Le Carnaval des Animaux: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
hoofdletters
Regel 30: Regel 30:
'''Introduction''' (Introductie) Andante Maestoso. De tremolo van de piano's gaat mee in de toonsterkte van de strijkinstrumenten, hierdoor wordt een bepaalde spanning opgebouwd tot aan de speelse glissando's van de piano.
'''Introduction''' (Introductie) Andante Maestoso. De tremolo van de piano's gaat mee in de toonsterkte van de strijkinstrumenten, hierdoor wordt een bepaalde spanning opgebouwd tot aan de speelse glissando's van de piano.


'''Le marche royale du lion''' (Koninklijke mars van de Leeuw) Allegro non Troppo, Piú Allegro. Het deel wordt geopend met de piano's die in een matig snel tempo C-majeurakkoorden achter elkaar spelen, hierna wordt het majestueuze deel ingezet waar de piano en strijkinstrumenten te horen zijn. Hierna volgen 4 chromatische toonladders die worden gespeeld door violoncello, contrabas en piano. Met tussendoor akkoorden die door piano en viool worden gespeeld, hierna is het majestueuze thema nog een paar keer te horen, maar nu hoger, tot een [[chromatiek|chromatische]] [[toonladder]] het deel op een plotse wijze afsluit.
'''Le marche royale du lion''' (Koninklijke mars van de leeuw) Allegro non Troppo, Piú Allegro. Het deel wordt geopend met de piano's die in een matig snel tempo C-majeurakkoorden achter elkaar spelen, hierna wordt het majestueuze deel ingezet waar de piano en strijkinstrumenten te horen zijn. Hierna volgen 4 chromatische toonladders die worden gespeeld door violoncello, contrabas en piano. Met tussendoor akkoorden die door piano en viool worden gespeeld, hierna is het majestueuze thema nog een paar keer te horen, maar nu hoger, tot een [[chromatiek|chromatische]] [[toonladder]] het deel op een plotse wijze afsluit.


'''Poules et Coqs''' (Kippen en Hanen), Allegro, Animato. Een snel, tikje schertsend deel dat door strijkinstrumenten met tussendoor solo-pianostukjes wordt onderbroken. Sommige mensen vinden het irritant om naar te luisteren, door de snelle voorslagnootjes en de raar samengestelde akkoorden die steeds herhaald worden. Het stuk sluit ineens af na een beetje versneld te worden door de Animato.
'''Poules et coqs''' (kippen en hanen), Allegro, Animato. Een snel, tikje schertsend deel dat door strijkinstrumenten met tussendoor solo-pianostukjes wordt onderbroken. Sommige mensen vinden het irritant om naar te luisteren, door de snelle voorslagnootjes en de raar samengestelde akkoorden die steeds herhaald worden. Het stuk sluit ineens af na een beetje versneld te worden door de Animato.


'''Hémoines (Animaux Véloces)''' (Muilezels (Snelle Dieren)), Presto furioso. Een zeer snel stuk voor pianosolo dat furieus en erg gelijk gespeeld moet worden. Het stuk heeft twee partijen, elk voor één piano. Partij 1 begint op C3 (de derde C van beneden af op het toetsenbord van de piano), Partij 2 op C2. Het moet ondanks de snelheid wel helder en gelijk gespeeld worden. Het sluit af met een ongelijkmatige toonladder en twee akkoorden.
'''Hémoines (Animaux véloces)''' (muilezels of snelle dieren), Presto furioso. Een zeer snel stuk voor pianosolo dat furieus en erg gelijk gespeeld moet worden. Het stuk heeft twee partijen, elk voor één piano. Partij 1 begint op C3 (de derde C van beneden af op het toetsenbord van de piano), Partij 2 op C2. Het moet ondanks de snelheid wel helder en gelijk gespeeld worden. Het sluit af met een ongelijkmatige toonladder en twee akkoorden.


