Huis te Woudenberg (II): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hansmuller (overleg | bijdragen)
Aanvulling uit B. Olde Meierink, G. van Baaren en R.G. Bosch van Drakestein e.a. (redactie) (1995), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht + Fantasietekening van Serrurier, 1731.
Regel 22: Regel 22:
| onderschrift2 =
| onderschrift2 =
}}
}}
[[File:HUA-202082-Gezicht op een omgracht kasteel met een ommuurd voorterrein en twee ronde torens bij de toegangsbrug.jpg|thumb|Louis Philippus Serrurier: '''t huis Woudenbergh'', pen en penseel, 1731. Maar dit is een fantasievoorstelling.<ref>Cor van Donkersgoed: Woudenberg (II), p. 495, in B. Olde Meierink, G. van Baaren en R.G. Bosch van Drakestein en anderen (redactie) (1995), ''Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht'', Matrijs, Utrecht, ISBN 9035450728</ref> [[Het Utrechts Archief]].]]
Het '''Huis te Woudenberg''' (II) is een voormalig kasteel en [[ridderhofstad]] bij [[Woudenberg]] in de Nederlandse provincie [[Utrecht (provincie)|Utrecht]].


Het '''Huis te Woudenberg''' (II) is een voormalig en verdwenen kasteel en [[ridderhofstad]] in de kern van [[Woudenberg]] in de Nederlandse provincie [[Utrecht (provincie)|Utrecht]].
Na de sloop in 1353 van het eerste [[Huis te Woudenberg (I)|Huis te Woudenberg]] werd rond 1410 200m noordelijker een nieuw huis gebouwd door Willem van Colverschoten, op grond in leen van de heer van Abcoude.


Na de sloop in 1353 van het eerste [[Huis te Woudenberg (I)|Huis te Woudenberg]] werd rond 1410 200 m noordelijker een nieuw huis bij de kerk gebouwd door Willem van Colverschoten, op grond in leen van de heer van Abcoude.
Willem van Colverschoten was rechter onder bisschop [[Frederik van Blankenheim]] en belast met de verdediging van de oostelijke grenzen van het Sticht.


Willem van Colverschoten was [[rechter]] onder bisschop [[Frederik van Blankenheim]] en belast met de verdediging van de oostelijke grenzen van [[Sticht Utrecht|het Sticht]].
In 1440 verkocht Willem 'die huysinge ende hofstede tot Woudenberch dat hi daer ghetimmert heeft bi der kerke' aan Willem van Montfoort. In 1460 kwam het kasteel in handen van het [[huis Renesse]], welke het in 1641 weer verkocht aan Godard van Reede, heer van Amerongen.


In 1440 verkocht Willem ''die huysinge ende hofstede tot Woudenberch dat hi daer ghetimmert heeft bi der kerke'' aan Willem van [[Montfoort]]. In 1460 kwam het kasteel in handen van het [[huis Renesse]], dat het in 1641 weer verkocht aan Godard van Reede, heer van [[Kasteel Amerongen|Amerongen]].
Na verschillende eigenaren werd wat er nog over was van het kasteel in 1671 verkocht aan graaf [[Hendrik van Nassau-Ouwerkerk]], een afstammeling van een der bastaardzonen van [[Maurits van Oranje]]. Hoewel het kasteel vóór die tijd nooit als ridderhofstad was erkend, schreven de [[Staten van Utrecht]] het huis ten behoeve van de graaf in 1674 in de ridderschap.


Na verschillende eigenaren werd wat er nog over was van het kasteel in 1671 verkocht aan graaf [[Hendrik van Nassau-Ouwerkerk]], een afstammeling van een der [[buitenechtelijk kind|bastaardzonen]] van [[Maurits van Oranje]]. Er woonde alleen een ''daghuurder'' Oth Wolven met vrouw en onmondige kinderen. Hoewel het kasteel vóór die tijd nooit als ridderhofstad was erkend, schreven de [[Staten van Utrecht]] het huis ten behoeve van de graaf in 1674 in de [[Ridderschap (instituut)|ridderschap]].
In 1711 werd het kasteel beschreven als: 'Een deftigh slot wiens ruïnen noch eenigsins, omtrent de kerk, overende staan'. In 1791 werd de grond, tezamen met de [[Heerlijkheid (bestuursvorm)|heerlijkheid]] Woudenberg, verkocht aan Jan Anthony Taets van Amerongen.<ref>http://www.kasteleninutrecht.eu/WoudenbergII.htm</ref>

