Kruidengeneeskunde: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Noplaar (overleg | bijdragen)
Tekst staat er al jaren op. Onmogelijk om na te gaan wie van wie gekopieerd heeft.
(97 tussenliggende versies door 46 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Disclaimer medisch lemma}}
{{Disclaimer medisch lemma}}
'''Fytotherapie''', ''behandeling met planten'', in de volksmond ''kruidengeneeskunde'' of ''kruidenleer'' genoemd, is het behandelen van gezondheidsklachten en [[ziekte]]n met plantaardige middelen waarvan men een medicinaal effect veronderstelt. Het is daarmee niet noodzakelijkerwijs een [[alternatieve geneeswijze]], maar kan als voorloper van de moderne [[farmacologie]] gezien worden.
'''Kruidengeneeskunde''', ook wel '''fytotherapie''', ('behandeling met planten') genoemd, is het behandelen van gezondheidsklachten en [[ziekte]]n met plantaardige middelen.


In de fytotherapie gebruikte plantaardige middelen heten '''fytotherapeutica'''. Een algemeen aanvaarde definitie van fytotherapeutica luidt: "Geneesmiddelen die als actieve ingrediënten uitsluitend planten, delen van planten of plantenmaterialen of combinaties daarvan bevatten, in ruwe of bewerkte staat."<ref>Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie, [http://www.fyto.nl/definities.htm#fytotherapeutica Definitie]</ref>
In de kruidengeneeskunde gebruikte plantaardige middelen noemt men ''kruidengeneesmiddelen'' of ''fytotherapeutica''. De definitie van de Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie luidt: "Geneesmiddelen die als actieve ingrediënten uitsluitend planten, delen van planten of plantenmaterialen of combinaties daarvan bevatten, in ruwe of bewerkte staat." <ref>http://www.fyto.nl/definities.htm#fytotherapeutica%20Definitie</ref>. Volgens deze definitie valt therapeutisch gebruik van geïsoleerde inhoudsstoffen van planten (bijvoorbeeld [[curcumine]], [[morfine]], [[digoxine]], [[galantamine]], [[taxol]]) uitdrukkelijk niet onder de fytotherapie. Onder invloed van ontwikkelingen in de VS wordt ook in Nederland de term ''Botanicals'' <ref>http://www.nlm.nih.gov/medlineplus/herbalmedicine.html</ref> steeds vaker gebruikt. Deze term laat meer ruimte voor uit planten geïsoleerde stoffen (zoals [[curcumine]] en [[silibinine]]).


Fytotherapie wordt zowel in diverse natuurgeneeswijzen als op beperkte schaal in de reguliere context gebruikt. Veel fytotherapeutische kennis is gebaseerd op eeuwenlang behouden en doorgegeven gebruiken. Vanuit deze kennis zijn veel enkelvoudige geneesmiddelen ontwikkeld, bijvoorbeeld [[digoxine]] en [[reserpine]]. Binnen de [[farmacognosie]] wordt onder andere wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de medicinale werkzaamheid van kruiden en kruidenextracten. Diverse farmaceutische bedrijven onderzoeken kruidengeneesmiddelen uit niet-Westerse culturen om nieuwe geneesmiddelen te kunnen ontdekken.
Tot voor kort waren heel wat kruidenmiddelen nog onvoldoende in kaart gebracht; de laatste decennia worden deze systematisch geëvalueerd op hun positieve of negatieve medische effecten en veiligheid. <ref>[[Edzard Ernst]], Professor of Complementary Medicine aan de Exeter University</ref> Wanneer kruidenmiddelen de toets van de [[dubbelblind]]-methode uit de [[evidence based medicine]] doorstaan en bovendien voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen, dan worden deze als elk ander [[geneesmiddel]] opgenomen in de standaard[[geneeskunde]] {{feit|Verzoek om bronvermelding voor deze mijns inziens onjuiste bewering toegevoegd door ITSME. Was het maar zo!, dat is nou juist het probleem. Fytotherapeutica zijn vaak veel beter onderzocht dan reguliere farnaca, maar blijven ondergesneeuwd onder de marketingmachinerie van de farmaceutische industrie.|2009|07|8}}.


== Filosofieën ==
== Filosofieën ==
Kruidengeneeskunde kent verschillende tradities. De [[farmacie]] is ontsprongen uit de kruidengeneeskunde.
Fytotherapie wordt bij diverse niet-conventionele geneeswijzen gebruikt, onder andere de westerse natuurgeneeskunde, de [[Antroposofie|antroposofische]], de traditionele Chinese geneeskunde en de [[Ayurveda]]. De filosofie achter het gebruik van fytotherapie verschilt per geneeswijze.
Kruiden worden in talrijke culturen gebruikt, onder andere in de westerse, de traditionele [[Chinese geneeskunde]] en de [[Ayurveda]]. De filosofie verschilt echter per cultuur.
* De westerse natuurgeneeskunde baseert zich op de [[leer der humores]] van [[Hippokrates van Kos]], waarbij ook gekeken wordt naar gezonde eet- en drinkgewoonten, het belang van frisse lucht en een natuurlijk verloop van processen in het lichaam. Fytotherapie wordt gebruikt om de balans tussen de lichaamssappen (bloed, gele gal, zwarte gal en slijm) te herstellen.
* In Europa baseerde de kruidengeneeskunde zich lang op de [[leer der humores|humoraalpathologie]] van [[Hippocrates van Kos|Hippocrates]], waarbij het doel is, de balans te herstellen tussen de vier lichaamssappen: bloed (sang), gele gal (chol), zwarte gal (melanchol) en slijm (flegma).
* De antroposofie baseert zich op de inzichten van [[Rudolf Steiner]], waarbinnen de mens als vier met elkaar verbonden delen wordt gezien: het fysieke lichaam, het etherische lichaam, de ziel en de geestelijke kern. De antroposofische geneeskunde ziet ziekte als een onbalans tussen deze delen en tracht de balans te herstellen met fytotherapie.
* De antroposofie baseert zich op de inzichten van [[Rudolf Steiner]], waarbinnen de mens als vier met elkaar verbonden delen wordt gezien: het fysieke lichaam, het etherische lichaam, de ziel en de geestelijke kern. De antroposofische geneeskunde ziet ziekte als een onbalans tussen deze delen en tracht de balans te herstellen met hulp van de [[antroposofische geneeskunde]] die onder andere gebruik maakt van kruidengeneesmiddelen.
* De traditionele Chinese geneeskunde past fytotherapie toe op basis van traditionele recepten die zijn bereid uit vele verschillende planten volgens de filosofie van de vijf-elementenleer. Deze elementen zijn hout, vuur, aarde, metaal en water. In een gezonde situatie houden alle elementen elkaar in evenwicht. Bij onbalans, klachten en ziekte kunnen één of meerdere elementen uit evenwicht raken en wordt fytotherapie gebruikt om het evenwicht te herstellen.
* De traditionele Chinese geneeskunde past fytotherapie toe op basis van traditionele recepten die zijn bereid uit vele verschillende planten volgens de filosofie van de vijf-elementenleer. Deze elementen zijn hout, vuur, aarde, metaal en water. In een gezonde situatie houden alle elementen elkaar in evenwicht. Bij onbalans, klachten en ziekte kunnen één of meerdere elementen uit evenwicht raken en wordt fytotherapie gebruikt om het evenwicht te herstellen.
* De [[Ayurveda]] gaat er van uit dat het lichaam de geest volgt en dat een lichamelijke ziekte zijn oorzaak heeft in een onevenwichtigheid in de energieën van de geest. Deze energieën zijn vata, pitta en kapha. Onder andere fytotherapie wordt gebruikt om deze energieën terug te brengen naar de energieverdeling zoals die bij de geboorte was, omdat het toen per definitie optimaal in balans was.
* De Ayurveda gaat er van uit dat het lichaam de geest volgt en dat een lichamelijke ziekte zijn oorzaak heeft in een onevenwichtigheid in de energieën van de geest. Deze energieën zijn vata, pitta en kapha. Onder andere fytotherapie wordt gebruikt om deze energieën terug te brengen naar de energieverdeling zoals die bij de geboorte was, omdat deze toen per definitie optimaal in balans was.


== Historie ==
== Historie ==
Sinds mensenheugenis is bekend dat bepaalde planten een geneeskrachtige werking kunnen hebben en al even lang wordt daar gebruik van gemaakt.
Sinds mensenheugenis is bekend dat bepaalde planten een geneeskrachtige werking kunnen hebben en al even lang wordt daar gebruik van gemaakt.


Deze oermedicijnen hadden (en hebben) enkele belangrijke nadelen:
Deze oermedicijnen hadden (en hebben) echter nadelen:
# de kwaliteit van de gebruikte grondstoffen kan variëren, waardoor het moeilijk wordt de juiste dosis vast te stellen;
# de samenstellingen en kwaliteit van de grondstoffen variëert, waardoor een precieze dosering moeilijk is,
# als het plantaardig materiaal niet het hele jaar door beschikbaar is, moet het op een of andere manier worden geconserveerd (bijvoorbeeld door het te drogen), waardoor de geneeskrachtige werking kan veranderen;
# plantaardige grondstoffen zijn veelal niet het hele jaar door vers beschikbaar. Conserveringen, zoals drogen, kunnen de samenstelling en werking veranderen,
# de kans op een [[Allergie|allergische reactie]] op een van de vele bestanddelen is relatief groot. <ref name=referentie1>[http://web.archive.org/web/20071117112709/http://www.pharmaselecta.nl/cgi-perl/show.pl?id=1999021 Fytotherapie in de openbare apotheek], Pharm Sel 1999;15:8-13</ref>
# de complexe samenstelling vergroot de kans op bijwerkingen.<ref name=referentie1>[http://web.archive.org/web/20071117112709/http://www.pharmaselecta.nl/cgi-perl/show.pl?id=1999021 Fytotherapie in de openbare apotheek], Pharm Sel 1999;15:8-13</ref>


Met de opkomst van de [[fytochemie]] werd het mogelijk om werkzame stoffen uit het plantenextract te isoleren, waarmee de bovenstaande bezwaren gedeeltelijk werden overwonnen. Het bleek ook mogelijk sommige stoffen via een andere weg te verkrijgen, bijvoorbeeld door [[synthese (scheikunde)|synthese]] op basis van bestanddelen van aardolie. Ook transgene [[bacterie|bacteriën]] kunnen hiervoor worden ingezet. Zo ontstond de moderne [[farmacologie]]
Met de opkomst van de [[fytochemie]] werd het mogelijk de werkzame stof(fen) uit het plantenextract te isoleren, en de plantaardige geneesmiddelen te [[norm]]eren.


In 1985 schatte de [[Wereldgezondheidsorganisatie]] dat bijna 80% van de bevolking in ontwikkelingslanden vanwege armoede en onvoldoende beschikbaarheid van moderne geneesmiddelen is aangewezen op kruidengeneeskunde<ref>[http://nopr.niscair.res.in/bitstream/123456789/3774/1/NPR%208%281%29%2055-63.pdf Phytotherapy - Safety aspects], Natural Produc Radiance, 2009</ref> Haar beleid is dat landen actief de regulering van deze middelen ter hand nemen.
In de meeste landen spelen plantaardige geneesmiddelen nog steeds een belangrijke rol. In de westerse wereld is sprake van een hernieuwde belangstelling voor de fytotherapie.