'''Tortues''' (Schildpadden), Andante maestoso. Langzaam, majestueus en helder. De piano slaat het hele stuk door akkoorden aan die langzamerhand steeds hoger worden. De melodiepartij wordt gespeeld op strijkinstrumenten en is vrijwel helemaal overgenomen van [[Jacques Offenbach]]s 'L'orphée dans l'enfer' (Orpheus in de onderwereld). Wat bijna iedereen zou herkennen is 'The Can-Can' uit deze opera, maar dan sterk vertraagd (het blijven immers schildpadden). Ondanks dit klinkt het geheel absoluut niet schertsend. Het stuk sluit helder af met akkoorden op de piano die steeds trager tot een afsluiting komen.
'''Tortues''' (schildpadden), Andante maestoso. Langzaam, majestueus en helder. De piano slaat het hele stuk door akkoorden aan die langzamerhand steeds hoger worden. De melodiepartij wordt gespeeld op strijkinstrumenten en is vrijwel helemaal overgenomen van [[Jacques Offenbach]]s 'L'orphée dans l'enfer' (Orpheus in de onderwereld). Wat bijna iedereen zou herkennen is 'The Can-Can' uit deze opera, maar dan sterk vertraagd (het blijven immers schildpadden). Ondanks dit klinkt het geheel absoluut niet schertsend. Het stuk sluit helder af met akkoorden op de piano die steeds trager tot een afsluiting komen.


'''L'Éléphant''' (Olifant), Allegretto pomposo. Pompeus, log en vrolijk. Voor piano en contrabas. De contrabasmelodie is vrij onduidelijk doordat deze zo laag is. Maar toch wordt het geheel duidelijk door de een tikje lompe maar toch gracieuze akkoorden op de piano. Het geheel wordt een beetje schertsend als in het midden melodietjes voorkomen uit [[Hector Berlioz]]' 'Dans van de luchtgeesten' uit 'La Damnation de Faust' en [[Felix Mendelssohn]]s 'Midzomernachtsdroom'. Het geheel sluit op marcante wijze af met sterk geaccentueerde, lage en hoge akkoorden op de piano en een beetje zwak melodietje op de contrabas.
'''L'Éléphant''' (olifant), Allegretto pomposo. Pompeus, log en vrolijk. Voor piano en contrabas. De contrabasmelodie is vrij onduidelijk doordat deze zo laag is. Maar toch wordt het geheel duidelijk door de een tikje lompe maar toch gracieuze akkoorden op de piano. Het geheel wordt een beetje schertsend als in het midden melodietjes voorkomen uit [[Hector Berlioz]]' 'Dans van de luchtgeesten' uit 'La Damnation de Faust' en [[Felix Mendelssohn]]s 'Midzomernachtsdroom'. Het geheel sluit op marcante wijze af met sterk geaccentueerde, lage en hoge akkoorden op de piano en een beetje zwak melodietje op de contrabas.


'''Kangarous''' (Kangoeroes), Moderato. Mysterieus, strikt en wringend. Voor twee piano's. De voorslagnoten spelen de chromatische tonen voor een omkering van het c-mineur-akkoord. Wordt geaccelereerd en daarna sterk vertraagd tot aan het korte middenstuk in driekwartsmaat waar weliswaar met akkoorden 'gespeeld en gegoocheld' wordt. Er zitten zowel harmonische als wringende tonen bij. Het is daar erg langzaam en slepend. Dan wordt het thema weer herhaald en dat een keer opnieuw, hierna komt een toonladder van G tot G met bij elke noot de voorslagnoten tot een volledige vertraging tot een zeer langzaam eindstuk dat te vergelijken valt met de middenstukken.
'''Kangarous''' (kangoeroes), Moderato. Mysterieus, strikt en wringend. Voor twee piano's. De voorslagnoten spelen de chromatische tonen voor een omkering van het c-mineur-akkoord. Wordt geaccelereerd en daarna sterk vertraagd tot aan het korte middenstuk in driekwartsmaat waar weliswaar met akkoorden 'gespeeld en gegoocheld' wordt. Er zitten zowel harmonische als wringende tonen bij. Het is daar erg langzaam en slepend. Dan wordt het thema weer herhaald en dat een keer opnieuw, hierna komt een toonladder van G tot G met bij elke noot de voorslagnoten tot een volledige vertraging tot een zeer langzaam eindstuk dat te vergelijken valt met de middenstukken.


