Kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 92: Regel 92:
Anderzijds eisen de burgemeesters van 28 van de 35 Vlaamse randgemeenten (de niet-faciliteitengemeenten), verenigd in de [[Conferentie van burgemeesters en Staten-Generaal in Halle-Vilvoorde]], een ''onverwijlde'' splitsing, zonder compensaties.{{feit||2009|11|30}} Dit maakt het klassieke Belgische ''[[Wafelijzerpolitiek|wafelijzermodel]]'' (als de ene gemeenschap iets krijgt, moet de andere gemeenschap ook iets krijgen) in dit geval moeilijk. De Vlamingen willen bovendien bij een splitsing bijkomende waarborgen voor de Nederlandstaligen in Brussel. De Franstalige partijen zetten daarom hoog in en eisen de uitbreiding van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Anderzijds eisen de burgemeesters van 28 van de 35 Vlaamse randgemeenten (de niet-faciliteitengemeenten), verenigd in de [[Conferentie van burgemeesters en Staten-Generaal in Halle-Vilvoorde]], een ''onverwijlde'' splitsing, zonder compensaties.{{feit||2009|11|30}} Dit maakt het klassieke Belgische ''[[Wafelijzerpolitiek|wafelijzermodel]]'' (als de ene gemeenschap iets krijgt, moet de andere gemeenschap ook iets krijgen) in dit geval moeilijk. De Vlamingen willen bovendien bij een splitsing bijkomende waarborgen voor de Nederlandstaligen in Brussel. De Franstalige partijen zetten daarom hoog in en eisen de uitbreiding van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.


In het voorjaar van [[2005]] overlegde de regering-Verhofstadt over de kwestie. Verschillende voorstellen passeerden de revue, maar over geen enkele oplossing wisten de onderhandelaars het eens te worden. Uiteindelijk was het de kleine links-liberale partij Spirit, nu Vlaams-Progressieven die naar aanleiding van een door VLD en SP.A gesteund voorstel, de Franstaligen in de Rand inschrijvingsrecht in Brussel te geven, woedend opstapte uit de onderhandelingen. Elke onderhandelde oplossing bleek daardoor onmogelijk en maakte dat de kwestie zou blijven liggen tot na de federale verkiezingen van 2007. Dit was echter niet mogelijk, omdat het Grondwettelijk Hof bepaalde dat er voor het einde van de regeerperiode op 24 juni 2007 een oplossing gevonden moest worden. Daarom vervroegde Verhofstadt de verkiezingen met twee weken tot 10 juni 2007, zodat de verkiezingen toch geldig zouden zijn. Het protest bij de verkiezingen tegen deze gang van zaken was groot.{{feit||2009|11|30}} Tientallen mensen die werden opgeroepen om in stembureaus te zetelen, weigerden uit principe hun medewerking. Ook verschillende grondwetspecialisten hadden hun bezwaren.<ref>Zij meenden dat de regeerperiode niet te rekenen is tot [[24 juni]] [[2007]], maar eerder afloopt: het aanvangspunt van de legislatuur zou volgens hen niet starten bij de [[eed]]aflegging van de [[Coöptatie|gecoöpteerde]] [[Senaat (België)|senatoren]] op [[19 juni]] [[2003]] na de [[Belgische verkiezingen 2003|verkiezingen van 2003]], maar bij de datum van die vorige verkiezingen - dus op [[18 mei]] 2003, of zelfs aflopen bij de vorige eedaflegging, dus op die 19e juni 2003. Dientengevolge zijn verkiezingen op 10 juni 2007 volgens de wet van december 2002 (behoud van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde naast de provinciale kieskringen) volgens deze uitleg ongrondwettig. Zie Matthias Storme. [http://inflandersfields.eu/2007/01/verkiezingen-op-10-juni-volgens-huidige.html Verkiezingen op 10 juni volgens huidige kieswet zijn ongrondwettig]</ref>
In het voorjaar van [[2005]] overlegde de regering-Verhofstadt over de kwestie. Verschillende voorstellen passeerden de revue, maar over geen enkele oplossing wisten de onderhandelaars het eens te worden. Uiteindelijk was het de kleine links-liberale partij Spirit, nu [[SLP]] die naar aanleiding van een door VLD en SP.A gesteund voorstel, de Franstaligen in de Rand inschrijvingsrecht in Brussel te geven, woedend opstapte uit de onderhandelingen. Elke onderhandelde oplossing bleek daardoor onmogelijk en maakte dat de kwestie zou blijven liggen tot na de federale verkiezingen van 2007. Dit was echter niet mogelijk, omdat het Grondwettelijk Hof bepaalde dat er voor het einde van de regeerperiode op 24 juni 2007 een oplossing gevonden moest worden. Daarom vervroegde Verhofstadt de verkiezingen met twee weken tot 10 juni 2007, zodat de verkiezingen toch geldig zouden zijn. Het protest bij de verkiezingen tegen deze gang van zaken was groot.{{feit||2009|11|30}} Tientallen mensen die werden opgeroepen om in stembureaus te zetelen, weigerden uit principe hun medewerking. Ook verschillende grondwetspecialisten hadden hun bezwaren.<ref>Zij meenden dat de regeerperiode niet te rekenen is tot [[24 juni]] [[2007]], maar eerder afloopt: het aanvangspunt van de legislatuur zou volgens hen niet starten bij de [[eed]]aflegging van de [[Coöptatie|gecoöpteerde]] [[Senaat (België)|senatoren]] op [[19 juni]] [[2003]] na de [[Belgische verkiezingen 2003|verkiezingen van 2003]], maar bij de datum van die vorige verkiezingen - dus op [[18 mei]] 2003, of zelfs aflopen bij de vorige eedaflegging, dus op die 19e juni 2003. Dientengevolge zijn verkiezingen op 10 juni 2007 volgens de wet van december 2002 (behoud van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde naast de provinciale kieskringen) volgens deze uitleg ongrondwettig. Zie Matthias Storme. [http://inflandersfields.eu/2007/01/verkiezingen-op-10-juni-volgens-huidige.html Verkiezingen op 10 juni volgens huidige kieswet zijn ongrondwettig]</ref>