De werkzame stof in veel medicijnen in de moderne geneeskunde stamt oorspronkelijk uit planten, bijvoorbeeld [[Digoxine]], [[codeïne]], [[acetylsalicylzuur|aspirine]], [[colchicine]], [[morfine]], [[vincristine]], [[paclitaxel|taxol]] en [[yohimbine]]. Soms wordt de stof intussen in het laboratorium geproduceerd. Sommige stoffen zijn scheikundige afgeleiden van plantaardige stoffen.


== Samenstelling ==
== Samenstelling ==
De chemische samenstelling van fytotherapeutische middelen van één en dezelfde plant kan enorm verschillen, afhankelijk van onder meer:
De chemische samenstelling van fytotherapeutische middelen met dezelfde naam kan sterk verschillen en is afhankelijk van onder meer:
* een juiste identificatie van de gebruikte planten,
* '''identificatie''': met name bij in het wild geoogste kruiden is een juiste identificatie belangrijk.
* '''genetische factoren'''
* genetische verschillen tussen planten van dezelfde soort,
* '''groeiomstandigheden''': factoren zoals grondsoort, bemesting en klimaat beïnvloeden in hoge mate de aanwezigheid van inhoudsstoffen van planten. In het wild geoogste planten vertonen nog meer variaties in gehaltes inhoudsstoffen dan gekweekte planten.
* groeiomstandigheden: grondsoort, bemesting, microklimaat en weersomstandigheden beïnvloeden,
* '''het oogstmoment:''' Sint-jansjkruid heeft bijvoorbeeld het hoogste gehalte hypericine vlak voordat de plant bloeit. Andere planten moeten juist in volle bloei worden geoogst.
* het oogstmoment: Sint-janskruid heeft bijvoorbeeld het hoogste gehalte hypericine vlak voordat de plant bloeit.
* de verwerking, opslag en transport: sommige stoffen verdwijnen na het oogsten, andere ontstaan door bijvoorbeeld fermentatie,
* '''de leeftijd van de plant''' tijdens de oogst
* de extractiemethode, het oplosmiddel en de temperatuur: de bereidingsmethode bepaalt voor een belangrijk deel welk deel van de inhoudsstoffen in het fytotherapeuticum terechtkomen, afhankelijk bijvoorbeeld van de oplosbaarheid in water danwel alcohol of olie.
* '''verwerking''': sommige (groepen) inhouddstoffen zijn chemisch onstabiel, of soms worden door oogst en/of verwerking enzymatische processen in gang gezet die de bepaalde inhoudsstoffen omzetten of juist vormen.

* '''opslag en transport:''' om afbraak van waardevolle bestanddelen, evenals microbiologisch verval te voorkomen, moeten de geoogste planten droog, koel en beschermd tegen licht bewaard worden.
Voor fytotherapeutische geneesmiddelen geldt dat het geoogste en gedroogde materiaal moet voldoen aan de standaarden van de Europese Farmacopee <ref>http://www.edqm.eu/en/Homepage-628.html</ref>, bijvoorbeeld dat er een minimaal gehalte aan vluchtige olie, flavonoïden of saponinen aanwezig moet zijn.
* '''drogen''': Kruiden kunnen vers of gedroogd worden verwerkt. Voor het drogen zijn verschillende methoden, die per plant kunnen verschillen. In het algemeen is de optimale droogtemperatuur circa 80 graden celcius. Door te snel te drogen kunnen echter werkzame bestanddelen verloren gaan (met name de etherische oliën). Een te lange droogtijd kan, aan de andere kant, eveneens verlies aan werkzame stoffen veroorzaken, of de groei van micro-organismen bevorderen.

* '''extractiemethode''': De bereidingsmethode bepaalt voor een belangrijk deel welk deel van de inhoudsstoffen in het fytotherapeuticum terechtkomen. In water lossen weer andere stoffen op dan in alcohol of olie, en de hoeveelheid die oplost is afhankelijk van de tijsduur. Bij hoge temperaturen verdampen bovendien veel etherische oliën.
===Verschil met voeding===
Om deze reden zijn er enorme kwaliteitsverschillen tussen fytotherapeutische voedingssupplementen, ook als ze schijnbaar detzelfde plantaardige grondstof bevatten. Daardoor kunnen de effecten onvoorspelbaar zijn.<ref name=referentie1 /> De Nederlandse overheid is van plan om een beter toezicht op kruidenmiddelen te gaan houden, wat er tot nu toe in heeft geresulteerd dat elk jaar opnieuw zowel de fytotherapie als de homeopathie onder handen wordt genomen.<ref>www.nu.nl, [http://www.nu.nl/news/1325624/151/Beter_toezicht_op_kruidenmiddelen.html Beter toezicht op kruidenmiddelen]</ref>
Voor voedingssupplementen gelden de voorwaarden voor een minimaal gehalte aan werkzame stof niet; hun samenstelling varieert sterk. Het onderscheid tussen deze twee groepen producten is voor de consument onduidelijk, onder meer omdat de regelgeving en classificatie in de Europese landen verschillen. Wat in Nederland als voedingssupplement wordt verkocht geldt in het buitenland soms als geneesmiddel.


=== Bereidingsmethoden ===
=== Bereidingsmethoden ===
Kruidenmiddelen kunnen op veel verschillende manieren worden gemaakt en gebruikt. De chemische samenstelling van deze bereidingen kan aanzienlijk verschillen, ook als deze van exact hetzelfde plantmateriaal worden gemaakt.
Kruidenmiddelen kunnen op veel verschillende manieren worden gemaakt en gebruikt. De chemische samenstelling van deze bereidingen kan aanzienlijk verschillen, ook als deze van exact hetzelfde plantmateriaal worden gemaakt.


* natieve bereiding: als uitsluitend het zuivere, verse plantmateriaal wordt gebruikt
* '''Natieve bereiding''': als uitsluitend het zuivere, verse plantmateriaal wordt gebruikt


* perssap: het sap dat verkregen wordt door het uitpersen van het verse plantmateriaal (bladeren, bloemen, vruchten of wortels), al dan niet gesneden en/of gemengd met water. Perssap moet snel na productie worden geconsumeerd, omdat de houdbaarheid erg kort is. Deze kan verlengd worden door verhitten (bij commercieel verkijgbare perssappen gebeurt dat via [[UHT]]), maar daarbij kunnen waardevolle enzymen geïnactiveerd worden.
* '''Perssap''': het sap dat verkregen wordt door het uitpersen van het verse plantmateriaal (bladeren, bloemen, vruchten of wortels), al dan niet gesneden en/of gemengd met water. Perssap moet snel na productie worden geconsumeerd, omdat de houdbaarheid erg kort is. Deze kan verlengd worden door verhitten (bij commercieel verkrijgbare perssappen gebeurt dat via [[UHT]]), maar daarbij kunnen waardevolle enzymen geïnactiveerd worden.


* kruidenpoeder: poeder dat gemaakt wordt door gedroogde kruiden eerst te vermalen en vervolgens te verpulveren (meestal in een vijzel). Om verval van belangrijke inhoudsstoffen te voorkomen, wordt tegenwoordig plantmateriaal soms met vloeibare stikstof gekoeld en vervolgens fijngemalen. Het voordeel van deze bereidingswijze is dat er geen warmte vrijkomt bij het vermalen van de planten, waardoor de actieve inhoudsstoffen behouden blijven.
* '''Kruidenpoeder''': poeder dat gemaakt wordt door gedroogde kruiden eerst te vermalen en vervolgens te verpulveren (meestal in een vijzel). Om verval van belangrijke inhoudsstoffen te voorkomen, wordt tegenwoordig plantmateriaal soms met vloeibare stikstof gekoeld en vervolgens fijngemalen. Het voordeel van deze bereidingswijze is dat er geen warmte vrijkomt bij het vermalen van de planten, waardoor de actieve inhoudsstoffen behouden blijven.


* [[kruidenthee]], [[infusie]] of tisane: men onderscheidt hierbij de volgende bereidingswijzen:
* [[kruidenthee]], [[infusie]] of tisane: men onderscheidt hierbij de volgende bereidingswijzen:
:* Aftreksel: men werpt de voorgeschreven hoeveelheid planten of het mengsel in kokend water en laat 5 minuten koken.
:* '''Aftreksel''': men werpt de voorgeschreven hoeveelheid planten of het mengsel in kokend water, laat dit 5 à 10 minuten trekken.
:* Opgieten: Bij het opgieten worden de betreffende plantendelen met heet water overgoten. Meestal laat men het plantmateriaal circa 5 à 10 minuten trekken, terwijl men af en toe omroert. Afhankelijk van de temperatuur van het water en de duur van het trekken lossen de aanwezige bestanddelen in het water op. Bij kruiden met etherische oliën dient het trekken afgedekt plaats te vinden, om verlies van deze vluchtige bestanddelen zo veel mogelijk te voorkomen.
:* '''Opgieten''': Bij het opgieten worden de betreffende plantendelen met heet water overgoten. Meestal laat men het plantmateriaal circa 5 à 10 minuten trekken, terwijl men af en toe omroert. Afhankelijk van de temperatuur van het water en de duur van het trekken lossen de aanwezige bestanddelen in het water op. Bij kruiden met etherische oliën dient het trekken afgedekt plaats te vinden, om verlies van deze vluchtige bestanddelen zo veel mogelijk te voorkomen.
:* Afkooksel (decoct): de hardere of taaie delen van het kruid (houtachtige delen, schors, wortels) worden aan de kook gebracht met water en gebruikelijk is om dit mengsel circa 5 à 10 minuten te laten doorkoken. Vervolgens wordt het mengsel gezeefd en warm of koud gedronken. Decocten kunnen alleen worden gemaakt van planten die ook bij hitte hun werkzaamheid niet verliezen.
:* '''Afkooksel (decoct)''': de hardere of taaie delen van het kruid (houtachtige delen, schors, wortels) worden aan de kook gebracht met water en gebruikelijk is om dit mengsel circa 5 à 10 minuten te laten doorkoken. Vervolgens wordt het mengsel gezeefd en warm of koud gedronken. Decocten kunnen alleen worden gemaakt van planten die ook bij hitte hun werkzaamheid niet verliezen.
:* Verlengd infuus: Een half uur trekken met water van 90 - 100 graden celcius.
:* '''Verlengd infuus''': Een half uur trekken met water van 90 - 100 graden Celsius.
:Aangezien door enzymatische en oxidatieve invloeden de werkstoffen van waterige bereidingen relatief snel worden afgebroken, moeten deze direct na bereiding geconsumeerd worden.


