IJsland: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ken123 (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 83.136.198.226 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Cessator
Regel 93: Regel 93:
=== Interimkabinet-Sigurðardóttir ===
=== Interimkabinet-Sigurðardóttir ===
Op [[1 februari]] 2009 werd het kabinet-Sigurðardóttir geïnstalleerd. Dit linkse [[minderheidskabinet]] bestaande uit de Alliantie en [[Links-Groen]] zal tot de vervroegde verkiezingen op 25 april 2009 als interimregering de zaken behartigen en vooral de economische problemen te lijf gaan. Interimpremier is [[Jóhanna Sigurðardóttir]] van de Alliantie.<ref>[http://www.parool.nl/parool/nl/225/Buitenland/article/detail/146423/2009/02/02/IJsland-rekent-op-Heilige-J-hanna.dhtml IJsland rekent op Heilige Jóhanna], [[Het Parool]], 2 februari 2009</ref>
Op [[1 februari]] 2009 werd het kabinet-Sigurðardóttir geïnstalleerd. Dit linkse [[minderheidskabinet]] bestaande uit de Alliantie en [[Links-Groen]] zal tot de vervroegde verkiezingen op 25 april 2009 als interimregering de zaken behartigen en vooral de economische problemen te lijf gaan. Interimpremier is [[Jóhanna Sigurðardóttir]] van de Alliantie.<ref>[http://www.parool.nl/parool/nl/225/Buitenland/article/detail/146423/2009/02/02/IJsland-rekent-op-Heilige-J-hanna.dhtml IJsland rekent op Heilige Jóhanna], [[Het Parool]], 2 februari 2009</ref>
Bovendien vroeg dit kabinet het langverwachte lidmaatschap van de EU aan. Dit werd vanuit de gehele Unie toegejuicht, hoewel er echter vanuit Nederland en Groot-Brittannië ook kritische geluiden te horen waren over terugbetaling van het geld dat hun spaarders verloren in het Icesavedebacle. Ook de eigen bevolking is niet onverdeeld: men vreest o.a. verlies van de eigen visrechten waarvan de IJslandse economie nog steeds voor een groot deel afhankelijk is
Bovendien vroeg dit kabinet het langverwachte lidmaatschap van de EU aan. Dit werd vanuit de gehele Unie toegejuicht, hoewel er echter vanuit Nederland en Groot-Brittannië ook kritische geluiden te horen waren over terugbetaling van het geld dat hun spaarders verloren in het Icesavedebacle. Ook de eigen bevolking is niet onverdeeld: men vreest o.a. verlies van de eigen visrechten waarvan de IJslandse economie nog steeds voor een groot deel afhankelijk is.
mooi


=== Bestuurlijke indeling ===
=== Bestuurlijke indeling ===

Versie van 25 jan 2010 11:55

Ísland
[[Bestand:|266px|Kaart]]
Basisgegevens
Officiële landstaal IJslands
Hoofdstad Reykjavik
Regeringsvorm Republiek
Staatshoofd President Ólafur Ragnar Grímsson
Regeringsleider Jóhanna Sigurðardóttir
Religie Luthers 85%
Oppervlakte 103.000 km²[1] (2,7% water)
Inwoners 281.154 (2000)[2]
350.734 (2020)[3] (3,4/km² (2020))
Overige
Volkslied Lofsöngur
Munteenheid IJslandse kroon (ISK)
UTC +0
Nationale feestdag 17 juni
Web | Code | Tel. .is | ISL | 354
Voorgaande staten
Denemarken Denemarken 1944 (Onafhankelijk van Denemarken)
Detailkaart
[[Bestand:|266px|Kaart van IJsland]]
Portaal  Portaalpictogram  Landen & Volken
Geiser
IJsland vanuit de ruimte
Het gletsjermeer Breiðárlón, Zuid-IJsland
Het kale IJslandse landschap
IJslands landschap

IJsland (Ísland in het IJslands) is een eiland en land, dat tussen Groenland en Europa in ligt. Het is omringd door de Atlantische Oceaan, de Straat Denemarken (tussen IJsland en Groenland) en de Noordelijke IJszee. Het noordoosten van het land ligt net onder de poolcirkel. Deze loopt precies over het kleine eiland Grímsey, dat tot IJsland behoort. De hoofdstad Reykjavik ligt aan de zuidwestkust en is 's werelds meest noordelijke hoofdstad (64°08' noorderbreedte). IJsland is het meest westelijk gelegen land van Europa.

