Groepswerk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jerry Bochem (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Jerry Bochem (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 46: Regel 46:
==Fasering & Evolutie==
==Fasering & Evolutie==


* Voorfase : ontstaan van een groep
* Voorfase : ontstaan van een groep
** de groep bestaat nog niet voor de deelnemers, maar de begeleiders hebben al wel een beeld van de toekomstige groep en werken aan de voorwaarden om de groep te kunnen realiseren


* Eerste fase : beginnende groep
* Eerste fase : beginnende groep
** in deze fase ligt het accent op het ervaren van veiligheid (wordt mijn zelfbeeld geaccepteerd?)


* Tweede fase : het groepsfunctioneren
* Tweede fase : het groepsfunctioneren
** in deze fase ligt het accent op het experimenteren met ander gedrag (via feedback krijgen deelnemers informatie over de effecten van ander gedrag)


* Derde fase : autonome groep
* Derde fase : autonome groep
** in deze fase kunnen nieuwe inzichten worden gekoppeld aan nieuwe 'toepassingsmogelijkheden' (poging tot het generaliseren van de inzichten)


==Externe links==
==Externe links==

Versie van 4 jun 2008 10:23

Groepswerk is een methode van hulpverlening of een werkvorm binnen het sociaal-cultureel werk die de ruimere groep (in plaats van het individu) tot invalshoek neemt voor diagnose en interventie.

Methodiek

Groepswerk kan gebruikt worden als verlengde van de individuele begeleiding of als methode om problemen aan te pakken die eigen zijn aan de groep waartoe het individu behoort. In beide gevallen zal groepswerk de cliënt helpen greep te krijgen, hetzij op de individuele situatie, hetzij op de samenleving door een verhoogde participatie & integratie.

Groepsproces

Groepswerk heeft een aantal voordelen (onderlinge steun, herkenbaarheid, oefenpartners, feedback, leermogelijkheden) en werkt in een proces dat elke groep min of meer doorloopt.

Een groep ontwikkelt samenhang, constructieve normen en heeft een leider. Groepen evolueren net als individuen, in een aantal fasen, in een fasenmodel gevat door bepaalde groepspsychologen. Het fasenmodel van Schutz spreekt van:

  • een inclusiefase (hoor ik erbij of niet ?)
  • een controlefase (wie controleert wat we gaan doen ?)
  • een affectiefase (hoe dichtbij en hoe veraf kan ik zijn tegenover de andere groepsleden)

De fasen worden in deze volgorde doorlopen. Schutz onderscheidt drie spanningsvelden in een groep :

  • tussen acceptatie & autonomie
  • tussen invloed en no-response
  • tussen affectie en emotionele onafhankelijkheid

Essentieel is dat een groep elke fase van het proces zelf doormaakt en de groepsbegeleider de problemen van het moment in een breder perspectief kan plaatsen en correct weet te waarderen.

Groepscommunicatie

De communicatie binnen een groep speelt zich af op verschillende niveaus waaronder :

Inhoudsniveau

De groep werkt op dit niveau aan de doelstellingen en de taak. Er wordt resultaatgericht gewerkt aan zichtbare problemen.

Procedureniveau

De werkwijze om de doelstelling te concretiseren staat hier centraal, zoals de procedure tot besluitvorming en het opstellen van een agenda of programma.

Interactieniveau

De onderlinge betrekkingen zijn op dit niveau het belangrijkste, hoe de verhouding tussen macht & volgzaamheid en tussen afstand en nabijheid evolueert.

Bestaansniveau

Het individueel proces van elk groepslid wordt op dit niveau belangrijk. Dit is het existentieel niveau waar mensen zoeken naar de erkenning van hun eigen identiteit binnen de groep.

Contextniveau

Wanneer een groep ver gevorderd is, kan ze de mogelijkheid bieden aan de groepsleden om kernconflicten van hun bestaan opnieuw te beleven en te verwerken, en zo de mogelijkheid bieden om een nieuw levensontwerp te proberen.

Fasering & Evolutie

  • Voorfase : ontstaan van een groep
    • de groep bestaat nog niet voor de deelnemers, maar de begeleiders hebben al wel een beeld van de toekomstige groep en werken aan de voorwaarden om de groep te kunnen realiseren
  • Eerste fase : beginnende groep
    • in deze fase ligt het accent op het ervaren van veiligheid (wordt mijn zelfbeeld geaccepteerd?)
  • Tweede fase : het groepsfunctioneren
    • in deze fase ligt het accent op het experimenteren met ander gedrag (via feedback krijgen deelnemers informatie over de effecten van ander gedrag)
  • Derde fase : autonome groep
    • in deze fase kunnen nieuwe inzichten worden gekoppeld aan nieuwe 'toepassingsmogelijkheden' (poging tot het generaliseren van de inzichten)

Externe links