* [[maceraat]]: een "koud" aftreksel in water bij 15 tot 25 graden celcius. Maceratie in water wordt voornamelijk gebruikt bij kruiden met veel slijmstoffen (zoals hoornklaver, heemst of lijnzaad), omdat deze hun werkzaamheid verliezen bij verwarmen. Ook wordt dit gebruikt bij planten die stoffen die bij verhitten of koken prikkelende substanties vrijzetten. De tijdsduur voor het maken van een maceraat kan variëren van minuten tot zelfs weken. Een [[digeraat]] (''digeratum'') wodt op dezelfde wijze gemaakt, alleen is de temperatuur van het water daarbij 35 tot 45 graden celcius.
* '''[[Maceraat]]''': een "koud" aftreksel in water bij 15 tot 25 graden Celsius. [[Maceratie]] in water wordt voornamelijk gebruikt bij kruiden met veel slijmstoffen (zoals [[hoornklaver]], [[Heemst (geslacht)|heemst]] of lijnzaad), omdat deze hun werkzaamheid verliezen bij verwarmen. Ook wordt dit gebruikt bij planten die stoffen die bij verhitten of koken prikkelende substanties vrijzetten. De tijdsduur voor het maken van een maceraat kan variëren van minuten tot zelfs weken. Een [[digeraat]] (''digeratum'') wordt op dezelfde wijze gemaakt, alleen is de temperatuur van het water daarbij 35 tot 45 graden Celsius.
:Maceraten in glycerine, alcohol, olie of een ander oplosmiddel komen ook voor maar zijn minder gebruikelijk:
:Maceraten in glycerine, alcohol, olie of een ander oplosmiddel komen ook voor maar zijn minder gebruikelijk:
:*In de [[gemmotherapie]] wordt uitsluitend gebruikgemaakt van maceraten op basis van glycerine en alcohol ([[glycerinemaceraat|glycerinemaceraten]]), omdat het jonge plantmateriaal (knoppen en scheuten) dat voor de gemmotherapie wordt gebruikt, daarin het beste oplost.
:*In de [[gemmotherapie]] wordt uitsluitend gebruikgemaakt van maceraten op basis van glycerine en alcohol ([[glycerinemaceraat|glycerinemaceraten]]), omdat het jonge plantmateriaal (knoppen en scheuten) dat voor de gemmotherapie wordt gebruikt, daarin het beste oplost.
:*Een [[kruidenolie]] wordt gemaakt door kruiden drie weken te laten macereren in een plantaardige olie en daarna af te zeven. Soms wordt dit proces versneld door de olie te verwarmen. Wanneer een kruidenolie met een alcoholische tinctuur wordt vermengd, onstaat een [[kruidenbalsem]]. Een bekend voorbeeld zijn [[johannesolie]], gemaakt van Sint-Janskruid en [[knoflookolie]].
:*Een [[kruidenolie]] wordt gemaakt door kruiden drie weken te laten macereren in een plantaardige olie en daarna af te zeven. Soms wordt dit proces versneld door de olie te verwarmen. Wanneer een kruidenolie met een alcoholische tinctuur wordt vermengd, ontstaat een [[kruidenbalsem]]. Een bekend voorbeeld is [[johannesolie]], gemaakt van Sint-Janskruid en [[knoflookolie]].


* [[siroop (medicinaal)|siroop]]: aftreksel van (meestal) vers plantmateriaal dat enkele weken in [[suikersiroop]] mag macereren en vervolgens wordt afgezeefd. Soms worden ook aftreksels, afkooksels, tincturen of plantensappen gemengd met de suikeroplossing en verwarmd tot alles opgelost is. Soms wordt in plaats van suikersiroop ook honing gebruikt. Bekende voorbeelden van medicinale siropen zijn [[tijmsiroop]], dat een bekend middel tegen hoesten is, en [[venkelsiroop]].
* '''[[siroop (medicinaal)|Siroop]]''': aftreksel van (meestal) vers plantmateriaal dat enkele weken in [[suikersiroop]] mag macereren en vervolgens wordt afgezeefd. Soms worden ook aftreksels, afkooksels, tincturen of plantensappen gemengd met de suikeroplossing en verwarmd tot alles opgelost is. Soms wordt in plaats van suikersiroop ook honing gebruikt. Bekende voorbeelden van medicinale siropen zijn [[tijmsiroop]], dat een bekend middel tegen hoesten is, en [[venkelsiroop]].


* [[tinctuur (oplossing)|tinctuur]]: een aftreksel van meestal vers (maar soms ook gedroogd) plantmateriaal in een mengsel van water en ethanol. Het alcoholpercentage bedraagt gewoonlijk 40 à 60%, in sommige gevallen zelfs 90%. Tincturen worden meestal volgens het voorschrift van een farmacopee geproduceerd.
* '''[[tinctuur (oplossing)|Tinctuur]]''': een aftreksel van meestal vers (maar soms ook gedroogd) plantmateriaal in een mengsel van water en ethanol. Het alcoholpercentage bedraagt gewoonlijk 40 à 60%, in sommige gevallen zelfs 90%. Tincturen worden meestal volgens het voorschrift van een farmacopee geproduceerd.


* [[vloeibaar extract]]: aftreksel van meestal vers (maar soms ook gedroogd) plantmateriaal in een mengsel van water en alcohol, waarbij door filtering of destillatie een deel van de alcohol wordt verwijderd. De overgebleven alcohol fungeert dan als conserveermiddel. Het alcoholpercentage van vloeibare extracten is daardoor lager dan dat van tincturen, waardoor het plantmateriaal sterker geconcentreerd is.
* '''[[Vloeibaar extract]]''': aftreksel van meestal vers (maar soms ook gedroogd) plantmateriaal in een mengsel van water en alcohol, waarbij door filtering of destillatie een deel van de alcohol wordt verwijderd. De overgebleven alcohol fungeert dan als conserveermiddel. Het alcoholpercentage van vloeibare extracten is daardoor lager dan dat van tincturen, waardoor het plantmateriaal sterker geconcentreerd is.


* [[droogextract]]: aftreksel van plantmateriaal in oplosmiddel (bv. water, alcohol ([[ethanol]]), [[aceton]], [[koolstofdioxide|CO<sub>2</sub>]] of [[1-hexanol|hexanol]]) waarbij het oplosmiddel volledig wordt verdampt. Een [[nebulisaat]] is een bijzondere vorm van een droogextract, waarbij het aftreksel wordt verneveld en het vernevelde extract tijdens het afdalen wordt gedroogd in hete lucht.
* '''[[Droogextract]]''': aftreksel van plantmateriaal in oplosmiddel (bv. water, alcohol ([[ethanol]]), [[aceton]], [[koolstofdioxide|CO<sub>2</sub>]] of [[1-hexanol|hexanol]]) waarbij het oplosmiddel volledig wordt verdampt. Een [[nebulisaat]] is een bijzondere vorm van een droogextract, waarbij het aftreksel wordt verneveld en het vernevelde extract tijdens het afdalen wordt gedroogd in hete lucht.


* [[etherische olie]]: de sterk geconcentrerde vluchtige oliën uit planten. Meestal wordt deze via [[stoomdestillatie]] gewonnen (bijvoorbeeld [[pepermuntolie]]), maar in geval van citrusvruchten vindt dat plaats door middel van koude persing. In de [[aromatherapie]] worden etherische olieën therapeutisch ingezet, maar etherische olie wordt soms ook aan [[massageolie]] toegevoegd.
* '''[[Etherische olie]]''': de sterk geconcentreerde vluchtige oliën uit planten. Meestal wordt deze via [[stoomdestillatie]] gewonnen (bijvoorbeeld [[pepermuntolie]]), maar in geval van citrusvruchten vindt dat plaats door middel van koude persing. In de [[aromatherapie]] worden etherische oliën therapeutisch ingezet, maar etherische olie wordt soms ook aan [[massageolie]] toegevoegd.


* [[kruidenazijn]]: een aftreksel van plantmateriaal in azijn. Het azijnzuur helpt actieve ingrediënten uit de kruiden te trekken en draagt bovendien bij aan de conservering.
* '''[[Kruidenazijn]]''': een aftreksel van plantmateriaal in azijn. Het azijnzuur helpt actieve ingrediënten uit de kruiden te trekken en draagt bovendien bij aan de conservering.


* [[kruidendestillaat]], [[Geest (fytotherapie)|geest]] of spiritus: een aftreksel van plantmateriaal in acolholische dranken als wijn of jenever. Door de alcohol worden de inhoudsstoffen wel geëxtraheerd, maar de extractie is vaak minder dan van tincturen. Ook is de houdbaarheid minder dan die van tincturen. Voorbeelden: [[kruidenwijn]], [[kruidenlikeur]]
* '''[[Kruidendestillaat]], [[Geest (fytotherapie)|geest]] of spiritus''': een aftreksel van plantmateriaal in alcoholische dranken als wijn of jenever. Door de alcohol worden de inhoudsstoffen wel geëxtraheerd, maar de extractie is vaak minder dan van tincturen. Ook is de houdbaarheid minder dan die van tincturen. Voorbeelden: [[kruidenwijn]], [[kruidenlikeur]]


* [[zalf]]: een zalf wordt bereid door plantmateriaal (bijvoorbeeld sap, extract of tinctuur) te mengen met een vette substantie, gewoonlijk vaseline of lanoline.
* '''[[Zalf]]''': een zalf wordt bereid door plantmateriaal (bijvoorbeeld sap, extract of tinctuur) te mengen met een vette substantie, gewoonlijk vaseline of lanoline.


* [[compres]]sen en [[pleisters]]
* '''[[Kompres]]sen en [[Pleister (medisch)|pleisters]]'''


Bij het bereiden van extracten vindt concentratie van het basismateriaal plaats, waardoor meer plantmateriaal nodig dan in de uiteindelijke bereiding aanwezig is. De verhouding tussen de oorspronkelijk aanwezige hoeveelheid plantmateriaal en het extract, wordt uitgedrukt in de "drug-extractverhouding". Deze verhouding kan hoog oplopen: het meestverkochte Ginkgo biloba extract ter wereld (GBE) bevat 50 maal de concentratie ginkgoliden als van nature aanwezig is in ginkgobladeren.
Bij het bereiden van extracten vindt concentratie van het basismateriaal plaats, waardoor meer plantmateriaal nodig dan in de uiteindelijke bereiding aanwezig is. De verhouding tussen de oorspronkelijk aanwezige hoeveelheid plantmateriaal en het extract, wordt uitgedrukt in de "drug-extractverhouding". Deze verhouding kan hoog oplopen: het meestverkochte Ginkgo biloba extract ter wereld (EGb761) bevat 50 maal de concentratie ginkgoliden als van nature aanwezig is in ginkgobladeren.


Wanneer het gehalte van één of meerdere inhousstoffen (meestal de veronderstelde werkzame stoffen) wordt gegarandeerd, spreekt met van een gestandaardiseerd product. [[Standaardisatie (fytotherapie)|Standaardisatie]] van fytotherapeutica vindt plaats om de natuurlijke variantie in inhoudsstoffen van fytotherapeutica te ondervangen en toch enige therapeutische stabiliteit te kunnen bieden aan behandelaars.
Wanneer het gehalte van één of meerdere inhoudsstoffen (meestal de veronderstelde werkzame stoffen) wordt gegarandeerd, spreekt men van een genormeerd en gestandaardiseerd product. [[Standaardisatie (fytotherapie)|Standaardisatie]] van fytotherapeutica vindt plaats om de natuurlijke variatie in inhoudsstoffen van fytotherapeutica te behouden en toch enige therapeutische stabiliteit te kunnen bieden aan behandelaars. Bij standaardisatie is het van belang dat niet slechts de concentratie van één of meerdere inhoudsstoffen wordt gegarandeerd, maar dat alle procedures, van het zaaien tot het eindproduct, protocollair worden vastgelegd, zodat ze steeds op zo veel mogelijk uniforme wijze worden uitgevoerd. Dit alles teneinde een zo veel mogelijk reproduceerbaar product te verkrijgen dat ook tussen verschillende productiecharges zo veel mogelijk uniform qua samenstelling is, ook wat betreft de inhoudsstoffen waarvan de gehaltes niet worden gegarandeerd.

