Maria Anna van Oostenrijk (1738-1789)

Aartshertogin Maria Anna Josepha Antonia van Habsburg-Lotharingen (Wenen, 6 oktober 1738 – Klagenfurt, 19 november 1789) was de tweede en oudste dochter van keizer Frans I Stefanus van het Heilige Roomse Rijk en keizerin Maria Theresia. Maria Anna was tussen 1740 en 1741 de beoogd troonopvolgster tot aan de geboorte van haar broer, de latere keizer Jozef II. Een van haar zusters was Maria Antonia (later Marie-Antoinette, koningin van Frankrijk).

Maria Anna was intelligent maar kreupel. Er werd voor haar geen geschikte man gevonden, en toen werd er besloten om van haar abdis van de Keizerlijke en Koninklijke Kloostergemeenschap voor adellijke vrouwen in Praag te maken, met een jaarlijks inkomen van 80.000 gulden. Later trad ze af als abdis in Praag en werd ze abdis in Klagenfurt in zuid Oostenrijk, met een kleiner inkomen.

Ze was in de keizerlijke Oostenrijkse familie niet geliefd. Over Maria Anna werd het volgende gezegd, ze had door haar jaloerse houding tegenover ‘Mimi’, Maria Christina, de favoriet van hun moeder, maanden lang het bed moeten houden omdat ze zo ziek was.

Aartshertogin Maria Anna stierf op 51-jarige leeftijd.