'''Aquarium''', Andantino. Mysterieus, harmonisch en zeer helder. Twee piano's, strijkinstrumenten, fluit en glasharmonica (vaak vervangen door glockenspiel of celesta). De piano speelt loopjes die beginnen met de melodievormende noten als eerste en de strijkinstrumenten die de mysterieuze melodie spelen, tot een chromatisch middenstuk op de piano, hierna het voorafgaande ongeveer herhaald met hierna een variatie op het eerste thema, waarop een helder stuk volgt op twee piano's, gracieus met [[glissando]]'s en arpeggio's die elkaar snel opvolgen. Hierna een variatie op het chromatische thema waarna het helder wordt afgesloten in A-majeur.
'''Aquarium''', Andantino. Mysterieus, harmonisch en zeer helder. Twee piano's, strijkinstrumenten, fluit en glasharmonica (vaak vervangen door glockenspiel of celesta). De piano speelt loopjes die beginnen met de melodievormende noten als eerste en de strijkinstrumenten die de mysterieuze melodie spelen, tot een chromatisch middenstuk op de piano, hierna het voorafgaande ongeveer herhaald met hierna een variatie op het eerste thema, waarop een helder stuk volgt op twee piano's, gracieus met [[glissando]]'s en arpeggio's die elkaar snel opvolgen. Hierna een variatie op het chromatische thema waarna het helder wordt afgesloten in A-majeur.
Regel 46: Regel 46:
'''Personnages à longues oreilles''' (Personages met lange oren), Ad libitum (meestal ongeveer Moderato uitgevoerd). Niet melodisch, vreemd, niet harmonisch. De hoge noten op de violen doen denken dat deze anders gestemd zijn, want ze zijn zo snel met de voorslagnoten dat ze nog hoger lijken dan ze zijn. Hierna komen lage gedeelten op de andere strijkers die zich lijken te accelereren en daarna weer lijken te vertragen, dit is echter niet zo, de nootwaarden veranderen alleen.
'''Personnages à longues oreilles''' (Personages met lange oren), Ad libitum (meestal ongeveer Moderato uitgevoerd). Niet melodisch, vreemd, niet harmonisch. De hoge noten op de violen doen denken dat deze anders gestemd zijn, want ze zijn zo snel met de voorslagnoten dat ze nog hoger lijken dan ze zijn. Hierna komen lage gedeelten op de andere strijkers die zich lijken te accelereren en daarna weer lijken te vertragen, dit is echter niet zo, de nootwaarden veranderen alleen.


'''Le Coucou au fond des bois''' (De Koekoek achterin het bos), Andante. Harmonieus, droef en schertsend. De piano speelt langzame akkoorden die elkaar op een trieste wijze opvolgen. De klarinet, in de coulissen gepositioneerd, speelt het thema van de noten Bis-Gis (of C-As) die het geheel een schertsend tintje geven. De akkoorden op de piano worden langzamerhand dringend en dreigend. Het thema van de koekoek onderbreekt dit echter steeds weer. Dit thema wordt in totaal 21 keer gespeeld. Het stuk sluit met een harmonieus E-majeurakkoord af.
'''Le Coucou au fond des bois''' (De koekoek achteraan in het bos), Andante. Harmonieus, droef en schertsend. De piano speelt langzame akkoorden die elkaar op een trieste wijze opvolgen. De klarinet, in de coulissen gepositioneerd, speelt het thema van de noten Bis-Gis (of C-As) die het geheel een schertsend tintje geven. De akkoorden op de piano worden langzamerhand dringend en dreigend. Het thema van de koekoek onderbreekt dit echter steeds weer. Dit thema wordt in totaal 21 keer gespeeld. Het stuk sluit met een harmonieus E-majeurakkoord af.