=== Inhoudsstoffen ===
Bio-actieve inhoudsstoffen van planten die door mensen geconsumeerd worden en die positieve effecten hebben op de menselijke stofwisseling, worden ook wel [[fytonutriënt]]en genoemd. Fytonutriënten kunnen in verschillende stofklassen worden ingedeeld.

Tot de bekende actieve stoffen, waarbij de eigenschappen en de medicinale werking van belang zijn, behoren terpenen, [[bitterstof]]fen, [[alkaloïde]]n, [[Tannine|looistof]]fen, [[glycoside]]n, [[saponine]]n, [[slijmstof]]fen, de [[Mineraal|mineralen]] en de [[vitamine]]n.

* '''Bitterstoffen'''. De term "bitterstoffen" staat voor een omvangrijke groep van chemisch zeer verschillende, stikstofvrije, zuurstofhoudende plantbestanddelen die verantwoordelijk zijn voor de [[Bitter (smaak)|bitter]]e smaak van veel planten.
:* '''Enkelvoudige bitterstoffen''' worden in belangrijke mate als maagmiddel gebruikt, om de afscheiding van spijsverteringssappen in de mond, de maag en de darm te bevorderen. Deze stoffen worden bijvoorbeeld aangetroffen in de verschillende [[maagbitter]]s. Typische voorbeelden voor droge bitterstoffen zijn de bitterstoffen van de [[gentiaanfamilie]] (''Gentianaceae''), van het [[duizendguldenkruid]] (''Centaurium spp.''), [[Echte salie|salie]] (''Salvia officinalis'') en [[absintalsem]] (''Artemisia absinthium'').
:* '''Scherpe bitterstoffen''' stimuleren de warmte- en/of [[pijnreceptor]]en. Daartoe behoren bijvoorbeeld de stoffen in [[gember]] (''Zingiber officinale'') of [[Chilipeper|spaanse peper]] (''Capsicum sp..''). Ze verhogen de afgifte van spijsverteringssappen (speeksel, maagsap) en worden daarom gebruikt bij winderigheid en maagklachten.

* '''Alkaloïden''': zijn stikstofhoudende, organische verbindingen met een complexe structuur. Vaak zijn het sterk werkende stoffen die voorkomen in planten die wij aanduiden met "[[Vergif|giftig]]", omdat zij inwerken op het centrale zenuwstelsel en kalmerend, pijnstillend, maar ook prikkelend, stimulerend of opwekkend kunnen werken. Tot de alkaloïden behoren bijvoorbeeld [[morfine]] en [[codeïne]], die zich in het melksap van de [[slaapbol|bolpapaver]] (''Papaver somniferum'') bevinden, of [[atropine]] uit [[wolfskers]] (''Atropa belladonna''), [[cafeïne]] in de [[Koffieplant]] (''Coffea spp.'') en [[nicotine]] in [[Gewone tabaksplant|tabaksbladeren]] (''Nicotiana tabacum''). In hoge doseringen zijn diverse alkaloïden toxisch.

* '''Looistoffen:''' Looistoffen zijn gecompliceerde, stikstofvrije verbindingen (polyfenolen). Hun belangrijkste eigenschap is de adstringerende (=samentrekkende) werking op de huidweefsels. De toepassing van looistoffen vindt dan ook plaats bij ontstekingsprocessen die zich door roodheid, opzwellen van weefsel en verhoogde afscheiding openbaren. Door samentrekking van de oppervlakte volgt een verdichting van het weefsel; de roodheid neemt af en door het binnendringen van de looistoffen in de slijmklieren vertraagt de secretie. Bovendien hebben looistoffen in zekere mate antiseptische, desinfecterende en enigszins lokale anaesthetische eigenschappen. Uitwendig vinden looistofbevattende kruidenbereidingen toepassing als mond- en gorgelwater. Inwendig dienen looistofhoudende kruiden voor de behandeling van diarree.
:Vroeger werden looistoffen gebruikt bij het [[Leerlooien|looien]] van dierenhuiden. Planten die looistoffen bevatten zijn de [[theeplant]] (''Camellia sinensis''), de [[eik]] (''Quercus spp.'') en [[blauwe bosbes]]sen (''Vaccinium myrtillus'').

* '''Glycosiden'''. Deze stoffen, die men ook wel glucosiden noemt, zijn glucoseverbindingen die met zuren, basen en enzymen het splitsingsproduct suiker geven. De overblijvende verbinding ([[aglycon]]) bepaalt het al of niet werkzaam zijn van het glycoside. Er bestaan verschillende soorten glycosiden, waarvan sommigen sterk werken en zeker niet onschuldig zijn (denk bijvoorbeeld aan [[digitoxine]]). Een aantal voorbeelden met specifieke eigenschappen:
:* '''Isothiocyanaatglycosiden (mosterdolieglycosiden)''', die stimulerend werken op de spijsvertering bij anorexie en dyspepsie. Planten met mosterdolieglycosiden zijn bijvoorbeeld [[Herderstasje (soort)|herderstasje]], [[witte mosterd]], [[echt lepelblad]], [[mierik]] en [[witte waterkers]].
:* '''Blauwzuurglycosiden''', zoals het giftige [[amygdaline]] in bittere [[Amandel (noot)|amandelen]].
:* '''Anthraquinonglycosiden (emodineglycosiden)''' zijn afgeleid van [[1,8-dihydroxyanthraquinone]] (dantron, chrysazine), de oxygroepen bevinden zich ''niet'' aan één kern. Ze komen voor in [[Rhamnus (geslacht)|rhamnus]]-, [[Rheum (geslacht)|rheum]]-, [[Cassia (geslacht)|cassia]]-, en [[aloë]]soorten. Sporen komen tevens voor in andere planten van de [[duizendknoopfamilie]]. Het zijn dikkedarmrelaxantia, die via de dunne darm worden geresorbeerd en in de dikke darm worden uitgescheiden. Aldaar werken ze sterk [[laxeermiddel|laxerend]] door enerzijds verhindering van de waterresorptie en anderzijds reflectorische prikkeling van de dikke darm peristaltiek.
:* '''Rubiaglycosiden''' zijn afgeleid van [[1,2-dihydroxyanthraquinone]] of [[1,3-dihydroxyanthraquinone]] (bijvoorbeeld alizarine), de oxygroepen bevinden zich ''uitsluitend'' aan één kern. Zoals de naam al aangeeft komen ze voor in [[Meekrap|Rubia tinctorum (Meekrap)]], maar ook enkele andere planten uit de Rubiaceae (sterbladigenfamilie) bevatten deze stoffen, zij het in mindere mate. Voorbeelden zijn [[geel walstro]], [[kleefkruid]] en [[lievevrouwebedstro]].
:* '''[[Salicine]] en saligenine: glycosiden''' met een pijnstillende, koorts- en ontstekingsremmende werking.

* '''Saponinen''' bezitten de eigenschap om in combinatie met water sterk te gaan schuimen. Op basis van hun effect op de [[oppervlaktespanning]] hebben ze het karakter van zeep. Rechtstreeks in de bloedcirculatie gebracht werken saponinen als sterk vergif en leiden ze tot oplossing van de rode bloedcellen en tot beschadiging van organen. Grote hoeveelheden veroorzaken krampen en na korte tijd ademverlamming. In het maag-darmkanaal worden saponinen bijna niet opgenomen en ze werken daarom bij opname door de mond in lage doses niet giftig. Saponinehoudende planten worden in de fytotherapie als urinedrijvend middel (berkenbladeren) toegediend, alsook om hun afscheidende en slijmoplossende werking bij bronchitis (sleutelbloem). De wortel van de [[sleutelbloem]] (''Primula spp.''), [[klimop]]blad (''Hedera helix''), ([[berk]]enblad (''Betula spp.'')), [[zoethout]] (''Glycyrrhiza glabra'') en [[paardenkastanje|witte paardenkastanje]] (''Aesculus spp.'') bevatten saponinen.

* '''Slijmstoffen:''' Tot de slijmstoffen, die de slijmcellen van de planten bevatten, behoren [[zetmeel]], [[Gom (substantie)|gom]] en [[pectine]]. Deze worden in de eerste plaats ingezet bij ontstekingen van de slijmvliezen (maag, darm, luchtwegen). De slijmstoffen vormen op de ontstoken slijmvliezen een beschermend laagje. Tot de planten die rijk zijn aan droge slijmstoffen behoren [[heemst]]wortel (''Althaea officinalis''), [[vlozaad]] (''Plantago psyllium''), [[lijnzaad]] (''Linum usitatissimum'') en [[smalle weegbree]] (''Plantago lanceolata'').

* '''Organische zuren''': In heel veel planten, meestal in de vruchten, zitten bepaalde [[Organische zuur|Organische zuren]]., zoals onder meer appelzuur, oxaalzuur, wijnsteenzuur, citroenzuur.

* '''Harsen:''' [[Hars]]en zijn niet-vluchtige stoffen die worden gevormd in de schors en het hout van met name tropische boomsoorten. Wanneer harsen oplossen in vluchtige (etherische) olie, dan wordt het balsem genoemd. Harsen bevatten en zuur en werken daarom prikkelend op de huid. Tot de harshoudende droge stoffen behoren [[mirre]] en [[wierook]]. Beide werken desinfecterend en ontstekingsremmend en worden vaak toegepast bij ontstekingen van de huid, de keel, de darm of de gewrichten.

* '''Mineralen:''' Verschillende [[Mineraal|mineralen]] komen in zeer kleine, maar daarom niet minder belangrijke, hoeveelheden in planten voor. Te denken valt aan natrium, kalium, calcium, magnesium, zwavel, silicium, ijzer, mangaan, koper, zink, fosfor, broom en jodium.