Na de verkiezingen van 10 juni 2007 werd de kwestie-BHV, meer nog dan de door de Vlaamse partijen gewenste grote staatshervorming, hét grote probleem bij de vorming van een nieuwe regering. Parallel aan de maandenlange moeizame regeringsvorming werden ook de Vlaamse splitsingsvoorstellen (voor een "verticale splitsing" van kieskring en gerechtelijk arrondissement, als omschreven onder mogelijke oplossingen #2) heringediend in het parlement.
Na de verkiezingen van 10 juni 2007 werd de kwestie-BHV, meer nog dan de door de Vlaamse partijen gewenste grote staatshervorming, hét grote probleem bij de vorming van een nieuwe regering. Parallel aan de maandenlange moeizame regeringsvorming werden ook de Vlaamse splitsingsvoorstellen (voor een "verticale splitsing" van kieskring en gerechtelijk arrondissement, als omschreven onder mogelijke oplossingen #2) heringediend in het parlement.
Regel 101: Regel 101:
Voordat de eindstemming in de plenaire vergadering van de Kamer kon plaatsvinden, werd door de Franstalige partijen via de Franse Gemeenschap een [[Belangenconflict (Belgisch staatsrecht)|belangenconflictprocedure]] ingeroepen. Dit betekende in totaal 6 maanden uitstel van de stemming, waarin binnen het [[Overlegcomité]] van de Gemeenschappen en Gewesten gezocht werd naar een oplossing. Tijdens deze periode (november 2007 - mei 2008) werd ook hier geen overeenstemming bereikt.
Voordat de eindstemming in de plenaire vergadering van de Kamer kon plaatsvinden, werd door de Franstalige partijen via de Franse Gemeenschap een [[Belangenconflict (Belgisch staatsrecht)|belangenconflictprocedure]] ingeroepen. Dit betekende in totaal 6 maanden uitstel van de stemming, waarin binnen het [[Overlegcomité]] van de Gemeenschappen en Gewesten gezocht werd naar een oplossing. Tijdens deze periode (november 2007 - mei 2008) werd ook hier geen overeenstemming bereikt.


Eind april kondigden de Franstalige partijen aan geen nieuw belangenconflict in te roepen, waarna de Vlaamse partijen op 8 mei 2008 de wetsvoorstellen op de agenda van de plenaire Kamer zetten, met de bedoeling er meteen over te stemmen. Daarom werden tijdens de zitting drie Franstalige amendementen ingediend, die eerst voor advies naar de Raad van State moesten gestuurd. Vervolgens riepen de Franstalige partijen in de Raad van de [[Franse Gemeenschapscommissie]] van Brussel een dag later alsnog unaniem een belangenconflict in. Hierdoor wordt de behandeling van de wetsvoorstellen wederom met maanden uitgesteld voor een verplichte overlegperiode. In januari 2009 heeft vervolgens het [[Waals Parlement]] op haar beurt een belangenconflict ingeroepen. Nadat dit belangenconflict, ingeroepen door het Waalse parlement, op haar beurt op 14 oktober 2009 was afgelopen; zonder dat er een oplossing was gevonden voor het probleem heeft vervolgens op 26 oktober 2009 het parlement van de [[Duitstalige gemeenschap]] een belangenconflict ingeroepen. Waarbij Duitstalige politici hebben aangegeven dat hoewel de Duitstalige gemeenschap niet (direct) betrokken partij is men uit hoofde van het landsbelang toch een belangenconflict heeft ingeroepen. Daarna bestaat theoretisch nog de mogelijkheid dat het parlement van het Brusselse gewest een belangenconflict inroept en bovendien kan vlak voor de stemming opnieuw op de agenda komt van de parlementaire kamer nog de [[communautaire alarmbelprocedure]] gebruikt worden. Als men in de tussentijd geen onderhandelde oplossing vindt, zal een stemming kunnen plaatsvinden.
Eind april kondigden de Franstalige partijen aan geen nieuw belangenconflict in te roepen, waarna de Vlaamse partijen op 8 mei 2008 de wetsvoorstellen op de agenda van de plenaire Kamer zetten, met de bedoeling er meteen over te stemmen. Daarom werden tijdens de zitting drie Franstalige amendementen ingediend, die eerst voor advies naar de Raad van State moesten gestuurd worden. Vervolgens riepen de Franstalige partijen in de Raad van de [[Franse Gemeenschapscommissie]] van Brussel een dag later alsnog unaniem een belangenconflict in. Hierdoor wordt de behandeling van de wetsvoorstellen wederom met maanden uitgesteld voor een verplichte overlegperiode. In januari 2009 heeft vervolgens het [[Waals Parlement]] op haar beurt een belangenconflict ingeroepen. Nadat dit belangenconflict, ingeroepen door het Waalse parlement, op haar beurt op 14 oktober 2009 was afgelopen; zonder dat er een oplossing was gevonden voor het probleem heeft vervolgens op 26 oktober 2009 het parlement van de [[Duitstalige gemeenschap]] een belangenconflict ingeroepen. Waarbij Duitstalige politici hebben aangegeven dat hoewel de Duitstalige gemeenschap niet (direct) betrokken partij is men uit hoofde van het landsbelang toch een belangenconflict heeft ingeroepen. Daarna bestaat theoretisch nog de mogelijkheid dat het parlement van het Brusselse gewest een belangenconflict inroept en bovendien kan vlak voor de stemming opnieuw op de agenda komt van de parlementaire kamer nog de [[communautaire alarmbelprocedure]] gebruikt worden. Als men in de tussentijd geen onderhandelde oplossing vindt, zal een stemming kunnen plaatsvinden.