'''Volière''', Moderato grazioso. Gracieus, snel en doortastend. Dit is absoluut een soort 'expositie' van de instrumenten die aan het werk meedoen. De strijkers spelen steeds tremolo's in F-majeur terwijl de houtblazers een vrolijke melodie spelen met snelle noten. Met een sierlijke afwisseling door akkoorden op de piano en de chromatische toonladders wordt het een speels maar erg sierlijk geheel. Je herkent er meteen vogeltjes in als je het hoort.
'''Volière''', Moderato grazioso. Gracieus, snel en doortastend. Dit is absoluut een soort 'expositie' van de instrumenten die aan het werk meedoen. De strijkers spelen steeds tremolo's in F-majeur terwijl de houtblazers een vrolijke melodie spelen met snelle noten. Met een sierlijke afwisseling door akkoorden op de piano en de chromatische toonladders wordt het een speels maar erg sierlijk geheel. Je herkent er meteen vogeltjes in als je het hoort.
Regel 54: Regel 54:
'''Fossiles''' (Fossielen), Allegro ridicolo. Veelzijdig, snel, harmonieus. In dit stuk spelen alle instrumenten mee. Het begint met een noot met drie voorslagnoten en een melodietje uit de 'Danse Macabre', Saint-Saëns' beroemdste orkestwerk. Hierna wordt hetzelfde melodietje herhaald op piano's. Hierna komen de strijk- en houtblaasinstrumenten aan de beurt die melodietjes spelen die voorkomen in Mozart's 'Ah, vous dirai-je, maman?' (beter bekend als Kortjakje), 'J'ai du bon tabac', 'Au clair de la lune' en 'Partant pour la Syrie'. Hierna wordt het eerste thema nog een paar keer herhaald met nog een nieuw, expressief melodietje en een helder melodietje op de klarinet. Hierna nogmaals het thema.
'''Fossiles''' (Fossielen), Allegro ridicolo. Veelzijdig, snel, harmonieus. In dit stuk spelen alle instrumenten mee. Het begint met een noot met drie voorslagnoten en een melodietje uit de 'Danse Macabre', Saint-Saëns' beroemdste orkestwerk. Hierna wordt hetzelfde melodietje herhaald op piano's. Hierna komen de strijk- en houtblaasinstrumenten aan de beurt die melodietjes spelen die voorkomen in Mozart's 'Ah, vous dirai-je, maman?' (beter bekend als Kortjakje), 'J'ai du bon tabac', 'Au clair de la lune' en 'Partant pour la Syrie'. Hierna wordt het eerste thema nog een paar keer herhaald met nog een nieuw, expressief melodietje en een helder melodietje op de klarinet. Hierna nogmaals het thema.


'''Le Cygne''' (De Zwaan), Adagio. Langzaam, zéér gracieus en lieflijk. De piano speelt loopjes in verschillende akkoorden terwijl de strijkers de melodie spelen die opbouwt naar een bepaald hoogtepunt dat er eigenlijk niet echt is. De melodie vordert steeds meer als deze wordt afgesloten op een zeer gracieuze en langzame manier. Met daaropvolgend nog een pianosolo die uit dezelfde loopjes bestaat die steeds dalen.
'''Le Cygne''' (De zwaan), Adagio. Langzaam, zéér gracieus en lieflijk. De piano speelt loopjes in verschillende akkoorden terwijl de strijkers de melodie spelen die opbouwt naar een bepaald hoogtepunt dat er eigenlijk niet echt is. De melodie vordert steeds meer als deze wordt afgesloten op een zeer gracieuze en langzame manier. Met daaropvolgend nog een pianosolo die uit dezelfde loopjes bestaat die steeds dalen.