* '''Vitaminen'''


=== Toedieningsvormen ===
=== Toedieningsvormen ===
* Dampbaden of inhalaties
* Dampbaden of inhalaties
* Orale toedieningsvormen (capsules, tabletten etc.)
* Orale toedieningsvormen (capsules, tabletten etc.)
* Voetbaden
* [[Voetenbad|Voetbaden]]
* Spray
* Spray
* Omslagen
* Omslagen
Regel 90: Regel 128:
* Kruidencrème
* Kruidencrème


=== Voorbeelden ===
== Status ==
Binnen Europa bestaan per land grote verschillen in de maatschappelijke status van fytotherapeutica, ook al is de geneesmiddelwetgeving in de EU geharmoniseerd. In [[Duitsland]], evenals in [[Frankrijk]], zijn veel meer fytotherapeutica geregistreerd dan in Nederland, waar de stand anno 2010 is:
Enkele voorbeelden van geneeskrachtige planten zijn [[Ginseng]], [[Rhodiola rosea]], [[Brandnetel]], [[Kamille]], [[Valeriaan]], [[Sint-Janskruid]], [[Eucalyptus]], [[Ginkgo biloba]], [[Klaproos|Papaver]], [[Salix alba|Wilg]] en [[Filipendula ulmaria|Moerasspirea]].
Twee geneesmiddelen op basis van [[Hypericum perforatum]], een geneesmiddel op basis van [[Ginkgo biloba]] en een complexmiddel op basis van [[Iberis amara]] zijn als normale werkzame geneesmiddelen erkend. Als traditionele kruidengeneesmiddelen zijn enkele preparaten van [[Pelargonium sidoides]], [[Sabal serrulata]], [[Aesculus hippocastanum]], [[Harpagophytum procumbens]] en [[Rhodiola rosea]] geregistreerd. Oude registraties van preparaten op basis van [[Kurkuma (specerij)|Curcuma]], [[Valeriaan]], [[Senna (geslacht)|Senna]] soorten en van [[Plantago psyllium]] blijven voorlopig nog bestaan. Daarnaast zijn verschillende in het buitenland geregistreerde kruidengeneesmiddelen in Nederland in de handel als [[voedingssupplement]]. Wanneer kruidenbereidingen als voedingssupplement op de markt zijn, is het de verkopers ervan niet toegestaan medische claims te gebruiken ter promotie van hun product.
De registratie van planten als geneesmiddel is geen eenvoudige zaak. Planten bevatten zeer vele inhoudsstoffen, waarvan de hoeveelheden sterk kunnen wisselen. Standaardisatie en normering spelen dus een zeer belangrijke rol.

===In Duitsland===
Sinds de aanpassing van de Arzneimittelgesetz (AMG) in 1978 heeft het Bundesgesundheitsamt de taak gekregen om de veiligheid en het effect van fytotherapeutische middelen te beoordelen. Daartoe is een zogenoemde "Kommission E" opgericht, die van ongeveer 300 middelen het bestaande wetenschappelijk onderzoek heeft afgewogen en op grond daarvan een lijst heeft opgesteld van plantaardige bestanddelen waarvan een geneeskrachtig effect is aangetoond. Preparaten van deze plantaardige bestanddelen die aan de eisen van de commissie voldoen, zijn in Duitsland erkend als geneesmiddel. Op dit moment (2010) vindt in Duitsland de overgang plaats naar de nieuwe EU regelgeving, waarbij alle middelen opnieuw worden beoordeeld in het kader van de richtlijnen van de EMA (Europese Registratie Autoriteit).

== Onderzoek en ontwikkeling ==
Het onderzoek naar werkzaamheid van kruiden als geneesmiddel is complex<ref>[http://www.lclmllc.com/documents/WangetalMetabolomicsintheContextofSystemsbiology-BridgingTCMandMolecularPharmacology2005.pdf MolecularPharmacology2005]</ref> omdat heel vaak meerdere bestanddelen (iedere plant is een mengsel van actieve stoffen) bijdragen aan het gewenste effect. Daarbij valt er geen geld te verdienen aan patenten op natuurproducten en veel huidige patentgeneesmiddelen zijn al modificaties of isolatien van stoffen uit planten, dat maakt investeren hierin erg risicovol<ref>http://www.inventionpatent.net/patent/herbal-4.html.</ref>. Een oplossing hiervoor lijkt te zijn gevonden door op Europees niveau traditionele kruidengeneesmiddelen als generieke middelen te behandelen (THMP richtlijn)<ref>http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:32004L0024:NL:HTML</ref>. Nog steeds zijn veel buitenlandse kruidengeneesmiddelen in Nederland op de markt als waren (denk aan bijvoorbeeld knoflook en geelwortel). Onjuiste claims voor dergelijke middelen zijn echter sinds kort verboden; claims dienen te zijn goedgekeurd door de EFSA (European Food Safety Authority) <ref>http://www.efsa.europa.eu/en/faqs/faqnutrition.htm</ref>.

== Wettelijke regeling ==
===In Nederland===
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen in Nederland (CBG) heeft op basis van de richtlijnen van de EU en samen met de EMA (de Europese Geneesmiddelen Autoriteit)<ref>http://www.ema.europa.eu/ema/index.jsp?curl=pages/regulation/general/general_content_000208.jsp&murl=menus/regulations/regulations.jsp&mid=WC0b01ac05800240cf</ref> heel duidelijke procedures voor de registratie <ref>http://www.cbg-meb.nl/CBG/nl/humane-geneesmiddelen/kruiden/register/Hoe_registreer_ik_een_traditioneel_kruidengeneesmiddel/default.htm</ref><ref>http://www.cbg-meb.nl/CBG/nl/humane-geneesmiddelen/kruiden/register/default.htm</ref>. Er is voor de veiligheid van de consument in relatie tot de vele kruidenproducten in de warenwet een kruidenbesluit gemaakt, dat de VWA de mogelijkheid geeft direct in te grijpen bij elk volgens haar onveilig preparaat, iets wat zij regelmatig doet.<ref>http://www.vwa.nl/onderwerpen/levensmiddelen-food/dossier/kruidenpreparaten</ref> Tevens zijn een aantal planten verboden in de warenwet door het besluit kruidenpreparaten. Dit besluit houdt tevens in dat indien onderzoek ontbreekt dat de plausibiliteit van de gemaakte gezondheidsclaims ondersteunt, de VWA ook kan ingrijpen.<ref>http://wetten.overheid.nl/BWBR0012174/geldigheidsdatum_07-11-2010</ref>

===In België===
Voedingssupplementen die planten bevatten worden gereglementeerd door het koninklijk besluit van 29 augustus 1997, gewijzigd door het besluit van 19 maart 2012 <ref>[http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/api2.pl?lg=nl&pd=2012-04-04&numac=2012024065 B.S. van 4 april 2012]</ref>. Dit besluit omvat onder meer:
* een notificatieprocedure vooraleer voedingssupplementen in de handel gebracht worden
* eisen voor de etikettering en reclame.


De bijlage van dit besluit omvat 3 lijsten:
== Wetenschappelijke kritiek ==
* een lijst van planten die niet in of als voedingsmiddel mogen gebruikt worden
Binnen de wetenschap wordt fytotherapie soms als [[pseudowetenschap]] gezien. Stellingen als "het geheel is meer dan de som der delen" klinken meer als religie dan als [[wetenschap]]. Er is ook zorg binnen de wetenschappelijke en medische gemeenschap dat men goed geteste medicijnen vervangt door niet geteste stoffen en men hiermee de gezondheid schade toebrengt.<ref>Wikipedia, [http://en.wikipedia.org/wiki/Herbalism Herbalism (Engels)]</ref> Wetenschappelijke onderbouwing en onderzoek naar de werkzame stoffen ontbreekt vaak. Beweerde effecten zijn vaak niet aangetoond onder klinische omstandigheden.<ref>SKEPP, [http://skepp.be/artikels/pseudo-wetenschap/alternatieve-onbewezen-behandelingen/kruidengeneeskunde-fytotherapie/krui Kruidengeneeskunde – fytotherapie: Degelijke wetenschap of big business?]</ref> Het is geen uitzondering dat verkopers ten onrechte beweren dat plantaardige middelen werkzaam zijn tegen bepaalde ziektes, waardoor zij [[kwakzalverij]] bedrijven.
* een lijst van eetbare paddenstoelen
<ref> {{en}} [http://scienceweek.com/2003/sc031205-3.htm ScienceWeek. Medical Biology: Quack Marketing of Internet Herbal Products] URL geraadpleegd op 19 november 2007</ref>
* een lijst van planten die toegelaten zijn in voedingssupplementen <ref>[http://www.health.belgium.be/eportal/foodsafety/foodstuffs/foodsupplements/#Planten health.belgium.be]</ref>


== Risico's en schadelijkheid ==
== Risico's en schadelijkheid ==
Wat uit de natuur komt is niet per definitie gezond. Kruidengeneeskunde is met andere woorden geen synoniem voor "onschuldig" of "onschadelijk" en het adagium "Baat het niet dan schaadt het niet" is niet altijd van toepassing. Dat een kruid werkzaam is impliceert dat het ook bijwerkingen kan hebben of schadelijk kan zijn bij verkeerd of overmatig gebruik. De beroemde arts [[Paracelsus]] (1493-1541) zei al: ''"All Ding’ sind Gift und nichts ohn’ Gift; allein die Dosis macht, dass ein Ding kein Gift ist."'' (''Alles is gif, en niets is zonder gif; alleen de dosering bepaalt dat iets geen gif is'').
Binnen de wetenschappelijke en medische gemeenschap is er zorg dat men goed geteste medicijnen vervangt door niet geteste stoffen en men hiermee de gezondheid schade toebrengt. Wat uit de natuur komt is niet per definitie gezond. Kruidengeneeskunde is met andere woorden geen synoniem voor "onschuldig" of "onschadelijk" en het adagium "Baat het niet dan schaadt het niet" is niet altijd van toepassing. Dat een kruid werkzaam is impliceert dat het ook bijwerkingen kan hebben of schadelijk kan zijn bij verkeerd of overmatig gebruik. De beroemde arts [[Paracelsus]] (1493-1541) zei al: ''"All Ding’ sind Gift und nichts ohn’ Gift; allein die Dosis macht, dass ein Ding kein Gift ist."'' (''Alles is gif, en niets is zonder gif; alleen de dosering bepaalt dat iets geen gif is'').


