Indische Nederlanders: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Eiland (overleg | bijdragen)
Versie 18369865 van Indisch4ever (overleg) ongedaan gemaakt. Zie Overleg:Indische Nederlanders#rechtsen
Indisch4ever (overleg | bijdragen)
Versie 18372954 van Eiland (overleg) ongedaan gemaakt.
Regel 92: Regel 92:
* [[Ernst Jansz]], musicus
* [[Ernst Jansz]], musicus
* [[Jack Jersey]], componist/zanger
* [[Jack Jersey]], componist/zanger
* [[Virginia_Kapić]], mede-oprichtster [[Nationale Alliantie]]<ref name=groene />
* [[Yvonne Keuls]], schrijfster
* [[Yvonne Keuls]], schrijfster
* [[Jelle Klaasen]], darter
* [[Jelle Klaasen]], darter
Regel 108: Regel 107:
* [[Charlene Meulenberg]], Idols-deelneemster, zangeres
* [[Charlene Meulenberg]], Idols-deelneemster, zangeres
* [[Michael Mols]], voetballer
* [[Michael Mols]], voetballer
* [[John Morren]], actief lid [[Nederlands Blok]], voormalig 'gouwleider' van de [[Viking Jeugd]], voormalig gemeenteraadslid voor de [[Centrum Democraten]] in Utrecht<ref name=groene /><ref name=kafka2>[http://kafka.antifa.net/nlblokgrverk2m11.htm Nederlands Blok verkiesbaar in [[Utrecht (stad)|Utrecht]], Oktober 2000]</ref>
* [[Nada van Nie]], presentatrice, actrice
* [[Nada van Nie]], presentatrice, actrice
* [[Jason Oost]], voetballer
* [[Jason Oost]], voetballer
Regel 122: Regel 120:
* [[Skate the Great]], presentator/rapper
* [[Skate the Great]], presentator/rapper
* [[Floortje Smit]], idol-deelneemster, zangeres
* [[Floortje Smit]], idol-deelneemster, zangeres
* [[Ruud Sablerolle]], [[PVV]]-coördinator in Den Haag<ref name=groene />.
* [[Winnie Sorgdrager]], oud-minister voor [[D'66]]
* [[Winnie Sorgdrager]], oud-minister voor [[D'66]]
* [[Suri van Sornsen]] , fotomodel en actrice
* [[Suri van Sornsen]] , fotomodel en actrice

Versie van 25 sep 2009 11:54

Indische Nederlanders zijn Nederlanders van Indische afkomst. De term Indo, een afkorting van Indo-Europeaan, wordt steeds vaker als bijnaam gebruikt. Ten tijde van het Nederlandse koloniale bewind in het huidige Indonesië werd de term Indo of Indo-Europeanen gebruikt om de nakomelingen uit relaties tussen blanke mannen en inlandse vrouwen aan te duiden. Omstreeks 1940 leefden naar schatting 170 tot 200.000 Indo-Europeanen in Nederlands-Indië. De huidige Indische Nederlanders zijn hier grotendeels nakomelingen van. Velen ook op Nederland-georiënteerde Indo-Europeanen zijn niet meegeteld in deze schatting, omdat ze niet bestonden voor de burgerlijke stand. En een nog grotere groep is het aantal Indonesiërs met een Europese voorvader die in 1940 al was opgegaan in de Indonesische bevolking. Indonesische wetenschappers schatten dat 1 miljoen mensen in hun land ook Europese voorouders hebben.

Naam

De benaming Indo-Europeaan dient niet verward te worden met die van de sprekers van het Proto-Indo-Europees en de voorouders van volken met een Indo-Europese taal, de Indo-Europeanen.

Afkomst

Een huwelijk tussen Europeanen en Indo-Europeanen of tussen Indo-Europeanen en inlanders was niet wettelijk verboden maar werd wel ontmoedigd door allerlei bepalingen. Zo hadden sommige werkgevers voor de Nederlandse man tot 1920 een trouwverbod gedurende de eerste zes jaren van zijn arbeidscontract (hij mocht ook niet met een Nederlandse vrouw trouwen) en waren er financiële drempels en administratieve verplichtingen (zoals het aanvragen van toestemming om te mogen trouwen). In de praktijk leefde meer dan de helft van de Europese mannen ongehuwd samen met hun nyai.

