Jan Pronk (politicus): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Wikix-oud (overleg | bijdragen)
cat
AleichemAWB (overleg | bijdragen)
dismab graaf met AWB
Regel 24: Regel 24:
| link = http://www.parlement.com/9291000/bio/01735
| link = http://www.parlement.com/9291000/bio/01735
}}
}}
[[Image:Pronk zoellick.jpg|thumb|250px|Jan Pronk (links) met [[Robert Zoellick]]]]
[[Afbeelding:Pronk zoellick.jpg|thumb|250px|Jan Pronk (links) met [[Robert Zoellick]]]]


'''Johannes Pieter (Jan) Pronk''' ([[Scheveningen]], [[16 maart]] [[1940]]) is een [[Nederland]]s [[politicus]]. Hij was minister in vier kabinetten: [[kabinet-Den Uyl|Den Uyl]], [[kabinet-Lubbers III|Lubbers III]], [[kabinet-Kok I|Kok I]] en [[kabinet-Kok II|Kok II]]. Ook maakte hij deel uit van de [[Tweede Kamer der Staten-Generaal]] en was hij in verschillende functies werkzaam voor de [[Verenigde Naties]]. Pronk is lid van de [[Partij van de Arbeid (Nederland)|Partij van de Arbeid]], waarbinnen hij geldt als exponent van de linkervleugel.
'''Johannes Pieter (Jan) Pronk''' ([[Scheveningen]], [[16 maart]] [[1940]]) is een [[Nederland]]s [[politicus]]. Hij was minister in vier kabinetten: [[kabinet-Den Uyl|Den Uyl]], [[kabinet-Lubbers III|Lubbers III]], [[kabinet-Kok I|Kok I]] en [[kabinet-Kok II|Kok II]]. Ook maakte hij deel uit van de [[Tweede Kamer der Staten-Generaal]] en was hij in verschillende functies werkzaam voor de [[Verenigde Naties]]. Pronk is lid van de [[Partij van de Arbeid (Nederland)|Partij van de Arbeid]], waarbinnen hij geldt als exponent van de linkervleugel.


==Levensloop==
==Levensloop==
Pronk groeide op als zoon van een [[gereformeerd]]e [[onderwijzer]] uit [[Scheveningen]]. Hij doorliep het [[gymnasium]] op het [[Den Haag|Haagse]] [[Zandvlietcollege]] en studeerde vervolgens [[Economie|Economische wetenschappen]] aan de [[Erasmus Universiteit Rotterdam|Nederlandse Economische Hogeschool]] te [[Rotterdam]]. Tijdens zijn studietijd toonde hij zijn sociale betrokkenheid door jaarlijks mee te varen op de 'Henri Dunant', de vakantieboot voor [[handicap|gehandicapten]] van het Nederlandse [[Rode Kruis]]. Na zijn afstuderen ging Pronk aan de slag als wetenschappelijk medewerker van het Centrum voor Ontwikkelingsprogrammering van de Nederlandse Economische Hogeschool en van het [[Nederlands Economisch Instituut]]. Hij was daar een medewerker van de econoom [[Jan Tinbergen]].
Pronk groeide op als zoon van een [[gereformeerd]]e [[onderwijzer]] uit [[Scheveningen]]. Hij doorliep het [[gymnasium]] op het [[Den Haag|Haagse]] [[Zandvlietcollege]] en studeerde vervolgens [[Economie|Economische wetenschappen]] aan de [[Erasmus Universiteit Rotterdam|Nederlandse Economische Hogeschool]] te [[Rotterdam]]. Tijdens zijn studietijd toonde hij zijn sociale betrokkenheid door jaarlijks mee te varen op de 'Henri Dunant', de vakantieboot voor [[Handicap (medisch)|gehandicapten]] van het Nederlandse [[Rode Kruis]]. Na zijn afstuderen ging Pronk aan de slag als wetenschappelijk medewerker van het Centrum voor Ontwikkelingsprogrammering van de Nederlandse Economische Hogeschool en van het [[Nederlands Economisch Instituut]]. Hij was daar een medewerker van de econoom [[Jan Tinbergen]].


