Kernramp van Fukushima

Een luchtfoto van de centrale met daarop de genummerde reactoren
De centrale Fukushima I

Het kernongeluk van Fukushima vond plaats in de kerncentrale Fukushima I in Japan, in de dagen volgend op de zeebeving en daarop volgende tsunami van 11 maart 2011. De drie operationele reactoren in de centrale werden binnen enkele seconden na het begin van de aardbeving automatisch stilgelegd door middel van een noodstop. Het gewone elektriciteitsnet was beschadigd en daarom moesten de koelpompen voor de centrales draaien op elektriciteit van een noodstroomvoeding. Maar door de tsunami, die op de aardbeving volgde, kwamen deze generatoren onder water te staan. De koeling op accu's stopte na enkele uren doordat de accu's leeg waren. Wat volgde was een serie van ongelukken in de verschillende reactoren in het complex. Hierbij ontstonden explosies van waterstofgas en is een aantal kernen geheel of gedeeltelijk gesmolten. Dat betekent dat er zich een meltdown heeft voorgedaan. De kernbrandstof is daarbij gesmolten en op de bodem van de reactor terechtgekomen.

Aardbeving en tsunami

Zie Zeebeving Sendai 2011 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De zeebeving nabij Sendai in 2011 was een zware zeebeving die zich voordeed op 11 maart 2011. De beving met een kracht van 9,0 op de momentmagnitudeschaal vond plaats 130 km ten oosten van de Japanse stad Sendai. De daaropvolgende tsunami richtte veel schade aan. In Sendai, de hoofdstad van de prefectuur Miyagi, werd een tsunamigolf van tien meter hoog waargenomen.

In 2004 zijn er sporen gevonden van een tsunami, die in het jaar 869 ontstond na een aardbeving in het noordoosten van Japan met de kracht van 8.3. Waarbij grote delen van noord Japan, vanaf Ishinomaki in de prefectuur Miyagi in het noorden tot de stad Namie in de prefectuur Fukushima vlak bij de locatie van de kerncentrales drie tot vier kilometer landinwaarts overstroomd waren. Tepco werd in 2009 van de resultaten van dit onderzoek op de hoogte gebracht door de betrokken onderzoeker Yukinobu Okamura. Tepco deed echter niets met deze informatie, aangezien men de genomen voorzorgen tegen aardbevingen voldoende vond.[1]

Kerncentrale

Zie kernenergiecentrale Fukushima I voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De kerncentrale Fukushima I (福島第一原子力発電所, Fukushima dai-ichi genshiryoku hatsudensho, ook bekend onder de naam Fukushima Dai-ichi) is een kernenergiecentrale in de Japanse gemeente Ōkuma (district Futaba) in de prefectuur Fukushima. De centrale ligt 250 kilometer ten noordoosten van de hoofdstad Tokio, en is de eerste nucleaire installatie gebouwd door en in beheer van de Tokyo Electric Power Company (TEPCO). De bouw van de centrale startte op 25 juli 1967; de eerste reactor werd op 26 maart 1971 in bedrijf genomen. Met zes aparte reactoren op deze locatie met een gezamenlijk vermogen van 4,7 GW is Fukushima een van de 25 grootste nucleaire energiecentrales in de wereld. Naast de zes reactoren uit de jaren zeventig waren nog twee reactoren van het type Advanced Boiling Water Reactor in aanbouw.

Reactor Type Inbedrijfname Vermogen Status [2]
Fukushima I - 1 BWR 26 maart 1971 460 MW In bedrijf tijdens aardbeving, noodstop uitgevoerd.
Brandstofstaven gesmolten
Reactor verontreinigd door zeewater.
Gebouw zwaar beschadigd door explosie.
Fukushima I - 2 BWR 18 juli 1974 784 MW In bedrijf tijdens aardbeving, noodstop uitgevoerd.
Brandstofstaven gesmolten
Reactor verontreinigd door zeewater.
Gebouw licht beschadigd.
Fukushima I - 3 BWR 27 maart 1976 784 MW In bedrijf tijdens aardbeving, noodstop uitgevoerd.
MOX als splijtstof.
Brandstofstaven gesmolten
Gebouw zwaar beschadigd door explosie.
Fukushima I - 4 BWR 12 oktober 1978 784 MW Buiten bedrijf sinds 30 november 2010 voor onderhoud, geen splijtstof in reactor
Splijtstofbassin mogelijk beschadigd door brand.
Fukushima I - 5 BWR 18 april 1978 784 MW Buiten bedrijf sinds 3 januari 2011 voor onderhoud, splijtstof in reactor.
Geen schade door aardbeving.
Ventilatieopeningen in gebouw gemaakt om waterstofexplosie te voorkomen.
Fukushima I - 6 BWR 24 oktober 1979 1100 MW Buiten bedrijf sinds 14 augustus 2010 voor onderhoud, splijtstof in reactor.
Geen schade door aardbeving.
Ventilatieopeningen in gebouw gemaakt om waterstofexplosie te voorkomen.

Gebeurtenissen

Als gevolg van de zeebeving voor de kust op 11 maart 2011 werden reactoren 1, 2 en 3 automatisch uitgeschakeld met een noodstop. De reactoren 4, 5 en 6 waren reeds uitgeschakeld in verband met onderhoud. Door het uitschakelen van de elektriciteitsproductie in de centrale en de massale stroomstoring als gevolg van de aardbeving en de tsunami moest de centrale overschakelen op een noodstroomvoorziening via dieselgeneratoren om de pompen van het koelsysteem te laten werken.

Hoewel maatregelen om de kerncentrale tegen een aardbeving te beschermen goed hadden gefunctioneerd, bleken maatregelen om de centrale tegen een hoge vloedgolf te beschermen onvoldoende. Bij de bouw werd er rekening gehouden met een mogelijke vloedgolf van 5.7 meter hoog, de vloedgolf was echter waarschijnlijk meer dan 14 meter hoog.[3] Door deze enorme vloedgolf ontstond er veel schade aan de gebouwen en raakte de noodaggregaten op één na onklaar. Alleen de dieselgenerator van reactor 6 bleef intact, zodat reactor 5 en 6 voorzien bleven van elektriciteit.[3] Alleen de allerbelangrijkste systemen konden nog tijdelijk van elektriciteit worden voorzien met accu's. De reactoren 1 tot en met 4 kwamen al snel zonder regulatie- en controlesystemen te zitten. Medewerkers van de centrale moesten hun werk uitoefenen in het donker, zonder controlesystemen en bijna geen communicatie met elkaar en de buitenwereld. Uit voorzorg werd de nucleaire noodtoestand uitgeroepen, wat in Japan wettelijk verplicht is bij een uitval van de koelsystemen.