==== Federale verkiezingen na 2007 ====
==== Federale verkiezingen na 2007 ====

Versie van 23 apr 2010 13:39

Brussel-Halle-Vilvoorde
Kiesarrondissement in België Vlag van België
kaart
Blauw + Bruin + Rood: Kiesarr. Brussel-Halle-Vilvoorde
Blauw + Bruin: Bestuurlijk arr. Halle-Vilvoorde
Bruin: Faciliteitengemeenten in Vlaams-Brabant
Rood: Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Grijs: Bestuurlijk en kiesarrondissement Leuven (geen onderdeel van BHV)
Situering
Gewest Vlag België België
Algemeen
Oppervlakte 1104,31 km²
Inwoners
(2008)
1.632.907
(1479 inw./km²)
Gemeenten 54
Deelgemeenten 123
Portaal  Portaalicoon   België

Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) is een kiesarrondissement (kieskring) dat het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en, in het Vlaams Gewest, de westelijke helft van de provincie Vlaams-Brabant (Arrondissement Halle-Vilvoorde) omvat. Het gebied telt 1.632.907 inwoners, waarvan 1.048.491 in Brussel en 584.416 in Halle-Vilvoorde (gegevens van 1 januari 2008).

Het arrondissement is erg heterogeen samengesteld uit twee taalgebieden: het tweetalig Nederlands-Franse Brussel en het eentalig Nederlandse Halle-Vilvoorde (genoemd naar de twee belangrijkste steden in het gebied). Deze situatie voedt de vrees voor een verdere uitbreiding van de verfransing van Brussel over Vlaamse gemeenten. Ook is er een verschil tussen het stedelijke karakter van Brussel en het meer suburbane en landelijke karakter van westelijk Vlaams-Brabant. Het is de enige kieskring en het enige gerechtelijk arrondissement in België dat meerdere gewesten overlapt.

Het gerechtelijk arrondissement Brussel beslaat hetzelfde grondgebied.

Geschiedenis

Het arrondissement Brussel ontstond in 1800 als eerste arrondissement in het departement Dijle. Het bestond oorspronkelijk uit de kantons Anderlecht, Asse, Brussel, Halle, Terhulpen, Lennik, Sint-Stevens-Woluwe, Ukkel, Vilvoorde en Wolvertem.

In 1823, onder Nederlands bestuur, werden, met het oog op een betere afstemming van de arrondissementsgrenzen op de taalgrens, het kanton Herne van het arrondissement Nijvel (behalve de gemeenten Quenast, Rognon en Roosbeek) aan het arrondissement Brussel toegevoegd en het kanton Terhulpen van het arrondissement Brussel (behalve de gemeenten Hoeilaart en Overijse) aan het arrondissement Nijvel afgestaan.

Bij de definitieve vastlegging van de taalgrens in 1963 werden de toenmalige gemeenten Bever en Sint-Pieters-Kapelle aangehecht van het arrondissement Zinnik en werden de gemeenten Bierk en Sint-Renelde afgestaan aan het arrondissement Nijvel. Verder werden nog kleinere gebiedsdelen uitgewisseld met het arrondissement Nijvel.

Later dat jaar werd het toenmalige bestuurlijk arrondissement Brussel gesplitst in drie arrondissementen :

Sindsdien bestaat het arrondissement Brussel alleen nog als gerechtelijk arrondissement en, onder de naam Brussel-Halle-Vilvoorde, als kieskring.

De kwestie-BHV

Situatieschets

Al sinds de Belgische Revolutie in 1830 wordt in dit arrondissement recht gesproken en worden verkiezingen gehouden voor de Kamer en de Senaat. In de loop van de geschiedenis veranderde de bestuurlijke en politieke situatie in België echter zo ingrijpend, dat het arrondissement is uitgegroeid tot een grote uitzondering binnen de hedendaagse federale staat.