In 1711 werd het kasteel beschreven als: ''Een deftigh slot wiens ruïnen noch eenigsins, omtrent de kerk, overende staan''. In 1791 werd de grond, tezamen met de [[Heerlijkheid (bestuursvorm)|heerlijkheid]] Woudenberg, verkocht aan Jan Anthony Taets van Amerongen.<ref>http://www.kasteleninutrecht.eu/WoudenbergII.htm</ref>

Op de kaart van de ambachtsheerlijkheid van 1717 door Justus van Broeckhuijsen waren de grachten nog te zien, maar op de [[Nederlands kadaster|Kadaster]]kaart van 1832 was alles verdwenen. Het ging om een perceel van 70 x 70 m. Het Huis te Woudenberg (II) heeft ten westen van de Nederlands-Hervormde kerk in het gebied van de Burgwal gestaan, ten noorden van de Middenstraat.<ref>[https://www.stadindex.nl/plattegrond/woudenberg Plattegrond Woudenberg www.stadindex.nl]. Geraadpleegd op 17 juni 2021.</ref>

Er bestaat een fantasietekening van [[Louis Philippus Serrurier]] uit 1731.

==Literatuur==
* Cor van Donkersgoed: Woudenberg (II), p. 495, in B. Olde Meierink, G. van Baaren en R.G. Bosch van Drakestein en anderen (redactie) (1995), ''Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht'', Matrijs, Utrecht, ISBN 9035450728


{{Appendix|1=bronnoot|2=
{{Appendix|1=bronnoot|2=

Versie van 17 jun 2021 13:31

Huis te Woudenberg
Locatie Woudenberg
Algemeen
Kasteeltype versterkt huis
Gebouwd in 1410
Gebouwd door Willem van Colverschoten
Monumentale status niet vastgesteld
Bijzonderheden ridderhofstad
Louis Philippus Serrurier: 't huis Woudenbergh, pen en penseel, 1731. Maar dit is een fantasievoorstelling.[1] Het Utrechts Archief.

Het Huis te Woudenberg (II) is een voormalig en verdwenen kasteel en ridderhofstad in de kern van Woudenberg in de Nederlandse provincie Utrecht.

Na de sloop in 1353 van het eerste Huis te Woudenberg werd rond 1410 200 m noordelijker een nieuw huis bij de kerk gebouwd door Willem van Colverschoten, op grond in leen van de heer van Abcoude.

Willem van Colverschoten was rechter onder bisschop Frederik van Blankenheim en belast met de verdediging van de oostelijke grenzen van het Sticht.

In 1440 verkocht Willem die huysinge ende hofstede tot Woudenberch dat hi daer ghetimmert heeft bi der kerke aan Willem van Montfoort. In 1460 kwam het kasteel in handen van het huis Renesse, dat het in 1641 weer verkocht aan Godard van Reede, heer van Amerongen.

Na verschillende eigenaren werd wat er nog over was van het kasteel in 1671 verkocht aan graaf Hendrik van Nassau-Ouwerkerk, een afstammeling van een der bastaardzonen van Maurits van Oranje. Er woonde alleen een daghuurder Oth Wolven met vrouw en onmondige kinderen. Hoewel het kasteel vóór die tijd nooit als ridderhofstad was erkend, schreven de Staten van Utrecht het huis ten behoeve van de graaf in 1674 in de ridderschap.

In 1711 werd het kasteel beschreven als: Een deftigh slot wiens ruïnen noch eenigsins, omtrent de kerk, overende staan. In 1791 werd de grond, tezamen met de heerlijkheid Woudenberg, verkocht aan Jan Anthony Taets van Amerongen.[2]

Op de kaart van de ambachtsheerlijkheid van 1717 door Justus van Broeckhuijsen waren de grachten nog te zien, maar op de Kadasterkaart van 1832 was alles verdwenen. Het ging om een perceel van 70 x 70 m. Het Huis te Woudenberg (II) heeft ten westen van de Nederlands-Hervormde kerk in het gebied van de Burgwal gestaan, ten noorden van de Middenstraat.[3]

Er bestaat een fantasietekening van Louis Philippus Serrurier uit 1731.

Literatuur

  • Cor van Donkersgoed: Woudenberg (II), p. 495, in B. Olde Meierink, G. van Baaren en R.G. Bosch van Drakestein en anderen (redactie) (1995), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Matrijs, Utrecht, ISBN 9035450728