Kerktoonladder: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
typo - gegevens in tabel - layout
 
(47 tussenliggende versies door 31 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Een '''kerktoonladder''', of '''modus''', is een [[toonladder]] met tonen uit een [[Diatoniek|diatonische]] reeks, dus met dezelfde [[Interval (muziek)|intervallen]] als een [[grote-tertstoonladder]], die echter op een andere [[toontrap]] kan beginnen. Dit heeft als gevolg dat het patroon van hele en halve tonen ''verschoven'' is ten opzichte van de [[Tonica (muziek)|tonica]] (en dominant) van de toonreeks.
{{Twijfel|Er zijn meer modi dan hier vermeld en de uitleg hoe deze te vormen is tevens incorrect. Voor meer info zie de overlegpagina.|2012|01|20}}


== Hedendaagse modi ==
[[Bestand:modii.PNG|center|500px|Voorbeelden van kerktoonladder]]
=== Algemeen ===
'''Kerktoonladders''' zijn de 6 of 7 [[toonladder]]s uit de [[modaliteit (muziek)|modale]] [[muziek]]. Het zijn [[Diatoniek|diatonische]] toonladders (geconstrueerd met twee verschillende toonafstanden: de diatonische hele en halve toon) van 8 tonen, met telkens twee halve afstanden (kleine [[secunde]]) en vijf hele afstanden (grote secunde).
De naam van de kerktoonaard wordt bepaald door de opeenvolging van de hele en de halve tonen in de toonladder:
Kerktoonladders kunnen op de volgende manier eenvoudig geconstrueerd worden:
* [[Ionisch (toonladder)|Ionisch]]: 1–1–1/2–1–1–1–1/2
* [[Dorisch (toonladder)|Dorisch]]: 1–1/2–1–1–1–1/2–1
* [[Frygisch (toonladder)|Frygisch]]: 1/2–1–1–1–1/2–1–1
* [[Lydisch (toonladder)|Lydisch]]: 1–1–1–1/2–1–1–1/2
* [[Mixolydisch (toonladder)|Mixolydisch]]: 1–1–1/2–1–1–1/2–1
* [[Aeolisch (toonladder)|Aeolisch]]: 1–1/2–1–1–1/2–1–1
* [[Locrisch]]: 1/2–1–1–1/2–1–1–1


Neem de witte toetsen van een [[Piano (instrument)|piano]] en speel steeds 8 opeenvolgende witte toetsen.
Op een piano is het makkelijk om zulke modi te vinden. Gebruik alleen de witte toetsen.
*Ionisch: begin (tonica) op '''C'''
*Dorisch: begin op '''D'''
*Frygisch: begin op '''E'''
*Lydisch: begin op '''F'''
*Mixolydisch: begin op '''G'''
*Aeolisch: begin op '''A'''
*Locrisch: begin op '''B'''


De toonladders kunnen ook getransponeerd worden. De begintoon verandert, maar de intervallen blijven hetzelfde. Zo kunnen we bijvoorbeeld de toonladder van D dorisch transponeren: de toonladder van D dorisch is '''D–E–F–G–A–B–C–D''' ofwel met [[interval (muziek)|intervallen]] ''heel–half–heel–heel–heel–half–heel''.
<div style="float:right;clear:left;">
Getransponeerd naar C wordt dat: '''C–D–Es–F–G–A–Bes–C''' Zo krijgen we C dorisch.
</div>
* [[Ionisch (toonladder)|Ionisch]]: begin (tonica) op C ([[majeur]] toonladder)
* [[Dorisch (toonladder)|Dorisch]]: begin op D
* [[Frygisch (toonladder)|Phrygisch]]: begin op E
* [[Lydisch (toonladder)|Lydisch]]: begin op F
* [[Mixolydisch (toonladder)|Mixolydisch]]: begin op G
* [[Aeolisch (toonladder)|Aeolisch]]: begin op A ([[Mineur (muziek)|mineur]] toonladder, zonder de verhoogde [[Leidtoon (muziek)|Leidtoon]])
* [[Locrisch]]: begin op B (zeldzaam en praktisch nauwelijks bruikbaar vanwege de verminderde kwint B-F ten opzicht van de grondtoon)