Sinds de grondwettelijke indeling van België in taalgebieden in 1962, en nog meer sinds de vorming van gewesten en gemeenschappen in 1970, is zowel de kieskring als het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde als enige gewestgrensoverschrijdend.

In 2002 werden de oude arrondissementele kieskringen van België samengevoegd tot grotere provinciale kieskringen. Sindsdien vallen alle andere kieskringen samen met de provinciegrenzen. Alleen de kieskringen Brussel-Halle-Vilvoorde (Brussel en westelijk Vlaams-Brabant) en Leuven (oostelijk Vlaams-Brabant) bleven als uitzondering over, omdat men geen overeenstemming kon bereiken over de herindeling in een kieskring Brussel en een kieskring Vlaams-Brabant. In plaats daarvan werd een ingewikkelde regeling van kracht waarbij de stem- en zetelverdeling in de kieskringen BHV, Leuven en Nijvel (Waals-Brabant) aan elkaar werd gekoppeld. Voor de verkiezingen van de Senaat en het Europees Parlement is België overigens ingedeeld in slechts twee kiescolleges, een Nederlands en een Frans (voor het Europees Parlement ook nog in een Duits) kiescollege. Brussel-Halle-Vilvoorde maakt daarbij deel uit van beide, dat wil zeggen: op het grondgebied van Brussel-Halle-Vilvoorde worden zowel de verkiezingen van het Nederlands als van het Frans kiescollege gehouden. Kiezers moeten vervolgens een keuze maken tussen een van beide colleges.

Sinds de splitsing, in de jaren zestig en zeventig, van de drie grote politieke stromingen in aparte Nederlandstalige en Franstalige partijen, is Brussel-Halle-Vilvoorde bovendien de enige kieskring in België waar zowel Nederlandstalige als Franstalige partijen deelnemen. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de zetelverdeling in België niet nationaal plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld in Nederland, maar per kieskring afzonderlijk (meervoudig districtenstelsel). Hierdoor moeten partijen in elke kieskring een aparte kandidatenlijst indienen, die minstens 5% van de stemmen binnen de kieskring moet krijgen om zetels te behalen. Bijgevolg nemen Nederlandstalige partijen alleen deel aan de verkiezingen in de Vlaamse kieskringen en Franstalige partijen alleen in de Waalse kieskringen. In het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest nemen vanzelfsprekend partijen van beide gemeenschappen deel. Omdat de kieskring BHV zich echter tevens uitstrekt over het Nederlandstalige Halle-Vilvoorde, nemen de Franstalige lijsten uit Brussel automatisch ook in een groot Vlaams gebied rondom Brussel (de Vlaams rand) deel aan de verkiezingen.

Reeds in november 1961 diende de toenmalige CVP-volksvertegenwoordiger en oud-burgemeester van Grimbergen Corneel Verbaanderd een wetsvoorstel in tot splitsing van het kiesarrondissement.[1] Sindsdien keert de kwestie terug in steeds meer verkiezingsprogramma's en klinkt de roep om splitsing van de kieskring in een Brusselse en een Vlaams-Brabantse steeds luider. Alle Vlaamse partijen, van links tot rechts, zijn inmiddels voorstander van een splitsing.

Vlaamse bezwaren en standpunten

De deelname van Franstalige lijsten in het Vlaams Gewest is de Vlaamse politiek al decennialang een doorn in het oog.

De vier belangrijkste bezwaren in de visie van de Vlaamse partijen tegen de bestaande situatie zijn:

  • Franstalige inwoners en politici genieten voordelen in Vlaams-Brabant die Nederlandstalige inwoners en politici in Waals-Brabant (of waar dan ook in Wallonië) niet hebben. Zij kunnen immers op de Franstalige lijsten uit Brussel stemmen, terwijl Vlamingen in Waals-Brabant nergens op de Nederlandstalige lijsten uit Brussel kunnen stemmen.
  • De Franstalige politieke invloed strekt zich uit over een deel van het Vlaams Gewest. Halle-Vilvoorde, het westelijk deel van Vlaams-Brabant, behoort tot het Vlaams Gewest. De aanwezigheid van politieke partijen van een andere taalgroep en uit een ander gewest is hier ongepast.
  • De deelname van Franstalige partijen in Halle-Vilvoorde, met bekende Brusselse lijsttrekkers, werkt de verfransing van het gebied in de hand. Door suburbanisatie vestigen zich steeds meer Franstaligen uit Brussel in het Vlaamse gebied daaromheen. In de zes faciliteitengemeenten van de Brusselse Rand, hier mede aangetrokken door de mogelijkheid bepaalde gemeentelijke diensten in het Frans te kunnen verkrijgen, vormen zij inmiddels naar schatting de helft of zelfs een ruime meerderheid van de bevolking. De Franstaligen maken dankbaar gebruik van de mogelijkheid op de vertrouwde Franstalige partijen en kandidaten uit Brussel te stemmen.
  • Sinds 2002: de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde vormt een belemmering voor het vormen van een provinciale kieskring Vlaams-Brabant. Vlaams-Brabant is sinds 2002 de enige provincie in België waar de kieskring niet overeenkomt met de provinciegrenzen en de oude arrondissementele kieskringen nog bestaan. In de kieskring Leuven worden zo de kleinere partijen benadeeld door het beperkt aantal zetels.