Door de uitval van de controle en de koeling liep de temperatuur in de reactoren 1 tot en met 3 op en ondanks verwoede pogingen om de kernen alsnog te koelen ontstonden er diverse explosies, waardoor de reactorgebouwen verder beschadigden, en het werken in de centrale steeds gevaarlijker werd. Om de druk in het systeem van de centrale te verlagen is stoom uit het primaire circuit van de eenheden 1 en 3 afgeblazen in de atmosfeer.

De problemen van ieder van de eerste vier reactoren waren in omvang verschillend, maar zij hebben als oorzaak de gemeenschappelijke factor dat de koeling uitviel. Diverse explosies van waterstof hebben de gebouwen rond de reactoren 1, 3 en 4 beschadigd. Door verschillende oorzaken kwam radioactief materiaal vrij in de atmosfeer, het grondwater en in de zee.

In de tijd die volgde lukte het niet het gevaar onder controle te krijgen, de temperatuur in de verschillende reactoren bleef lange tijd te hoog. Bovendien worden de werkzaamheden bemoeilijkt door de hoge straling. Deze straling is zo hoog, dat het voor hulpverleners gevaarlijk is er te werken [4] Desondanks werkten er op 20 maart 300 mensen aan om de situatie in de verschillende eenheden onder controle te krijgen.[5] Ongeveer 200.000 bewoners uit het gebied binnen een straal van 20 kilometer rondom de centrale zijn geëvacueerd als voorzorgsmaatregel.[6]

In een poging de reactoren te koelen werd zeewater in de reactoren 1, 2 en 3 gepompt, bij aanvankelijk gebrek aan leidingwater of ander schoon zoet water. Zeewater is sterk corrosief en bevat verontreinigingen waardoor de reactor in feite afgeschreven is, aangezien het economisch niet haalbaar is het systeem te ontsmetten.[7] Amerika verscheepte daarom zoet water naar Japan.[6]

Het luchtvaartverkeer is op 12 maart stilgelegd in een straal van 30 kilometer rond de centrale.[8].

Aanvankelijk schatte het Japanse kernenergieagentschap NISA het ongeluk in op INES-niveau 4, wat al vrij snel werd verhoogd naar niveau 5. Deskundigen van buiten Japan gaven op 18 maart aan dat naar hun inschatting het niveau al 6 zou moeten zijn.[9] Greenpeace publiceerde op 25 maart een rapport [10] waaruit zou blijken dat de ramp inmiddels net als Tsjernobyl op schaal 7 zou moeten staan. Op 12 april verklaarden de Japanse autoriteiten dat dit inderdaad het geval is. Op dat moment bedroeg de totale uitstoot aan radioactiviteit via de lucht ongeveer 10% van de geschatte uitstoot van de ramp bij Tsjernobyl. Naar schatting van het NISA was op 12 april tussen 370.000 en 630.000 terabecquerel (TBq) aan radioactief materiaal via de lucht ontsnapt uit de reactoren 1, 2 en 3. Volgens de normen van het IAEA wordt ongeval op INES-niveau 7 ingeschaald wanneer enkele tienduizenden terabecquerel (TBq) 131I-equivalent[11] zijn vrijgekomen. De lekkage vanuit reactor 2, waar het reactorvat door de explosie op 15 maart is beschadigd geraakt leverde een aanzienlijke bijdrage aan de stralings-emissie. Op 12 april was de lekkage afgenomen tot 1 terabecquerel per uur.[12]

Op 17 april werden in de gebouwen van reactor 1, 2, 3, en 5 stralingsmetingen gedaan met behulp van robots. De uitkomst was dat het gezien de stralingsbelasting niet onmogelijk was voor mensen, in ieder geval een korte tijd, maar ten hoogste 4 tot 4 en half uur, in de gebouwen werkzaamheden te verrichten. In de afgesloten ruimten in de gebouwen van reactor 1 en 3 werd een zuurstofgehalte gemeten van 21%, een andere voorwaarde om daar veilig te kunnen werken.[13]

Eenheid 1

De schade aan Unit 1 na de waterstofexplosie (reconstructie)

Net als de andere reactoren wordt reactor 1 automatisch via een noodstop stilgezet zodra de aardbeving begint. De op de aardbeving volgende tsunami overspoelt de centrale om 15.30 uur lokale tijd, 45 minuten na de aardbeving. Door de tsunami vallen, volgens de aannames van TEPCO, de koelsystemen in reactor 1 uit. Het waterniveau daalt en bereikt na 3 uur de bovenkant van de brandstofstaven. Anderhalf uur later komen de brandstofstaven geheel bloot te liggen, waarna de temperatuur in de kern snel oploopt tot 2800 graden Celsius. 16 uren na de noodstop is waarschijnlijk alle brandstof gesmolten en op de bodem van het reactorvat terechtgekomen. Een uur eerder is gestart met het toevoegen van extra koelwater, aanvankelijk in een poging om kernsmelting te voorkomen, maar naar later blijkt, wordt hiermee voorkomen dat brandstof door de bodem van het reactorvat smelt. Wel raakte het reactorvat beschadigd, waardoor het koelwater weglekte in de ruimtes onder de reactor. Aanvankelijk werd met zoet water gekoeld, maar toen die voorraad op raakte werd overgegaan op koeling met zeewater. Aan dit water werd later boorzuur toegevoegd, dat neutronen absorbeert en zo de reactie reactie afremt.[6]

Op 12 maart 2011, rond 14:30 lokale tijd werd gas afgevoerd uit het reactorvat. Een uur later vond buiten het vat, maar in het gebouw een waterstofexplosie plaats. Een deel van het dak en de gevelbeplating werd weggeblazen en de muren stortten in. De stalen draagconstructie stond nog wel overeind. Bij de explosie raakten vier mensen gewond; twee werknemers van Tokyo Electric Power Company en twee van een andere firma.[14] Om te voorkomen dat er opnieuw waterstofexplosies zouden ontstaan werd er stikstofgas in de ruimte rond het reactorvat gepompt.

