Jan van Brederode: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Sortering van Categorie:Huis Brederode aangepast naar "Jan I van Brederode" (HotCat.js)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 17: Regel 17:
Als geestelijke moest hij de erfrechten van Brederode, die grotendeels schulden bevatten, vergeven aan zijn jongere broer [[Walraven I van Brederode|Walraven]]. Jan betrok het klooster [[Sint-Jansbergklooster (Zelem)|Sint-Jansbergklooster]] in [[Zelem]] als broeder-abt met de intentie zijn hele verdere leven in het teken van God te stellen. Er traden al gauw problemen op, toen zijn jongere broer Walraven werd gevangengenomen tijdens het [[Beleg van Gorinchem (1402)|beleg van Gorinchem]] en zeven jaar lang vastgehouden door de [[Jan V van Arkel (15e eeuw)|heer van Arkel]]. Zodoende kon er niet voldaan worden aan de schulden die Jan van Brederode had opgebouwd.
Als geestelijke moest hij de erfrechten van Brederode, die grotendeels schulden bevatten, vergeven aan zijn jongere broer [[Walraven I van Brederode|Walraven]]. Jan betrok het klooster [[Sint-Jansbergklooster (Zelem)|Sint-Jansbergklooster]] in [[Zelem]] als broeder-abt met de intentie zijn hele verdere leven in het teken van God te stellen. Er traden al gauw problemen op, toen zijn jongere broer Walraven werd gevangengenomen tijdens het [[Beleg van Gorinchem (1402)|beleg van Gorinchem]] en zeven jaar lang vastgehouden door de [[Jan V van Arkel (15e eeuw)|heer van Arkel]]. Zodoende kon er niet voldaan worden aan de schulden die Jan van Brederode had opgebouwd.


In mei [[1407]] overleed [[Willem van Abcoude]], de vader van zijn vrouw Johanna van Abcoude. Haar broer Gijsbrecht was twee jaar daarvoor al overleden, waardoor de titel van heer van [[Abcoude]] aan [[Jacob van Gaasbeek]], een neef van de familie, toekwamen. Jan wilde alsnog aanspraak gaan maken op de landerijen van Abcoude en legde in het voorjaar van [[1409]] zijn habijt af, maar had daarbij zijn vrouw nodig om zijn aanspraak hard te maken. Hij kreeg zijn vrouw niet te spreken, waarop hij het klooster van [[Wijk bij Duurstede]], waar zij woonde, belegerde. [[Bisschop]] [[Frederik van Blankenheim]] trok met zijn leger tegen hem op en nam hem gevangen, om hem uit te leveren aan [[Jacob van Gaasbeek]]. Van Brederode verbleef in de gevangenis tot [[1412]]. Na zijn vrijlating ging hij naar [[Frankrijk]] om zich aan te sluiten bij het Franse leger. De Fransen, bekend met zijn verleden, weigerden hem, zodat hij zich daarop besloot bij de Engelsen aan te sluiten. In 1415 trok hij met het Engelse leger op en zou sneuvelen in de [[Slag bij Azincourt]]. Jan van Brederode werd slechts vierenveertig jaar.
In mei [[1407]] overleed [[Willem van Abcoude]], de vader van zijn vrouw Johanna van Abcoude. Haar broer Gijsbrecht was twee jaar daarvoor al overleden, waardoor de titel van heer van [[Abcoude]] aan [[Jacob van Gaasbeek]], een neef van de familie, toekwam. Jan wilde alsnog aanspraak gaan maken op de landerijen van Abcoude en legde in het voorjaar van [[1409]] zijn habijt af, maar had daarbij zijn vrouw nodig om zijn aanspraak hard te maken. Hij kreeg zijn vrouw niet te spreken, waarop hij het klooster van [[Wijk bij Duurstede]], waar zij woonde, belegerde. [[Bisschop]] [[Frederik van Blankenheim]] trok met zijn leger tegen hem op en nam hem gevangen, om hem uit te leveren aan [[Jacob van Gaasbeek]]. Van Brederode verbleef in de gevangenis tot [[1412]]. Na zijn vrijlating ging hij naar [[Frankrijk]] om zich aan te sluiten bij het Franse leger. De Fransen, bekend met zijn verleden, weigerden hem, zodat hij zich daarop besloot bij de Engelsen aan te sluiten. In 1415 trok hij met het Engelse leger op en zou sneuvelen in de [[Slag bij Azincourt]]. Jan van Brederode werd slechts vierenveertig jaar.