Anderzijds is de kieskring ook electoraal voordelig voor de Vlaamse partijen. Gezamenlijk halen zij in Brussel gemiddeld slechts 15% van de stemmen, waardoor ze elk afzonderlijk te klein zullen zijn om zetels te behalen in een aparte kieskring Brussel. Door de Vlaamse stemmen uit Halle-Vilvoorde zoals nu mee te tellen voor hun verkiezing, slagen de Brusselse kandidaten er wel in op hun eigen lijsten vertegenwoordigd te raken in de Kamer. Het nadeel dat voor de Vlaamse partijen in Brussel ontstaat na de splitsing is alleen te neutraliseren als alle Vlaamse partijen samen met één lijst deelnemen (zoals de Union des Francophones), of als er een bijzondere regeling wordt getroffen om de vertegenwoordiging van de Vlamingen in Brussel te waarborgen.

Tegen het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde bestaat het bezwaar dat Franstalige rechters uitspraken kunnen doen over zaken (waar Franstaligen in betrokken zijn) in een deel van het Vlaams Gewest. Daarnaast zijn er grote organisatorische problemen binnen de Brusselse rechtbanken:[bron?] zij kampen met een grote achterstand in het behandelen van zaken. Door een splitsing zouden zaken uit Halle-Vilvoorde niet langer in Brussel behandeld worden en zodoende niet meer de dupe worden van deze achterstanden.

Franstalig standpunt

Het meerderheidsstandpunt in Franstalig België verdedigt een status-quo van de huidige toestand of een uitbreiding van het Brussels Gewest met een deel of alle gemeenten van de regio Halle-Vilvoorde en soms zelfs met gans Vlaams en Waals-Brabant. Volgens vele Franstalige politici is het eerste mogelijk zonder in strijd te zijn met het advies van het Grondwettelijk Hof, namelijk door terug te keren naar de oude kiesarrondissementen. Ook de tweede optie en daaropvolgende variaties zouden volgens hen een antwoord kunnen zijn op de bekommernissen van het Grondwettelijk Hof. De meeste Franstalige politici zien de splitsing van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde als een bedreiging van de verworven taalrechten voor de Franstaligen in de regio Halle-Vilvoorde en zien de aanhechting van diezelfde gemeenten bij het Brussels Gewest als een blijvende verankering van diezelfde taalrechten. Verder vrezen vele Franstalige politici dat bij een splitsing van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde de gemeenten rond Brussel definitief deel zullen uitmaken van Vlaanderen, dit in het geval België zou ophouden te bestaan. In de in 2006 opgestelde nota "Note pédagogique - BHV, pourquoi ce n'est pas facile?" poneert de Parti Socialiste dat de splitsing van BHV een bedreiging vormt voor het vrijwaren van "de geografische levensruimte, zoals Walen en Brusselaars die zien voor hun kinderen en hun nakomelingen". Aan Franstalige politieke zijde wordt namelijk gewerkt aan een "Fédération Wallonie-Bruxelles" waarbij de aanhechting van 1 of meer gemeenten uit de regio Halle-Vilvoorde moet zorgen voor een territoriale continuïteit tussen Brussel en Wallonie. Die Waals-Brusselse federatie moet op termijn als Franstalig alternatief dienen voor het huidige België indien Vlaanderen haar onafhankelijkheid zou uitroepen. "Als Vlaanderen beslist om onafhankelijk te worden, zou de taalgrens volgens het internationaal recht kunnen beschouwd worden als een staatsgrens. In dat geval zou elke rechtsband met Brussel definitief verdwijnen. Brussel zou dan volledig door Vlaanderen worden ingesloten en tussen de hoofdstad en Wallonië zou er geen enkel continuüm meer zijn", aldus dezelfde nota.

Alternatieve stemmen aan Franstalige kant pleiten voor een splitsing van BHV zonder uitbreiding van het Brussels Gewest maar met taalgaranties voor de Franstaligen. Zo liet Sarah Turine, co-voorzitster van Ecolo, eind 2009 in een interview met het RTBF verstaan dat de splitsing "zonder twijfel" onafwendbaar is maar wel op voorwaarde dat de rechten van de Franstaligen in de rand rond Brussel "erkend" worden. De Franstalige Brusselse filosoof en economist Philippe Van Parijs daarentegen pleitte in een interview in De Standaard en Le Soir op 23 augustus 2007 voor een tussenoplossing waarbij het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde zou worden gesplitst maar de 4 kleinste van de 6 faciliteitengemeenten bij Brussel zouden worden gevoegd (Wezembeek-Oppem, Kraainem, Drogenbos en Linkebeek) , de 2 grootste bij Vlaanderen zouden blijven ( dat zijn Sint-Genesius-Rode en Wemmel) en tegelijk de taalfaciliteiten uitdovend zouden worden.