Het stralingsniveau buiten de centrale na de explosie was acht keer de normale achtergrondstraling maar bleek later weer af te nemen.[15] De lokale autoriteiten beschreven het incident in reactor 1 als 5 op de International Nuclear Event Scale, ofwel een ongeval met bovenlokale gevolgen.[14]

Op donderdag 5 mei waren 12 medewerkers voor het eerst in staat om voor maximaal 10 minuten het reactorgebouw te betreden om pijpen te monteren op ventilatoren. Hiermee werd een filtersysteem opgezet, wat radioactieve deeltjes uit te lucht filterde en waarmee binnen twee dagen een veiliger werkomgeving werd gerealiseerd. In de werktijd tijdens de eerste twee dagen van deze operatie werd een stralingsbelasting van 3 millisievert opgelopen. In Japan mag bij wet een medewerker in 5 jaar ten hoogste aan 100 millisievert worden blootgesteld. Vanwege de noodsituatie werd dat verruimd tot 250 millisievert.[16] Vooraf was de ruimte met robots geïnspecteerd, waarbij geen radioactief water gevonden werd. Het uiteindelijke doel was een geheel nieuw koelsysteem aan te leggen dat de reactor van buitenaf zou kunnen koelen.[17]

Twee dagen later, op zaterdag 7 mei, meldde Tepco een aanzienlijke verbetering van het stralingsniveau in het reactorgebouw, waardoor het mogelijk werd om langere perioden te werken aan het koelsysteem.[18]

Eenheid 2

Op 14 maart was het koelwaterniveau van eenheid 2 zover gedaald dat de splijtstofstaven droog kwamen te staan. Hierdoor smolten de meeste brandstofstaven van en zakte de brandstof naar de bodem van het reactorvat.[19] Er werd geprobeerd met zeewater de reactor te koelen. Het koelen met zeewater betekent dat de reactor in principe economisch is opgegeven, omdat het zeewater de reactor beschadigt.[20] De temperatuur was tot op 28 april nog niet voldoende gedaald om een veilige afsluiting (cool shutdown) te garanderen.

Op 15 maart vond in eenheid 2 een explosie plaats, zoals eerder in de eenheden 1 en 3. Men vermoedt echter dat bij reactor 2 ook het reactorvat is beschadigd en verschillende deskundigen van buiten Japan schaalden het ongeval daarom in op niveau 6 van de INES-schaal.[21] De lokale autoriteiten beschreven het incident in reactor 2 als 5 op de International Nuclear Event Scale, ofwel een ongeval met bovenlokale gevolgen.[14]

Na verloop van tijd raakte het zeewater in de buurt van de centrale radioactief besmet.[22][23] 28 maart vermoedde de Japanese Nuclear Safety Commission dat, doordat enkele brandstofstaven voor een deel waren gesmolten, radioactief besmette materie in het koelwater van eenheid 2 terecht was gekomen.[24] Op 2 april werd bevestigd dat een scheur was ontstaan in de betonnen omhulsel van reactor 2 waardoor radioactief water naar zee lekte. Men probeerde het lek te dichten door het storten van beton, dit lukte niet. Een latere poging om de scheur te dichten met een polymeer mislukte eveneens.[25] Om er achter te komen waar het radioactieve water heen lekt werd kleurstof aan het water in de kelder onder de reactor toegevoegd.[26]

Op 18 april en 19 april werd respectievelijk 17.000 en 7000 liter waterglas in de kabelgoot van reactor 2 gepompt om de lekken te dichten. Op 19 april werd een begin gemaakt met het wegpompen van het water op die plek, naar installaties waar het kan worden gereinigd. Op 19 april werd een elektrische verbinding aangebracht tussen reactor 1 en 2. Op 21 april was er witte rook te zien boven reactor 2, en werd er continu 7 kubieke meter zoet water in het reactorvat gepompt via een leiding voor bluswater.

Eenheid 3

Op 13 maart ontstond ook bij eenheid 3 een soortgelijke situatie waarbij het noodkoelsysteem niet meer functioneerde. Radioactieve stoom werd afgeblazen en er werd gekoeld met zeewater. Ook in deze reactor bleek een groot deel van de brandstofstaven te zijn gesmolten en op de de bodem van het reactorvat terechtgekomen te zijn.[19] Reactor 3 bevat als enige MOX-brandstof, waarin plutonium verwerkt is, een element dat veel giftiger is dan uranium.[27] Het reactorgebouw van eenheid 3 is door een zware explosie behoorlijk beschadigd geraakt. Op 23 maart 2011 kwam er enige tijd zwarte rook uit het gebouw van reactor 3 en werd de regelzaal van de reactor ontruimd.[6]. Op 28 april ontsnapte nog steeds witte rook uit de reactor.

In twee van de vijf grondmonsters, genomen op 21 en 22 maart op het terrein van de kerncentrale is een zeer kleine hoeveelheid plutonium aangetroffen. De bron is zeer waarschijnlijk reactor 3. TEPCO gaf aan, dat de hoeveelheid nauwelijks meer was dan gemeten bij vorige metingen en dat er geen gevaar voor de gezondheid was. Volgens NISA, de japanse toezichthouder op de nucleaire industrie, kon de vondst van het plutonium een "zekere beschadiging aan de brandstofstaven" betekenen.[28] Op 19 april werd een extra elektrische verbinding aangebracht tussen reactor 3 en 4.

Tussen 10 en 11 mei lekte er vanuit reactor 3 gedurende 41 uur ongeveer 250 kubieke meter radioactief verontreinigd water de zee in. Het water lekte langs elektriciteitskabels, op de plek waar deze door het beton heen gingen. De totale hoeveelheid gelekte radioactiviteit werd door Tepco geschat op 20 terabequerel, ongeveer 100 keer de toegestane hoeveelheid per jaar, maar veel minder dan de hoeveelheid die eerder vanuit reactor 1 lekte.[29]

Het water was zwaar verontreinigd met jodium-131, cesium-137 en cesium-134. Dit water was klaarblijkelijk met de kernbrandstof in contact geweest, maar hoe het terecht was gekomen in de pompkamers was onduidelijk, want de pijpen met zeewater hebben geen verbinding met de pompkamers.[30] In de drie weken voor 11 mei was de temperatuur in de reactor langzaam opgelopen van 90 graden tot 210 graden celsius. Of dit iets te maken had met het lek in het reactorvat was Tepco niet bekend.