=== Voorbeelden ===
=== Voorbeelden ===
* [[Sint-Janskruid]] verhoogt de gevoeligheid van de huid voor de zon. Het zou niet samen ingenomen mogen worden met bier, koffie, wijn, chocolade, salami of gerookte of gepekelde voedingswaren omdat die chemicaliën bevatten die slecht reageren met het kruid en misselijkheid veroorzaken. Het is niet werkzaam voor ernstige depressie en mag niet genomen worden in plaats van voorgeschreven antidepressiva. Sint-Janskruid geeft vele interacties met diverse geneesmiddelen. De medicijnen met de belangrijkste wisselwerkingen zijn afweeronderdrukkende middelen, middelen die worden gebruikt bij een HIV-infectie, digoxine, bepaalde slaapmiddelen, een middel tegen hartritmestoornissen, de anticonceptiepil, antistollingsmiddelen en theofylline.<ref>Ziekenhuis.nl, [http://www.ziekenhuis.nl/index.php?cat=medicijngids&medgids=question&id=8418 Alternatief voor antidepressiva?]</ref>
* [[Sint-Janskruid]] verhoogt de gevoeligheid van de huid voor de zon. Sint-Janskruid geeft vele interacties met diverse geneesmiddelen. De medicijnen met de belangrijkste wisselwerkingen zijn afweeronderdrukkende middelen, middelen die worden gebruikt bij een HIV-infectie, digoxine, bepaalde slaapmiddelen, een middel tegen hartritmestoornissen, de anticonceptiepil, antistollingsmiddelen en theofylline.<ref>Ziekenhuis.nl, [http://www.ziekenhuis.nl/index.php?cat=medicijngids&medgids=question&id=8418 Alternatief voor antidepressiva?]</ref>


* In 1990 werd in België een proces gestart tegen artsen, apothekers en importeurs van Chinese kruiden, nadat een honderdtal vrouwen te horen had gekregen dat hun nieren aangetast waren door "ongeneeslijke interstitiële fibrosis". Alternatieve artsen hadden hen een geneeskrachtige cocktail met Chinese kruiden voorgeschreven om te vermageren. Het kruidenmengsel bevatte onder meer een plantensoort uit het geslacht [[Aristolochia]] die [[aristolochiazuur]] bevat, dat op zichzelf zeer giftig voor de nieren (nefrotoxisch) en [[kankerverwekkend]] is.
* In 1990 werd in België een proces gestart tegen artsen, apothekers en importeurs van Chinese kruiden, nadat een honderdtal vrouwen te horen had gekregen dat hun nieren aangetast waren door "ongeneeslijke interstitiële fibrosis". De betreffende artsen hadden deze vrouwen een cocktail van synthetische medicijnen en Chinese kruiden voorgeschreven om te vermageren. Het kruidenmengsel bevatte onder meer een plantensoort uit het geslacht [[Aristolochia]] die [[aristolochiazuur]] bevat, dat op zichzelf zeer giftig voor de nieren (nefrotoxisch) en [[carcinogeen|kankerverwekkend]] is. Het is in Nederland en België verboden om planten die aristolochiazuren of derivaten hiervan bevatten te verhandelen.<ref>Conform artikel 4 van het [http://wetten.overheid.nl/BWBR0012174 Warenwetbesluit Kruidenpreparaten]. De planten waar het om gaat staan opgesomd in bijlage II van dit besluit. In België zijn dergelijke planten verboden conform lijst 1 van het Koninklijk Besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of (Stbl. 21.XI.1997).</ref>


* Voor Ayurvedische producten zijn recent in verschillende landen officiële waarschuwingen van kracht omdat ze hoge waarden van giftige zware metalen zoals lood, kwik en/of arsenicum bevatten.<ref>http://indian-medicos.blogspot.com/2007/04/australia-issues-alert-over-metal.html ‘’Australia issues alert over metal content in traditional Indian medicines’’ - Indian Medicos, 1 April, 2007</ref><ref>http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/15598918?dopt=Abstract Heavy Metal Content of Ayurvedic Herbal Medicine Products JAMA. 2004;292:2868-2873.</ref>
* In meerdere landen wordt door overheidsinstellingen gewaarschuwd voor diverse Ayurvedische producten omdat ze te veel giftige zware metalen zoals lood, kwik en/of arseen bleken te bevatten.<ref>http://indian-medicos.blogspot.com/2007/04/australia-issues-alert-over-metal.html ‘’Australia issues alert over metal content in traditional Indian medicines’’ - Indian Medicos, 1 April, 2007</ref><ref>http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/15598918?dopt=Abstract Heavy Metal Content of Ayurvedic Herbal Medicine Products JAMA. 2004;292:2868-2873.</ref>


== Zie ook ==
== Zie ook ==
Regel 119: Regel 175:
* [http://skepp.be/artikels/pseudo-wetenschap/alternatieve-onbewezen-behandelingen/algemeen/kunnen-chiropraxie-en-kruid Kunnen chiropraxie en kruiden verminken en doden?]
* [http://skepp.be/artikels/pseudo-wetenschap/alternatieve-onbewezen-behandelingen/algemeen/kunnen-chiropraxie-en-kruid Kunnen chiropraxie en kruiden verminken en doden?]


{{Appendix}}
{{bron|bronvermelding={{references}}}}


[[Categorie:Alternatieve geneeswijze]]
[[Categorie:Alternatieve geneeswijze]]
[[Categorie:Fytotherapie]]
[[Categorie:Fytotherapie]]

[[az:Fitoterapiya]]
[[bg:Фитотерапия]]
[[cs:Fytoterapie]]
[[en:Phytotherapy]]
[[es:Fitoterapia]]
[[fr:Phytothérapie]]
[[it:Fitoterapia]]
[[lb:Phytotherapie]]
[[pt:Fitoterapia]]
[[ru:Фитотерапия]]
[[sr:Фитотерапија]]

Versie van 17 mei 2013 13:46

Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Kruidengeneeskunde, ook wel fytotherapie, ('behandeling met planten') genoemd, is het behandelen van gezondheidsklachten en ziekten met plantaardige middelen.

In de kruidengeneeskunde gebruikte plantaardige middelen noemt men kruidengeneesmiddelen of fytotherapeutica. De definitie van de Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie luidt: "Geneesmiddelen die als actieve ingrediënten uitsluitend planten, delen van planten of plantenmaterialen of combinaties daarvan bevatten, in ruwe of bewerkte staat." [1]. Volgens deze definitie valt therapeutisch gebruik van geïsoleerde inhoudsstoffen van planten (bijvoorbeeld curcumine, morfine, digoxine, galantamine, taxol) uitdrukkelijk niet onder de fytotherapie. Onder invloed van ontwikkelingen in de VS wordt ook in Nederland de term Botanicals [2] steeds vaker gebruikt. Deze term laat meer ruimte voor uit planten geïsoleerde stoffen (zoals curcumine en silibinine).

Fytotherapie wordt zowel in diverse natuurgeneeswijzen als op beperkte schaal in de reguliere context gebruikt. Veel fytotherapeutische kennis is gebaseerd op eeuwenlang behouden en doorgegeven gebruiken. Vanuit deze kennis zijn veel enkelvoudige geneesmiddelen ontwikkeld, bijvoorbeeld digoxine en reserpine. Binnen de farmacognosie wordt onder andere wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de medicinale werkzaamheid van kruiden en kruidenextracten. Diverse farmaceutische bedrijven onderzoeken kruidengeneesmiddelen uit niet-Westerse culturen om nieuwe geneesmiddelen te kunnen ontdekken.

Filosofieën

Kruidengeneeskunde kent verschillende tradities. De farmacie is ontsprongen uit de kruidengeneeskunde. Kruiden worden in talrijke culturen gebruikt, onder andere in de westerse, de traditionele Chinese geneeskunde en de Ayurveda. De filosofie verschilt echter per cultuur.

  • In Europa baseerde de kruidengeneeskunde zich lang op de humoraalpathologie van Hippocrates, waarbij het doel is, de balans te herstellen tussen de vier lichaamssappen: bloed (sang), gele gal (chol), zwarte gal (melanchol) en slijm (flegma).
  • De antroposofie baseert zich op de inzichten van Rudolf Steiner, waarbinnen de mens als vier met elkaar verbonden delen wordt gezien: het fysieke lichaam, het etherische lichaam, de ziel en de geestelijke kern. De antroposofische geneeskunde ziet ziekte als een onbalans tussen deze delen en tracht de balans te herstellen met hulp van de antroposofische geneeskunde die onder andere gebruik maakt van kruidengeneesmiddelen.
  • De traditionele Chinese geneeskunde past fytotherapie toe op basis van traditionele recepten die zijn bereid uit vele verschillende planten volgens de filosofie van de vijf-elementenleer. Deze elementen zijn hout, vuur, aarde, metaal en water. In een gezonde situatie houden alle elementen elkaar in evenwicht. Bij onbalans, klachten en ziekte kunnen één of meerdere elementen uit evenwicht raken en wordt fytotherapie gebruikt om het evenwicht te herstellen.
  • De Ayurveda gaat er van uit dat het lichaam de geest volgt en dat een lichamelijke ziekte zijn oorzaak heeft in een onevenwichtigheid in de energieën van de geest. Deze energieën zijn vata, pitta en kapha. Onder andere fytotherapie wordt gebruikt om deze energieën terug te brengen naar de energieverdeling zoals die bij de geboorte was, omdat deze toen per definitie optimaal in balans was.

Historie

Sinds mensenheugenis is bekend dat bepaalde planten een geneeskrachtige werking kunnen hebben en al even lang wordt daar gebruik van gemaakt.

Deze oermedicijnen hadden (en hebben) echter nadelen:

  1. de samenstellingen en kwaliteit van de grondstoffen variëert, waardoor een precieze dosering moeilijk is,
  2. plantaardige grondstoffen zijn veelal niet het hele jaar door vers beschikbaar. Conserveringen, zoals drogen, kunnen de samenstelling en werking veranderen,
  3. de complexe samenstelling vergroot de kans op bijwerkingen.[3]

Met de opkomst van de fytochemie werd het mogelijk de werkzame stof(fen) uit het plantenextract te isoleren, en de plantaardige geneesmiddelen te normeren.

In 1985 schatte de Wereldgezondheidsorganisatie dat bijna 80% van de bevolking in ontwikkelingslanden vanwege armoede en onvoldoende beschikbaarheid van moderne geneesmiddelen is aangewezen op kruidengeneeskunde[4] Haar beleid is dat landen actief de regulering van deze middelen ter hand nemen.

De werkzame stof in veel medicijnen in de moderne geneeskunde stamt oorspronkelijk uit planten, bijvoorbeeld Digoxine, codeïne, aspirine, colchicine, morfine, vincristine, taxol en yohimbine. Soms wordt de stof intussen in het laboratorium geproduceerd. Sommige stoffen zijn scheikundige afgeleiden van plantaardige stoffen.

Samenstelling

De chemische samenstelling van fytotherapeutische middelen met dezelfde naam kan sterk verschillen en is afhankelijk van onder meer:

  • een juiste identificatie van de gebruikte planten,
  • genetische verschillen tussen planten van dezelfde soort,
  • groeiomstandigheden: grondsoort, bemesting, microklimaat en weersomstandigheden beïnvloeden,
  • het oogstmoment: Sint-janskruid heeft bijvoorbeeld het hoogste gehalte hypericine vlak voordat de plant bloeit.
  • de verwerking, opslag en transport: sommige stoffen verdwijnen na het oogsten, andere ontstaan door bijvoorbeeld fermentatie,
  • de extractiemethode, het oplosmiddel en de temperatuur: de bereidingsmethode bepaalt voor een belangrijk deel welk deel van de inhoudsstoffen in het fytotherapeuticum terechtkomen, afhankelijk bijvoorbeeld van de oplosbaarheid in water danwel alcohol of olie.

Voor fytotherapeutische geneesmiddelen geldt dat het geoogste en gedroogde materiaal moet voldoen aan de standaarden van de Europese Farmacopee [5], bijvoorbeeld dat er een minimaal gehalte aan vluchtige olie, flavonoïden of saponinen aanwezig moet zijn.

Verschil met voeding

Voor voedingssupplementen gelden de voorwaarden voor een minimaal gehalte aan werkzame stof niet; hun samenstelling varieert sterk. Het onderscheid tussen deze twee groepen producten is voor de consument onduidelijk, onder meer omdat de regelgeving en classificatie in de Europese landen verschillen. Wat in Nederland als voedingssupplement wordt verkocht geldt in het buitenland soms als geneesmiddel.

Bereidingsmethoden

Kruidenmiddelen kunnen op veel verschillende manieren worden gemaakt en gebruikt. De chemische samenstelling van deze bereidingen kan aanzienlijk verschillen, ook als deze van exact hetzelfde plantmateriaal worden gemaakt.