Bezwaren Grondwettelijk Hof

Het voortbestaan van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde is actueel geworden door een uitspraak van het Grondwettelijk Hof van België. Dit arrest kwam tot stand na verzoekschriften van Hugo Vandenberghe, Herman Van Rompuy en Carl Devlies, de v.z.w. Nieuw-Vlaamse Alliantie, Geert Bourgeois, Frieda Brepoels, Danny Pieters, Ben Weyts, Gerolf Annemans, Bart Laeremans, Roland Duchatelet, J. Van den Driessche, e.a. Dat hof (toen nog Arbitragehof geheten) oordeelde in een arrest in 2003 dat de huidige indeling van België in kieskringen onhoudbaar is.[2] Daar waar elders in België de kieskringen overeenkomen met de provincies, is dat in Vlaams-Brabant en Brussel niet het geval. Dit vormt een onaanvaardbare ongelijkheid. Het Hof gaf de politiek tot de volgende federale verkiezingen, die gepland stonden voor 24 juni 2007, de tijd om de kwestie op te lossen, anders zouden de verkiezingen ongrondwettelijk zijn.

De Vlaamse partijen zagen in het arrest steun voor hun eis tot splitsing van de kieskring. De Franstalige partijen benadrukken dat het Hof nergens een splitsing oplegt en zien ook een terugkeer naar de oude arrondissementele kieskringen als mogelijke oplossing, zodat BHV toch behouden kan blijven.

Op 13 november 2007 liet Marc Bossuyt - de nieuwe Nederlandstalige voorzitter van het Grondwettelijk Hof - verstaan in een interview dat - volgens zijn interpretatie - de volgende federale verkiezingen na 2007 niet wettelijk zijn zonder regeling voor het kiesdistrict Brussel-Halle-Vilvoorde.[3][4]

Mogelijke oplossingen

Mogelijke oplossingen zijn:

  1. Een volledige splitsing in drie kieskringen: Vlaams-Brabant, Brussel en Waals-Brabant. Hierdoor moeten de Vlaamse partijen in Brussel voortaan een eenheidslijst indienen, anders behalen ze geen zetels. Deze oplossing is grondwettelijk, maar (politiek gezien) nadelig voor de Brusselse Vlamingen.
  2. Een "verticale splitsing" in drie kieskringen - Brussel, Vlaams-Brabant (Leuven-Halle-Vilvoorde) en Waals-Brabant (Nijvel) - waarbij er (als waarborg voor de vertegenwoordiging van de Nederlandstaligen in Brussel) een lijstverbinding mogelijk is tussen de Nederlandstalige lijsten in Brussel met de lijsten in Vlaams-Brabant en de Franstalige lijsten in Brussel met de lijsten in Waals-Brabant. Dit is de oplossing die alle Vlaamse partijen voorstaan en waarover een wetsvoorstel hangende is (zie #Stemming splitsingsvoorstel). Deze oplossing is eveneens grondwettelijk en waarborgt de politieke vertegenwoordiging voor Vlamingen en Walen, Nederlandstaligen en Franstaligen binnen de door de grondwet voor hen voorziene taalgebieden.
  3. Een terugkeer naar de arrondissementele kieskringen, met behoud van BHV. Deze oplossing is misschien mogelijk: volgens de Raad van State is er geen enkele hogere rechtsregel die in de weg staat dat de vorige situatie wordt hersteld.[5] Andere bronnen menen dat het niet aanvaardbaar zal blijken omdat Franstalige kandidaten uit Waals of Brussels Gewest dan nog steeds stemmen kunnen verwerven in ééntalig-Vlaamse gemeenten, maar dat het omgekeerde niet mogelijk zal zijn (Vlaamse kandidaten uit Vlaams of Brussels Gewest kunnen vandaag, noch onder deze regeling stemmen verwerven in ééntalig-Franstalige gemeenten).
  4. De uitbreiding van de tweetalige kieskring met (delen van) Waals-Brabant. Of deze piste voldoet aan alle grondwettelijke voorwaarden is nog onzeker. Politiek is deze piste in Vlaanderen onbruikbaar en ook Franstalige politici staan eerder negatief (dan zouden de vele Vlamingen die er zich vestigden op Vlaamse lijsten kunnen stemmen).
  5. Het inbrengen van de faciliteitengemeenten in de Brusselse Rand in de Vlaams-Brabantse én in de Brusselse kieskring. Of deze piste grondwettelijk is, is nog onduidelijk. Politiek is ze utopisch omdat ze neerkomt op een extreme, éénzijdige Vlaamse toegeving.
  6. Wijziging van de taalgrens door de uitbreiding van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met enkele of alle faciliteitengemeenten. Deze oplossing wordt door bijna alle Franstalige partijen voorgestaan, maar door Vlaamse politici als volstrekt uitgesloten beschouwd.
  7. De uitbreiding van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot de oude provincie Brabant, met behoud van de taalwetten zoals ze vandaag zijn. Ook deze piste is voor Vlaanderen volstrekt onaanvaardbaar.
  8. Vorming van één grote, federale kieskring voor heel het land. In maart 2005 dienden de Franstalige senatoren Isabelle Durant en Josy Dubié een wetsvoorstel in om de grondwet te veranderen zodat één federale kieskring zou bestaan: voortaan zou een kwart van alle Kamerleden verkozen moeten worden in één nationale kieskring, door alle kiezers samen dus. Een gelijkaardig voorstel werd ook gelanceerd en meer in detail uitgewerkt door een aantal Vlaamse en Waalse academici, verenigd in de Paviagroep.