'''Final''' (Finale), Molto allegro. Begint al opwindend met opzwepende tremolo's op de piano's en melodietjes uit de introductie op strijkinstrumenten en snel op elkaar volgende glissando's, met hierna een speels melodietje op de houtblazers en hierna hetzelfde melodietje alleen dan harder en alle instrumenten gespeeld. Hierna komt het voornaamste thema uit 'Hémoines' nog een keer naar voren met kleine variaties. Met hierna weer het speelse melodietje. Hierna een gemengd stuk dat bestaat uit thema's uit 'Poules et Coqs' en 'Pianistes' Hierna een thema uit 'Kangarous', dan glissando's en thema's uit 'Le marche royale du lion' en 'Personnages à longues oreilles'. Afgesloten door een paar akkoorden.
'''Final''' (Finale), Molto allegro. Begint al opwindend met opzwepende tremolo's op de piano's en melodietjes uit de introductie op strijkinstrumenten en snel op elkaar volgende glissando's, met hierna een speels melodietje op de houtblazers en hierna hetzelfde melodietje alleen dan harder en alle instrumenten gespeeld. Hierna komt het voornaamste thema uit 'Hémoines' nog een keer naar voren met kleine variaties. Met hierna weer het speelse melodietje. Hierna een gemengd stuk dat bestaat uit thema's uit 'Poules et Coqs' en 'Pianistes' Hierna een thema uit 'Kangarous', dan glissando's en thema's uit 'Le marche royale du lion' en 'Personnages à longues oreilles'. Afgesloten door een paar akkoorden.
Regel 68: Regel 68:
In 1993 bracht [[Herman Finkers]] een theatershow, gebaseerd op 'Het carnaval der dieren'. De muziek werd gespeeld door het [[Valerius Ensemble]] en de regie was van [[Misjel Vermeiren]]. Ook verzorgde het [[Valerius Ensemble]] een uitvoering met dit stuk in een "pianistenparade", waarin onder meer [[Inge Lulofs]] en [[Martine Mussies]] meespeelden.
In 1993 bracht [[Herman Finkers]] een theatershow, gebaseerd op 'Het carnaval der dieren'. De muziek werd gespeeld door het [[Valerius Ensemble]] en de regie was van [[Misjel Vermeiren]]. Ook verzorgde het [[Valerius Ensemble]] een uitvoering met dit stuk in een "pianistenparade", waarin onder meer [[Inge Lulofs]] en [[Martine Mussies]] meespeelden.


In 2001 is er in opdracht van het Arco Baleno ensemble, met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, extra delen geschreven. Deze zijn Camel Caravan ([[Marc Matthys]]), Cortège des espèces bien mortes ([[Jan Huylebroeck]]), Elégie pour un faon ([[Frits Celis]]), Drakemie ([[Petra Vermote]]), Eléphantasia ([[Roland Coryn]]), Konijn ([[Bouwdewijn Buckinx]]), Kameleon ([[Yves Bondue]]) en Pauw ([[Lucien Posman]]). Deze zijn uitgebracht op de CD Carnaval des animaux van Arco Baleno.
In 2001 zijn er in opdracht van het Arco Baleno ensemble, met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, extra delen geschreven. Deze zijn Camel Caravan ([[Marc Matthys]]), Cortège des espèces bien mortes ([[Jan Huylebroeck]]), Elégie pour un faon ([[Frits Celis]]), Drakemie ([[Petra Vermote]]), Eléphantasia ([[Roland Coryn]]), Konijn ([[Boudewijn Buckinx]]), Kameleon ([[Yves Bondue]]) en Pauw ([[Lucien Posman]]). Deze zijn uitgebracht op de CD Carnaval des animaux van Arco Baleno.


== Complete partituur ==
== Complete partituur ==

Versie van 25 mei 2010 09:29

Le Carnaval des Animaux
Componist Camille Saint-Saëns
Soort compositie uniek
Gecomponeerd voor 1 piccolo, 1 fluit, 2 klarinetten (in B en in C), 1 glasharmonica, 1 xylofoon, 2 piano's, violen 1 en 2, altviolen, celli, en contrabassen.
Toonsoort a mineur
Opusnummer postuum gepubliceerd in 1922
Andere aanduiding fantaisie grande zoologique
Compositiedatum 1886
Première onbekend
Duur ca. 22 minuten
Oeuvre Oeuvre van Camille Saint-Saëns
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

Le Carnaval des Animaux - Grande Fantaisie Zoölogique (Het Carnaval der Dieren) uit 1886 is een 14-delige compositie van de Franse componist Camille Saint-Saëns (1835-1921).