Juridische indeling van de bevolking

Maatschappelijk gezien vormden de nakomelingen uit deze relaties een tussenlaag tussen de autochtone bevolking (de Inlanders) en de sociale top van Europeanen. In juridische zin kende de Nederlandse wetgeving echter slechts twee categorieën bevolkingsgroepen: inlands en Europees. Mensen van gemengde afkomst werden in één van beide categorieën ingedeeld. Bepalend hierbij was de wettelijke erkenning door de Europese ouder: kreeg men die, dan werd men juridisch ingedeeld bij de Europeanen, kreeg men die erkenning niet, dan bleef men inlands. In de praktijk betekende het laatste vaak dat het kind met zijn moeder ‘in de kampong verdween’, een uitdrukking die zelfs in officiële stukken werd gebruikt. Erkenning of wettiging van een kind, door een Europeaan buiten huwelijk verwekt bij een niet-Europese vrouw, kwam voor een kind dus neer op een overgang van de ene naar de andere bevolkingsklasse.

Rond 1920 werd nog een derde juridische categorie in het leven geroepen: ‘Vreemde Oosterlingen’. Hierin werden immigranten uit andere Aziatische landen ingedeeld, met name Chinezen, Arabieren en Indiërs (uit Brits-Indië). Voor hen golden andere wetten en voorschriften dan voor de Inlanders en de Europeanen. Japanners namen een uitzonderlijke positie in, zij werden beschouwd als Europeanen omdat het Japanse rechtstelsel toentertijd gebaseerd was op Europees recht.

De term Nederlands onderdaan was ruimer dan de term Nederlander: inlanders waren wel Nederlands onderdaan, maar geen Nederlander.[1]

Na de onafhankelijkheid konden achterblijvende Nederlanders tot december 1951 kiezen om Nederlander te blijven of om Indonesiër te worden. Inlanders werden automatisch Indonesiër. Voormalige Nederlanders die Indonesiër waren geworden konden later in bepaalde perioden alsnog Nederlander worden en zich in Nederland vestigen (spijtoptanten).

Beroepen

De juridische status van Europeaan sloot discriminatie niet uit. Zo moest men bijvoorbeeld voor het bekleden van hogere functies in Nederland geboren zijn of daar een opleiding hebben genoten. Veel Indo-Europeanen werden ambtenaar en waren meer Europees-geörienteerd. Anderen hadden echter ondergeschikte, slecht betaalde baantjes en leefden ‘aan de rand van de kampong’.... dwz iets minder Europees-geörienteerd.

Tweetalig

De Indo-Europeanen waren min of meer tweetalig. Ze spraken zowel Nederlands als Maleis, de toenmalige handelstaal en voorloper van het huidige Indonesisch. De tienduizenden kinderen van Nederlanders en Indo-Europeanen bezochten de zogenaamde Europeesche Lagere Scholen. Zij leerden op school geen Maleis, waardoor veel Indo-Europeanen gebrekkig Maleis spraken en al helemaal geen Indonesisch.

Vertrek naar Nederland

Tussen 1945 en 1965 zijn ongeveer 300.000 Nederlanders, Indo-Europeanen en Indonesiërs naar Nederland vertrokken. Deze migratie werd destijds aangeduid met het woord 'repatriëring'. Een groot deel van deze groep mensen was echter nooit eerder in Nederland geweest.

De migratie verliep in 5 golven.

