Graafschap Loon: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(39 tussenliggende versies door 26 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Zie artikel|Zie [[graafschap Lohn]] voor het historische graafschap in de huidige [[Achterhoek]].}}
{{Zie artikel|Zie [[graafschap Lohn]] voor het historische graafschap in de huidige [[Achterhoek]].}}
{{Infobox historisch land
{{Infobox historisch land
| Naam in Landstaal=Graafschap Loon
| Naam in Landstaal = Graafschap Loon
| Status = Personele unie met Luik (1366–1794)
| Voor1=Haspengouw (gouw)
| Voor1 = Haspengouw (gouw)
| Vlag_Voor1=
| Vlag_Voor1 =
| Na1=Eerste Franse Republiek
| Na1 = Nedermaas
| Vlag_Na1=Flag of France.svg
| Vlag_Na1 = Flag of France.svg
| Jaar van ontstaan=±1000
| Jaar van afloop=1794
| Jaar van ontstaan = ±1000
| Jaar van afloop = 1794
| Vlag=
| Vlag =
| Vlagartikel=
| Vlagartikel =
| Wapen=[[Bestand:Loon wapen.svg|100px]]
| Wapen = [[Bestand:Loon wapen.svg|100px]]
| Wapenartikel=
| Wapenartikel =
| Kaart=Locator County of Loon (1350).svg
| Kaart = Locator County of Loon (1350).svg
| Kaartjaar=
| Kaartjaar =
| Regeringsvorm=[[Graaf (titel)|Graafschap]]
| Regeringsvorm = [[Graaf (titel)|Graafschap]]
| Hoofdstad=[[Borgloon]], [[Hasselt (België)|Hasselt]]
| Hoofdstad = [[Borgloon]], [[Hasselt (België)|Hasselt]]
| Staatshoofd=[[Graaf (titel)|Graaf]]
| Staatshoofd = [[Graaf (titel)|Graaf]]
| Dynastie=[[Lijst van graven van Loon|Huis Loon]]
| Dynastie = [[Lijst van graven van Loon|Huis Loon]]
| Ontstaan=Ontstaan
| Datum Ontstaan=±[[1000]]
| Ontstaan = Ontstaan
| Datum Ontstaan = ±[[1000]]
| Opheffing=Opheffing
| Datum Opheffing=[[1794]]
| Opheffing = Opheffing
| Datum Opheffing = [[1794]]
| Oppervlakte=
| Oppervlakte =
| Talen=[[Middelnederlands]], [[Waals]]
| Talen = [[Middelnederlands]], [[Waals]]
| Religie=[[Rooms-katholieke Kerk|Rooms-katholiek]]
| Religie = [[Rooms-Katholieke Kerk|Rooms-katholiek]]
| Noten=
| Noten =
}}
}}
[[Bestand:Loon on modern borders.png|{{Largethumb}}|Loon (zonder het [[graafschap Horn]]) en de hedendaagse grenzen]]
[[Bestand:Loon on modern borders.png|thumb|Loon (zonder het [[graafschap Horn]]) en de hedendaagse grenzen]]
[[Bestand:Brustem - Burgtoren.jpg|{{Largethumb}}|Het [[mottekasteel]] van [[Brustem]], nabij de historische grens met Duras en Brabant]]
[[Bestand:Brustem - Burgtoren.jpg|thumb|Het [[mottekasteel]] van [[Brustem]], nabij de historische grens met Duras en Brabant]]


Het '''graafschap Loon'''<!--'graafschap' zonder hoofdletter want het is geen noodzakelijk onderdeel van de eigennaam: '(het graafschap) Loon' vgl. '(de stad) Hasselt', '(de provincie) Limburg', '(het land) België', '(de staat)' New York--> ([[Frans (hoofdbetekenis)|Frans]]: ''comté de Looz'') was een historisch [[vorstendom]] in het [[Heilige Roomse Rijk]]. Omstreeks 1020 omvatte het slechts de streek van [[Borgloon]], maar tegen 1200 strekte het zich uit over een groot deel van het huidige [[Limburg (Belgische provincie)|Belgisch-Limburg]]. Vanaf 1366 was het in [[personele unie]] met het [[prinsbisdom Luik]], maar het bleef een eigen politieke entiteit tot de [[Franse tijd in België|Franse tijd]].
Het '''graafschap Loon'''<!--'graafschap' zonder hoofdletter want het is geen noodzakelijk onderdeel van de eigennaam: '(het graafschap) Loon' vgl. '(de stad) Hasselt', '(de provincie) Limburg', '(het land) België', '(de staat)' New York--> ([[Frans (hoofdbetekenis)|Frans]]: ''comté de Looz'') was een historisch [[Graaf (titel)|graafschap]] in het [[Heilige Roomse Rijk]]. Omstreeks 1020 omvatte het slechts de streek van [[Borgloon]], maar tegen 1200 strekte het zich uit over een groot deel van het huidige [[Limburg (Belgische provincie)|Belgisch-Limburg]]. Vanaf 1366 was het in [[personele unie]] met het [[prinsbisdom Luik]], maar het bleef een eigen politieke entiteit tot de [[Franse tijd in België|Franse tijd]].


==Algemeen==
==Algemeen==
Het graafschap Loon kwam overeen met Belgisch-Limburg, met uitzondering van het [[Maasland (Limburg-Luik)|Maasland]] en [[Lommel]]. De graaf van Loon leende sommige [[hofstelsel|domeinen]] rechtstreeks van de [[koning van Duitsland]], andere van de [[lijst van bisschoppen en prins-bisschoppen van Luik|prins-bisschop van Luik]] en de overige van de [[hertogdom Brabant|hertog van Brabant]] (zie 'Structuur'). Loon verzette zich tegen het [[Bourgondische hertogen|Huis Bourgondië]] (zie [[Luiks-Bourgondische Oorlogen]]) en kwam dus nooit in de [[Bourgondische Kreits]]. Pas onder [[Eerste Franse Republiek|revolutionair Frankrijk]] (1794) werd Loon op politiek vlak verenigd met de Nederlanden.
Het graafschap Loon kwam overeen met Belgisch-Limburg, met uitzondering van een deel van het [[Maasland (Limburg-Luik)|Maasland]] en [[Lommel]]. De graaf van Loon leende sommige [[hofstelsel|domeinen]] rechtstreeks van de [[koning van Duitsland]], andere van de [[lijst van bisschoppen en prins-bisschoppen van Luik|prins-bisschop van Luik]] en de overige van de [[hertogdom Brabant|hertog van Brabant]] (zie 'Structuur'). Loon verzette zich tegen het [[Bourgondische hertogen|Huis Bourgondië]] (zie [[Luiks-Bourgondische Oorlogen]]) en kwam dus nooit in de [[Bourgondische Kreits]]. Pas onder [[Eerste Franse Republiek|revolutionair Frankrijk]] (1794) werd Loon op politiek vlak verenigd met de Nederlanden.