=== Hypomodi ===
Daaronder zijn er nog toonladders die een kwart lager zijn:
In de standaard kerktoonladder beweegt de melodie zich ongeveer in het octaaf van de toonladder. In [[Geneefse psalmen]] heeft psalm 47 bijvoorbeeld een melodie in D Ionisch, die zich beweegt tussen C4 en D5. In hypo-kerktoonladders beweegt de melodie zich rond het octaaf een kwart/kwint lager dan de toonladder. Een voorbeeld daarvan is de Geneefse melodie van psalm 42: die staat in F Hypoionisch, waarbij de melodie zich beweegt tussen C4 en D5.
* [[Hypolydisch(toonladder)|Hypolydisch]]: begint op lage C
* [[Hypomixolydisch(toonladder)|Hypomixolydisch]]: begint op lage D
* [[Hypoaeolisch(toonladder)|Hypo-aeolisch]]: begint op lage E
* [[Hypolocrisch(toonladder)|Hypolocrisch]]: begint op lage F
* [[Hypoionisch(toonladder)|Hypoionisch]]: begint op lage G
* [[Hypodorisch(toonladder)|Hypodorisch]]: begint op lage A
* [[Hypophrygisch(toonladder)|Hypophrygisch]]: begint op lage B


De 'hypo-toonladders', worden ook wel plagale toonladders genoemd, zo is hypolydisch hetzelfde als lydisch plagaal.
De hypo-kerktoonladders worden ook wel plagale toonladders genoemd. Hypolydisch komt dan bijvoorbeeld overeen met lydisch plagaal.


== Middeleeuwse modi ==
De toonladder van D-Dorisch is dan '''D-E-F-G-A-B-C-D''' ofwel met [[interval (muziek)|intervallen]]
De bovenstaande moderne indeling (vanaf 19e eeuw) is gebaseerd op, maar niet gelijk aan, de ''modi'' zoals de [[Rooms-katholieke Kerk|Kerk]] die in de [[Middeleeuwen]] voor het [[Gregoriaanse muziek|gregoriaans]] hanteerde. In die dagen kende men 8 modi:
''heel-half-heel-heel-heel-half-heel''.
Getransponeerd naar C wordt dat: '''C-D-Es-F-G-A-Bes-C'''


{| class="wikitable"
De bovenstaande moderne indeling (vanaf 19e eeuw) is gebaseerd op, maar niet gelijk aan, de ''modi'' zoals de [[Rooms-katholieke Kerk|Kerk]] die in de [[Middeleeuwen]] voor het [[Gregoriaanse muziek|Gregoriaans]] hanteerde. In die dagen kende men 8 modi:

{|class=wikitable
!tonica: ||re||mi||fa||sol
!tonica: ||re||mi||fa||sol
|-
|-
| ||I Dorisch||III Phrygisch||V Lydisch||VII Mixolydisch
| ||I dorisch||III frygisch||V lydisch||VII mixolydisch
|-
|-
| ||II Hypodorisch||IV Hypophrygisch||VI Hypolydisch||VIII Hypomixolydisch
| ||II hypodorisch||IV hypofrygisch||VI hypolydisch||VIII hypomixolydisch
|}
|}


De modi I, III, V en VII hebben dezelfde serie [[Interval (muziek)|intervallen]] als boven. Het voorvoegsel hypo- geeft aan dat de intervallenreeks dezelfde is, maar de toonladder begint op de [[dominant (muziek)|dominant]] ''onder'' de [[tonica]]. In een hypodorische melodie bewoog de melodie zich dus ''rond'' de grondtoon re, in een dorisch ''boven'' de re. (De grondtoon kon op D, E, F of G liggen).
De modi I, III, V en VII hebben dezelfde serie [[Interval (muziek)|intervallen]] als boven. Het voorvoegsel hypo- geeft aan dat de intervallenreeks dezelfde is, maar de toonladder begint op de [[dominant (muziek)|dominant]] ''onder'' de [[Tonica (muziek)|tonica]]. In een hypodorische melodie bewoog de melodie zich dus ''rond'' de grondtoon re, in een dorisch ''boven'' de re. (De grondtoon kon op D, E, F of G liggen.)