  • Natieve bereiding: als uitsluitend het zuivere, verse plantmateriaal wordt gebruikt
  • Perssap: het sap dat verkregen wordt door het uitpersen van het verse plantmateriaal (bladeren, bloemen, vruchten of wortels), al dan niet gesneden en/of gemengd met water. Perssap moet snel na productie worden geconsumeerd, omdat de houdbaarheid erg kort is. Deze kan verlengd worden door verhitten (bij commercieel verkrijgbare perssappen gebeurt dat via UHT), maar daarbij kunnen waardevolle enzymen geïnactiveerd worden.
  • Kruidenpoeder: poeder dat gemaakt wordt door gedroogde kruiden eerst te vermalen en vervolgens te verpulveren (meestal in een vijzel). Om verval van belangrijke inhoudsstoffen te voorkomen, wordt tegenwoordig plantmateriaal soms met vloeibare stikstof gekoeld en vervolgens fijngemalen. Het voordeel van deze bereidingswijze is dat er geen warmte vrijkomt bij het vermalen van de planten, waardoor de actieve inhoudsstoffen behouden blijven.
  • Aftreksel: men werpt de voorgeschreven hoeveelheid planten of het mengsel in kokend water, laat dit 5 à 10 minuten trekken.
  • Opgieten: Bij het opgieten worden de betreffende plantendelen met heet water overgoten. Meestal laat men het plantmateriaal circa 5 à 10 minuten trekken, terwijl men af en toe omroert. Afhankelijk van de temperatuur van het water en de duur van het trekken lossen de aanwezige bestanddelen in het water op. Bij kruiden met etherische oliën dient het trekken afgedekt plaats te vinden, om verlies van deze vluchtige bestanddelen zo veel mogelijk te voorkomen.
  • Afkooksel (decoct): de hardere of taaie delen van het kruid (houtachtige delen, schors, wortels) worden aan de kook gebracht met water en gebruikelijk is om dit mengsel circa 5 à 10 minuten te laten doorkoken. Vervolgens wordt het mengsel gezeefd en warm of koud gedronken. Decocten kunnen alleen worden gemaakt van planten die ook bij hitte hun werkzaamheid niet verliezen.
  • Verlengd infuus: Een half uur trekken met water van 90 - 100 graden Celsius.
Aangezien door enzymatische en oxidatieve invloeden de werkstoffen van waterige bereidingen relatief snel worden afgebroken, moeten deze direct na bereiding geconsumeerd worden.
  • Maceraat: een "koud" aftreksel in water bij 15 tot 25 graden Celsius. Maceratie in water wordt voornamelijk gebruikt bij kruiden met veel slijmstoffen (zoals hoornklaver, heemst of lijnzaad), omdat deze hun werkzaamheid verliezen bij verwarmen. Ook wordt dit gebruikt bij planten die stoffen die bij verhitten of koken prikkelende substanties vrijzetten. De tijdsduur voor het maken van een maceraat kan variëren van minuten tot zelfs weken. Een digeraat (digeratum) wordt op dezelfde wijze gemaakt, alleen is de temperatuur van het water daarbij 35 tot 45 graden Celsius.
Maceraten in glycerine, alcohol, olie of een ander oplosmiddel komen ook voor maar zijn minder gebruikelijk:
  • In de gemmotherapie wordt uitsluitend gebruikgemaakt van maceraten op basis van glycerine en alcohol (glycerinemaceraten), omdat het jonge plantmateriaal (knoppen en scheuten) dat voor de gemmotherapie wordt gebruikt, daarin het beste oplost.
  • Een kruidenolie wordt gemaakt door kruiden drie weken te laten macereren in een plantaardige olie en daarna af te zeven. Soms wordt dit proces versneld door de olie te verwarmen. Wanneer een kruidenolie met een alcoholische tinctuur wordt vermengd, ontstaat een kruidenbalsem. Een bekend voorbeeld is johannesolie, gemaakt van Sint-Janskruid en knoflookolie.
  • Siroop: aftreksel van (meestal) vers plantmateriaal dat enkele weken in suikersiroop mag macereren en vervolgens wordt afgezeefd. Soms worden ook aftreksels, afkooksels, tincturen of plantensappen gemengd met de suikeroplossing en verwarmd tot alles opgelost is. Soms wordt in plaats van suikersiroop ook honing gebruikt. Bekende voorbeelden van medicinale siropen zijn tijmsiroop, dat een bekend middel tegen hoesten is, en venkelsiroop.
  • Tinctuur: een aftreksel van meestal vers (maar soms ook gedroogd) plantmateriaal in een mengsel van water en ethanol. Het alcoholpercentage bedraagt gewoonlijk 40 à 60%, in sommige gevallen zelfs 90%. Tincturen worden meestal volgens het voorschrift van een farmacopee geproduceerd.
  • Vloeibaar extract: aftreksel van meestal vers (maar soms ook gedroogd) plantmateriaal in een mengsel van water en alcohol, waarbij door filtering of destillatie een deel van de alcohol wordt verwijderd. De overgebleven alcohol fungeert dan als conserveermiddel. Het alcoholpercentage van vloeibare extracten is daardoor lager dan dat van tincturen, waardoor het plantmateriaal sterker geconcentreerd is.
  • Droogextract: aftreksel van plantmateriaal in oplosmiddel (bv. water, alcohol (ethanol), aceton, CO2 of hexanol) waarbij het oplosmiddel volledig wordt verdampt. Een nebulisaat is een bijzondere vorm van een droogextract, waarbij het aftreksel wordt verneveld en het vernevelde extract tijdens het afdalen wordt gedroogd in hete lucht.
  • Etherische olie: de sterk geconcentreerde vluchtige oliën uit planten. Meestal wordt deze via stoomdestillatie gewonnen (bijvoorbeeld pepermuntolie), maar in geval van citrusvruchten vindt dat plaats door middel van koude persing. In de aromatherapie worden etherische oliën therapeutisch ingezet, maar etherische olie wordt soms ook aan massageolie toegevoegd.
  • Kruidenazijn: een aftreksel van plantmateriaal in azijn. Het azijnzuur helpt actieve ingrediënten uit de kruiden te trekken en draagt bovendien bij aan de conservering.
  • Kruidendestillaat, geest of spiritus: een aftreksel van plantmateriaal in alcoholische dranken als wijn of jenever. Door de alcohol worden de inhoudsstoffen wel geëxtraheerd, maar de extractie is vaak minder dan van tincturen. Ook is de houdbaarheid minder dan die van tincturen. Voorbeelden: kruidenwijn, kruidenlikeur
  • Zalf: een zalf wordt bereid door plantmateriaal (bijvoorbeeld sap, extract of tinctuur) te mengen met een vette substantie, gewoonlijk vaseline of lanoline.

Bij het bereiden van extracten vindt concentratie van het basismateriaal plaats, waardoor meer plantmateriaal nodig dan in de uiteindelijke bereiding aanwezig is. De verhouding tussen de oorspronkelijk aanwezige hoeveelheid plantmateriaal en het extract, wordt uitgedrukt in de "drug-extractverhouding". Deze verhouding kan hoog oplopen: het meestverkochte Ginkgo biloba extract ter wereld (EGb761) bevat 50 maal de concentratie ginkgoliden als van nature aanwezig is in ginkgobladeren.

Wanneer het gehalte van één of meerdere inhoudsstoffen (meestal de veronderstelde werkzame stoffen) wordt gegarandeerd, spreekt men van een genormeerd en gestandaardiseerd product. Standaardisatie van fytotherapeutica vindt plaats om de natuurlijke variatie in inhoudsstoffen van fytotherapeutica te behouden en toch enige therapeutische stabiliteit te kunnen bieden aan behandelaars. Bij standaardisatie is het van belang dat niet slechts de concentratie van één of meerdere inhoudsstoffen wordt gegarandeerd, maar dat alle procedures, van het zaaien tot het eindproduct, protocollair worden vastgelegd, zodat ze steeds op zo veel mogelijk uniforme wijze worden uitgevoerd. Dit alles teneinde een zo veel mogelijk reproduceerbaar product te verkrijgen dat ook tussen verschillende productiecharges zo veel mogelijk uniform qua samenstelling is, ook wat betreft de inhoudsstoffen waarvan de gehaltes niet worden gegarandeerd.

Inhoudsstoffen

Bio-actieve inhoudsstoffen van planten die door mensen geconsumeerd worden en die positieve effecten hebben op de menselijke stofwisseling, worden ook wel fytonutriënten genoemd. Fytonutriënten kunnen in verschillende stofklassen worden ingedeeld.

Tot de bekende actieve stoffen, waarbij de eigenschappen en de medicinale werking van belang zijn, behoren terpenen, bitterstoffen, alkaloïden, looistoffen, glycosiden, saponinen, slijmstoffen, de mineralen en de vitaminen.