Territoriaal was Loon sterk versnipperd. Plaatsen zoals [[Sint-Truiden|St.-Truiden]], [[Tongeren (stad)|Tongeren]], [[Munsterbilzen]] en [[Diepenbeek]] waren van oudsher in het bezit van de Kerk; de graaf beschikte hier slechts over [[voogd (feodalisme)|voogdij]]. Enkele dorpen waren [[condominium (staatsvorm)|tweeherig]]: Loon moest er de [[soevereiniteit]] delen met [[hertogdom Brabant|Brabant]] ([[Lummen]], [[Schulen]], [[Linkhout]] en [[Koersel]]) of met [[abdijvorstendom Thorn|Thorn]] ([[Neeroeteren]] en [[Heppeneert]]). Verscheidene domeinen vormden onderlenen, waaronder de [[heerlijkheid (bestuursvorm)|heerlijkheden]] van [[graafschap Horn|Horn]], [[heerlijkheid Pietersheim|Pietersheim]] en [[Bocholt (België)|Bocholt]].
Territoriaal was Loon sterk versnipperd. Plaatsen zoals [[Sint-Truiden|St.-Truiden]], [[Tongeren (stad)|Tongeren]], [[Munsterbilzen]] en [[Diepenbeek]] waren van oudsher in het bezit van de Kerk; de graaf beschikte hier slechts over [[voogd (feodalisme)|voogdij]]. Enkele dorpen waren [[condominium (staatsvorm)|tweeherig]]: Loon moest er de [[soevereiniteit]] delen met [[hertogdom Brabant|Brabant]] ([[Lummen]], [[Schulen]], [[Linkhout]] en [[Koersel]]) of met [[abdijvorstendom Thorn|Thorn]] ([[Neeroeteren]] en [[Heppeneert]]). Verscheidene domeinen vormden onderlenen, waaronder de [[heerlijkheid (bestuursvorm)|heerlijkheden]] van [[graafschap Horn|Horn]], [[heerlijkheid Pietersheim|Pietersheim]] en [[Bocholt (België)|Bocholt]].
Regel 39: Regel 40:
==Geschiedenis==
==Geschiedenis==
:''Zie ook [[Lijst van graven van Loon]]''
:''Zie ook [[Lijst van graven van Loon]]''

===Loon en Haspinga (1000-1050)===
===Loon en Haspinga (1000-1050)===
In de 8e eeuw maakten de streken van het latere Loon deel uit van drie [[gouw (Germaans)|gouwen]]: de [[Haspengouw (gouw)|Haspengouw]], de [[Maasgouw (gouw)|Oppermaasgouw]] en [[Toxandrië]]. De personele unie tussen de Haspen- en Maasgouw (±850 – ±960) kan als een voorloper van het graafschap Loon gezien worden. Mogelijk werd deze eenheid aangeduid als ''pago Huste'' (952), maar de locatie van de hoofdplaats ''Huste'' blijft onbekend. Het kan gaan om [[Vliermaal]],<ref>Alfred Hansay (1926). ''L'ancien comté et les anciens comtes de Looz'' – in ''Mélanges Pirenne'' vol 1, p 193-195.</ref> [[Alt-Hoeselt]],<ref>Hubert Van de Weerd (1941). ''Uit het verleden van Hoeselt'' – in ''Limburg'' vol 22, p 125-130.</ref> [[abdij van Hocht|Hocht]]<ref>Jean Baerten (1965). ''Les origines des comtes de Looz et la formation territoriale du comté'' – in ''Revue belge de philologie et d'histoire'' vol 43, p 459-49.</ref> en [[Hoei]].<ref>Gilbert Minten (2002). ''Maas- en Haspengouw in de vroege middeleeuwen tot 1250''. Maaseik: Werkgroep Documentatie.</ref> Na de verbanning van graaf Rudolf I (958) werden de gouwen van elkaar gescheiden en vielen ze uiteen in kleinere graafschappen.
In de 8e eeuw maakten de streken van het latere Loon deel uit van drie [[gouw (Germaans)|gouwen]]: de [[Haspengouw (gouw)|Haspengouw]], de [[Maasgouw (gouw)|Oppermaasgouw]] en [[Toxandrië]]. De personele unie tussen de Haspen- en Maasgouw (±850 – ±960) kan als een voorloper van het graafschap Loon gezien worden. Mogelijk werd deze eenheid aangeduid als ''pago Huste'' (952), maar de locatie van de hoofdplaats ''Huste'' blijft onbekend. Het kan gaan om [[Vliermaal]],<ref>Alfred Hansay (1926). ''L'ancien comté et les anciens comtes de Looz'' – in ''Mélanges Pirenne'' vol 1, p 193-195.</ref> [[Alt-Hoeselt]],<ref>Hubert Van de Weerd (1941). ''Uit het verleden van Hoeselt'' – in ''Limburg'' vol 22, p 125-130.</ref> [[abdij van Hocht|Hocht]]<ref>Jean Baerten (1965). ''Les origines des comtes de Looz et la formation territoriale du comté'' – in ''Revue belge de philologie et d'histoire'' vol 43, p 459-49.</ref> en [[Hoei]].<ref>Gilbert Minten (2002). ''Maas- en Haspengouw in de vroege middeleeuwen tot 1250''. Maaseik: Werkgroep Documentatie.</ref> Na de verbanning van graaf Rudolf I (958) werden de gouwen van elkaar gescheiden en vielen ze uiteen in kleinere graafschappen.


In de Haspengouw ontstond zo het graafschap '(Borg)loon', vermeld in [[oorkonde]]s met jaartal 1015 (vervalste kopie) en 1031 (waarheidsgetrouw gekopieerd).<ref>[http://www.shclimburg.nl/sites/shclimburg.nl/files/maaslandse-monografieen/MM%2009%20def.pdf Jean Baerten (1969). ''Het graafschap Loon (11de - 14de eeuw)]'', Assen: Van Gorcum, p 3.</ref> Een ander restant was het [[graafschap Haspinga]]. De broers [[Giselbert van Loon]] en [[Arnulf van Haspinga]] heersten over deze gebieden, waarschijnlijk in de vorm van [[condominium (staatsvorm)|condominium]].<ref>[https://www.academia.edu/6056722/De_graven_van_Loon Geert Souvereyns & Arnoud-Jan Bijsterveld (2008). ''De graven van Loon, deel I'' – in ''Het oude Land van Loon'' vol 87, p 113.]</ref> In 1040 schonk Arnulf zijn gedeelte als een [[opgedragen leen]] aan [[Nithard van Luik|prins-bisschop Nithard]], misschien op aandringen van de derde broer [[Balderik van Loon|Balderik]]. Loon was een onderleen van Haspinga<ref>Baerten, ibid., p 20-21.</ref> en werd bijgevolg eveneens leenroerig aan Luik.
In de Haspengouw ontstond zo het graafschap '(Borg)loon', vermeld in [[oorkonde]]s met jaartal 1015 (vervalste kopie) en 1031 (waarheidsgetrouw gekopieerd).<ref>Jean Baerten (1969). ''Het graafschap Loon (11de - 14de eeuw)'', Maaslandse Monografieën, Assen: Van Gorcum, [https://web.archive.org/web/20211121185440/https://www.shclimburg.nl/sites/shclimburg.nl/files/maaslandse-monografieen/MM%2009%20def.pdf pdf] op ''shclimburg.nl'', (gearchiveerde link) p 3.</ref> Een ander restant was het [[graafschap Haspinga]]. De broers [[Giselbert van Loon]] en [[Arnulf van Haspinga]] heersten over deze gebieden, waarschijnlijk in de vorm van [[condominium (staatsvorm)|condominium]].<ref>[https://www.academia.edu/6056722/De_graven_van_Loon Geert Souvereyns & Arnoud-Jan Bijsterveld (2008). ''De graven van Loon, deel I'' – in ''Het oude Land van Loon'' vol 87, p 113.] [https://web.archive.org/web/20220514005957/https://www.academia.edu/6056722/De_graven_van_Loon Gearchiveerd] op 14 mei 2022.</ref> In 1040 schonk Arnulf zijn gedeelte als een [[opgedragen leen]] aan [[Nithard van Luik|prins-bisschop Nithard]], misschien op aandringen van de derde broer [[Balderik van Loon|Balderik]]. Loon was een onderleen van Haspinga<ref>Baerten, ibid., p 20-21.</ref> en werd bijgevolg eveneens leenroerig aan Luik.