Opvallend is dat de twee reeksen die in latere tijd de [[westerse muziek]] zouden beheersen ([[ionisch (toonladder)|ionisch]] en [[aeolisch (toonladder)|aeolisch]], die gelijk zijn aan resp. [[toonladder|majeur]]- en authentieke (zonder verhoogde leidtoon) [[toonladder|mineur]]toonladders), buiten de kerkelijke canon vielen. Overigens was er al vroeg de neiging om in modi V en VI de lydische kwart te verlagen, waardoor de facto een ionische reeks ontstaat. Heden ten dage worden in het [[Gregoriaanse muziek|Gregoriaans]] zelden [[Lydisch (toonladder)|lydische]] kwarten gezongen, ook al heet de melodie lydisch. Dezelfde neiging bestond ook voor de dorische melodie. Door hierin, evenals bij de lydische melodie, de zgn. [[Geschiedenis van de muzieknotatie|b-rotundum]] (=bes) toe te passen trad een tendens naar aeolisch op.
Opvallend is dat de twee reeksen die in latere tijd de [[westerse muziek]] zouden beheersen ([[ionisch (toonladder)|ionisch]] en [[aeolisch (toonladder)|aeolisch]], die gelijk zijn aan resp. [[toonladder|majeur]]- en authentieke (zonder verhoogde leidtoon) [[toonladder|mineur]]toonladders), buiten de kerkelijke canon vielen. Overigens was er al vroeg de neiging om in modi V en VI de lydische kwart te verlagen, waardoor de facto een ionische reeks ontstaat. Heden ten dage worden in het [[Gregoriaanse muziek|gregoriaans]] zelden [[Lydisch (toonladder)|lydische]] kwarten gezongen, ook al heet de melodie lydisch. Dezelfde neiging bestond ook voor de dorische melodie. Door hierin, evenals bij de lydische melodie, de zgn. [[Geschiedenis van de muzieknotatie|b-rotundum]] (=bes) toe te passen trad een tendens naar aeolisch op.


Op hun beurt waren de modi weer gebaseerd op de toonreeksen van de Byzantijnse kerk. In de tijd van [[Karel de Grote]] probeerde men de kerk in allerlei opzichten te standaardiseren en uniform te maken. Muzikaal speelde men daarbij leentjebuur bij [[Byzantijnse Keizerrijk|Byzantium]]. Overigens ging dat met fouten gepaard: zo zijn de Griekse namen aan andere middeleeuwse kerktoonsoorten verbonden dan de oorspronkelijke Griekse toonsoort.
Op hun beurt waren de modi weer gebaseerd op de toonreeksen van de Byzantijnse kerk. In de tijd van [[Karel de Grote]] probeerde men de kerk in allerlei opzichten te standaardiseren en uniform te maken. Muzikaal speelde men daarbij leentjebuur bij [[Byzantijnse Keizerrijk|Byzantium]]. Overigens ging dat met fouten gepaard: zo zijn de Griekse namen aan andere middeleeuwse kerktoonsoorten verbonden dan de oorspronkelijke Griekse toonsoort.
Regel 59: Regel 57:


[[Categorie:Muziektheorie]]
[[Categorie:Muziektheorie]]

[[ca:Mode (música)]]
[[cs:Modus (hudba)]]
[[da:Kirketoneart]]
[[de:Kirchentonart]]
[[en:Musical mode]]
[[eo:Modalo (muziko)]]
[[es:Modo (música)]]
[[fi:Kirkkosävellaji]]
[[fr:Mode (musique)]]
[[he:מודוס (מוזיקה)]]
[[it:Modo musicale]]
[[ja:旋法]]
[[ko:선법]]
[[la:Modus (musica)]]
[[lv:Skaņkārta]]
[[nn:Kyrkjetoneart]]
[[no:Modal skala]]
[[pt:Modo]]
[[ro:Mod (muzică)]]
[[ru:Лад (музыка)]]
[[sv:Kyrkotonart]]
[[uk:Лад (музика)]]
[[zh:调式]]

Huidige versie van 3 jul 2024 om 13:23

Een kerktoonladder, of modus, is een toonladder met tonen uit een diatonische reeks, dus met dezelfde intervallen als een grote-tertstoonladder, die echter op een andere toontrap kan beginnen. Dit heeft als gevolg dat het patroon van hele en halve tonen verschoven is ten opzichte van de tonica (en dominant) van de toonreeks.