  • Bitterstoffen. De term "bitterstoffen" staat voor een omvangrijke groep van chemisch zeer verschillende, stikstofvrije, zuurstofhoudende plantbestanddelen die verantwoordelijk zijn voor de bittere smaak van veel planten.
  • Enkelvoudige bitterstoffen worden in belangrijke mate als maagmiddel gebruikt, om de afscheiding van spijsverteringssappen in de mond, de maag en de darm te bevorderen. Deze stoffen worden bijvoorbeeld aangetroffen in de verschillende maagbitters. Typische voorbeelden voor droge bitterstoffen zijn de bitterstoffen van de gentiaanfamilie (Gentianaceae), van het duizendguldenkruid (Centaurium spp.), salie (Salvia officinalis) en absintalsem (Artemisia absinthium).
  • Scherpe bitterstoffen stimuleren de warmte- en/of pijnreceptoren. Daartoe behoren bijvoorbeeld de stoffen in gember (Zingiber officinale) of spaanse peper (Capsicum sp..). Ze verhogen de afgifte van spijsverteringssappen (speeksel, maagsap) en worden daarom gebruikt bij winderigheid en maagklachten.
  • Alkaloïden: zijn stikstofhoudende, organische verbindingen met een complexe structuur. Vaak zijn het sterk werkende stoffen die voorkomen in planten die wij aanduiden met "giftig", omdat zij inwerken op het centrale zenuwstelsel en kalmerend, pijnstillend, maar ook prikkelend, stimulerend of opwekkend kunnen werken. Tot de alkaloïden behoren bijvoorbeeld morfine en codeïne, die zich in het melksap van de bolpapaver (Papaver somniferum) bevinden, of atropine uit wolfskers (Atropa belladonna), cafeïne in de Koffieplant (Coffea spp.) en nicotine in tabaksbladeren (Nicotiana tabacum). In hoge doseringen zijn diverse alkaloïden toxisch.
  • Looistoffen: Looistoffen zijn gecompliceerde, stikstofvrije verbindingen (polyfenolen). Hun belangrijkste eigenschap is de adstringerende (=samentrekkende) werking op de huidweefsels. De toepassing van looistoffen vindt dan ook plaats bij ontstekingsprocessen die zich door roodheid, opzwellen van weefsel en verhoogde afscheiding openbaren. Door samentrekking van de oppervlakte volgt een verdichting van het weefsel; de roodheid neemt af en door het binnendringen van de looistoffen in de slijmklieren vertraagt de secretie. Bovendien hebben looistoffen in zekere mate antiseptische, desinfecterende en enigszins lokale anaesthetische eigenschappen. Uitwendig vinden looistofbevattende kruidenbereidingen toepassing als mond- en gorgelwater. Inwendig dienen looistofhoudende kruiden voor de behandeling van diarree.
Vroeger werden looistoffen gebruikt bij het looien van dierenhuiden. Planten die looistoffen bevatten zijn de theeplant (Camellia sinensis), de eik (Quercus spp.) en blauwe bosbessen (Vaccinium myrtillus).
  • Glycosiden. Deze stoffen, die men ook wel glucosiden noemt, zijn glucoseverbindingen die met zuren, basen en enzymen het splitsingsproduct suiker geven. De overblijvende verbinding (aglycon) bepaalt het al of niet werkzaam zijn van het glycoside. Er bestaan verschillende soorten glycosiden, waarvan sommigen sterk werken en zeker niet onschuldig zijn (denk bijvoorbeeld aan digitoxine). Een aantal voorbeelden met specifieke eigenschappen:
  • Saponinen bezitten de eigenschap om in combinatie met water sterk te gaan schuimen. Op basis van hun effect op de oppervlaktespanning hebben ze het karakter van zeep. Rechtstreeks in de bloedcirculatie gebracht werken saponinen als sterk vergif en leiden ze tot oplossing van de rode bloedcellen en tot beschadiging van organen. Grote hoeveelheden veroorzaken krampen en na korte tijd ademverlamming. In het maag-darmkanaal worden saponinen bijna niet opgenomen en ze werken daarom bij opname door de mond in lage doses niet giftig. Saponinehoudende planten worden in de fytotherapie als urinedrijvend middel (berkenbladeren) toegediend, alsook om hun afscheidende en slijmoplossende werking bij bronchitis (sleutelbloem). De wortel van de sleutelbloem (Primula spp.), klimopblad (Hedera helix), (berkenblad (Betula spp.)), zoethout (Glycyrrhiza glabra) en witte paardenkastanje (Aesculus spp.) bevatten saponinen.
  • Slijmstoffen: Tot de slijmstoffen, die de slijmcellen van de planten bevatten, behoren zetmeel, gom en pectine. Deze worden in de eerste plaats ingezet bij ontstekingen van de slijmvliezen (maag, darm, luchtwegen). De slijmstoffen vormen op de ontstoken slijmvliezen een beschermend laagje. Tot de planten die rijk zijn aan droge slijmstoffen behoren heemstwortel (Althaea officinalis), vlozaad (Plantago psyllium), lijnzaad (Linum usitatissimum) en smalle weegbree (Plantago lanceolata).
  • Organische zuren: In heel veel planten, meestal in de vruchten, zitten bepaalde Organische zuren., zoals onder meer appelzuur, oxaalzuur, wijnsteenzuur, citroenzuur.
  • Harsen: Harsen zijn niet-vluchtige stoffen die worden gevormd in de schors en het hout van met name tropische boomsoorten. Wanneer harsen oplossen in vluchtige (etherische) olie, dan wordt het balsem genoemd. Harsen bevatten en zuur en werken daarom prikkelend op de huid. Tot de harshoudende droge stoffen behoren mirre en wierook. Beide werken desinfecterend en ontstekingsremmend en worden vaak toegepast bij ontstekingen van de huid, de keel, de darm of de gewrichten.
  • Mineralen: Verschillende mineralen komen in zeer kleine, maar daarom niet minder belangrijke, hoeveelheden in planten voor. Te denken valt aan natrium, kalium, calcium, magnesium, zwavel, silicium, ijzer, mangaan, koper, zink, fosfor, broom en jodium.
  • Vitaminen

Toedieningsvormen

  • Dampbaden of inhalaties
  • Orale toedieningsvormen (capsules, tabletten etc.)
  • Voetbaden
  • Spray
  • Omslagen
  • Kompressen
  • Kruidenzalf
  • Kruidencrème

Status

Binnen Europa bestaan per land grote verschillen in de maatschappelijke status van fytotherapeutica, ook al is de geneesmiddelwetgeving in de EU geharmoniseerd. In Duitsland, evenals in Frankrijk, zijn veel meer fytotherapeutica geregistreerd dan in Nederland, waar de stand anno 2010 is: Twee geneesmiddelen op basis van Hypericum perforatum, een geneesmiddel op basis van Ginkgo biloba en een complexmiddel op basis van Iberis amara zijn als normale werkzame geneesmiddelen erkend. Als traditionele kruidengeneesmiddelen zijn enkele preparaten van Pelargonium sidoides, Sabal serrulata, Aesculus hippocastanum, Harpagophytum procumbens en Rhodiola rosea geregistreerd. Oude registraties van preparaten op basis van Curcuma, Valeriaan, Senna soorten en van Plantago psyllium blijven voorlopig nog bestaan. Daarnaast zijn verschillende in het buitenland geregistreerde kruidengeneesmiddelen in Nederland in de handel als voedingssupplement. Wanneer kruidenbereidingen als voedingssupplement op de markt zijn, is het de verkopers ervan niet toegestaan medische claims te gebruiken ter promotie van hun product. De registratie van planten als geneesmiddel is geen eenvoudige zaak. Planten bevatten zeer vele inhoudsstoffen, waarvan de hoeveelheden sterk kunnen wisselen. Standaardisatie en normering spelen dus een zeer belangrijke rol.

In Duitsland

Sinds de aanpassing van de Arzneimittelgesetz (AMG) in 1978 heeft het Bundesgesundheitsamt de taak gekregen om de veiligheid en het effect van fytotherapeutische middelen te beoordelen. Daartoe is een zogenoemde "Kommission E" opgericht, die van ongeveer 300 middelen het bestaande wetenschappelijk onderzoek heeft afgewogen en op grond daarvan een lijst heeft opgesteld van plantaardige bestanddelen waarvan een geneeskrachtig effect is aangetoond. Preparaten van deze plantaardige bestanddelen die aan de eisen van de commissie voldoen, zijn in Duitsland erkend als geneesmiddel. Op dit moment (2010) vindt in Duitsland de overgang plaats naar de nieuwe EU regelgeving, waarbij alle middelen opnieuw worden beoordeeld in het kader van de richtlijnen van de EMA (Europese Registratie Autoriteit).

Onderzoek en ontwikkeling

Het onderzoek naar werkzaamheid van kruiden als geneesmiddel is complex[6] omdat heel vaak meerdere bestanddelen (iedere plant is een mengsel van actieve stoffen) bijdragen aan het gewenste effect. Daarbij valt er geen geld te verdienen aan patenten op natuurproducten en veel huidige patentgeneesmiddelen zijn al modificaties of isolatien van stoffen uit planten, dat maakt investeren hierin erg risicovol[7]. Een oplossing hiervoor lijkt te zijn gevonden door op Europees niveau traditionele kruidengeneesmiddelen als generieke middelen te behandelen (THMP richtlijn)[8]. Nog steeds zijn veel buitenlandse kruidengeneesmiddelen in Nederland op de markt als waren (denk aan bijvoorbeeld knoflook en geelwortel). Onjuiste claims voor dergelijke middelen zijn echter sinds kort verboden; claims dienen te zijn goedgekeurd door de EFSA (European Food Safety Authority) [9].

Wettelijke regeling

In Nederland

Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen in Nederland (CBG) heeft op basis van de richtlijnen van de EU en samen met de EMA (de Europese Geneesmiddelen Autoriteit)[10] heel duidelijke procedures voor de registratie [11][12]. Er is voor de veiligheid van de consument in relatie tot de vele kruidenproducten in de warenwet een kruidenbesluit gemaakt, dat de VWA de mogelijkheid geeft direct in te grijpen bij elk volgens haar onveilig preparaat, iets wat zij regelmatig doet.[13] Tevens zijn een aantal planten verboden in de warenwet door het besluit kruidenpreparaten. Dit besluit houdt tevens in dat indien onderzoek ontbreekt dat de plausibiliteit van de gemaakte gezondheidsclaims ondersteunt, de VWA ook kan ingrijpen.[14]

In België

Voedingssupplementen die planten bevatten worden gereglementeerd door het koninklijk besluit van 29 augustus 1997, gewijzigd door het besluit van 19 maart 2012 [15]. Dit besluit omvat onder meer:

  • een notificatieprocedure vooraleer voedingssupplementen in de handel gebracht worden
  • eisen voor de etikettering en reclame.

De bijlage van dit besluit omvat 3 lijsten:

  • een lijst van planten die niet in of als voedingsmiddel mogen gebruikt worden
  • een lijst van eetbare paddenstoelen
  • een lijst van planten die toegelaten zijn in voedingssupplementen [16]

Risico's en schadelijkheid

Binnen de wetenschappelijke en medische gemeenschap is er zorg dat men goed geteste medicijnen vervangt door niet geteste stoffen en men hiermee de gezondheid schade toebrengt. Wat uit de natuur komt is niet per definitie gezond. Kruidengeneeskunde is met andere woorden geen synoniem voor "onschuldig" of "onschadelijk" en het adagium "Baat het niet dan schaadt het niet" is niet altijd van toepassing. Dat een kruid werkzaam is impliceert dat het ook bijwerkingen kan hebben of schadelijk kan zijn bij verkeerd of overmatig gebruik. De beroemde arts Paracelsus (1493-1541) zei al: "All Ding’ sind Gift und nichts ohn’ Gift; allein die Dosis macht, dass ein Ding kein Gift ist." (Alles is gif, en niets is zonder gif; alleen de dosering bepaalt dat iets geen gif is).

Voorbeelden

  • Sint-Janskruid verhoogt de gevoeligheid van de huid voor de zon. Sint-Janskruid geeft vele interacties met diverse geneesmiddelen. De medicijnen met de belangrijkste wisselwerkingen zijn afweeronderdrukkende middelen, middelen die worden gebruikt bij een HIV-infectie, digoxine, bepaalde slaapmiddelen, een middel tegen hartritmestoornissen, de anticonceptiepil, antistollingsmiddelen en theofylline.[17]
  • In 1990 werd in België een proces gestart tegen artsen, apothekers en importeurs van Chinese kruiden, nadat een honderdtal vrouwen te horen had gekregen dat hun nieren aangetast waren door "ongeneeslijke interstitiële fibrosis". De betreffende artsen hadden deze vrouwen een cocktail van synthetische medicijnen en Chinese kruiden voorgeschreven om te vermageren. Het kruidenmengsel bevatte onder meer een plantensoort uit het geslacht Aristolochia die aristolochiazuur bevat, dat op zichzelf zeer giftig voor de nieren (nefrotoxisch) en kankerverwekkend is. Het is in Nederland en België verboden om planten die aristolochiazuren of derivaten hiervan bevatten te verhandelen.[18]
  • In meerdere landen wordt door overheidsinstellingen gewaarschuwd voor diverse Ayurvedische producten omdat ze te veel giftige zware metalen zoals lood, kwik en/of arseen bleken te bevatten.[19][20]

Zie ook

Externe links

Kritisch