Giselbert heette 'van Loon', maar het is mogelijk dat niet Giselbert maar wel Arnulf de stamvader van het Huis Loon is.<ref>Karel Verhelst (1985). ''Een nieuwe visie op de pagus Hasbania'' – in ''Handelingen der Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis'' vol 39.</ref> Het is niet geweten wie van beiden het laatste stierf, maar wel dat dit voor 1046 gebeurde. De nakomelingen waren:
Giselbert heette 'van Loon', maar het is mogelijk dat niet Giselbert maar wel zijn broer Arnulf de stamvader van het Huis Loon is.<ref>Karel Verhelst (1985). ''Een nieuwe visie op de pagus Hasbania'' – in ''Handelingen der Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis'' vol 39.</ref> Het is niet geweten wie van beiden het laatste stierf, maar wel dat dit voor 1046 gebeurde. De nakomelingen waren:
* [[Emmo van Loon]], die hem opvolgde als graaf van Loon
* [[Emmo van Loon]], die hem opvolgde als graaf van Loon
* [[Herman van Gronsveld]]
* [[Herman van Gronsveld]]
Regel 54: Regel 56:
[[Lodewijk I van Loon|Lodewijk]] is bekend omwille van zijn strijd tegen [[graafschap Namen|Naamse]] uitbreiding in Haspengouw. Mogelijk lijfde hij ook [[Herk-de-Stad|Woest-Herk]], [[Kolmont]] en [[Grote-Spouwen|Spouwen]] in.<ref>Baerten, ibid., p 51 en 122.</ref> De inlijving van [[Vlijtingen]] mislukte,<ref>Baerten, ibid., p 52.</ref> maar [[Gerard van Loon (graaf)|Gerard]] werd tevreden gesteld met het rijksleen ''ultra Mosam'': het [[graafschap van de Vroenhof|graafschap Vroenhoven]] en [[Redemptiedorpen|acht exclaves]].<ref>Baerten, ibid., p 86-87.</ref> Het graafschap kwam in oorlog met [[graafschap Duras|Duras]] (1160 en 1171), [[graafschap Moha|Moha]] (1171), Luik (1179) en Brabant (1189). Gezien de Luikse dreiging werd de grafelijke residentie verplaatst naar het [[Prinsenhof (Kuringen)|Prinsenhof]] bij [[Hasselt (België)|Hasselt]].
[[Lodewijk I van Loon|Lodewijk]] is bekend omwille van zijn strijd tegen [[graafschap Namen|Naamse]] uitbreiding in Haspengouw. Mogelijk lijfde hij ook [[Herk-de-Stad|Woest-Herk]], [[Kolmont]] en [[Grote-Spouwen|Spouwen]] in.<ref>Baerten, ibid., p 51 en 122.</ref> De inlijving van [[Vlijtingen]] mislukte,<ref>Baerten, ibid., p 52.</ref> maar [[Gerard van Loon (graaf)|Gerard]] werd tevreden gesteld met het rijksleen ''ultra Mosam'': het [[graafschap van de Vroenhof|graafschap Vroenhoven]] en [[Redemptiedorpen|acht exclaves]].<ref>Baerten, ibid., p 86-87.</ref> Het graafschap kwam in oorlog met [[graafschap Duras|Duras]] (1160 en 1171), [[graafschap Moha|Moha]] (1171), Luik (1179) en Brabant (1189). Gezien de Luikse dreiging werd de grafelijke residentie verplaatst naar het [[Prinsenhof (Kuringen)|Prinsenhof]] bij [[Hasselt (België)|Hasselt]].


De laatste graaf van Duras schonk zijn graafschap aan de prins-bisschop (1188), die het in leen gaf aan Loon. De nieuwe prins-bisschop [[Simon van Limburg|Limburg]] maakte de leenband met Luik echter los en droeg Duras over aan Brabant (1193). Loon stond voor een voldongen feit en was vanaf dan een leenman van niet alleen Luik maar ook Brabant. In elk geval kwamen Duras en talrijke verbonden heerlijkheden, in het Truidense maar ook daarbuiten,<ref>Baerten, ibid., p 62.</ref> nu in een [[personele unie]] met Loon.
De laatste graaf van Duras, [[Gilles van Montaigu]], schonk zijn graafschap aan de prins-bisschop (1188), die het in leen gaf aan [[Gerard van Loon (graaf)|Gerard van Loon]] (1190). De nieuwe prins-bisschop [[Simon van Limburg|Limburg]] maakte de leenband met Luik los en droeg Duras over aan Brabant (1193). Loon stond voor een voldongen feit en was vanaf dan een leenman van niet alleen Luik maar ook Brabant. In elk geval kwamen Duras en talrijke verbonden heerlijkheden, in het Truidense maar ook daarbuiten,<ref>Baerten, ibid., p 62.</ref> nu in een [[personele unie]] met Loon.