  • De 1e golf, 1945-1950: i.v.m. de capitulatie van Japan vertrokken ca 100.000 personen, hoofdzakelijk mensen die tijdens de Japanse bezetting in de jappenkampen gevangen hadden gezeten en onmiddellijk of binnen enkele jaren naar Nederland vertrokken.
  • De 2e golf, 1950-1957: i.v.m. de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië vertrokken bestuursambtenaren, politieapparaat, rechterlijke macht en leger naar Nederland. Na de opheffing van het KNIL in juli 1950 vertrokken ook veel ex-KNIL-militairen, waaronder 4000 Molukkers met hun gezinnen en vele Belanda Hitam, KNIL-soldaten van Afrikaanse afkomst. Totaal aantal personen onbekend.
  • De 3e golf, 1957-1958: n.a.v. de Nieuw-Guinea-kwestie, waarbij Nederlanders tot ongewenst vreemdeling werden verklaard, vertrokken ca. 20.000 mensen.
  • De 4e golf, 1962: i.v.m. de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië werden alle nog op Nieuw-Guinea verblijvende Nederlanders (ca. 14.000 personen) geëvacueerd. In de periode van het zgn UNTEA-bestuur kwam een groep van ongeveer 500 Papoea's met hun gezinnen naar Nederland, waarvan de mannen in overheidsdienst waren en als zodanig niet in Nieuw-Guinea konden blijven.
  • De 5e golf, 1957-1964: spijtoptanten waren mensen die na de soevereiniteitsoverdracht hadden gekozen voor het Indonesische staatsburgerschap, maar spijt hadden van hun keuze; tussen 1957 en 1958 was het Nederlandse toelatingsbeleid erg restrictief, maar dit werd wegens de noodsituatie van spijtoptanten in de jaren zestig verruimd; ca. 25.000 mochten alsnog naar Nederland komen en Nederlander worden.[2]

Zie ook repatriëring van Indische Nederlanders.

Het Gebaar

In 2001 heeft de Nederlandse regering het zelfstandig bestuursorgaan Stichting Het Gebaar opgericht om aan, kort gezegd, mensen die Nederlander zijn gebleven of geworden, en tijdens de Japanse bezetting in Indië verbleven of elders door de Japanners werden geïnterneerd of tewerkgesteld, en in 2001 nog leven, een uitkering te betalen van in totaal € 159 miljoen als gebaar in verband met problemen bij het rechtsherstel na afloop van de Japanse bezetting in Nederlands-Indië, en tekortkomingen, kilte, en teveel formalisme en bureaucratie, bij de opvang in Nederland (voor zover van toepassing). Op verzoek van de Indische gemeenschap is geen onderscheid gemaakt tussen wie wel en wie niet in Jappenkampen hebben gezeten ("binnenkampers" en "buitenkampers").

Het bedrag is uiteindelijk vastgesteld op €1.822 per persoon, corresponderend met 87.000 betrokkenen.

Zie ook rechtsherstel KNIL militairen.

Aantal

Het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) berekende in 1990 het aantal Indische Nederlanders in Nederland: 472.600 mensen van Indisch/Indonesische origine,waarvan 187.700 mensen in Indië/Indonesië waren geboren . In beide categorieën vormden zij de grootste minderheidsgroep in Nederland. Er is een demografische berekening uit 2003 dat in 2001 de 1e en 2e generatie Indische Nederlanders in Nederland ongeveer 458.000 mensen telden. Met dit gegeven is in te schatten dat zeker 800.000 mensen in Nederland van Indische afkomst zijn. [3]

Een grootschalig evenement dat jaarlijks vanuit de Indische gemeenschap wordt georganiseerd is de Tong Tong Fair (voorheen de Pasar Malam Besar). Ook heeft de Indische gemeenschap al vanaf 1956 hun eigen periodiek Moesson (van 1956-1958 Onze Brug en vanaf 1958-1978 Tong Tong geheten).

Bekende Indische Nederlanders

Sommige namen zijn eerder van Indische komaf te noemen dan Indisch
De bedoeling is dat de namen in ieder geval zowel Indonesische alswel Europese voorouders hebben.
Van sommige namen is het onzeker of die op de lijst horen.
[bron?]

Externe links

<span title="Voor deze uitspraak is een bronvermelding gewenst. Motivering: :* Met vlag en rimpel. Erfgenamen van Indië. (2004) Teleac, Kosmos-Z&K Uitgevers Utrecht/Antwerpen, NUR 761, ISBN 90-215-4336-2


  1. Wet op het Nederlands onderdaanschap (Wet van 10 februari 1910, Stb. nr. 55)
  2. Tussen Onderdanen, Rijksgenoten en Nederlanders
  3. CBG-file, pagina 58, koninklijkhuis.nl: "Prinses Margriet opent 3 juni 2005 in Den Haag 'De Indische Zomer'"
  4. Citefout: Onjuist label <ref>; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam groene

">[bron?]