Rond deze tijd werd Pronk politiek actief voor de PvdA. Van [[1966]] tot [[1971]] was hij voorzitter van de afdeling [[Krimpen aan de Lek]]. Bij de [[Tweede Kamerverkiezingen 1971]] werd hij lid van het parlement. Pronk kwam voort uit de vernieuwingsbeweging [[Nieuw Links (PvdA)|Nieuw Links]] en maakte in [[1972]] deel uit van de commissie-[[Sicco Mansholt|Mansholt]], een commissie samengesteld uit leden van PvdA, D'66 en PPR, die het rapport van de [[Club van Rome]] voor Nederland 'vertaalde'. In [[1973]] was Pronk korte tijd lid van het [[Europees parlement]], toen nog samengesteld uit leden van de nationale parlementen. In mei 1973 trad hij als [[minister voor Ontwikkelingssamenwerking]] toe tot het [[kabinet-Den Uyl]]. Met zijn 33 jaar was Pronk de op één na jongste minister sinds 1815.
Rond deze tijd werd Pronk politiek actief voor de PvdA. Van [[1966]] tot [[1971]] was hij voorzitter van de afdeling [[Krimpen aan de Lek]]. Bij de [[Tweede Kamerverkiezingen 1971]] werd hij lid van het parlement. Pronk kwam voort uit de vernieuwingsbeweging [[Nieuw Links (PvdA)|Nieuw Links]] en maakte in [[1972]] deel uit van de commissie-[[Sicco Mansholt|Mansholt]], een commissie samengesteld uit leden van PvdA, D'66 en PPR, die het rapport van de [[Club van Rome]] voor Nederland 'vertaalde'. In [[1973]] was Pronk korte tijd lid van het [[Europees parlement]], toen nog samengesteld uit leden van de nationale parlementen. In mei 1973 trad hij als [[minister voor Ontwikkelingssamenwerking]] toe tot het [[kabinet-Den Uyl]]. Met zijn 33 jaar was Pronk de op één na jongste minister sinds 1815.
Regel 52: Regel 52:
==Externe link==
==Externe link==
*[http://www.janpronk.nl Website van Jan Pronk]
*[http://www.janpronk.nl Website van Jan Pronk]



{{StartOpvolging}}
{{StartOpvolging}}
Regel 71: Regel 70:
}}
}}
{{EindOpvolging}}
{{EindOpvolging}}



{{Bronnen/noten/referenties|bronvermelding=
{{Bronnen/noten/referenties|bronvermelding=
{{reflist}}
<references/>
}}
}}



Versie van 2 jan 2008 12:19

Sjabloon:Nederlands politicus

Jan Pronk (links) met Robert Zoellick

Johannes Pieter (Jan) Pronk (Scheveningen, 16 maart 1940) is een Nederlands politicus. Hij was minister in vier kabinetten: Den Uyl, Lubbers III, Kok I en Kok II. Ook maakte hij deel uit van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en was hij in verschillende functies werkzaam voor de Verenigde Naties. Pronk is lid van de Partij van de Arbeid, waarbinnen hij geldt als exponent van de linkervleugel.

Levensloop

Pronk groeide op als zoon van een gereformeerde onderwijzer uit Scheveningen. Hij doorliep het gymnasium op het Haagse Zandvlietcollege en studeerde vervolgens Economische wetenschappen aan de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam. Tijdens zijn studietijd toonde hij zijn sociale betrokkenheid door jaarlijks mee te varen op de 'Henri Dunant', de vakantieboot voor gehandicapten van het Nederlandse Rode Kruis. Na zijn afstuderen ging Pronk aan de slag als wetenschappelijk medewerker van het Centrum voor Ontwikkelingsprogrammering van de Nederlandse Economische Hogeschool en van het Nederlands Economisch Instituut. Hij was daar een medewerker van de econoom Jan Tinbergen.

Rond deze tijd werd Pronk politiek actief voor de PvdA. Van 1966 tot 1971 was hij voorzitter van de afdeling Krimpen aan de Lek. Bij de Tweede Kamerverkiezingen 1971 werd hij lid van het parlement. Pronk kwam voort uit de vernieuwingsbeweging Nieuw Links en maakte in 1972 deel uit van de commissie-Mansholt, een commissie samengesteld uit leden van PvdA, D'66 en PPR, die het rapport van de Club van Rome voor Nederland 'vertaalde'. In 1973 was Pronk korte tijd lid van het Europees parlement, toen nog samengesteld uit leden van de nationale parlementen. In mei 1973 trad hij als minister voor Ontwikkelingssamenwerking toe tot het kabinet-Den Uyl. Met zijn 33 jaar was Pronk de op één na jongste minister sinds 1815.