Op 17 mei startte Tepco met het wegpompen van het water in de turbineruimte onder reactor 3. Het water dat - naar men aannam - uit de beschadigde reactor lekte, steeg elke dag 2 centimeter. Het water werd naar een installatie gepompt, waar het kon worden schoongemaakt, zodat het daarna zou kunnen worden hergebruikt om de reactoren te koelen.[31]

Op woensdag 18 mei 2011 betraden twee medewerkers van Tepco om half vijf in de middag voor het eerst na de waterstofexplosie van 14 maart weer het gebouw van reactor 3. Om daar de straling te meten en te kijken of daar gewerkt kan worden. Het bezoek duurde 10 minuten. De metingen gaven een dosis van 160-170 millisievert per uur op ongeveer 2 tot 3 meter hoogte van de vloer. De maximale dosis voor de twee medewerkers was 2.85 millisievert. Eerder op dezelfde dag waren 4 mensen voor soortgelijke metingen het gebouw van reactor 2 binnen gegaan.[32]

Eenheid 4

Eenheid 4 was ten tijde van de aardbeving buiten bedrijf. De 548 splijtstofstaven waren opgeslagen in het splijtstofbassin. Op 15 maart ontstond na een explosie in een andere eenheid korte tijd brand in eenheid 4.[6] Later die dag werd bevestigd dat het water in het opslagbassin voor gebruikte splijtstofstaven kookte.[33] Dit opslagbassin bevindt zich buiten de afgeschermde omgeving van de reactor waardoor radioactiviteit vrij kan komen in de omgeving. In de ochtend van 16 maart Japanse tijd zouden in het gebouw van reactor 4 opnieuw vlammen zijn gezien, maar dit leek later vals alarm te zijn geweest.[6] De lokale autoriteiten beschreven het incident in reactor 4 als 3 op de INES-schaal, ofwel een ongeval met lokale gevolgen.[14] Op 13 april werd een monster van 400 ml water uit het bassin met de afgewerkte brandstofstaven bij reactor 4 genomen, om te testen of er beschadigde brandstofstaven aanwezig zijn. De brandstofstaven stonden op dit moment geheel onder water, maar de temperatuur van het bassin was 90 graden Celsius, in plaats van de 20-30 graden, die het normaal zou moeten hebben.[34] Gedurende de nacht werd 195 ton zoetwater in het bassin gepompt, om de brandstofstaven te koelen en tegen oververhitting te beschermen. De normale meetapparatuur in het bassin functioneerde niet meer.[35] Er moest zeer zorgvuldig omgaan met het toevoegen van water aan het bassin voor de brandstofstaven, omdat de constructie van het gebouw de totale watermassa mogelijk niet langer zou kunnen dragen.

Op 19 april werd er 40 ton zoetwater in het bassin met brandstofstaven, daarbij werd een mobiele beton-pomp gebruikt. Op 21 april kwam er nog altijd witte "rook" uit het reactorgebouw omhoog.[36] Na 25 april (21:30 UTC) steeg er geen witte rook meer op uit reactor 4.[37]

Op 9 mei werd begonnen met een constructie om de vloer van het bassin met brandstofstaven bij reactor 4 te versterken.[38]

Eenheden 5 en 6

De eenheden 5 en 6 waren ten tijde van de aardbeving en de daarop volgende gebeurtenissen buiten gebruik maar bevatten nog wel splijtstof, in splijtstofbassins. Deze splijtstofstaven waren al langere tijd buiten gebruik en genereerden relatief weinig warmte. Op 16 maart kon een dieselgenerator de reactoren 5 en 6 weer gedeeltelijk van elektriciteit voorzien, waarna het gevaar in de eenheden 5 en 6 was afgewend.[5] De temperatuurde schommelde daarna nog dagen tussen 153 en 197 graden. Het duurde tot 20 maart, voor de temperatuur in de reactoren 5 en 6 (met 6 als laatste) tot beneden 100 graden was teruggebracht.[39]

Op 19 april werd ongeveer 100 kubieke meter radioactief water uit de kelder van de turbineruimte van reactor 6 overgebracht naar de condensor.[14]

Gevolgen

Evacuatie van de bevolking

Op de dag van ramp zelf (11 maart 2011) werden alle inwoners in een straal van 3 km om de centrale geëvacueerd. De volgende dag, 12 maart, werd het gebied waaruit de mensen moesten vertrekken uitgebreid tot 20 km, waardoor 170.000 mensen uit het gebied moesten vertrekken.[14] Op 11 april kondigde de Japanse regering aan dat zij de evacuatiezone verder zou uitbreiden. Enkele gemeenten die zich in het gebied tussen de 20 en 30 km van de centrale bevinden, een gebied waar tot op dat moment bewoners werd gevraagd zoveel mogelijk binnenshuis te blijven, zullen in de loop van de maand na 11 april worden geëvacueerd. De reden was dat in die gemeenten, rond de plaatsen Kutsurao, Namie, Iitate, Kawamata, en Minami Souma, de straling van dusdanig niveau was, dat de inwoners de toegestane maximale stralingsdosis van 20mS per jaar zouden overschrijden. Inwoners van deze gebieden werd gevraagd zich gereed te houden om in geval van nood op eigen gelegenheid het gebied te verlaten. Scholen in het gebied zullen worden gesloten.[14]

Op 21 april werd de 20 kilometerzone tot verboden gebied verklaard door de Japanse overheid. Hoeveel mensen nog daarin aanwezig waren was niet bekend, aangenomen werd dat er om en nabij 60 gezinnen nog in het gebied waren achtergebleven. Een kort verblijf om persoonlijke eigendommen op te halen werd de 80.000 voormalige bewoners toegestaan.[14] Overtreders van het gebiedsverbod konden worden bestraft met een boete van 100.000 yen (ongeveer 800 euro) of 30 dagen hechtenis.[40]

Op 22 april legden de verdreven tabaksplanters uit het evacuatiegebied een claim neer bij Tepco, vanwege de oogst van 2011 die als geheel verloren werd beschouwd. De totale schade werd geschat op 60 miljoen US dollar.[41]

Op 10 mei werd voor de eerste keer een honderdtal inwoners van een dorp in evacuatiezone van 30 kilometer rond de centrale toegestaan hun huis te bezoeken om persoonlijke eigendommen op te halen, allen gehuld in speciale kleding en met maskers voor.[42]

