Jan van Casembroot: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k stijl
aanv biografische gegevens, taal
Regel 1: Regel 1:
'''Jan van Casembroot ''' (ook: '''Jehan de Casembroot''') ([[Brugge]], ca. [[1525]] – [[Vilvoorde]], [[14 september]] [[1568]]) was een [[Zuidelijke Nederlanden|Zuid-Nederlandse]] [[adel|edelman]] en [[dichter]]. Hij was heer van [[Bekkerzeel]], [[Zellik]], [[Kobbegem]], [[Berchem (Antwerpen)|Berchem]] en [[Fenain]].
'''Jan van Casembroot ''' (ook ''Jehan'' of ''Johan de Casembroot'' genoemd) ([[Brugge]], ca. [[1525]] – [[Vilvoorde]], [[14 september]] [[1568]]) was een [[Zuidelijke Nederlanden|Zuid-Nederlandse]] [[adel|edelman]] en [[dichter]]. Hij was heer van [[Bekkerzeel]], [[Zellik]], [[Kobbegem]], [[Berchem (Antwerpen)|Berchem]] en [[Fenain]].


==Levensloop==
==Levensloop==
Van Casembroot was afkomstig uit een [[Brugge|Brugs]] [[regent (bestuurder)|regentengeslacht]], oorspronkelijk uit [[Piemonte]]. Zijn vader was de [[Brugge|Brugse]] burgemeester Lena(e)rt Casembroot ([[1495]] - [[1558]]) en hij was gehuwd met Willemina van Bronckhorst.
Van Casembroot was afkomstig uit een [[Brugge|Brugs]] [[regent (bestuurder)|regentengeslacht]], oorspronkelijk uit [[Piemonte]]. Hij was een zoon van de [[Brugge|Brugse]] burgemeester Lena(e)rt Casembroot ([[1495]] - [[1558]]) en zijn vrouw Willemina van Bronckhorst.


Hij was de secretaris van de [[Lamoraal van Egmont|graaf van Egmont]] en sloot zich aan bij het [[Eedverbond der Edelen|Verbond der Edelen]], in welke hoedanigheid hij op [[5 april]] [[1566]] aan de [[landvoogd]]es [[Margaretha van Parma]] het [[Smeekschrift]] aanbood, waarin voor verdraagzaamheid in geloofsaangelegenheden werd gepleit.
Hij was de secretaris van de [[Lamoraal van Egmont|graaf van Egmont]] en sloot zich aan bij het [[Eedverbond der Edelen|Verbond der Edelen]], in welke hoedanigheid hij op [[5 april]] [[1566]] aan de [[landvoogd]]es [[Margaretha van Parma]] het [[Smeekschrift]] aanbood, waarin voor verdraagzaamheid in geloofsaangelegenheden werd gepleit.
Regel 10: Regel 10:
Van Casembroot werd door de graaf van Egmont tot [[gouverneur]] van [[Oudenaarde]] benoemd, en wist de rust in deze stad te herstellen. In de overeenkomst die hij met de [[calvinisme|calvinisten]] sloot, ging hij evenwel verder dan de toegevingen van de [[landvoogd]]es in het Akkoord van [[25 augustus]] [[1566]] (staking van het geloofsonderzoek).
Van Casembroot werd door de graaf van Egmont tot [[gouverneur]] van [[Oudenaarde]] benoemd, en wist de rust in deze stad te herstellen. In de overeenkomst die hij met de [[calvinisme|calvinisten]] sloot, ging hij evenwel verder dan de toegevingen van de [[landvoogd]]es in het Akkoord van [[25 augustus]] [[1566]] (staking van het geloofsonderzoek).


Hij werd samen met graaf van Egmont gearresteerd ([[9 september]] [[1567]]) en na [[foltering]]en op [[9 augustus]] [[1568]] door de [[Raad van Beroerten]] o.l.v. van de [[Fernando Álvarez de Toledo|hertog van Alva]] ter dood veroordeeld en op [[14 september]] te [[Vilvoorde]] onthoofd.
Hij werd samen met graaf van Egmont op [[9 september]] [[1567]] gearresteerd, waarna zijn bezittingen [[Confiscatie|verbeurd verklaard]] werden. Na [[foltering]]en werd hij op [[9 augustus]] [[1568]] door de [[Raad van Beroerten]] o.l.v. van de [[Fernando Álvarez de Toledo|hertog van Alva]] ter dood veroordeeld en op [[14 september]] te [[Vilvoorde]] onthoofd.


Van hem zijn enkele [[Latijn|Latijnse]] gedichten uitgegeven die getuigen van een [[humanisme|humanistische]] vorming.
Van hem zijn enkele [[Latijn|Latijnse]] gedichten uitgegeven die getuigen van een [[humanisme|humanistische]] vorming.



[[Categorie:Persoon in de Tachtigjarige Oorlog|Casembroot, Jan van]]
[[Categorie:Persoon in de Tachtigjarige Oorlog|Casembroot, Jan van]]

Versie van 1 okt 2009 16:53

Jan van Casembroot (ook Jehan of Johan de Casembroot genoemd) (Brugge, ca. 1525Vilvoorde, 14 september 1568) was een Zuid-Nederlandse edelman en dichter. Hij was heer van Bekkerzeel, Zellik, Kobbegem, Berchem en Fenain.

Levensloop

Van Casembroot was afkomstig uit een Brugs regentengeslacht, oorspronkelijk uit Piemonte. Hij was een zoon van de Brugse burgemeester Lena(e)rt Casembroot (1495 - 1558) en zijn vrouw Willemina van Bronckhorst.

Hij was de secretaris van de graaf van Egmont en sloot zich aan bij het Verbond der Edelen, in welke hoedanigheid hij op 5 april 1566 aan de landvoogdes Margaretha van Parma het Smeekschrift aanbood, waarin voor verdraagzaamheid in geloofsaangelegenheden werd gepleit.

Ofschoon trouw aan het katholicisme, toonde hij zich zich een fel tegenstander van kardinaal Granvelle. Ook was hij tegen de Beeldenstorm (10 augustus 1566).

Van Casembroot werd door de graaf van Egmont tot gouverneur van Oudenaarde benoemd, en wist de rust in deze stad te herstellen. In de overeenkomst die hij met de calvinisten sloot, ging hij evenwel verder dan de toegevingen van de landvoogdes in het Akkoord van 25 augustus 1566 (staking van het geloofsonderzoek).

Hij werd samen met graaf van Egmont op 9 september 1567 gearresteerd, waarna zijn bezittingen verbeurd verklaard werden. Na folteringen werd hij op 9 augustus 1568 door de Raad van Beroerten o.l.v. van de hertog van Alva ter dood veroordeeld en op 14 september te Vilvoorde onthoofd.

Van hem zijn enkele Latijnse gedichten uitgegeven die getuigen van een humanistische vorming.