===Chiny en Horn (1200-1300)===
===Chiny en Horn (1200-1300)===
Tegen 1200 kon Loon zich verheugen op de erfenis van half Moha en geheel [[graafschap Holland|Holland]]. Doordat de laatste graaf van Moha zijn graafschap aan Luik schonk en door de troonstrijd tussen [[Filips van Zwaben]] en [[keizer Otto IV|Otto van Brunswijk]], ging dit na een lange strijd niet door (zie [[Loonse Oorlog]]). Tot overmaat van ramp moest Loon enkele allodia onder bescherming van de prins-bisschop stellen<ref>Baerten, ibid., p 74.</ref> en beëindigde de keizer de belening met ''ultra Mosam'', ten voordele van Brabant.<ref>Baerten, ibid., p 76.</ref> Loon [[beleg van Maastricht (1204)|verwoestte Maastricht]], maar erkende uiteindelijk de overdracht (1206).<ref>Baerten, ibid., p 86.</ref>
Tegen 1200 kon Loon zich verheugen op de erfenis van half Moha en geheel [[graafschap Holland|Holland]]. Doordat de laatste graaf van Moha zijn graafschap aan Luik schonk en door de troonstrijd tussen [[Filips van Zwaben]] en [[keizer Otto IV|Otto van Brunswijk]], ging dit na een lange strijd niet door (zie [[Loonse Oorlog]]). Tot overmaat van ramp moest Loon enkele allodia onder bescherming van de prins-bisschop stellen<ref>Baerten, ibid., p 74.</ref> en beëindigde de keizer de belening met ''ultra Mosam'', ten voordele van Brabant.<ref>Baerten, ibid., p 76.</ref> De graaf van Loon deed een aanval op Maastricht ([[Beleg van Maastricht (1204)]]), maar erkende uiteindelijk de overdracht (1206).<ref>Baerten, ibid., p 86.</ref>


[[Arnold IV van Loon|Arnold IV]] bestuurde het graafschap meer dan 50 jaar. Hij huwde de erfgename van het [[graafschap Chiny]], dat hierdoor een eeuw lang in het Huis Loon zou blijven. Belangrijker waren echter de rechten die hij ten noordoosten van het graafschap verwierf: hij [[usurpator|usurpeerde]] de kerkelijke bezittingen in het oude [[abdij van Aldeneik#De wereldlijke abdij, 730–950|Kessenich-Eik]] (vóór ±1230),<ref>[https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/121929 Inventaris onroerend Erfgoed (2016). ''Plaats Maaseik''], webpagina.</ref> werd erkend als leenheer over [[graafschap Horn|Horn]] (1243) en verkreeg de voormaals [[graafschap Gelre|Gelderse]] [[soevereiniteit]] over [[Dilsen]] en [[Stokkem]] (1253).<ref>Baerten, ibid., p 130.</ref> Om zijn aanwinsten te consolideren, verleende Arnold [[stadsrechten]] aan [[Maaseik]] en Stokkem (1244). Bovendien bakende hij zijn nieuwe aanwinsten af in het zuiden, in en rond het zgn. [[Drie Banken|Ledebos]] (1247).<ref>[https://www.rhcl.nl/files/3514/2321/9216/Het_middeleeuws_grondbezit_van_het_Sint-Servaaskapittel.pdf Rolf Hackeng (2006). ''Het middeleeuws grondbezit van het Sint-Servaaskapittel''], Maastricht: RHCL, p 90-91.</ref> Onder [[Arnold V van Loon|Arnold V]] werd de graaf ook voogd van de stad Luik.<ref>Baerten, ibid., p 101.</ref>
[[Arnold IV van Loon|Arnold IV]] bestuurde het graafschap meer dan 50 jaar. Hij huwde de erfgename van het [[graafschap Chiny]], dat hierdoor een eeuw lang in het Huis Loon zou blijven. Belangrijker waren echter de rechten die hij ten noordoosten van het graafschap verwierf: hij [[usurpator|usurpeerde]] de kerkelijke bezittingen in het oude [[abdij van Aldeneik|Kessenich-Eik]] (vóór ±1230),<ref>[https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/121929 Inventaris onroerend Erfgoed (2016). ''Plaats Maaseik''], webpagina. [https://web.archive.org/web/20190320194013/https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/121929 Gearchiveerd] op 20 maart 2019.</ref> werd erkend als leenheer over [[graafschap Horn|Horn]] (1243) en verkreeg de voormaals [[graafschap Gelre|Gelderse]] [[soevereiniteit]] over [[Dilsen]] en [[Stokkem]] (1253).<ref>Baerten, ibid., p 130.</ref> Om zijn aanwinsten te consolideren, verleende Arnold [[stadsrechten]] aan [[Maaseik]] en Stokkem (1244). Bovendien bakende hij zijn nieuwe aanwinsten af in het zuiden, in en rond het zgn. [[Drie Banken|Ledebos]] (1247).<ref>[https://www.rhcl.nl/application/files/3514/2321/9216/Het_middeleeuws_grondbezit_van_het_Sint-Servaaskapittel.pdf Rolf Hackeng (2006). ''Het middeleeuws grondbezit van het Sint-Servaaskapittel''], Maastricht: RHCL, p 90-91. [https://web.archive.org/web/20230206114138/https://www.rhcl.nl/application/files/3514/2321/9216/Het_middeleeuws_grondbezit_van_het_Sint-Servaaskapittel.pdf Gearchiveerd] op 6 februari 2023.</ref> Onder [[Arnold V van Loon|Arnold V]] werd de graaf ook voogd van de stad Luik.<ref>Baerten, ibid., p 101.</ref>


===Verval en successieoorlogen (1300-1370)===
===Verval en successieoorlogen (1300-1370)===
Regel 66: Regel 68:
Gezien de goede samenwerking weigerde Adolf aanvankelijk Loon in te lijven, wat [[kapittel van Sint-Lambertus|zijn kapittel]] eiste ingeval dat Lodewijk kinderloos overleed (1336) (zie [[Loonse Successieoorlogen]]). De erfgenaam die Lodewijk had aangeduid, zijn neefje [[Dirk III van Loon-Heinsberg|Diederik van Heinsberg]], sloot zich aan bij de Engelse partij van de [[Honderdjarige Oorlog]], waartoe ook Brabant en [[graafschap Luxemburg|Luxemburg]] behoorden. Diederik schonk een eerste deel van Chiny aan Luxemburg om het bondgenootschap te bezegelen. Het kapittel en de nieuwe prins-bisschop zagen dat Diederik hen te machtig was, en beleenden hem op 18 juni 1346.
Gezien de goede samenwerking weigerde Adolf aanvankelijk Loon in te lijven, wat [[kapittel van Sint-Lambertus|zijn kapittel]] eiste ingeval dat Lodewijk kinderloos overleed (1336) (zie [[Loonse Successieoorlogen]]). De erfgenaam die Lodewijk had aangeduid, zijn neefje [[Dirk III van Loon-Heinsberg|Diederik van Heinsberg]], sloot zich aan bij de Engelse partij van de [[Honderdjarige Oorlog]], waartoe ook Brabant en [[graafschap Luxemburg|Luxemburg]] behoorden. Diederik schonk een eerste deel van Chiny aan Luxemburg om het bondgenootschap te bezegelen. Het kapittel en de nieuwe prins-bisschop zagen dat Diederik hen te machtig was, en beleenden hem op 18 juni 1346.