Geschiedenis

Zie Geschiedenis van IJsland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De aanwezigheid van een eiland ten noordwesten van de Britse Eilanden was reeds bekend of vermoed door de Grieken en Romeinen. Het "Ultima Thule", waar de Romeinen in een geschrift over verhalen, gaat waarschijnlijk over IJsland, maar zekerheid daarover ontbreekt vooralsnog. Uit archeologische vondsten blijkt dat de Romeinen vermoedelijk wel voet aan wal hebben gezet, maar de eersten die langere tijd op IJsland verbleven waren waarschijnlijk Ierse monniken. Met de komst van de Vikingen verdwenen ze.

De meesten van de eerste bewoners waren van Noorse afkomst. Ze verlieten hun thuisland om aan het regime van jarl Harald Schoonhaar (of Fijnhaar) te ontkomen. In die tijd werd er verhaald van een eiland dat nog niet bewoond was, en Flóki Vilgerðarson (ook wel Hrafna Flóki of raven-Flóki genoemd, omdat hij drie raven bij zich had die hem hielpen het onbekende eiland te vinden) besloot zijn geluk in dat nieuwe land te beproeven. Hij vestigde zich aan een grote baai in het westen (bij Flókatóftir aan het huidige Breiðafjörður). Tijdens de eerste strenge winter verhongerde al zijn vee, en berooid vertrok hij weer, maar niet alvorens het land zijn naam gegeven te hebben: IJsland. Later kwamen via omzwervingen langs Ierland, Schotland, de Hebriden en de Faeröer (waar ze ondertussen slaven bemachtigden) landgenoten van hem op IJsland aan. De eerste Viking die zich permanent op IJsland vestigde was Ingólfur Arnarson. In 874 landde hij aan de zuidkust en omstreeks 877 vestigde hij zich aan een baai in het zuidwesten. Die plaats noemde hij Reykjavik (zie aldaar). De volgende 60 jaar werd het land volledig gekoloniseerd.

Geologie

Het eiland is hoofdzakelijk opgebouwd uit vulkanisch materiaal en gesteente, omdat het op de Midden-Atlantische rug ligt, het scheidingsgebied van een aantal tektoniekplaten die langzaam uit elkaar drijven, waardoor het onderliggende magma de kans krijgt naar de oppervlakte te komen en daar de ontstane scheuren op te vullen. Een deel van die Midden-Atlantische rug loopt van noord naar zuid door het midden van het land en verheft zich daarbij zó ver, dat het als het ware heel IJsland boven het zeeoppervlak uittilt. Als gevolg van de plaattektoniek drijven sommige delen van IJsland daarbij met een gemiddelde snelheid van zo'n 1 á 2 cm per jaar gestaag uiteen. Þingvellir, zo'n 50 kilometer ten oosten van Reykjavik, is de enige plaats ter wereld waar men de scheiding van de Amerikaanse en de Europese continentale plaat kan zien. Een bijkomstigheid is dat IJsland ook nog eens op een hotspot ligt. Dat zijn plaatsen in de aardkorst waar het onderliggende magma tot zeer dicht onder het aardoppervlak kan komen. Beide fenomenen zorgen ervoor dat IJsland vulkanisch zeer actief genoemd mag worden. Geologisch gezien is IJsland zeer jong. De oudste delen van het eiland zijn 17 tot 20 miljoen jaar oud. Dit gebied ligt in het noordwesten en wordt in het IJslands de Vestfirðir (Westfjorden) genoemd. Het eiland groeit als gevolg van vulkanisme nog steeds aan. Het jongste deel is het eilandje Surtsey dat bij de Vestmannaeyjar ontstond tijdens een vulkaanuitbarsting die in 1963 begon (en slechts 3,5 jaar later eindigde).

Het land kent een aantal actieve vulkanen, waaronder de Katla onder de Mýrdalsjökull, het Laki-gebied, de Hekla, en het nieuwe eiland Surtsey. Andere, of slapende vulkanen zijn de schildvulkaan Skjaldbreiður, de twee Snæfell-vulkanen, Kerið, Eldborg, Hverfjall, Krafla en Askja. Daarnaast komen er pseudokraters voor, met name bij Mývatn en Kirkjubæjarklaustur. Andere fenomenen van vulkanisme op IJsland zijn subglaciale meren (bijvoorbeeld Grímsvötn), solfataren en fumarolen, geisers, hete bronnen (de bron bij Deildartunguhver levert 180 liter kokend water per seconde en is daarmee de grootste heetwaterbron van Europa) en geothermische energiecentrales. Ook zijn alle gesteenten op IJsland, zoals basalt en basaltlava, tefra en tufsteen, vulkanisch glas, palagoniet en rhyoliet, van vulkanische oorsprong.