Een voorstel dat door de Raad van State afgekeurd werd[6] is een "horizontale splitsing" in twee kieskringen, Vlaams-Brabant en Waals-Brabant, waarbij Brussel deel uitmaakt van beide kieskringen en er een keuze uit de lijsten van een van de beide kieskringen gemaakt kan worden. Dit voorstel werd eerder ingediend door de N-VA. Dit advies wordt evenwel betwist omdat het de grondwettelijke indeling van het land in gewesten en gemeenschappen miskent.

Verloop van de politieke crisis

Naar aanleiding van het arrest van het Grondwettelijk Hof werd de kwestie-BHV, na decennialang onopgelost te blijven, in 2003 ineens brandend actueel. Bij de verkiezingen voor het Vlaams Parlement in 2004 hadden alle Vlaamse partijen de eis tot splitsing van de kieskring in hun programma opgenomen. Het punt werd vervolgens als onverwijld te realiseren opgenomen in het Vlaamse regeerakkoord van 2004 (gesloten door de drie grote Vlaamse partijen CD&V, VLD en SP.A, aangevuld met de Vlaams-nationalistische CD&V-kartelpartner N-VA en de links-liberale SP.A-kartelpartner Spirit). Hoewel de Vlaamse regering of het Vlaams parlement wettelijk ter zake niet bevoegd zijn, werd het punt beschouwd als engagement van de toenmalige regeringspartijen op federaal niveau, VLD en SP.A, om de zaak daar te regelen.

Hiermee maakten die Vlaamse partijen het zichzelf echter ook moeilijk, want zij gaven zichzelf een opdracht die ze moeilijk alleen kunnen uitvoeren. Hoewel de splitsing doorgevoerd kan worden met een gewone meerderheid in het federaal parlement, die de Vlaamse partijen samen hebben (88 van de 150 zetels), zouden de Franstalige partijen de goedkeuring van de wet enkele maanden kunnen blokkeren door het inroepen van belangenconflicten en de communautaire alarmbelprocedure. In het eerste geval kan een van de deelstaten van België aangeven dat met een bepaalde wet haar belangen ernstig geschaad worden en verzoeken om overleg. In het tweede geval kan de stemming door driekwart van de parlementsleden van een taalgroep tijdelijk opgeschort worden door de regering om advies te vragen. De aanname is dat de regering hierover geen overeenstemming zou bereiken en ontslag zou moeten nemen.

Anderzijds eisen de burgemeesters van 28 van de 35 Vlaamse randgemeenten (de niet-faciliteitengemeenten), verenigd in de Conferentie van burgemeesters en Staten-Generaal in Halle-Vilvoorde, een onverwijlde splitsing, zonder compensaties.[bron?] Dit maakt het klassieke Belgische wafelijzermodel (als de ene gemeenschap iets krijgt, moet de andere gemeenschap ook iets krijgen) in dit geval moeilijk. De Vlamingen willen bovendien bij een splitsing bijkomende waarborgen voor de Nederlandstaligen in Brussel. De Franstalige partijen zetten daarom hoog in en eisen de uitbreiding van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

In het voorjaar van 2005 overlegde de regering-Verhofstadt over de kwestie. Verschillende voorstellen passeerden de revue, maar over geen enkele oplossing wisten de onderhandelaars het eens te worden. Uiteindelijk was het de kleine links-liberale partij Spirit, nu SLP die naar aanleiding van een door VLD en SP.A gesteund voorstel, de Franstaligen in de Rand inschrijvingsrecht in Brussel te geven, woedend opstapte uit de onderhandelingen. Elke onderhandelde oplossing bleek daardoor onmogelijk en maakte dat de kwestie zou blijven liggen tot na de federale verkiezingen van 2007. Dit was echter niet mogelijk, omdat het Grondwettelijk Hof bepaalde dat er voor het einde van de regeerperiode op 24 juni 2007 een oplossing gevonden moest worden. Daarom vervroegde Verhofstadt de verkiezingen met twee weken tot 10 juni 2007, zodat de verkiezingen toch geldig zouden zijn. Het protest bij de verkiezingen tegen deze gang van zaken was groot.[bron?] Tientallen mensen die werden opgeroepen om in stembureaus te zetelen, weigerden uit principe hun medewerking. Ook verschillende grondwetspecialisten hadden hun bezwaren.[7]

Na de verkiezingen van 10 juni 2007 werd de kwestie-BHV, meer nog dan de door de Vlaamse partijen gewenste grote staatshervorming, hét grote probleem bij de vorming van een nieuwe regering. Parallel aan de maandenlange moeizame regeringsvorming werden ook de Vlaamse splitsingsvoorstellen (voor een "verticale splitsing" van kieskring en gerechtelijk arrondissement, als omschreven onder mogelijke oplossingen #2) heringediend in het parlement.

Stemming splitsingsvoorstel

Op 7 november 2007 werd het splitsingsvoorstel in de commissie Binnenlandse Zaken van de Kamer goedgekeurd. De Vlaamse commissieleden stemden zo goed als unaniem vóór (alleen de Vlaamse vertegenwoordigster van de Ecolo/Groen!-fractie onthield zich), de franstalige commissieleden verlieten uit protest de vergadering bij het begin van de stemming. Dit was een symbolisch en psychologisch belangrijke stap, omdat de Vlamingen voor het eerst in de Belgische geschiedenis bij een belangrijk en omstreden staatkundig onderwerp hun numerieke meerderheid gebruikten om de eigen voorstellen erdoor te drukken.