De latere opvolgers werden alvast aangeduid, maar bij Diederiks kinderloze overlijden (1361) weigerden kapittel en prins-bisschop opnieuw elke belening. Op 5 april riep het kapittel de inlijving af en voerde de prins-bisschop de grafelijke titel.<ref>Baerten, ibid., p 148.</ref> Diederiks neefje [[Godfried van Dalenbroek]] kon zijn rechten zelf niet opeisen, en verkocht ze aan de machtige [[Arnold van Rummen]]. Om zich te verzekeren van steun uit Luxemburg stond Arnold het tweede deel van Chiny af. Het mocht niet baten; zijn troepen werden verslagen, zijn burcht verwoest. Op 21 september 1366 deed hij afstand van zijn rechten, mits vergoeding.<ref>Baerten, ibid., p 150.</ref>
De latere opvolgers werden alvast aangeduid, maar bij Diederiks kinderloze overlijden (1361) weigerden kapittel en prins-bisschop opnieuw elke belening. Op 5 april riep het kapittel de inlijving af en voerde de prins-bisschop de grafelijke titel.<ref>Baerten, ibid., p 148.</ref> Diederiks neefje [[Godfried van Dalenbroek]] kon zijn rechten zelf niet opeisen, en verkocht ze aan de machtige [[Arnold van Rummen]]. Om zich te verzekeren van steun uit Luxemburg stond Arnold het tweede deel van Chiny af. Het mocht niet baten; zijn troepen werden verslagen, zijn burcht in [[Rummen]] verwoest. Op 21 september 1366 deed hij afstand van zijn rechten, mits vergoeding.<ref>Baerten, ibid., p 150.</ref>


===De Luikse graven (1370-1794)===
===De Luikse graven (1370-1794)===
Hoewel het graafschap daarna geleid werd door de prins-bisschop, bleef het voortbestaan. De oude instanties en indelingen werden in stand gehouden. Elke prins-bisschop moest bij zijn aantreden trouw zweren aan de Loonse wetgeving. De grote zelfstandigheid van Loon werd onder meer bevestigd in 1522. Toch bleven spanningen tussen Loon en Luik bestaan, op grond van taalkwesties en volledige autonomie (o.a. de vermeende samenzwering van de graaf [[Gelous]] in 1675).
Hoewel het graafschap daarna geleid werd door de prins-bisschop, bleef het voortbestaan. De oude instanties en indelingen werden in stand gehouden. Elke prins-bisschop moest bij zijn aantreden trouw zweren aan de Loonse wetgeving. De grote zelfstandigheid van Loon werd onder meer bevestigd in 1522. Toch bleven spanningen tussen Loon en Luik bestaan, op grond van taalkwesties en volledige autonomie (o.a. de vermeende samenzwering van de graaf [[Gelous]] in 1675).


Zoals de andere [[Zuidelijke Nederlanden]] werd Loon in 1794 ingelijfd bij de [[Eerste Franse Republiek]]. De oude instellingen en rechten werden afgeschaft; het graafschap Loon was niet meer. Het gebied ging achtereenvolgens op in het [[departementen in de Nederlanden|departement]] van de [[Beneden-Maas]] en de provincies [[Limburg (Verenigd Koninkrijk der Nederlanden)|Limburg]] en [[Limburg (Belgische provincie)|Belgisch-Limburg]]. De voormalige heerlijkheid Horn werd middels het [[Verdrag van Londen (1839)]] afgestaan aan [[Limburg (Nederland)|Nederlands-Limburg]].
Zoals de andere [[Zuidelijke Nederlanden]] werd Loon op 1 oktober 1795 ingelijfd bij de [[Eerste Franse Republiek]]. De oude instellingen en rechten werden afgeschaft; het graafschap Loon was niet meer. Het gebied ging achtereenvolgens op in het [[departementen in de Nederlanden|departement]] van de [[Nedermaas]] en de provincies [[Limburg (Verenigd Koninkrijk der Nederlanden)|Limburg]] en [[Limburg (Belgische provincie)|Belgisch-Limburg]]. De voormalige heerlijkheid Horn werd middels het [[Verdrag van Londen (1839)]] afgestaan aan [[Limburg (Nederlandse provincie)|Nederlands-Limburg]].


{{Zie hoofdartikel|prinsbisdom Luik}}
{{Zie hoofdartikel|prinsbisdom Luik}}


==Structuur==
==Structuur==
* Bestuurlijk werd de graaf bijgestaan door vijf [[kasselrij|kasteleinen]] met zetel te Borgloon, Brustem, [[Montenaken (Gingelom)|Montenaken]], [[Duras (België)|Duras]] en Kolmont.<ref>Baerten, ibid., p 220.</ref> Na de vereniging met Luik kwam een indeling in [[landdrost|drossaardschappen]] tot stand, waarvan er zes Loonse gebieden (en Luikse exclaves) omvatten: Montenaken, Hasselt, [[Bilzen]], Stokkem, Horn en [[ambt Pelt-Grevenbroek|Pelt-Grevenbroeck]].
* Bestuurlijk werd de graaf bijgestaan door vijf [[kasselrij|kasteleinen]] met zetel te Borgloon, Brustem, [[Montenaken (Gingelom)|Montenaken]], [[Duras (België)|Duras]] en [[Kolmont]].<ref>Baerten, ibid., p 220.</ref> Na de vereniging met Luik kwam een indeling in [[landdrost|drossaardschappen]] tot stand, waarvan er zes Loonse gebieden (en Luikse exclaves) omvatten: Montenaken, Hasselt, [[Bilzen]], Stokkem, Horn en [[ambt Pelt-Grevenbroek|Pelt-Grevenbroeck]].
* In 1651 waren tien van de [[Goede Steden]] Loonse plaatsen. Borgloon en Hasselt verwierven al voor 1200 [[stadsrechten]]; [[Beringen (stad)|Beringen]], Bree, Maaseik en Stokkem in de 13e eeuw; [[Herk-de-Stad]], [[Peer (België)|Peer]], [[Hamont-Achel|Hamont]] en [[Bilzen]] in de 14e eeuw.<ref>Baerten, ibid., p 122 en 124.</ref> Deze steden voeren nog steeds de [[goud]]en en [[heraldische kleur|kelen]] balken van Loon in hun [[wapen (heraldiek)|wapenschild]].
* In 1651 waren tien van de [[Goede Steden]] Loonse plaatsen. Borgloon en Hasselt verwierven al voor 1200 [[stadsrechten]]; [[Beringen (stad)|Beringen]], Bree, Maaseik en Stokkem in de 13e eeuw; [[Herk-de-Stad]], [[Peer (België)|Peer]], [[Hamont-Achel|Hamont]] en [[Bilzen]] in de 14e eeuw.<ref>Baerten, ibid., p 122 en 124.</ref> Deze steden voeren nog steeds de [[goud]]en en [[heraldische kleur|kelen]] balken van Loon in hun [[wapen (heraldiek)|wapenschild]].
* Leenrechtelijk bestond het graafschap uit vijf gedeeltes.<ref>Baerten, ibid., p 23.</ref> De lenen van Loon waren leenroerig aan Luik. De lenen van Duras waren leenroerig aan Brabant. De lenen van het Maasland, van [[Grote-Spouwen|Spouwen]] en van [[Kolmont]] hingen rechtstreeks af van de keizer. Het belangrijkste [[leenhof]] is dat van [[Kuringen]].
* Leenrechtelijk bestond het graafschap uit vijf gedeeltes.<ref>Baerten, ibid., p 23.</ref> De lenen van Loon waren leenroerig aan Luik. De lenen van Duras waren leenroerig aan Brabant. De lenen van het Maasland, van [[Grote-Spouwen|Spouwen]] en van Kolmont hingen rechtstreeks af van de keizer. Het belangrijkste [[leenhof]] is dat van [[Kuringen]].
* In Loon en zijn onderlenen moesten bijna 200 [[schepenbank]]en recht spreken. Zij pasten het 'Loons recht' (op het platteland) of het 'Luiks recht' (in de steden) toe.<ref>Baerten, ibid., p 154.</ref> Het verschil uitte zich vooral op vlak van strafzaken: een schepenbank 'naar Luiks recht' was hiervoor bevoegd, maar een schepenbank 'naar Loons recht' moest zich wenden tot speciale [[correctioneel|correctionele]] rechtbanken. Zij bevonden zich in Verte (tussen [[Kerkom-bij-Sint-Truiden|Kerkom]] en [[Aalst (Limburg)|Aalst]]), Graethem (buiten Borgloon), [[Vliermaal]], [[Eik (Bilzen)|Eik]] en Valderen/Vonderen (bij [[Rotem (Dilsen-Stokkem)|Rotem]]).<ref>Baerten, ibid., p 164.</ref> Naast het 'Loons' en 'Luiks recht' waren er ook enkele dorpen, vaak in voormalige [[koningsgoed]]eren van het Maasland, die het '[[Heilige Roomse Rijk|keizerlijk]] recht' toepasten.
* In Loon en zijn onderlenen moesten bijna 200 [[schepenbank]]en recht spreken. Zij pasten het 'Loons recht' (op het platteland) of het 'Luiks recht' (in de steden) toe.<ref>Baerten, ibid., p 154.</ref> Het verschil uitte zich vooral op vlak van strafzaken: een schepenbank 'naar Luiks recht' was hiervoor bevoegd, maar een schepenbank 'naar Loons recht' moest zich wenden tot speciale [[correctioneel|correctionele]] rechtbanken. Zij bevonden zich in Verte (tussen [[Kerkom-bij-Sint-Truiden|Kerkom]] en [[Aalst (Limburg)|Aalst]]), Graethem (buiten Borgloon), [[Vliermaal]], [[Eik (Bilzen)|Eik]] en Valderen/Vonderen (bij [[Rotem (Dilsen-Stokkem)|Rotem]]).<ref>Baerten, ibid., p 164.</ref> Naast het 'Loons' en 'Luiks recht' waren er ook enkele dorpen, vaak in voormalige [[koningsgoed]]eren van het Maasland, die het '[[Heilige Roomse Rijk|keizerlijk]] recht' toepasten.


