat iedereen in de rechtszaal opstaat als de rechters binnen komen. Dit wordt gezien als teken van respect voor de rechterlijke macht en de rechtstaat. Enait weigerde dit, hij stelde dat zijn geloof hem verhindert op te staan voor een rechter omdat volgens de islam alle mensen gelijk zijn.

Begin september 2008 besloot de rechtbank te Rotterdam om Enait tegemoet te komen. Enait hoefde niet langer op te staan voor rechters, dit om conflicten te voorkomen. Het openbaar ministerie tekende protest aan tegen de beslissing van de rechtbank. Volgens het OM is de handelwijze van Enait in strijd met de gedragsregels voor advocaten.[12]

Deken van Orde dient klacht in

De rechtbank zelf kon niet afdwingen dat Enait gaat staan, er staat immers nergens in de wet dat advocaten moeten opstaan. De Orde van Advocaten kan wel optreden tegen Enait omdat de Orde gedragsregels voor advocaten opstelt. Op 18 september 2008 diende de deken van de Orde van Advocaten te Rotterdam een klacht in tegen Enait. De Orde zal tuchtrechtelijk tegen de houding van Enait optreden. De Raad van Toezicht van de Orde van Advocaten vindt de weigering van Enait om op te staan voor de rechtbank en het feit dat hij een petje draagt tijdens de zitting in strijd met de gedragsregels voor advocaten en de Advocatenwet. De Raad van Discipline in Den Haag zal de zaak behandelen. Enait noemde de commotie rond zijn persoon en de klacht van de Orde een 'lynchpartij' volgens hem worden succesvolle moslims tegengewerkt in Nederland.[13]

Behandeling klacht voor Raad van Discipline

Naar aanleiding van de klacht van de Rotterdamse deken mr. W.H. Claassen verscheen Enait op 1 december 2008 voor de Raad van Discipline van de Orde van Advocaten. Enait wraakte de Raad omdat de voorzitter hem geen tijd wilde geven om zijn pleitnota van twintig pagina's voor te lezen. De voorzitter stelde dat voor iedereen dezelfde regels gelden en dat Enait het moest doen met de vooraf afgesproken vijftien minuten. Enait vond dat hij zich dan niet goed kon verdedigen en diende een wrakingsverzoek in. Dat wrakingsverzoek werd echter afgewezen. Op 4 mei 2009 werd de klacht tegen Enait gegrond verklaard en werd hem de maatregel van een berisping opgelegd.[14] Maar op 11 december vernietigde het Hof van Discipline de berisping van de Raad van Discipline, omdat Enait niet de intentie had gehad minachting voor de rechterlijke macht te tonen en op zijn beurt respect mocht verwachten voor zijn "oprechte en authentieke geloofsovertuiging".[15]

Racisme

In verschillende interviews liet Enaits zich neerbuigend uit over de (etnisch) Nederlandse bevolking. Zo vergeleek hij de autochtone Nederlanders met aboriginals[16] en suggereerde hij, na een uitspraak van een rechter, dat de huidskleur van de desbetreffende rechter en de door hem veronderstelde kwaliteit ('een boerenvonnis') in relatie met elkaar zouden staan.[17]

Daarnaast liep Enait weg tijdens een uitzending van het praatprogramma Pauw & Witteman op 11 december 2009.

Taalgebruik

In veel van zijn mediaoptredens en interviews, alsook in zijn publicaties op de website van de Stichting Mirsab, valt Enait op door zijn taalgebruik. In een artikel in het opinieblad Elsevier werd zijn spreekstijl en woordkeuze omschreven als "platvloers" en "koeterwaals doorspekt met moeilijke woorden, Engels, flarden van geschiedkundige anekdotes en verholen agressie."[18]

Echter de website van stichting Mirsab, waar Enait publicist is, omschrijft het taalgebruik van Enait als hebbende "een hoog niveau van scherpzinnigheid en gepast sarcasme" en beschrijft Enaits woordenschat als "bovengemiddeld ruim".[19]

Wikiquote heeft een of meer citaten van of over Mohammed Enait.

Externe links