Geografie

Zie Geografie van IJsland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

IJsland bestaat voor het overgrote deel uit laag- en middelgebergte, al dan niet met gletsjers bedekt, waar vanuit vele rivieren naar zee stromen. Sommige daarvan vervoeren zeer grote hoeveelheden water, maar ze zijn doorgaans voor schepen onbevaarbaar.

De hoogste berg is de Hvannadalshnúkur. Deze ligt met zijn 2110 meter hoogte grotendeels verscholen onder de Öræfajökull.

Bomen komen op IJsland vooral in dwerg- en struikvorm voor, bijvoorbeeld in het natuurreservaat Þórsmörk. Alleen in het oosten van het land komt een gebied voor dat 'bos' mag genoemd worden, het 2000 hectare grote Hallormstaðaskógur. De bomen zijn daar voor het grootste deel aangeplant. Grote boomstammen die men soms langs de kust aantreft is drijfhout dat van ver is gekomen.

Hoewel het land beroemd is om zijn geisers, is de echte Geysir na een aardbeving een stuk minder actief geworden; de nabijgelegen Strokkur spuit zijn waterfontein echter om de 5-8 minuten omhoog. Andere werkende geisers zijn veel minder spectaculair om te zien of zijn ten behoeve van de warmwatervoorziening afgedopt. Het binnenland is vrijwel onbewoond; het dichtstbevolkte gebied ligt aan de zuidwestkust rond Reykjavik.

Langs het noorden van het eiland stroomt de koude Oostgroenlandstroom, langs het zuiden de warme Golfstroom. Gekoppeld aan de wind die vaak van zuid naar noord over het eiland waait, is het klimaat in Reykjavik (zuidwest) kouder dan in Europa, maar nog steeds gematigd. In het noordelijke Akureyri daarentegen zijn de temperatuurschommelingen vanwege de vaak aflandige wind groter.

Vanaf de Vestfirðir in het noordwesten via het noorden tot aan het oosten van het land wordt de kustlijn gekenmerkt door grotere en kleine fjorden en baaien. Een aantal fjorden is in de wintermaanden enkel over het water te bereiken en is zelfs in de zomer enkel toegankelijk met een 4WD-auto. Dat is mede de oorzaak van de ontvolking die sinds de Tweede Wereldoorlog in dit deel van het land gaande is.

In het zuiden wordt de kustlijn gekenmerkt door een bijna volkomen afwezigheid van natuurlijke inhammen en uitgebreide spoelzandvlaktes, een resultaat van de overspoeling van de streek door het smeltwater van de Vatnajökull.

De westkust wordt weer wel gekenmerkt door brede fjorden en baaien, zoals de Faxaflói (Faxabaai) en de Breiðafjörður.

De vuurtoren bij Bjargtangar nabij de vogelkliffen van Látrabjarg is het meest westelijke puntje van Europa.

Grote delen van het binnenland zijn tijdens de zomermaanden uitsluitend toegankelijk voor terreinvoertuigen. In de winter echter zijn vrijwel alle wegen daar zelfs voor de krachtigste voertuigen onbegaanbaar en derhalve dan ook afgesloten voor alle verkeer.

Het landschap is bergachtig, tafelbergen wisselen af met actieve en slapende vulkanen en caldera's, waartussen (meanderende) rivieren zich een weg banen. Omdat IJsland geologisch gezien nog erg jong is en de rivieren zich nog een weg door het harde basalt moeten slijten, komen er vele watervallen voor, waarvan er een aantal spectaculair zijn. De Dettifoss is qua watervolume de grootste waterval van Europa. Valleien werden in het verleden opgevuld door de lava van grote vulkaanuitbarstingen, waardoor er soms hele lavavlakten zijn. Een derde van alle lava die de laatste 500 jaar wereldwijd werd uitgestoten, werd op IJsland uitgestoten.[4]

IJsland heeft vier nationale parken: Jökulsárgljúfur National Park, Skaftafell National Park, Snæfellsnes National Park en Þingvellir.