Op 12 mei 2011 werd besloten om alle nog in de evacuatiezone aanwezige vee te ruimen. De boeren werd verder niet meer toegestaan het vee te voeren. Voor de ramp waren er ongeveer 3.400 koeien, 31.500 varkens en 630.000 kippen in het gebied.[43]

Straling

Aan de rand van het terrein bij de ingang van de centrale werd na de explosie in eenheid 1 een straling gemeten van 1 mSv/uur, wat twaalf uur later gezakt was naar 0,040 mSv/uur.[44] De normale achtergrondstraling bedraagt ongeveer 0,001 mSv/uur. Op 15 maart, na de brand in eenheid 4, werd rond 15.30 uur 596,4 mSv/uur gemeten terwijl 's ochtend om 9 uur nog 11,9 mSv/uur gemeten was. Autoriteiten gaven aan dat het stralingsniveau voor de menselijke gezondheid gevaarlijke waarden begon te krijgen.

Het Amerikaanse vliegdekschip USS Ronald Reagan heeft tijdens het verblijf op zee op 160 km uit de kust straling gemeten.[45]

Inwoners van Tokyo begonnen na deze berichtgeving op 15 maart de stad te verlaten.[46]

Tepco meldt dat er vanaf 13 maart op drie dagen 13 maal neutronenstraling gemeten is op anderhalve kilometer van reactor 1 en 2 equivalent aan 0,01 tot 0,02 microsievert per uur, wat van een ongevaarlijk niveau is. Het kan volgens het persbureau Kyodo News een aanduiding zijn van een mogelijke lekkage van kleine hoeveelheden uranium en plutonium uit de reactoren.[47]

Besmetting

Drie medewerkers van de centrale vertoonden symptomen van stralingsziekte, TEPCO meldde later dat het zou gaan om slechts één medewerker.[48]

Zeventien bemanningsleden van drie helikopters van het Amerikaanse vliegdekschip USS Ronald Reagan bleken besmet te zijn met radioactief materiaal na het uitvoeren van reddingsacties in het door de tsunami getroffen gebied. Een persoon had een besmetting op zijn lichaam, de anderen alleen besmette kleding. Volgens de kapitein van het schip zou het gaan om lichte besmettingen.[49]

  • In monsters genomen op 16-19 maart op 30 kilometer van de kerncentrale radioactief werd strontium gevonden. De gevonden hoeveelheden waren zeer gering, zodat er geen direct gevaar voor de volksgezondheid was. In Japan is geen wettelijke limiet gesteld voor deze stof.[50]
  • Op 23 maart werd radioactief jodium gevonden in het drinkwater van Tokio in een hoeveelheid die voor kinderen tot één jaar gevaarlijk is. Ook in groenten en melk uit de omgeving rond de kerncentrale werden verhoogde concentraties radioactief jodium en cesium gevonden.[51]
  • Op 24 maart werd in het zeewater 300 meter vanuit de centrale in de buurt waar een afvoerleiding voor water uitmondt, een verhoogde concentratie van 131I (een jodium-isotoop met een halfwaardetijd van 8 dagen) gemeten. Deze verhoging was 147 maal meer dan de toegestane waarde en werd volgens TEPCO veroorzaakt door in zee stromend regen- en bluswater.[22] Deze waarde liep op 30 maart op tot 4385 keer de toegestane waarde.[23]
  • Op 27 maart meldde Greenpeace, dat een eigen onderzoeksteam in Japan heeft gestationeerd, dat in nog bewoond gebied rond het dorpje Iitate op 40 km ten noordwesten van de beschadigde centrale gevaarlijk hoge stralingsniveaus van rond de 10 μSv/u aanwezig zijn.[52] Dit stralingniveau gaat de normen voor evacuatie te boven. Naar het oordeel van de IAEA zouden meer gedetailleerde metingen gedaan moeten worden in de lucht en op het land om de gevolgen te kunnen inschatten. Bovendien zou de evacuatiezone moeten worden uitgebreid.[53]
  • Op 29 maart werden in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul sporen van radioactief jodium (I-131) aangetoond. Eerder was al xenon-133, een ander radioactief isotoop aangetroffen in het noordoosten van Zuid-Korea.[54]
  • Op 31 maart werd in het grondwater rond de centrale een gehalte aan radioactief jodium vastgesteld van ca. 10.000 maal de wettelijke limiet.[55]
  • Op 15 april werd er in het grondwater rond reactor 1 en 2 een sterke verhoging van de radioactiviteit in bodemmonsters gemeten. Vergeleken met de monsters van 6 april was jodium-131 van 72 becquerel per kubieke meter opgelopen tot 400 becquerel, de concentratie cesium-134 was van 1.4 tot 53 becquerel opgelopen, hetgeen duidde op een lekkage vanuit de reactorgebouwen naar het grondwater.[56]
  • In de Rotterdamse haven worden alle containers die uit Japan komen door de Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) gecontroleerd op radioactiviteit. Op 10 mei zijn er vijf containers apart gezet vanwege een te hoge stralingsdosis [57].
  • op 11 mei werd in de prefectuur Myagi, op 60 kilometer van Fukushima-I in een weiland bij de plaats Marumori in het gras verhoogde concentraties radioactief cesium gevonden. Daarbij werd de maximaal toegestane wettelijke waarde vijfmaal overschreden.[58]
  • In bodemmonsters genomen op 9 en 12 mei 2011 op het terrein van de kerncentrale en de directe omgeving werden de Plutonium-isotopen 238, 239 en 240 aangetroffen. Vergeleken met eerder genomen monsters op 21 en 22 maart was erweinig veranderd [59][60]

Radioactief water

Door het koelen van de eenheden, door eerst besproeien met zeewater en later met zoet water, ontstonden er in de ruimten onder de reactoren grote voorraden, zo'n 60.000 ton, van in verschillende mate radioactief besmet water. Vooral het water dat uit reactor twee lekte was hoogradioactief. Dit water moest opgevangen worden en om daarvoor plaats te maken werd 9.000 ton licht radioactief water in zee geloosd. Dit gebeurde zonder overleg met omringende landen zoals Rusland en Zuid-Korea, wat tot protesten leidde van die landen. Op zondag 10 april bood de regering van Japan in de persoon van de eerste minister Naoto Kan daarvoor excuses aan.[61] Een deel van het hoogradioactieve water werd opgeslagen in een condensor van reactor twee[62] en een ander deel werd opgevangen in een drietal roestvrijstalen opslagtanks, die door de Verenigde Staten werden geleverd.[63]