Voordat de eindstemming in de plenaire vergadering van de Kamer kon plaatsvinden, werd door de Franstalige partijen via de Franse Gemeenschap een belangenconflictprocedure ingeroepen. Dit betekende in totaal 6 maanden uitstel van de stemming, waarin binnen het Overlegcomité van de Gemeenschappen en Gewesten gezocht werd naar een oplossing. Tijdens deze periode (november 2007 - mei 2008) werd ook hier geen overeenstemming bereikt.

Eind april kondigden de Franstalige partijen aan geen nieuw belangenconflict in te roepen, waarna de Vlaamse partijen op 8 mei 2008 de wetsvoorstellen op de agenda van de plenaire Kamer zetten, met de bedoeling er meteen over te stemmen. Daarom werden tijdens de zitting drie Franstalige amendementen ingediend, die eerst voor advies naar de Raad van State moesten gestuurd worden. Vervolgens riepen de Franstalige partijen in de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie van Brussel een dag later alsnog unaniem een belangenconflict in. Hierdoor wordt de behandeling van de wetsvoorstellen wederom met maanden uitgesteld voor een verplichte overlegperiode. In januari 2009 heeft vervolgens het Waals Parlement op haar beurt een belangenconflict ingeroepen. Nadat dit belangenconflict, ingeroepen door het Waalse parlement, op haar beurt op 14 oktober 2009 was afgelopen; zonder dat er een oplossing was gevonden voor het probleem heeft vervolgens op 26 oktober 2009 het parlement van de Duitstalige gemeenschap een belangenconflict ingeroepen. Waarbij Duitstalige politici hebben aangegeven dat hoewel de Duitstalige gemeenschap niet (direct) betrokken partij is men uit hoofde van het landsbelang toch een belangenconflict heeft ingeroepen. Daarna bestaat theoretisch nog de mogelijkheid dat het parlement van het Brusselse gewest een belangenconflict inroept en bovendien kan vlak voor de stemming opnieuw op de agenda komt van de parlementaire kamer nog de communautaire alarmbelprocedure gebruikt worden. Als men in de tussentijd geen onderhandelde oplossing vindt, zal een stemming kunnen plaatsvinden.

Federale verkiezingen na 2007

Of de volgende federale verkiezingen - voorzien in 2011 - al dan niet grondwettelijk zullen zijn zonder oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde is onduidelijk. Enkel het Grondwettelijk Hof kan zich hierover uitspreken. De Nederlandstalige voorzitter Marc Bossuyt liet echter verstaan dat zonder regeling voor Brussel-Halle-Vilvoorde de volgende federale verkiezingen niet kunnen doorgaan. Na het ontslag van de federale regering-Leterme heeft de N-VA aangekondigd dat als er in juni federale verkiezingen worden georganiseerd, zonder dat Brussel-Halle-Vilvoorde gesplitst is, ze een klacht gaat indienen bij de Raad van State.[8]

Volgens artikel 65 van de Belgische grondwet wordt het federale parlement ontbonden na een termijn van vier jaar. Nieuwe federale verkiezingen volgen ten laatste 40 dagen nadien.

Gemeenten

Gemeenten in de kieskring (de 19 gemeenten van Brussel zijn als 1 geheel afgebeeld).

De kieskring bestaat uit de volgende gemeenten:

Halle-Vilvoorde

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Demografische evolutie

Inwoneraantal x 1000

  • Bron:NIS - Opm:1806 t/m 1970=volkstellingen op 31 december; vanaf 1980= inwoneraantal per 1 januari

Voetnoot

  1. Wetsvoorstel van 21 november 1961, Kamer van Volksvertegenwoordigers, zitting 1961–1962, stuk 204
  2. Grondwettelijk Hof (toen nog Arbitragehof). Arrest nr. 73/2003 van 26 mei 2003
  3. Verkiezingen 2009 ongrondwettelijk zonder oplossing BHV (De Morgen, 13 november 2007
  4. Zonder oplossing BHV geen grondwettelijke verkiezingen (De Standaard, 13 november 2007
  5. Advies van de Raad van State, Nrs. 37.735/AV en 37.736/AV
  6. Horizontale splitsing BHV ongrondwettig
  7. Zij meenden dat de regeerperiode niet te rekenen is tot 24 juni 2007, maar eerder afloopt: het aanvangspunt van de legislatuur zou volgens hen niet starten bij de eedaflegging van de gecoöpteerde senatoren op 19 juni 2003 na de verkiezingen van 2003, maar bij de datum van die vorige verkiezingen - dus op 18 mei 2003, of zelfs aflopen bij de vorige eedaflegging, dus op die 19e juni 2003. Dientengevolge zijn verkiezingen op 10 juni 2007 volgens de wet van december 2002 (behoud van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde naast de provinciale kieskringen) volgens deze uitleg ongrondwettig. Zie Matthias Storme. Verkiezingen op 10 juni volgens huidige kieswet zijn ongrondwettig
  8. N-VA: geen federale verkiezingen

Zie ook

Externe links

Sjabloon:Navigatie gerechtelijke arrondissementen België