Hedendaagse modi

Algemeen

De naam van de kerktoonaard wordt bepaald door de opeenvolging van de hele en de halve tonen in de toonladder:

Op een piano is het makkelijk om zulke modi te vinden. Gebruik alleen de witte toetsen.

  • Ionisch: begin (tonica) op C
  • Dorisch: begin op D
  • Frygisch: begin op E
  • Lydisch: begin op F
  • Mixolydisch: begin op G
  • Aeolisch: begin op A
  • Locrisch: begin op B

De toonladders kunnen ook getransponeerd worden. De begintoon verandert, maar de intervallen blijven hetzelfde. Zo kunnen we bijvoorbeeld de toonladder van D dorisch transponeren: de toonladder van D dorisch is D–E–F–G–A–B–C–D ofwel met intervallen heel–half–heel–heel–heel–half–heel. Getransponeerd naar C wordt dat: C–D–Es–F–G–A–Bes–C Zo krijgen we C dorisch.

Hypomodi

In de standaard kerktoonladder beweegt de melodie zich ongeveer in het octaaf van de toonladder. In Geneefse psalmen heeft psalm 47 bijvoorbeeld een melodie in D Ionisch, die zich beweegt tussen C4 en D5. In hypo-kerktoonladders beweegt de melodie zich rond het octaaf een kwart/kwint lager dan de toonladder. Een voorbeeld daarvan is de Geneefse melodie van psalm 42: die staat in F Hypoionisch, waarbij de melodie zich beweegt tussen C4 en D5.

De hypo-kerktoonladders worden ook wel plagale toonladders genoemd. Hypolydisch komt dan bijvoorbeeld overeen met lydisch plagaal.

Middeleeuwse modi

De bovenstaande moderne indeling (vanaf 19e eeuw) is gebaseerd op, maar niet gelijk aan, de modi zoals de Kerk die in de Middeleeuwen voor het gregoriaans hanteerde. In die dagen kende men 8 modi:

tonica: re mi fa sol
I dorisch III frygisch V lydisch VII mixolydisch
II hypodorisch IV hypofrygisch VI hypolydisch VIII hypomixolydisch

De modi I, III, V en VII hebben dezelfde serie intervallen als boven. Het voorvoegsel hypo- geeft aan dat de intervallenreeks dezelfde is, maar de toonladder begint op de dominant onder de tonica. In een hypodorische melodie bewoog de melodie zich dus rond de grondtoon re, in een dorisch boven de re. (De grondtoon kon op D, E, F of G liggen.)

Opvallend is dat de twee reeksen die in latere tijd de westerse muziek zouden beheersen (ionisch en aeolisch, die gelijk zijn aan resp. majeur- en authentieke (zonder verhoogde leidtoon) mineurtoonladders), buiten de kerkelijke canon vielen. Overigens was er al vroeg de neiging om in modi V en VI de lydische kwart te verlagen, waardoor de facto een ionische reeks ontstaat. Heden ten dage worden in het gregoriaans zelden lydische kwarten gezongen, ook al heet de melodie lydisch. Dezelfde neiging bestond ook voor de dorische melodie. Door hierin, evenals bij de lydische melodie, de zgn. b-rotundum (=bes) toe te passen trad een tendens naar aeolisch op.

Op hun beurt waren de modi weer gebaseerd op de toonreeksen van de Byzantijnse kerk. In de tijd van Karel de Grote probeerde men de kerk in allerlei opzichten te standaardiseren en uniform te maken. Muzikaal speelde men daarbij leentjebuur bij Byzantium. Overigens ging dat met fouten gepaard: zo zijn de Griekse namen aan andere middeleeuwse kerktoonsoorten verbonden dan de oorspronkelijke Griekse toonsoort.

De kerktoonaarden werden voor het eerst genoemd door Alcuinus van York. Hij gaf ze de Griekse namen Protos, Deuteros, Tritos en Tetrardos. Deze zijn later de hoofdkerktoonsoorten geworden.

In het boek Dodekachordon (1547) van Glareanus werden de nieuwe 12 toonladders beschreven (de locrische en hypolocrische toonladders werden vanwege de imperfectie van de verminderde kwint verworpen). Vanaf toen werden deze toonladders door de kerk geaccepteerd als bestaande toonladders.

Zie ook