Fort Eben-Emael: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
JAnDbot (overleg | bijdragen)
k robot Anders: it:Forte Eben-Emael
Ed Stevenhagen (overleg | bijdragen)
→‎Bouw van het fort: ondergrondse mergelgroeve
Regel 30: Regel 30:


Het complex werd helemaal omringd met prikkeldraad met daartussen driehoekige stalen tankhindernissen. [[Mijnenveld]]en werden aangelegd die bestreken werden door machinegeweren, opgesteld in betonnen bunkers. In het westen groef men een gracht van 400m lengte.
Het complex werd helemaal omringd met prikkeldraad met daartussen driehoekige stalen tankhindernissen. [[Mijnenveld]]en werden aangelegd die bestreken werden door machinegeweren, opgesteld in betonnen bunkers. In het westen groef men een gracht van 400m lengte.

Eveneens aan de westzijde, maar voor velen onbekend en geheim gehouden, is de verbinding die het fort had met een een middelgrote oude mergelgroeve, de groeve Hennebil. De mergelgroeve met tot 7 meter hoge gangen en een vloeroppervlak van ruim 3000 m2 werd tijdens de bouw van het fort grotendeels opgevuld met mergel om een ondergrondse aanval onmogelijk te maken. Bij toeval werd de groeve in de jaren negentig ontdekt en in 1996 door [[Gebruiker:Ed_Stevenhagen|Ed Stevenhagen]] in kaart gebracht. Toen bleek dat men het fort ondergronds alsnog tot op 10 meter kon naderen. Ook in het fort is de verbindingsgang nu nog herkenbaar.


Een aanval vanuit de lucht had men echter niet serieus genomen. Er waren slecht 6 luchtdoelmitrailleurs die het hele plateau moesten beschermen. Er waren geen grachten voor de kazematten en koepels, noch mijnenvelden aangelegd. Integendeel, men had 2 voetbalvelden aangelegd bovenop het fort, om de sportieve noden van de bemanning te dienen.
Een aanval vanuit de lucht had men echter niet serieus genomen. Er waren slecht 6 luchtdoelmitrailleurs die het hele plateau moesten beschermen. Er waren geen grachten voor de kazematten en koepels, noch mijnenvelden aangelegd. Integendeel, men had 2 voetbalvelden aangelegd bovenop het fort, om de sportieve noden van de bemanning te dienen.

Versie van 3 nov 2007 17:55

Ingang van het fort anno 2006
Ingang van het fort
Een koepel (rechts) en een kazemat
Het effect van een holle lading

Fort Eben-Emael, gelegen in het Belgische Eben-Emael juist ten zuiden van Maastricht, is een voormalig Belgisch militair verdedigingsfort, gebouwd tussen de Eerste- en de Tweede Wereldoorlog. Het werd in die tijd beschouwd als het sterkste fort ter wereld en gold als onneembaar. Duitse aanvallers slaagden er echter in om het fort in recordtijd uit te schakelen en al na anderhalve dag belegering moest het fort capituleren.

Bouw van het fort

Na de Eerste Wereldoorlog vatte de Belgische regering het plan op om een fort te bouwen om zo een bres in de verdediging te dichten tussen enerzijds het Albertkanaal en anderzijds de Maas en de Ardennen die als "ondoordringbaar" werden beschouwd. Zijn belangrijkste taak bestond erin de vijand op te houden om zo geallieerde eenheden de kans te geven om snel te reageren bij een aanval.

Als locatie werd Eben-Emael gekozen. De plannen werden om budgettaire redenen en omdat de Weimarrepubliek in Duitsland geen militaire bedreiging vormde, in de la gestopt.

Toen Hitler aan de macht kwam veranderde de situatie totaal en het Belgische parlement trok 24 miljoen frank uit om de bouw te bekostigen.

De legeringenieurs hadden intussen hun plannen verder ontwikkeld, aangepast aan de technologische ontwikkelingen van die tijd.

Het fort (opp. 700mx900m) werd zo het centrale punt van de Belgische verdediging aan zijn oostgrens. Het bewaakte drie bruggen over het Albertkanaal (de bruggen van Vroenhoven, Veldwezelt en Kanne) en bood kilometers vrij uitzicht op een gebied vlakbij de Duitse grens.

Op het laagste niveau werden verblijven voor de troepen, keukens, hospitalen en machineruimtes voorzien. Twintig meter hoger bevonden zich kazematten die door gangen werden verbonden van waaruit men, via trappen en liften de veertig meter hoger gelegen bovengrondse fortificaties en koepels kon bereiken.