=='Provincie Loon'==
=='Provincie Loon'==
'Loon' zou een toepasselijke benaming geweest zijn voor de [[Limburg (Verenigd Koninkrijk der Nederlanden)|beide Limburgen]], toen deze provincie werd opgericht in 1815. Tenslotte vormde het oude graafschap hierin veruit de grootste entiteit. De onterechte benaming 'Limburg' werd aangenomen omdat [[Willem I der Nederlanden|koning Willem]] betreurde dat deze naam anders verloren zou gaan.<ref>[http://law.maastrichtuniversity.nl/lrg/wp-content/uploads/2014/01/staatkundige-geschiedenis-limburg-1794-1867.pdf A.M.J.A. Berkvens (2008). ''Staatkundige geschiedenis van 'Limburg' 1794-1867''] – in ''Ars Aequi'', p 888-9.</ref> Het [[hertogdom Limburg]] was één van de [[Zeventien Provinciën]], waarnaar Willem I veelvuldig teruggreep.
'Loon' zou een toepasselijke benaming geweest zijn voor de [[Limburg (Verenigd Koninkrijk der Nederlanden)|beide Limburgen]], toen deze provincie werd opgericht in 1815. Ten slotte vormde het oude graafschap hierin veruit de grootste entiteit. De onterechte benaming 'Limburg' werd aangenomen omdat [[Willem I der Nederlanden|koning Willem]] betreurde dat deze naam anders verloren zou gaan.<ref>[https://law.maastrichtuniversity.nl/lrg/wp-content/uploads/2014/01/staatkundige-geschiedenis-limburg-1794-1867.pdf A.M.J.A. Berkvens (2008). ''Staatkundige geschiedenis van 'Limburg' 1794-1867''] – in ''Ars Aequi'', p 888-9.</ref> Het [[hertogdom Limburg]] was een van de [[Zeventien Provinciën]], waarnaar Willem I veelvuldig teruggreep.


== Galerij ==
== Galerij ==
<gallery mode="packed" widths="150px" heights="150px">
<gallery>
Bestand:Grafschaft Hennegau 1250.PNG|De [[feodalisme|feodale]] territoria omstreeks 1250: Loon is geel gekleurd, Horn bruin
Bestand:1250 Flandern Brabant Hennegau Loon Lüttich Limburg Jülich Köln Berg Namur Chiny Luxemburg Trier.png|De [[feodalisme|feodale]] territoria omstreeks 1250: Loon is geel gekleurd, Horn bruin
Bestand:Hasselt 1.JPG|[[Oorkonde]] waarmee de graaf aan Hasselt het Luiks recht toekende (1232)
Bestand:Hasselt 1.JPG|[[Oorkonde]] waarmee de graaf aan Hasselt het Luiks recht toekende (1232)
Bestand:Arnold looz Chiny.jpg|[[Zegel (waarmerk)|Zegel]] van [[Arnold IV van Loon]]
Bestand:Arnold looz Chiny.jpg|[[Zegel (waarmerk)|Zegel]] van [[Arnold IV van Loon]]
Bestand:Herkenrode.JPG|De [[abdij van Herkenrode]], begraafplaats van de graven
Bestand:Herkenrode.JPG|De [[abdij van Herkenrode]], begraafplaats van de graven
Bestand:Slot Pietersheim.jpg|Het [[kasteel Pietersheim]], een Loons onderleen
Bestand:Waterburcht Pietersheim Lanaken.jpg|Het [[kasteel Pietersheim]], een Loons onderleen
Bestand:Hasselt in 1740.jpg|De hoofdstad [[Hasselt (België)|Hasselt]] in 1740
Bestand:Hasselt in 1740.jpg|De hoofdstad [[Hasselt (België)|Hasselt]] in 1740
</gallery>
</gallery>

==Externe link==
* [https://www.graafschaploon.be/home Het graafschap Loon - Marc Robben]