In 1978 keerde Pronk terug in de Tweede Kamer. Twee jaar later verliet hij de Nederlandse politiek om adjunct-secretaris-generaal bij de UNCTAD, de conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling, te worden. In 1986 keerde hij terug in de Kamer en in 1989 werd hij opnieuw minister voor Ontwikkelingssamenwerking, nu in het CDA/PvdA-kabinet Lubbers III. Pronk behield de functie in het daaropvolgende kabinet-Kok I. Bij de formatie van Kok II in 1998 werd hij minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Eind 2000 werd Pronk gepasseerd voor de functie van Hoge commissaris voor de vluchtelingen; deze baan ging toen naar Ruud Lubbers. Na de openbaarmaking van het NIOD-rapport over 'Srebrenica' op 10 april 2002 stelde Pronk in het openbaar dat hij als minister van het kabinet-Kok II (het kabinet ten tijde van de val van Srebrenica) diende af te treden. Op 16 april trad het gehele kabinet af.

Begin 2004 kwam Pronk als voorzitter van Vluchtelingen-Organisaties Nederland (VON) in aanvaring met minister Verdonk (Asielbeleid), toen hij haar uitzettingsbeleid van asielzoekers het 'deporteren van mensen' noemde. In juni 2004 werd Pronk tot bijzonder VN-gezant voor Soedan benoemd. Begin 2006 gaf hij te kennen deze post binnenkort te verlaten. Op 22 oktober 2006 werd hem in deze hoedanigheid door de Soedanese autoriteiten te kennen gegeven dat hij, wegens zijn zware kritiek op de Soedanese strijdkrachten en regering, binnen 72 uur het land diende te verlaten.

Op 17 augustus 2007 werd bekend dat Jan Pronk zich kandidaat had gesteld voor de functie van voorzitter van de PvdA middels een brief aan het partijbestuur. Op 4 september 2007 tijdens een debat tussen de kandidaatvoorzitters van de PvdA noemt Pronk premier Balkenende "een leugenaar." Nederland is volgens Pronk "op een schandelijke wijze de Irakoorlog ingerommeld."[1] Een dag later bood hij zijn excuses aan.[2] Op 24 september '07 werd bekend dat Jan Pronk niet tot partijvoorzitter verkozen is. Dit werd Lilianne Ploumen.

Vanaf 1 januari 2008 is hij voorzitter van het Interkerkelijk Vredesberaad. Als IKV-voorzitter wil hij zich vooral gaan richten op jongeren bij wie hij een toegenomen belangstelling voor internationale ontwikkelingen en vredesvraagstukken meent te bespeuren.

'Minister van het Nationale Geweten'

Als politicus stond Pronk bekend als zeer principieel; hij is door premier Kok wel eens als Minister van het Nationale Geweten bestempeld. Anderen noemen hem Minister van Beroep. In 2004 werd hij met 432 stemmen (12 procent van het totaal) tweede in de verkiezing van "De Ergste Nederlander Aller Tijden" – een stemming onder lezers van HP De Tijd.

Door zijn opvattingen heeft Pronk zowel vrienden als vijanden in de politiek gemaakt. Zo werd zijn pleidooi voor het aanbieden van excuses aan Indonesië, wegens de politionele acties van Nederland tegen de jonge republiek niet door iedereen gewaardeerd. Ook zijn kritiek op het dictatoriale bewind van de Indonesische ex-president Soeharto schoot enkele partijen in het verkeerde keelgat en tekent zijn instelling. Een week na de val van Srebrenica gebruikt hij in een interview met NOVA de term genocide, voor de VVD aanleiding voor Kamervragen. Soms leek hij blijk te geven van emotionele betrokkenheid, zoals toen hij Rwanda bezocht en getuige was van de gevolgen van de massaslachting die was aangericht in de machtsstrijd tussen Hutu's en Tutsi's.

Ten tijde van zijn eerste ministerschap reed hij onder invloed van alcohol met zijn auto in een greppel. Op 7 mei 1984 zwoer Pronk het gebruik van alcoholhoudende dranken af en werd geheelonthouder. Een dag later stortte hij zich op een nieuwe hobby: hardlopen.[3]

Externe link

Voorganger:
Kees Boertien
Minister zonder Portefuille (ontwikkelingssamenwerking)
1973-1977
Opvolger:
Jan de Koning
Voorganger:
Piet Bukman
Minister zonder Portefuille (ontwikkelingssamenwerking)
1989-1998
Opvolger:
Eveline Herfkens
Voorganger:
Margreeth de Boer
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
1998-2002
Opvolger:
Henk Kamp