Flora en fauna

Een belangrijk kenmerk van IJsland is de afwezigheid van bomen. Tijdens de kolonisatie zou het land wel begroeid zijn geweest, maar het is de vraag of er toen wel echte bomen voorkwamen. In meerdere saga's worden reizen naar Noorwegen beschreven die, naast de intentie om handel te drijven, voor een belangrijk deel werden ondernomen om timmerhout te halen. Wel wordt gewag gemaakt van hout sprokkelen om vuur en houtskool te maken. Aan de andere kant echter verwijzen namen als Skógarströnd (boskust) en Skógarnes (boskaap) naar de aanwezigheid van bossen (skógur betekent bos). Ook wordt in het eerste hoofdstuk van het Landnámabók (boek der landnamen) geschreven dat het land tussen bergen en de kust met bos was bedekt. De huidige bomen beperken zich tot dwergberken, dwergwilgen en kreupelgewassen. Er wordt beweerd dat het eilandje Árnes in de Þjórsá-rivier een redelijk beeld zou geven hoe het eiland er zo'n 2000 jaar geleden uit heeft gezien. Hoewel het grootste deel van het land uit rotsen, keien en arctische woestijnlandschappen bestaat, komen mossen, korstmossen en grassen veel voor. In (voornamelijk) het zuiden zijn de laaglanden gecultiveerd. Door de hoge geografische ligging van IJsland ligt de boomgrens al op 200-300 meter boven zeeniveau. Er komen ongeveer 450 hogere planten van nature voor.

De poolvos is het enige oorspronkelijke zoogdier. De immigranten brachten schapen, koeien, varkens, paarden en pluimvee mee. Muizen, ratten, nertsen en konijnen zijn over het algemeen per ongeluk ingevoerd. Rendieren zijn in de 18e eeuw ingevoerd en een aantal is verwilderd en leeft in de oostelijke hoogvlakten. De ijsbeer komt er niet voor, maar o.a. in Húsavík is een opgezet exemplaar te vinden. Deze kwam in 1969 op een ijsschots van Groenland aangedreven. Ook in juni 2007 en juni 2008 kwam er een ijsbeer aan land. Deze dieren werden echter gedood om de inwoners te beschermen.

Reptielen, amfibieën en giftige dieren, zoals schorpioenen, komen op IJsland niet voor. Wel muggen, met name waar begroeiingen bij moerassen en meren voorkomen. Mývatn (letterlijk muggenmeer) staat bekend om de vele muggen die er bij windstil weer (zeldzaam) voorkomen. In de schone en heldere wateren op en rondom IJsland komt zeer veel vis voor, zoals zalm, forel, platvis en kabeljauw.

IJsland is een belangrijk biotoop voor ontelbare vogels en vogelsoorten. Vele soorten eenden en ganzen komen er voor, naast zeevogels, waadvogels en zeldzame roofvogels zoals de sneeuwuil. Op IJsland komen zowel overwinteraars voor als vogels die het als rustplaats, broedplaats of foerageerplaats gebruiken. Ook de papegaaiduiker komt in groten getale (60% van de wereldpopulatie) voor aan de zuidelijke rotskusten.

In door warmwaterbronnen verwarmde kassen worden planten, bloemen, groenten (o.a. tomaten, komkommers en paprika's) en fruit (o.a. druiven en sinaasappels) geteeld. De belangrijkste regio's met kassenteelt zijn in Zuid-IJsland bij Hveragerði en de geothermale gebieden rond Reykholt (Borgarfjörður) in het westen en Flúðir in het zuidwesten.