Om de reactoren te koelen werd er per dag 1000 kubieke meter water gebruikt. Dit leverde grote hoeveelheden radioactief water op. In samenwerking met de Franse kerncentraleproducent Areva, werd er gestart met de bouw van een systeem om het water te demineraliseren om het water leter te kunnen hergebruiken.[64] Kurion, een ander bedrijf gespecialiseerd in nucleaire afvalverwerking, meldde op 2 juni 2011, dat honderden tonnen aan apparatuur op transport is gesteld om het afvalwater op het reactorterrein te behandelen. Een voorhoede van werknemers van Kurion waren op dat moment al in Fukushima aanwezig, om het werk voor te bereiden.[65]

Robotinspectie van de reactorgebouwen

In het weekend van 16 en 17 april werd met robots een onderzoek uitgevoerd in de ruimten in de reactorgebouwen. Deze robots waren in staat deuren van ruimten te openen. Ze waren uitgerust met video-camera's om de inspektie vast te leggen en met meetapparatuur om de stralingsniveau's te meten in deze ruimten, die na het begin van de ramp niet meer door mensen betreden waren. Op 21 april werden een aantal video's vrijgegeven.[66] Een vliegende robot werd gebruikt om de schade aan de gebouwen op te nemen.[67]

Politiek

De Japanse premier Naoto Kan gaf op 10 mei te kennen, dat hij voorlopig afzag van zijn salaris (14000 euro per maand) als premier, zolang de kernramp in Fukushima zich voortsleepte. Hij deed geen afstand van het geld dat hij kreeg als lid van het parlement (7000 euro). Ook gaf hij aan, dat de energiepolitiek van Japan heroverwogen diende te worden, kernenergie diende nog veiliger te worden, maar ook wind en zon zouden een bijdrage moeten leveren. Het voornemen om in 2030 de helft van alle energie met kernenergie op te wekken, en nog eens 14 nieuwe kerncentrales te bouwen, zal opnieuw worden overwogen.[68]

Persoonlijke ongelukken

Lichamelijk letsel

  • Twee TEPCO-medewerkers hebben kleine verwondingen.
  • Twee ingehuurde krachten raakten gewond direct na de aardbeving en zijn naar het ziekenhuis gebracht. Een had een gebroken been.
  • Een TEPCO-medewerker is naar het ziekenhuis gebracht na een instorting. Hij had pijn aan de borst.
  • Een ingehuurde kracht is buiten bewustzijn gevonden in een belangrijk aardbevingbestendig gebouw. Hij is naar het ziekenhuis gebracht.
  • Twee TEPCO-medewerkers werden ziek tijdens hun dienst in de controleruimte van Fukushima Daiichi-eenheden 1 en 2 en zijn naar het ziekenhuis gebracht.
  • Vier medewerkers zijn gewond geraakt bij de waterstofexplosie bij unit 1.
  • Elf medewerkers (4 TEPCO, drie onderaannemers en vier vrijwilligers) raakten gewond na een gelijksoortige explosie bij unit 3. Ze zijn opgevangen in de fabriek zelf. Een medewerker van TEPCO kreeg last van zijn zij en is later naar het ziekenhuis gebracht.
  • Twee TEPCO-medewerkers die aan het werk waren in het turbinegebouw van unit 4 ten tijde van de explosie zijn op 2 april dood gevonden. Ze zijn niet door straling maar door vallende objecten omgekomen.[69]
  • Een medewerker van TEPCO is om het leven gekomen. Een kraanmachinist verantwoordelijk voor de bediening van de kraan in het reactorgebouw is zwaargewond geraakt bij de aardbeving en later overleden.[70]

Blootstelling aan straling

  • Een TEPCO-medewerker die aan het werk was in unit 3 ten tijde van het stoomafblazen is in het ziekenhuis opgenomen omdat hij meer dan 100 mSv ontving. Dit niveau is geaccepteerd als verdraagbare dosis ten tijde van een ongeluk.
  • Zes andere TEPCO-medewerkers hebben meer dan 100 mSv ontvangen. Eén persoon ontving meer dan 150 mSv.
  • Negen TEPCO-medewerkers en acht onderaannemers zijn blootgesteld aan een lage dosis straling, waarvoor geen ziekenhuisopname nodig was.
  • Twee politiefunctionarisen zijn ontsmet.
  • Een onbekend aantal brandweerlieden is aan straling blootgesteld; zij worden nader onderzocht.[70]
  • Op 24 maart kwamen drie medewerkers van een onderaannemer tijdens hun werkzaamheden in een kelder van één van de reactoren in aanraking met een verhoogde dosis straling. In die kelder stond een laag radioactief vervuild water. De medewerkers hadden radioactieve besmettingen aan hun benen. Twee van hen werden opgenomen in een ziekenhuis, waarbij werd geconstateerd dat ze een stralingsdosis van 2 tot 6 Sievert hadden opgelopen.[71]

Kosten

Effectenbeurs

De Nikkei 225-beursindex zakte meer dan 1200 punten, of 13% in de eerste uren van de handel op 15 maart nadat de Japanse overheid waarschuwde voor verhoogde stralingsniveaus als gevolg van dit ongeluk.[72] Op 5 april 2011 was de koers gedaald tot 362 yen. Sinds het begin van de ramp met de kerncentrales heeft het aandeel meer dan 80% van zijn waarde verloren, en was het aandeel gedaald onder de koers van 393 yen in 1951.[73]

Bij de presentatie van de jaarcijfers op 20 mei 2011, maakte Masataka Shimizu, de allerhoogste topman van het concern, bekend dat hij ontslag had genomen, om zo de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de manier waarop Tepco heeft gehandeld na de ramp met de centrales in Fukushima. Zijn opvolger Katsutoshi Chikudate was ook afkomstig uit de directie van het bedrijf.[74]

Op 28 mei 2011 maakten Japanse banken bekend voor een totaal van 400 biljoen yen af te boeken op Tepco [75].