{{Appendix|1=alles|2=
{{Appendix|1=alles|2=
* Lyna,J. (1956), ''Het graafschap Loon. Politieke en sociale overzichtelijke geschiedenis'', Beringen.
* Lyna, J. (1956), ''Het graafschap Loon. Politieke en sociale overzichtelijke geschiedenis'', Beringen.
* Vaes, J. (2007), ''Geschiedenis van het graafschap Loon in Europees perspectief'', Hasselt.
* Vaes, J. (2007), ''Geschiedenis van het graafschap Loon in Europees perspectief'', Hasselt.
* Vaes, J. (2016), ''De graven van Loon. Loons, Luiks, Limburgs'', Leuven.
* Vaes, J. (2016), ''De graven van Loon. Loons, Luiks, Limburgs'', Leuven.
* Van der Eycken, J. (2020), ''Ridders aan de Maas. Adel in het graafschap Loon (1300-1520)'', Brussel.
{{References|2=30em}}
{{References|2=30em}}
}}
}}


[[Categorie:Graafschap Loon]]
[[Categorie:Graafschap Loon| ]]
[[Categorie:Geschiedenis van Limburg]]
[[Categorie:Geschiedenis van Limburg]]
[[Categorie:Prinsbisdom Luik]]
[[Categorie:Prinsbisdom Luik]]

Huidige versie van 27 apr 2024 om 09:58

Zie graafschap Lohn voor het historische graafschap in de huidige Achterhoek.
Graafschap Loon
Personele unie met Luik (1366–1794)
 Haspengouw (gouw) ±1000 – 1794 Nedermaas 
Kaart
Algemene gegevens
Hoofdstad Borgloon, Hasselt
Talen Middelnederlands, Waals
Religie(s) Rooms-katholiek
Regering
Regeringsvorm Graafschap
Dynastie Huis Loon
Staatshoofd Graaf
Geschiedenis
- Ontstaan ±1000
- Opheffing 1794
Loon (zonder het graafschap Horn) en de hedendaagse grenzen
Het mottekasteel van Brustem, nabij de historische grens met Duras en Brabant

Het graafschap Loon (Frans: comté de Looz) was een historisch graafschap in het Heilige Roomse Rijk. Omstreeks 1020 omvatte het slechts de streek van Borgloon, maar tegen 1200 strekte het zich uit over een groot deel van het huidige Belgisch-Limburg. Vanaf 1366 was het in personele unie met het prinsbisdom Luik, maar het bleef een eigen politieke entiteit tot de Franse tijd.

Algemeen

Het graafschap Loon kwam overeen met Belgisch-Limburg, met uitzondering van een deel van het Maasland en Lommel. De graaf van Loon leende sommige domeinen rechtstreeks van de koning van Duitsland, andere van de prins-bisschop van Luik en de overige van de hertog van Brabant (zie 'Structuur'). Loon verzette zich tegen het Huis Bourgondië (zie Luiks-Bourgondische Oorlogen) en kwam dus nooit in de Bourgondische Kreits. Pas onder revolutionair Frankrijk (1794) werd Loon op politiek vlak verenigd met de Nederlanden.

Territoriaal was Loon sterk versnipperd. Plaatsen zoals St.-Truiden, Tongeren, Munsterbilzen en Diepenbeek waren van oudsher in het bezit van de Kerk; de graaf beschikte hier slechts over voogdij. Enkele dorpen waren tweeherig: Loon moest er de soevereiniteit delen met Brabant (Lummen, Schulen, Linkhout en Koersel) of met Thorn (Neeroeteren en Heppeneert). Verscheidene domeinen vormden onderlenen, waaronder de heerlijkheden van Horn, Pietersheim en Bocholt.

Geschiedenis

Zie ook Lijst van graven van Loon

Loon en Haspinga (1000-1050)

In de 8e eeuw maakten de streken van het latere Loon deel uit van drie gouwen: de Haspengouw, de Oppermaasgouw en Toxandrië. De personele unie tussen de Haspen- en Maasgouw (±850 – ±960) kan als een voorloper van het graafschap Loon gezien worden. Mogelijk werd deze eenheid aangeduid als pago Huste (952), maar de locatie van de hoofdplaats Huste blijft onbekend. Het kan gaan om Vliermaal,[1] Alt-Hoeselt,[2] Hocht[3] en Hoei.[4] Na de verbanning van graaf Rudolf I (958) werden de gouwen van elkaar gescheiden en vielen ze uiteen in kleinere graafschappen.

In de Haspengouw ontstond zo het graafschap '(Borg)loon', vermeld in oorkondes met jaartal 1015 (vervalste kopie) en 1031 (waarheidsgetrouw gekopieerd).[5] Een ander restant was het graafschap Haspinga. De broers Giselbert van Loon en Arnulf van Haspinga heersten over deze gebieden, waarschijnlijk in de vorm van condominium.[6] In 1040 schonk Arnulf zijn gedeelte als een opgedragen leen aan prins-bisschop Nithard, misschien op aandringen van de derde broer Balderik. Loon was een onderleen van Haspinga[7] en werd bijgevolg eveneens leenroerig aan Luik.

Giselbert heette 'van Loon', maar het is mogelijk dat niet Giselbert maar wel zijn broer Arnulf de stamvader van het Huis Loon is.[8] Het is niet geweten wie van beiden het laatste stierf, maar wel dat dit voor 1046 gebeurde. De nakomelingen waren:

Uitbreiding (1050-1200)

Haspinga werd een deel van Luik, maar Loon bleef een onderleen. Emmo's opvolger Arnold verwezenlijkte meerdere uitbreidingen. Ten eerste trouwde hij met de erfgename van Rieneck. Het Limburgse deel van Toxandrië verkreeg hij waarschijnlijk bij de oprichting van het markgraafschap Antwerpen (1076).[10] Hij werd ook voogd van kerkelijke bezittingen, o.m. Bree (1078)[11] en St.-Truiden (1093).[12] Voogdijrechten leidden al snel tot een de facto inlijving, zoals bijvoorbeeld te Bree.[13]

Lodewijk is bekend omwille van zijn strijd tegen Naamse uitbreiding in Haspengouw. Mogelijk lijfde hij ook Woest-Herk, Kolmont en Spouwen in.[14] De inlijving van Vlijtingen mislukte,[15] maar Gerard werd tevreden gesteld met het rijksleen ultra Mosam: het graafschap Vroenhoven en acht exclaves.[16] Het graafschap kwam in oorlog met Duras (1160 en 1171), Moha (1171), Luik (1179) en Brabant (1189). Gezien de Luikse dreiging werd de grafelijke residentie verplaatst naar het Prinsenhof bij Hasselt.

De laatste graaf van Duras, Gilles van Montaigu, schonk zijn graafschap aan de prins-bisschop (1188), die het in leen gaf aan Gerard van Loon (1190). De nieuwe prins-bisschop Limburg maakte de leenband met Luik los en droeg Duras over aan Brabant (1193). Loon stond voor een voldongen feit en was vanaf dan een leenman van niet alleen Luik maar ook Brabant. In elk geval kwamen Duras en talrijke verbonden heerlijkheden, in het Truidense maar ook daarbuiten,[17] nu in een personele unie met Loon.