Bestuur en politiek

Geschiedenis

Een van de gewoonten die de kolonisten uit hun vaderland meenamen, was het houden van þings ('volksvergaderingen'). In de loop der tijd werden enkele þings belangrijker dan andere. Al spoedig kwam de roep om een centrale locatie voor een gemeenschappelijk þing. In het jaar 930 werd dit Alþing - en daarmee het IJslandse parlement - opgericht. De locatie van het Alþing ('alomvattende volksvergadering') werd Þingvellir, een vlakte die nog in gemeenschappelijk bezit was. Vele belangrijke historische gebeurtenissen hebben tijdens het Alþing plaatsgevonden, zoals de officiële overgang tot het christendom in het jaar 1000. In 1845 is het parlement verplaatst naar Reykjavik. In 1928 werd Þingvellir het eerste Nationale Park van IJsland. IJsland heeft van alle landen ter wereld de langste democratische traditie en is een democratische republiek met een gekozen president. Het land is o.a. lid van de NAVO, de EVA, de EER en het is toegetreden tot de Schengen-zone. In 1918 verkreeg IJsland een grotere onafhankelijkheid en veranderde de status van een deel van Denemarken tot een personele unie met de Deense Kroon voor 25 jaar. Toen deze unie in 1944 niet verlengd kon worden vanwege de Tweede Wereldoorlog werd IJsland op 17 juni 1944 volledig onafhankelijk. In juli 2009 zette het IJslandse parlement het licht op groen voor een officieel verzoek tot EU-toetreding[5]. Nog diezelfde maand werd IJsland officieel kandidaat EU-lid.[6]

Val kabinet-Haarde door kredietcrisis

In 2007 kwam er een regering tot stand die bestond uit de grote, centrumrechtse Onafhankelijkheidspartij en de kleine, sociaaldemocratische Alliantie, samen goed voor 43 zetels in het 63 zetels tellende Alþing, het IJslandse parlement. Premier werd Geir Haarde van de Onafhankelijkheidspartij. Op 26 januari 2009 trad de regering voortijdig af naar aanleiding van de slechte toestand van de economie, veroorzaakt door de kredietcrisis. De IJslandse economie steunt voor een groot deel op de bancaire sector en deze was door de economische crisis in grote problemen verzeild geraakt. In oktober 2008 werden de drie grootste IJslandse banken zelfs genationaliseerd. Veel IJslanders raakten hun betrekking en spaartegoed kwijt, en uitten in demonstraties hun onvrede over de regering.[7]

Interimkabinet-Sigurðardóttir

Op 1 februari 2009 werd het kabinet-Sigurðardóttir geïnstalleerd. Dit linkse minderheidskabinet bestaande uit de Alliantie en Links-Groen zal tot de vervroegde verkiezingen op 25 april 2009 als interimregering de zaken behartigen en vooral de economische problemen te lijf gaan. Interimpremier is Jóhanna Sigurðardóttir van de Alliantie.[8] Bovendien vroeg dit kabinet het langverwachte lidmaatschap van de EU aan. Dit werd vanuit de gehele Unie toegejuicht, hoewel er echter vanuit Nederland en Groot-Brittannië ook kritische geluiden te horen waren over terugbetaling van het geld dat hun spaarders verloren in het Icesavedebacle. Ook de eigen bevolking is niet onverdeeld: men vreest o.a. verlies van de eigen visrechten waarvan de IJslandse economie nog steeds voor een groot deel afhankelijk is.

Bestuurlijke indeling

IJsland bestaat uit acht regio's.

Economie

Visserij en de visverwerkende industrie, zo'n 63% van de uitvoer, vormen een belangrijke poot van de IJslandse industrie. Deze uitvoer is echter gevoelig aan de verandering van de visprijzen, vanuit de overheid worden dan ook pogingen gedaan de economie een bredere basis te geven, zo wordt er veel verwacht van geothermische energie. Naast Noorwegen is IJsland het enige land waar aan commerciële walvisvaart wordt gedaan.

Energie

Meer dan de helft van alle energie, zo'n 54%, wordt geothermisch opgewekt (zie bijvoorbeeld Nesjavellir), 17% wordt opgewekt door waterkracht en de overige energie wordt geproduceerd met (geïmporteerde) fossiele brandstoffen. Verder voorzien de geothermische bronnen Reykjavík van warm water en stoom voor verwarming.

Handel

Er wordt vooral vis, aluminium, kunstmest en ijzerverbindingen uitgevoerd. De belangrijkste handelspartners zijn het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Duitsland en Japan. Er wordt vooral aardolie, allerhande machines, drank en tabak ingevoerd.