Hulp bij compensatie-betalingen

Tepco heeft in mei de Japanse minister van economische zaken Banri Kaieda om financiële hulp gevraagd bij de claims die het concern mogelijk te wachten stonden. Hoewel er geen precies bedrag kon worden genoemd, namen analisten aan dat 100 miljard amerikaanse dollar te boven kon gaan. Vanwege het economische belang van Tepco, verantwoordelijk voor de stroomlevering van ongeveer 30% van de totale Japanse economie, werd een bankroet onwenselijk geacht.[76]

Afwikkeling ramp

Tepco kondigde na de ramp aan dat de reactoren 1 tot en met 4, nadat die zijn gestabiliseerd, buiten bedrijf zouden worden gesteld en ontmanteld. Over de reactoren 5 en 6 zal later worden beslist.[77]. Op aandringen van de Japanse regering werd door Tepco op 17 april een tijdschema gepubliceerd, waarin gepoogd werd om binnen drie maanden een stabiele koeling van de reactoren en de splijtsttofbassins en een reductie van de stralingsuitstoot te bereiken. Tussen drie tot negen maanden zou de stralingsuitstoot onder controle moeten zijn.[78] In een poging zich aan het opgelegde schema te houden, werd een beschermend omhulsel voor reactorgebouw 1 gebouwd.[79]

Onderzoeksrapporten

Het Internationaal Atoomenergieagentschap bracht in mei een bezoek aan de beschadigde centrale en stelde op basis van de bevindingen een rapport op. Enkele belangrijke punten uit dit rapport zijn:[3]

  • De openheid van de Japanse regering en andere instanties om informatie te delen en vragen te beantwoorden
  • De voorbeeldige reactie van het personeel van de centrale heeft geresulteerd in een goede aanpak om een veilige situatie te creëren
  • De voortvarende handelswijze van de Japanse overheid om het publiek te beschermen
  • De planning voor de veilige ontmanteling van de centrale is belangrijk
  • De gevaren van een tsunami werden onderschat
  • Er moeten meer veiligheidssystemen komen om extreme externe gebeurtenissen aan te kunnen en deze moeten vaker geëvalueerd worden om te beoordelen of ze nog voldoen
  • Het ongeluk laat het belang zien van een on-site rampencoördinatiecentrum
  • Er moet gekeken worden naar de risico's van waterstof
  • Noodsystemen moeten robuust zijn en in ook onder zware omstandigheden blijven werken

In een rapport dat de Japanse regering begin juni aan het IAEA aanbood werden een aantal zaken ten aanzien van de ramp nader toegelicht:[80]

  • Japan was niet goed voorbereid op een nucleaire ramp van deze omvang.
  • Het toezicht op de nucleaire industrie was onvoldoende en dit heeft bijgedragen aan de schade.
  • Het NISA, de Japanse toezichthouder, zal verder gaan als onafhankelijk toezichthouder, los van het Ministerie voor Industrie.
  • De totale hoeveelheid uitgestoten radioactiviteit was groter dan aanvankelijk werd aangenomen: 1.6x1017 becquerel voor jodium-131 en 1.5x1016 becquerel voor cesium-137 in plaats van respectievelijk 1.3x1017 en 6.1x1015becquerel die eerder werden genoemd.
  • Er vond kernsmelting plaats in drie reactoren van de centrale
  • Het is mogelijk dat er brandstof door het reactorvat heen is gesmolten
  • Een panel van 10 deskundigen werd aangesteld, dat in opdracht van de regering de oorzaken van de ramp zou gaan onderzoeken.

Sluiting kerncentrale van Hamaoka

De kernenergiecentrale Hamaoka werd op 14 mei buiten gebruik gesteld, nadat Premier Naoto Kan van Japan de eigenaar Chubu Electric Power gevraagd om deze tijdelijk stop te zetten. De centrale kan pas weer worden geopend, nadat deze bestand is gemaakt tegen een tsunami van 12 meter hoogte. De premier ging niet in op de relatie van de sluiting en de gebeurtenissen met de Fukushima-centrale.[81]