Saint-Saëns beeldt in de compositie op een paar stukken na een aantal dieren uit. Het zijn voornamelijk de karakteristieke eigenschappen van de dieren die, een beetje spottend maar soms ook zeer treffend, weergegeven worden.

Saint-Saëns schreef het werk puur en alleen voor het plezier van zichzelf en zijn vrienden. Tijdens zijn leven werd het stuk slechts één keer voorgedragen. Dit binnen de privésfeer. Saint-Saëns stond publicatie van het werk tijdens zijn leven niet toe. De waarschijnlijke reden is dat Saint-Saëns een dergelijk satirisch en humorvol stuk niet vond passen bij een componist op het hoogtepunt van zijn carrière. Het werk bleef bijna 30 jaar liggen en werd pas in 1922 voor het eerst uitgegeven. In de loop der tijd won het stuk enorm aan populariteit.

Bezetting

Pour Ensemble de chambre ou petit Orchestre (voor kamerensemble of klein orkest). In de partituur zijn de volgende instrumenten voorgeschreven: 1 piccolo, 1 fluit, 2 klarinetten (in B en in C), 1 glasharmonica, 1 xylofoon, 2 piano's, violen 1 en 2, altviolen, cello's, en contrabassen. De inzet van de instrumenten varieert per deel. In plaats van de glasharmonica wordt ook wel gebruik gemaakt van een glockenspiel of een celesta.

De delen

Introduction (Introductie) Andante Maestoso. De tremolo van de piano's gaat mee in de toonsterkte van de strijkinstrumenten, hierdoor wordt een bepaalde spanning opgebouwd tot aan de speelse glissando's van de piano.

Le marche royale du lion (Koninklijke mars van de leeuw) Allegro non Troppo, Piú Allegro. Het deel wordt geopend met de piano's die in een matig snel tempo C-majeurakkoorden achter elkaar spelen, hierna wordt het majestueuze deel ingezet waar de piano en strijkinstrumenten te horen zijn. Hierna volgen 4 chromatische toonladders die worden gespeeld door violoncello, contrabas en piano. Met tussendoor akkoorden die door piano en viool worden gespeeld, hierna is het majestueuze thema nog een paar keer te horen, maar nu hoger, tot een chromatische toonladder het deel op een plotse wijze afsluit.

Poules et coqs (kippen en hanen), Allegro, Animato. Een snel, tikje schertsend deel dat door strijkinstrumenten met tussendoor solo-pianostukjes wordt onderbroken. Sommige mensen vinden het irritant om naar te luisteren, door de snelle voorslagnootjes en de raar samengestelde akkoorden die steeds herhaald worden. Het stuk sluit ineens af na een beetje versneld te worden door de Animato.

Hémoines (Animaux véloces) (muilezels of snelle dieren), Presto furioso. Een zeer snel stuk voor pianosolo dat furieus en erg gelijk gespeeld moet worden. Het stuk heeft twee partijen, elk voor één piano. Partij 1 begint op C3 (de derde C van beneden af op het toetsenbord van de piano), Partij 2 op C2. Het moet ondanks de snelheid wel helder en gelijk gespeeld worden. Het sluit af met een ongelijkmatige toonladder en twee akkoorden.

Tortues (schildpadden), Andante maestoso. Langzaam, majestueus en helder. De piano slaat het hele stuk door akkoorden aan die langzamerhand steeds hoger worden. De melodiepartij wordt gespeeld op strijkinstrumenten en is vrijwel helemaal overgenomen van Jacques Offenbachs 'L'orphée dans l'enfer' (Orpheus in de onderwereld). Wat bijna iedereen zou herkennen is 'The Can-Can' uit deze opera, maar dan sterk vertraagd (het blijven immers schildpadden). Ondanks dit klinkt het geheel absoluut niet schertsend. Het stuk sluit helder af met akkoorden op de piano die steeds trager tot een afsluiting komen.