Financiële sector

In het begin van de 21e eeuw is de IJslandse financiële sector sterk gegroeid. Hierdoor maakte de financiële sector circa 34% van de IJslandse economie uit. Door de snelle expansie en de daarbij horende behoefte aan vreemd vermogen van deze sector was het land dan ook erg kwetsbaar voor de gevolgen van de kredietcrisis in 2008. Door een snelle achteruitgang van de liquiditeit van de drie banken in het land raakte IJsland in een situatie die grensde aan faillissement.[9] De schulden van het land bleken ongeveer vijf tot negen maal het bruto nationaal product te bedragen, een bedrag dat nagenoeg onmogelijk is om zelfstandig op te brengen.[10]

De munt

De munteenheid van IJsland is de IJslandse kroon. Op 10 oktober 2008 stopten de meeste banken met de handel in de IJslandse Kroon omdat deze door de economische crisis in het land sterk in waarde was verminderd en in een inflatiespiraal terechtkwam.[11]

Cultuur

Godsdienst

In IJsland kent men vrijheid van godsdienst. De Evangelisch Lutherse Kerk van IJsland is de staatskerk. In het nationaal register wordt altijd bijgehouden welke religieuze overtuiging men heeft. In 2004 gaf dit het volgende beeld:

Ofschoon de meerderheid van de bevolking christelijk is, gaan de meeste IJslanders niet met regelmaat naar de kerk. De meesten hebben liberaal-christelijke opvattingen.

Bevolking

De IJslanders zijn nakomelingen van de Vikingen, vermengd met Schotse en Ierse immigranten. De meeste buitenlanders zijn Denen. Meer dan de helft van de bevolking leeft in Reykjavík en omgeving.

Geslachtsnamen worden op IJsland bijna niet gebruikt: de IJslanders bedienen zich van patroniemen, zoals 'Karlsdóttir' ('dochter van Karl') of 'Grímsson' ('zoon van Grímur') (zie ook: IJslandse namen). De voornaam is nog altijd belangrijker dan het patroniem: in telefoonboeken en andere alfabetische persoonslijsten wordt men op zijn voornaam gerangschikt.

Taal

Zie IJslands voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De IJslanders spreken IJslands, de taal is te kwalificeren als Oud-Noors. Buiten IJsland wordt de taal niet gesproken, daarmee komt het aantal sprekers van het IJslands rond de 320.000. IJslands is een Noord-Germaanse taal. De IJslandse taal is verwant met Faeröers, Noors, Deens en Zweeds.

Het IJslands kwam in de 9e eeuw met de Noormannen naar IJsland, deze Noormannen spraken Oud-Noors. Op het Europese continent heeft het Noors veel veranderingen ondergaan, onder andere door invloeden van het Plattduits. Zo heeft het moderne Noors ten opzichte van het Oud-Noors minder naamvallen, ook is de grammatica eenvoudiger. Deze veranderingen gingen voorbij aan de Oud-Noors sprekende IJslanders, het Oud-Noors dat in IJsland gesproken wordt is sinds die 9e eeuw weinig veranderd. Daarmee is het moderne IJslands een taal die sterk lijkt op het Oud-Noors. De IJslanders zijn trots op hun taal en willen niet dat de taal vervlakt. Nieuwe woorden die nodig zijn om technologische of andere ontwikkelingen aan te duiden worden meestal gemaakt door bestaande IJslandse woorden te combineren. Er bestaat zelfs een instituut dat hierop toeziet.

De IJslandse taal maakt gebruik van het Romeinse alfabet aangevuld met een aantal lettertekens. Het alfabet bestaat uit 36 tekens. Het IJslands heeft als woordvolgorde: onderwerp - werkwoord - lijdend voorwerp, dit is gelijk aan de volgorde van alle Germaanse talen. In de zin "De hond bijt de man" is de hond degene die bijt en de man degene die gebeten wordt.

Feestdagen (Hátíðir og merkisdagar)

