Harem

Een scène uit een harem.

Een harem (Arabisch ḥarīm, حريم, afzonderen of verbieden) is een afgesloten en bewaakte woonruimte in een serail of huis, waarin de vrouwen -echtgenote(s), in de Islam maximaal vier, en eventuele concubine(s)- van één echtgenoot samenleven, veelal met kinderen en eventueel personeel.

Meestal heeft men het over de harem een Oosterse ambtsdrager of hoofd van een familie. Harems waren en zijn nog wijd verbreid in sommige delen van de islamitische wereld. Zelfs waar dat anachronistisch is wordt de term ook toegepast op ander polygame culturen, vooral vorstelijke hoven, zoals in de Oudheid of keizerlijk China.

De privacy van de vrouwen wordt zeer gerespecteerd. Ongeoorloofd binnentreden van deze vrouwenverblijven was haram, dat wil zeggen ten strengste verboden.

De vrouwen stonden over het algemeen onder toezicht van de ‘eerste vrouw’, die gold als een vorstin; of onder toezicht van (een) eunuch(en).

Bekend zijn de harems geworden vanwege de intriges die zich daar afspeelden, maar ze konden ook een broedplaats zijn voor kunst en cultuur. In tegenstelling tot wat men vaak denkt is een harem niet alleen het verblijf van de vrouwen waar het familiehoofd seksuele relaties had (vrouwen en concubines) maar ook hun kinderen en huishoudelijk personeel (vrouwen en eunuchs) konden deel uitmaken van deze hofhuishouding, die traditioneel gescheiden was van het mannenverblijf, de selamlik.

Overdrachtelijk

Bij wijze van metonymie worden de vrouwen van één man in een polygamie collectief als diens harem betiteld, eventueel zelfs (eerder schertsend) een enige echtgenote (zoals in landen waar bigamie verboden is, vaak door wetgeving met christelijke voorgeschiedenis).

Ook bij bepaalde diersoorten komen polygame samenlevingsverbanden voor die met 'harem' worden aangeduid, bijvoorbeeld bij de Zuid-Amerikaanse zeebeer.