L'Éléphant (olifant), Allegretto pomposo. Pompeus, log en vrolijk. Voor piano en contrabas. De contrabasmelodie is vrij onduidelijk doordat deze zo laag is. Maar toch wordt het geheel duidelijk door de een tikje lompe maar toch gracieuze akkoorden op de piano. Het geheel wordt een beetje schertsend als in het midden melodietjes voorkomen uit Hector Berlioz' 'Dans van de luchtgeesten' uit 'La Damnation de Faust' en Felix Mendelssohns 'Midzomernachtsdroom'. Het geheel sluit op marcante wijze af met sterk geaccentueerde, lage en hoge akkoorden op de piano en een beetje zwak melodietje op de contrabas.

Kangarous (kangoeroes), Moderato. Mysterieus, strikt en wringend. Voor twee piano's. De voorslagnoten spelen de chromatische tonen voor een omkering van het c-mineur-akkoord. Wordt geaccelereerd en daarna sterk vertraagd tot aan het korte middenstuk in driekwartsmaat waar weliswaar met akkoorden 'gespeeld en gegoocheld' wordt. Er zitten zowel harmonische als wringende tonen bij. Het is daar erg langzaam en slepend. Dan wordt het thema weer herhaald en dat een keer opnieuw, hierna komt een toonladder van G tot G met bij elke noot de voorslagnoten tot een volledige vertraging tot een zeer langzaam eindstuk dat te vergelijken valt met de middenstukken.

Aquarium, Andantino. Mysterieus, harmonisch en zeer helder. Twee piano's, strijkinstrumenten, fluit en glasharmonica (vaak vervangen door glockenspiel of celesta). De piano speelt loopjes die beginnen met de melodievormende noten als eerste en de strijkinstrumenten die de mysterieuze melodie spelen, tot een chromatisch middenstuk op de piano, hierna het voorafgaande ongeveer herhaald met hierna een variatie op het eerste thema, waarop een helder stuk volgt op twee piano's, gracieus met glissando's en arpeggio's die elkaar snel opvolgen. Hierna een variatie op het chromatische thema waarna het helder wordt afgesloten in A-majeur.

Personnages à longues oreilles (Personages met lange oren), Ad libitum (meestal ongeveer Moderato uitgevoerd). Niet melodisch, vreemd, niet harmonisch. De hoge noten op de violen doen denken dat deze anders gestemd zijn, want ze zijn zo snel met de voorslagnoten dat ze nog hoger lijken dan ze zijn. Hierna komen lage gedeelten op de andere strijkers die zich lijken te accelereren en daarna weer lijken te vertragen, dit is echter niet zo, de nootwaarden veranderen alleen.

Le Coucou au fond des bois (De koekoek achteraan in het bos), Andante. Harmonieus, droef en schertsend. De piano speelt langzame akkoorden die elkaar op een trieste wijze opvolgen. De klarinet, in de coulissen gepositioneerd, speelt het thema van de noten Bis-Gis (of C-As) die het geheel een schertsend tintje geven. De akkoorden op de piano worden langzamerhand dringend en dreigend. Het thema van de koekoek onderbreekt dit echter steeds weer. Dit thema wordt in totaal 21 keer gespeeld. Het stuk sluit met een harmonieus E-majeurakkoord af.

Volière, Moderato grazioso. Gracieus, snel en doortastend. Dit is absoluut een soort 'expositie' van de instrumenten die aan het werk meedoen. De strijkers spelen steeds tremolo's in F-majeur terwijl de houtblazers een vrolijke melodie spelen met snelle noten. Met een sierlijke afwisseling door akkoorden op de piano en de chromatische toonladders wordt het een speels maar erg sierlijk geheel. Je herkent er meteen vogeltjes in als je het hoort.