  • 1 januari: nýársdagur (nieuwjaarsdag).
  • 6 januari: þrettándi, de dertiende dag. Laatste dag van de IJslandse Kerstmis (zie ook: Jólasveinar).
  • Eind januari wordt de oude gecombineerde januari/februarimaand Þorri gevierd, het Þorrablót.
  • Bolludagur ("bolletjesdag"). Bolletjesdag was vroeger de maandag voor de vastendagen en wordt nu gevierd door (veel) gebakjes of bolletjes met room (rjómabollur) te eten bij de koffie.
  • Sprengidagur ("explosiedag"). Deze dag was vroeger de laatste dag voor het begin van de vastendagen en er mocht toen zoveel gegeten als mogelijk (en voorradig) was. Nu wordt het met een speciale maaltijd, bestaande uit gezouten vlees en bonen, gevierd.
  • Öskudagur ("asdag"). De eerste dag van de vastendagen die begon op een woensdag. Dit is nu een vrije dag.
  • Sumardagurinn fyrsti; de eerste donderdag na 18 april: eerste dag van de (oude) zomer. IJsland kende vroeger maar twee jaargetijden: zomer en winter.
  • Sjómannadagurinn; de eerste zondag in juni: opgedragen aan de zeevaarders (vissers, reders etc.).
  • Listahátið; begin juni op even jaren: Reykjaviks internationale kunstfestival.
  • 17 juni: þjóðhátið; belangrijk nationaal volksfeest op sjautjándi júní . Ter gelegenheid van het feit dat IJsland op 17 juni 1944 een republiek werd.
  • Verslunarmannahelgi ("handelsweekend"); eerste weekend in augustus.
  • Síldarævintyri ("haringavontuur"); feest op eerste weekend en maandag in augustus in Siglufjörður (Noord-IJsland).
  • Þjóðhátið Vestmannaeyjar; volksfeest op de Westman-eilanden begin augustus.
  • September: tijd waarin de schapen vanuit de bergen en vlakten bijeengedreven worden voor sortering. Vaak een festijn.
  • Fyrsti vetrardagur; eind oktober: eerste dag van de (oude) winter.
  • 1 december: (voornamelijk) studentenfeest ter gelegenheid van de afscheiding van Denemarken in 1918.
  • 24 december: aðfangadagur; kerstavond.
  • 25 en 26 december: Jól; Kerstmis.
  • 31 december: gamlarskvöld; oudejaarsavond.

Transport

Lucht

Middelpunt van het vliegverkeer zijn de twee luchthavens van Reykjavík:

  • Reykjavíkurflugvöllur, vlak bij het centrum van Reykjavik, voor vluchten met binnenlandse bestemmingen en naar Groenland en de Faeröer;
  • Keflavíkurflugvöllur (luchthaven Keflavík), ongeveer 50 km ten zuidwesten van Reykjavik op het schiereiland Reykjanes, voor internationale vluchten.

Verder heeft vrijwel elke grotere plaats in IJsland een klein vliegveld of een airstrip.

Water

IJsland kent vijf regelmatige veerbootlijnen:

Land

IJsland heeft geen spoorwegen. Het plan om in 2020 een railverbinding te openen tussen Reykjavík en de luchthaven Keflavík wordt waarschijnlijk niet uitgevoerd, als gevolg van de kredietcrisis die IJsland in 2008 hevig trof. Openbaar vervoer op IJsland vindt plaats door een net van autobusverbindingen, met over het algemeen lage frequenties. Daarnaast beschikt Reykjavík over een stadsbusnet. Weg nr. 1 loopt, meestal in de buurt van de kust, rond over het hele eiland en is ca. 1350 km lang. Gedeelten zijn halfverhard, de weinige bruggen en tunnels zijn vaak éénbaans.

Statistiek

  • 96% van de inwoners woont in steden
  • Reykjavik heeft 114.000 inwoners (1 oktober 2005); buiten de regio van Reykjavik is Akureyri de enige stad van enige omvang (17.000 inwoners, 1 oktober 2005)
  • Toename aantal inwoners over 2003: 0,96%
  • Geschat aantal inwoners in 2010: 304.711 (1 december 2004)
  • Aantal geboortes per 1000 inwoners: 14,0 (1 december 2004)
  • Aantal overledenen per 1000 inwoners: 6,0 (1 december 2004)
  • Gemiddeld aantal geboortes per vrouw: 1,97 (1 december 2004)
  • Kindersterfte: 2,4 per 1000 geboortes (2003)
  • Kindersterfte in eerste levensweek: 1,69 per 1000 geboortes (2003)
  • Migratiesaldo in 2001: +968
  • Bevolkingsdichtheid in 2004: 2,8 inwoners per km² (1 december 2004)
  • Levensverwachting: mannen 78,7 jaar; vrouwen 82,5 jaar (2001-2003)
  • Economie: Bruto Nationaal Product van 2003: 810.844 miljoen ISK (2004)
  • Economische groei in 2002: -0,5%
  • BNP per inwoner in 2003: 36.519 US-dollars (2004)
  • Belasting: inkomstenbelasting, in procenten: 37,73 (2005)
(Er is een speciale belasting (2%) bij inkomsten boven ISK 350.000 p.p. per maand (2005).)

Zie ook

Externe links

Commons heeft media­bestanden in de categorie Iceland.
Commons heeft media­bestanden in de categorie Námafjall.

Sjabloon:Wikitravel