Zestien kanonnen van 75mm en twee van 120mm werden ondergebracht in vier kazematten en draaibare stalen koepels. Het geschut bestreek Maastricht, Wezet en de drie bruggen.

Twaalfhonderd man, waaronder tweehonderd technici, werden geselecteerd om het fort te bemannen. Om de beurt deed één groep van 500 artilleristen dienst in het fort. De technici verbleven net buiten het fort in houten barakken.

De rondomverdediging van het fort bestond uit de zogenaamde Blocs, bewapend met zware machinegeweren, 60mm Anti-Tank kanonnen en zoeklichten. Bovenop het dak boden 2 machinegeweerbunkers de nodige bescherming.

Het complex werd helemaal omringd met prikkeldraad met daartussen driehoekige stalen tankhindernissen. Mijnenvelden werden aangelegd die bestreken werden door machinegeweren, opgesteld in betonnen bunkers. In het westen groef men een gracht van 400m lengte.

Eveneens aan de westzijde, maar voor velen onbekend en geheim gehouden, is de verbinding die het fort had met een een middelgrote oude mergelgroeve, de groeve Hennebil. De mergelgroeve met tot 7 meter hoge gangen en een vloeroppervlak van ruim 3000 m2 werd tijdens de bouw van het fort grotendeels opgevuld met mergel om een ondergrondse aanval onmogelijk te maken. Bij toeval werd de groeve in de jaren negentig ontdekt en in 1996 door Ed Stevenhagen in kaart gebracht. Toen bleek dat men het fort ondergronds alsnog tot op 10 meter kon naderen. Ook in het fort is de verbindingsgang nu nog herkenbaar.

Een aanval vanuit de lucht had men echter niet serieus genomen. Er waren slecht 6 luchtdoelmitrailleurs die het hele plateau moesten beschermen. Er waren geen grachten voor de kazematten en koepels, noch mijnenvelden aangelegd. Integendeel, men had 2 voetbalvelden aangelegd bovenop het fort, om de sportieve noden van de bemanning te dienen.

Het Duitse aanvalsplan

Fall Gelb, het Duitse aanvalsplan, voorzag een snelle doorstoot door Nederland en België om Frankrijk aan te vallen. Hitler wou hiermee verhinderen dat België, Frankrijk en Groot-Brittannië de kans kregen verder te mobiliseren en hun troepen te verenigen om zo de Duitse aanval beter op te vangen.

Het fort vormde hiervoor een obstakel. Zijn artilleriestukken moesten zeer snel worden uitgeschakeld om het Zesde Leger de kans te geven ongehinderd op te rukken. Tegelijkertijd moest men verhinderen dat de Belgen de tijd kregen om de zo belangrijke bruggen te vernietigen. Hitler had een plan dat was uitgewerkt door generaal Kurt Student waarin voor de aanval gebruikt werd gemaakt van zweefvliegtuigen. De aanvallers werden uitgerust met een nieuw wapen, de holle lading.

De aanval

De aanval zou vijf minuten voor de inval in Nederland en België starten en kreeg de codenaam "Granit". Niet alleen het fort maar ook de drie bruggen zouden worden aangevallen door troepen die in zweefvliegtuigen werden vervoerd.

"Sturmabteilung Koch" werd gevormd. Deze eenheid bestond uit 85 man, verdeeld in 11 groepen met ieder hun eigen doel, uitgerust met o.a. enkele vlammenwerpers en 2,5 ton explosieven.

De zweefvliegtuigen die het fort als doel hadden, landden op 10 mei om 04.25 uur op het dak ervan, vlakbij de stalen koepels. Vooraleer de Belgen, die totaal verrast waren, konden reageren werd één van de koepels, waarin de 120mm stukken waren opgesteld, door de explosie van een holle lading totaal vernield.

De Belgische bevelhebber, majoor Jean Fritz Lucien Jottrand, reageerde onmiddellijk en gaf het bevel de brug te Kanne op te blazen. De telefoonverbindingen met de manschappen die de andere bruggen bezet hielden waren uitgevallen ingevolge bombardementen door Stuka's. Deze telefoonverbindingen waren namelijk niet beschermd, maar liepen open en bloot over het dak van het fort!

Tegenaanvallen van de Belgen en artillerievuur van nabijgelegen forten konden de aanvallers op het platform niet uitschakelen. De Duitsers, die via de schachten toegang kregen tot de lagere niveaus, bliezen de dubbele stalen deuren bij de ingang met holle ladingen op.

Hiermee was het fort onhoudbaar geworden en op 11 mei, om 12.15 uur kapituleerde Jottrand.

De Duitsers verloren zes man en telden achttien gewonden. Bij de Belgen telde men vierentwintig doden en tweeënzestig gewonden.

Externe links