IJzeren Kroon

In de Dom van Monza bevind zich al sinds de vroege middeleeuwen een Byzantijns diadeem dat de "IJzeren Kroon" of" Kroon der Longobarden" wordt genoemd.
De kroon bevat, duidelijk zichtbaar aan de binnenzijde, een gesmede ijzeren cirkel. Volgens de overlevering zou dit metaal uit een door Helena, moeder van Keizer Constantijn in Jeruzalem gevonden spijker, die van het kruis van Jezus afkomstig zou zijn, stammen.
De kroon bestond uit acht gewelfde gouden platen waarvan nu nog zes over zijn. De doorsnede is 15 centimeter en de kroon is 5,3 centimeter hoog.
Elk van de platen bevat drie edelstenen op een rij en een centrale cabuchon geslepen edelsteen. De achtergrond is schitterend groen, blauw en wit geëmailleerd.
In de "Historia Longobardorum" van Paolo Dianico wordt vermeld dat de vrome Koningin Theodelinda een rijke schat aan de kerk van San Giovanni in Monza schonk. Waarschijnlijk, na zoveel eeuwen is er geen zekerheid meer over, behoort de kroon tot deze gift.

De IJzeren Kroon is door veel potentaten gedragen en werd gezien als de "Kroon van Italië". In 1026 werd Koenraad II met de diadeem gekroond. Later volgden Frederik Barbarossa, Karel IV van Luxemburg, Frederik II van Habsburg, Karel V, Napoleon I die zich in 1805 tot Koning van Italië liet kronen en als voorlopig laatste Ferdinand I van Oostenrijk in 1838. De kroon is het motief van de Orde van de IJzeren Kroon die in drie landen van 1805 tot 1983 een rol speelde.