==Bronnen==
==Bronnen==

Versie van 9 okt 2017 13:12

Jan I
1370/72 - 1415
7e heer van Brederode
Periode 1390 - 1402
Voorganger Reinoud I van Brederode
Opvolger Walraven I van Brederode
Vader Reinoud I
Moeder Jolanda

Jan van Brederode (Santpoort, 1370/72 - Azincourt, 25 oktober 1415) was heer van Brederode en tijdens zijn leven abt en militair.

Levensloop

Jan was een zoon van Reinoud I van Brederode en Jolanda van Gennep. Toen zijn vader in 1390 stierf, volgde Jan hem op als zevende heer van Brederode, omdat Jans oudere broer Dirk (of Diederik) voor het kloosterleven had gekozen. Daardoor vervielen de erfrechten aan Jan. In 1396 trok hij tezamen met Albrecht van Beieren op tegen de West-Friezen die tegen Holland in opstand kwamen. Later, in 1398, ging hij op pelgrimstocht naar Ierland om het Sint Patricks vuur te bezoeken. Na deze tocht stak Jan veel geld in het stichten van kapellen en kloosters. In 1393 was hij gehuwd met Johanna van Abcoude. Het huwelijk bleef kinderloos en beiden besloten in 1402 om in een klooster te treden.

Als geestelijke moest hij de erfrechten van Brederode, die grotendeels schulden bevatten, vergeven aan zijn jongere broer Walraven. Jan betrok het klooster Sint-Jansbergklooster in Zelem als broeder-abt met de intentie zijn hele verdere leven in het teken van God te stellen. Er traden al gauw problemen op, toen zijn jongere broer Walraven werd gevangengenomen tijdens het beleg van Gorinchem en zeven jaar lang vastgehouden door de heer van Arkel. Zodoende kon er niet voldaan worden aan de schulden die Jan van Brederode had opgebouwd.

In mei 1407 overleed Willem van Abcoude, de vader van zijn vrouw Johanna van Abcoude. Haar broer Gijsbrecht was twee jaar daarvoor al overleden, waardoor de titel van heer van Abcoude aan Jacob van Gaasbeek, een neef van de familie, toekwam. Jan wilde alsnog aanspraak gaan maken op de landerijen van Abcoude en legde in het voorjaar van 1409 zijn habijt af, maar had daarbij zijn vrouw nodig om zijn aanspraak hard te maken. Hij kreeg zijn vrouw niet te spreken, waarop hij het klooster van Wijk bij Duurstede, waar zij woonde, belegerde. Bisschop Frederik van Blankenheim trok met zijn leger tegen hem op en nam hem gevangen, om hem uit te leveren aan Jacob van Gaasbeek. Van Brederode verbleef in de gevangenis tot 1412. Na zijn vrijlating ging hij naar Frankrijk om zich aan te sluiten bij het Franse leger. De Fransen, bekend met zijn verleden, weigerden hem, zodat hij zich daarop besloot bij de Engelsen aan te sluiten. In 1415 trok hij met het Engelse leger op en zou sneuvelen in de Slag bij Azincourt. Jan van Brederode werd slechts vierenveertig jaar.

Bronnen

  • Joannes à Leydis, Chronicon Hollandiae
  • D.C. Tinbergen, Des Coninx Summe (Leiden 1907), p.90 e.v.
  • W. de Vreese in Biografie
  • Johannes a Leydis, Opusculum de gestis regalium abbatum monasterii sancti Athalberti ordinis sancti Benedicti in Egmonda (geschreven tussen 1477 en 1484).
  • Willem Procurator, (vertaald door M. Gumbert-Hepp; J.P. Gumbert (ed.), Kroniek. Hilversum, Uitgeverij Verloren, 2001