Pianistes (Pianisten), Allegro moderato. Schertsend, beginnend, irritant. Dit is een soort overzicht van etudes, beginnersoefeningen van pianisten die stumperig gespeeld worden en steeds verbeteren naarmate het deel vordert. De akkoorden duiden steeds aan dat het verandert. Het laatste stuk bestaat uit tertsen die steeds afgewisseld worden met een melodietje van de altviool en cello ertussen door, het wordt op markante wijze afgesloten door drie akkoorden.

Fossiles (Fossielen), Allegro ridicolo. Veelzijdig, snel, harmonieus. In dit stuk spelen alle instrumenten mee. Het begint met een noot met drie voorslagnoten en een melodietje uit de 'Danse Macabre', Saint-Saëns' beroemdste orkestwerk. Hierna wordt hetzelfde melodietje herhaald op piano's. Hierna komen de strijk- en houtblaasinstrumenten aan de beurt die melodietjes spelen die voorkomen in Mozart's 'Ah, vous dirai-je, maman?' (beter bekend als Kortjakje), 'J'ai du bon tabac', 'Au clair de la lune' en 'Partant pour la Syrie'. Hierna wordt het eerste thema nog een paar keer herhaald met nog een nieuw, expressief melodietje en een helder melodietje op de klarinet. Hierna nogmaals het thema.

Le Cygne (De zwaan), Adagio. Langzaam, zéér gracieus en lieflijk. De piano speelt loopjes in verschillende akkoorden terwijl de strijkers de melodie spelen die opbouwt naar een bepaald hoogtepunt dat er eigenlijk niet echt is. De melodie vordert steeds meer als deze wordt afgesloten op een zeer gracieuze en langzame manier. Met daaropvolgend nog een pianosolo die uit dezelfde loopjes bestaat die steeds dalen.

Final (Finale), Molto allegro. Begint al opwindend met opzwepende tremolo's op de piano's en melodietjes uit de introductie op strijkinstrumenten en snel op elkaar volgende glissando's, met hierna een speels melodietje op de houtblazers en hierna hetzelfde melodietje alleen dan harder en alle instrumenten gespeeld. Hierna komt het voornaamste thema uit 'Hémoines' nog een keer naar voren met kleine variaties. Met hierna weer het speelse melodietje. Hierna een gemengd stuk dat bestaat uit thema's uit 'Poules et Coqs' en 'Pianistes' Hierna een thema uit 'Kangarous', dan glissando's en thema's uit 'Le marche royale du lion' en 'Personnages à longues oreilles'. Afgesloten door een paar akkoorden.

Trivia

- Alan Menken haalde inspiratie uit Aquarium voor de proloog uit Walt Disney's Belle en het Beest.

- Toen in 2000 een tweede deel van Disney's film "Fantasia" ("Fantasia 2000" genaamd) uitkwam, werd deel 14: Final (Finale), Molto allegro van deze compositie gebruikt voor een scené met een jojo-ende flamingo.

Bijzondere uitvoeringen

In 1962 verscheen een lp met 'Het carnaval der dieren'. Kees Stip had Nederlandse tussenteksten geschreven, die door Ted Logeman werden gesproken.

In 1993 bracht Herman Finkers een theatershow, gebaseerd op 'Het carnaval der dieren'. De muziek werd gespeeld door het Valerius Ensemble en de regie was van Misjel Vermeiren. Ook verzorgde het Valerius Ensemble een uitvoering met dit stuk in een "pianistenparade", waarin onder meer Inge Lulofs en Martine Mussies meespeelden.

In 2001 zijn er in opdracht van het Arco Baleno ensemble, met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, extra delen geschreven. Deze zijn Camel Caravan (Marc Matthys), Cortège des espèces bien mortes (Jan Huylebroeck), Elégie pour un faon (Frits Celis), Drakemie (Petra Vermote), Eléphantasia (Roland Coryn), Konijn (Boudewijn Buckinx), Kameleon (Yves Bondue) en Pauw (Lucien Posman). Deze zijn uitgebracht op de CD Carnaval des animaux van Arco Baleno.

Complete partituur

Zie de categorie The Carnival of the Animals van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.