Externe link

  1. (en) Kyodo News (27 maart 2011) Researcher warned 2 yrs ago of massive tsunami striking nuke plant
  2. (en) Japan Atomic Industrial Forum (5 april 2011) Information on Status of Nuclear Power Plants in Fukushima, update 65
  3. a b c IAEA (1 juni 2011) International Fact-Finding Mission
  4. De Standaard (16 maart 2011) Baas Atoomagentschap omschrijft situatie als 'zeer ernstig'
  5. a b NOS 20 maart Twee reactoren Japan onder controle
  6. a b c d e f (en) TEPCO (5 april 2011) Status of TEPCO's Facilities and its services after the Tohoku-Taiheiyou-Oki Earthquake
  7. Trouw.nl (13 maart 2011) Zeewater om kernsmelting te voorkomen
  8. (en) OurAirports (12 maart 2011) Pilot information for Sendai Airport
  9. NOS (18 maart) Japan verhoogt dreigingsniveau
  10. (en) Greenpeace (25 maart 2011) Greenpeace rapport INES-rating
  11. Voor andere stoffen dan 131I gelden weegfactoren, waarbij schadelijkere materialen een hogere weegfactor krijgen. Zo heeft 137Cs een weegfactor van 40 (d.w.z., 1 TBq 137Cs wordt gelijk gesteld aan 40 TBq 131I) en 239Pt een van 10 000.
  12. (en) Kyodo News (12 april 2011) Japan ups Fukushima nuke crisis severity to 7, same as Chernobyl
  13. (en) BBC (18 april 2011) Robots record high radiation levels at Japan reactors
  14. a b c d e f g h (en) IAEA (12 maart 2011) 'Fukushima Nuclear Accident Update Log'
  15. (en) BBC (12 maart 2011) Huge blast at Japan nuclear power plant
  16. De Telegraaf (5 mei 2011) Medewerkers betreden kerncentrale Japan
  17. (en) BBC (5 mei 2011) 'Medewerkers van Tepco betreden reactor-gebouw 1
  18. (en) Kyodo News (7 mei 2011) Stralingsniveau in reactorgebouw 1 naar beneden
  19. a b (en) JiJi-news (24 mei 2011) Most Fuel at Fukushima No. 2, 3 Reactors Seen to Have Melted
  20. NRC Handelsblad (14 maart 2011) Vijf vragen over falende kernreactoren
  21. NOS (15 maart 2011) Reactorvat mogelijk beschadigd
  22. a b (en) Kyodo News (24 maart 2011) Radioactive iodine 146.9 times higher in seawater near nuke plant
  23. a b NRC (31 maart 2011) Steeds meer radioactief jodium lekt in Japanse zee
  24. (en) NHK World (28 maart 2011) Radiation hampers cooling efforts
  25. TEPCO (4 april 2011) All 6 units of Fukushima Daiichi Nuclear Power Station have been shut down
  26. (en) Kyodo News (4 april 2011) Tokyo Electric struggles to pin down source of seawater pollution
  27. De Telegraaf (16 maart 2011) Reactor 3 heeft hoogste prioriteit
  28. (en) The Epoch Times (28 maart 2011) Plutonium Found in Soil Around Japanese Nuclear Plant
  29. (en) The Japan Times (22 mei 2011) 20 terabecquerels of radioactive materials flowed out to Pacific
  30. (en) World Nuclear news (11 mei 2011) zwaar veronreinigd water lekt uit pompkamers
  31. (en) Kyodo News (17 mei 2011) Tepco maakt begin met wegpompen water in turbineruimte onder reactor 3
  32. (en) Japan Atomic Industrial Forum (19 mei 2011) Earthquake report no. 86
  33. nrc.nl Live (15 maart 2011) Radioactieve wolk na explosie Fukushima – Afkoelbad reactor 4 aan het koken
  34. (en) Kyodo News (13 april 2011) Workers start removing toxic water in level 7-rated nuke crisis
  35. (en) Kyodo News (13 april 2011) Workers continue to remove toxic water, cool spent nuke fuel pools
  36. (en) IAEA (21 april) IAEA rapport van de status van 6 reactoren op 21 april
  37. IAEA-rapport (27 april) rapportage 27 april IAEA
  38. (en) IAEA-rapport (20 mei 2011) IAEA-rapport 12-18 mei: start ondersteuningsconstructie bassin met brandstofstaven 4
  39. (en) website Tepco Ruwe data Tepco ten aanzien van reactor 5 en 6 en de brandstofbassins
  40. NOS (21 april 2011) Regio Fukshime nu verboden gebied
  41. (en) NHK-World (22 april 2011) Tabaksplanters claimen verloren oogst bij Tepco
  42. NU.nl (10 mei 2011) Bewoners besmet gebied Fukushima even thuis
  43. (en) Kyodo News (12 mei 2011)Vee wordt geruimd in evacuatie-zone
  44. De Standaard (24 maart 2011) 'Zeer hoge' radioactieve uitstoot in Fukushima
  45. AD.nl (14 maart 2011) VS-soldaten radioactief besmet na reddingsmissie
  46. RTL Nieuws (15 maart 2011) Uittocht uit Tokio vanwege straling
  47. (en) Kyodo news (23 maart 2011) Neutron beam observed 13 times at crippled Fukushima nuke plant
  48. (en) New York Times (13 maart 2011) Second Explosion at Reactor as Technicians Try to Contain Damage
  49. (en) KTLA (14 maart 2011) USS Ronald Reagan off Japan Being Repositioned to Avoid Reactor Fall-out
  50. (en) Kyodo News (12 april 2011) Radioactive strontium detected more than 30 km from Fukushima plant
  51. (en) BBC (23 maart 2011) Tokyo water 'unfit for babies' due to high radiation
  52. (en) Greenpeace (27 maart 2011) Greenpeace radiation team pinpoints need to extend Fukushima evacuation zone
  53. (en) Kyodo News (31 maart 2011) IAEA data prods Japan to boost radiation monitoring, eye evacuation
  54. NU.nl (29 maart 2011) Radioactief jodium in Seoul
  55. (en) Kyodo News (1 april 2011) Groundwater at nuclear plant 'highly' radiation-contaminated: TEPCO
  56. (en) Kyodo News (15 april 2011) Groundwater radiation level at nuke plant rises: TEPCO
  57. NU.nl (10 mei 2011) Besmette containers onderschept in haven
  58. Telegraaf (19 mei 2011) Besmet gras op 60 kilometer van Fukushima-I
  59. Tepco (25 mei 2011) Plutonium in bodemmonsters
  60. Tepco (25 mei 2011) analyse Plutonium in bodemmonsters
  61. (en) Kyodo News (10 april 2011) Kan regrets late notice of radioactive water release into sea
  62. (en) Kyodo News (12 april 2011) Progress slow in restoring Fukushima plant amid pools of toxic water
  63. (en) Kyodo News (14 april 2011) U.S. sends water storage tanks, trailer to Fukushima nuclear plant
  64. De Volkskrant, woensdag 25 mei 2011, pagina 3
  65. (en) Gigaom (2 juni 2011) Kurion raakt betrokken bij het opruimen.
  66. (en) IEEE (20 april 2011) robot-video's in de reactor gebouwen
  67. (en) IEEE (20 april 2011) Robotic Aerial Vehicle Captures Dramatic Footage of Fukushima Reactors
  68. (en) Guardian (11 mei 2011) Japan verandert zijn nucleaire plannen
  69. NOS.nl (3 april 2011) Twee lichamen gevonden in Fukushima
  70. a b (en) wnn (22 maart 2011) Lijst met persoonlijke ongelukken
  71. (en) IAEA.org (27 maart 2011) Fukushima Daiichi Nuclear Accident Update
  72. (en) The Wall Street Journal (15 maart 2011) Tokyo Shares Plunge 13%
  73. (en) BBC (5 april) Tepco-aandelen op record-dieptepunt
  74. De Volkskrant (20 mei 2011) Tepco-topman stapt op om Fukushima
  75. (en) The Japan Times (28 mei 2011) Banks' losses on Tepco: ¥400 billion
  76. (en) BBC (10 mei) Tepco vraag om finantiele hulp van Japanse overheid
  77. (en) Kyodo News (30 maart 2011) Tokyo Electric to scrap 4 reactors at crippled nuclear plant
  78. (en) Kyodo News (17 april 2011) TEPCO aims to achieve 'cold shutdown' for reactors in 6-9 months
  79. (en) TEPCO (13 mei 2011) Commencement of a preparation work for the installation of a cover for the reactor building of Unit 1, Fukushima Daiichi Nuclear Power Station
  80. (en) Report of Japanese Government to the IAEA Ministerial Conference on Nuclear Safety - The Accident at TEPCO's Fukushima Nuclear Power Stations
  81. (en) Kyodo News (8 mei 2011) Chubu Electric plans to stop Hamaoka nuclear power plant