Chiny en Horn (1200-1300)

Tegen 1200 kon Loon zich verheugen op de erfenis van half Moha en geheel Holland. Doordat de laatste graaf van Moha zijn graafschap aan Luik schonk en door de troonstrijd tussen Filips van Zwaben en Otto van Brunswijk, ging dit na een lange strijd niet door (zie Loonse Oorlog). Tot overmaat van ramp moest Loon enkele allodia onder bescherming van de prins-bisschop stellen[18] en beëindigde de keizer de belening met ultra Mosam, ten voordele van Brabant.[19] De graaf van Loon deed een aanval op Maastricht (Beleg van Maastricht (1204)), maar erkende uiteindelijk de overdracht (1206).[20]

Arnold IV bestuurde het graafschap meer dan 50 jaar. Hij huwde de erfgename van het graafschap Chiny, dat hierdoor een eeuw lang in het Huis Loon zou blijven. Belangrijker waren echter de rechten die hij ten noordoosten van het graafschap verwierf: hij usurpeerde de kerkelijke bezittingen in het oude Kessenich-Eik (vóór ±1230),[21] werd erkend als leenheer over Horn (1243) en verkreeg de voormaals Gelderse soevereiniteit over Dilsen en Stokkem (1253).[22] Om zijn aanwinsten te consolideren, verleende Arnold stadsrechten aan Maaseik en Stokkem (1244). Bovendien bakende hij zijn nieuwe aanwinsten af in het zuiden, in en rond het zgn. Ledebos (1247).[23] Onder Arnold V werd de graaf ook voogd van de stad Luik.[24]

Verval en successieoorlogen (1300-1370)

Vanaf 1300 trad het verval van de Loonse macht in, doordat de graaf meer en meer heerlijkheden in leen moest geven aan verwanten en dus een deel van de ontvangsten aldaar verloor.[25] Desondanks verleende Lodewijk IV van Loon meermaals militaire en financiële bijstand aan prins-bisschop Adolf, onder meer bij het neerslaan van de Luikse opstand en bij het verzet tegen Brabantse uitbreidingen in Overmaas.[26]

Gezien de goede samenwerking weigerde Adolf aanvankelijk Loon in te lijven, wat zijn kapittel eiste ingeval dat Lodewijk kinderloos overleed (1336) (zie Loonse Successieoorlogen). De erfgenaam die Lodewijk had aangeduid, zijn neefje Diederik van Heinsberg, sloot zich aan bij de Engelse partij van de Honderdjarige Oorlog, waartoe ook Brabant en Luxemburg behoorden. Diederik schonk een eerste deel van Chiny aan Luxemburg om het bondgenootschap te bezegelen. Het kapittel en de nieuwe prins-bisschop zagen dat Diederik hen te machtig was, en beleenden hem op 18 juni 1346.

De latere opvolgers werden alvast aangeduid, maar bij Diederiks kinderloze overlijden (1361) weigerden kapittel en prins-bisschop opnieuw elke belening. Op 5 april riep het kapittel de inlijving af en voerde de prins-bisschop de grafelijke titel.[27] Diederiks neefje Godfried van Dalenbroek kon zijn rechten zelf niet opeisen, en verkocht ze aan de machtige Arnold van Rummen. Om zich te verzekeren van steun uit Luxemburg stond Arnold het tweede deel van Chiny af. Het mocht niet baten; zijn troepen werden verslagen, zijn burcht in Rummen verwoest. Op 21 september 1366 deed hij afstand van zijn rechten, mits vergoeding.[28]

De Luikse graven (1370-1794)

Hoewel het graafschap daarna geleid werd door de prins-bisschop, bleef het voortbestaan. De oude instanties en indelingen werden in stand gehouden. Elke prins-bisschop moest bij zijn aantreden trouw zweren aan de Loonse wetgeving. De grote zelfstandigheid van Loon werd onder meer bevestigd in 1522. Toch bleven spanningen tussen Loon en Luik bestaan, op grond van taalkwesties en volledige autonomie (o.a. de vermeende samenzwering van de graaf Gelous in 1675).

Zoals de andere Zuidelijke Nederlanden werd Loon op 1 oktober 1795 ingelijfd bij de Eerste Franse Republiek. De oude instellingen en rechten werden afgeschaft; het graafschap Loon was niet meer. Het gebied ging achtereenvolgens op in het departement van de Nedermaas en de provincies Limburg en Belgisch-Limburg. De voormalige heerlijkheid Horn werd middels het Verdrag van Londen (1839) afgestaan aan Nederlands-Limburg.

Zie prinsbisdom Luik voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Structuur

  • Bestuurlijk werd de graaf bijgestaan door vijf kasteleinen met zetel te Borgloon, Brustem, Montenaken, Duras en Kolmont.[29] Na de vereniging met Luik kwam een indeling in drossaardschappen tot stand, waarvan er zes Loonse gebieden (en Luikse exclaves) omvatten: Montenaken, Hasselt, Bilzen, Stokkem, Horn en Pelt-Grevenbroeck.
  • In 1651 waren tien van de Goede Steden Loonse plaatsen. Borgloon en Hasselt verwierven al voor 1200 stadsrechten; Beringen, Bree, Maaseik en Stokkem in de 13e eeuw; Herk-de-Stad, Peer, Hamont en Bilzen in de 14e eeuw.[30] Deze steden voeren nog steeds de gouden en kelen balken van Loon in hun wapenschild.
  • Leenrechtelijk bestond het graafschap uit vijf gedeeltes.[31] De lenen van Loon waren leenroerig aan Luik. De lenen van Duras waren leenroerig aan Brabant. De lenen van het Maasland, van Spouwen en van Kolmont hingen rechtstreeks af van de keizer. Het belangrijkste leenhof is dat van Kuringen.
  • In Loon en zijn onderlenen moesten bijna 200 schepenbanken recht spreken. Zij pasten het 'Loons recht' (op het platteland) of het 'Luiks recht' (in de steden) toe.[32] Het verschil uitte zich vooral op vlak van strafzaken: een schepenbank 'naar Luiks recht' was hiervoor bevoegd, maar een schepenbank 'naar Loons recht' moest zich wenden tot speciale correctionele rechtbanken. Zij bevonden zich in Verte (tussen Kerkom en Aalst), Graethem (buiten Borgloon), Vliermaal, Eik en Valderen/Vonderen (bij Rotem).[33] Naast het 'Loons' en 'Luiks recht' waren er ook enkele dorpen, vaak in voormalige koningsgoederen van het Maasland, die het 'keizerlijk recht' toepasten.

'Provincie Loon'

'Loon' zou een toepasselijke benaming geweest zijn voor de beide Limburgen, toen deze provincie werd opgericht in 1815. Ten slotte vormde het oude graafschap hierin veruit de grootste entiteit. De onterechte benaming 'Limburg' werd aangenomen omdat koning Willem betreurde dat deze naam anders verloren zou gaan.[34] Het hertogdom Limburg was een van de Zeventien Provinciën, waarnaar Willem I veelvuldig teruggreep.

Galerij

Externe link