Filips II van Spanje

Sjabloon:Dynastie Filips II (Valladolid, 21 mei 1527 - Madrid, 13 september 1598) was koning van Spanje, Napels, Sicilië en (als Filips I) Portugal en Heer der Nederlanden in de laatste jaren voor en de eerste decennia van de Tachtigjarige Oorlog.

Vroege leven

Filips II was de enige zoon van keizer Karel V (als koning van Spanje Karel I) bij zijn wettige echtgenote Isabella van Portugal. Hij verkreeg de Spaanse troon nadat zijn vader in 1555 was afgetreden. Het jaar daarvoor was hij zijn vader in de Nederlanden al opgevolgd. Behalve uit Spanje bestond het Spaanse rijk toen ook uit delen van Frankrijk en Italië en overzeese koloniën. Na de dood van Karel V twee jaar later (1558) splitsten de Habsburgse gebieden zich van het Spaanse rijk af, maar Filips II vond dit niet erg. De overzeese koloniën waren veel lucratiever en de Habsburgers hadden Spanje al meerdere malen in een oorlog betrokken. Bovendien waren de afgesplitste gebieden te onstabiel om een gevaar te zijn. Omdat rond die tijd ook Frankrijk geen sterke mogendheid was, had Spanje op het continent geen concurrentie.

Filips II trouwde in 1543 met prinses Maria van Portugal. Zij kregen in 1545 een zoon, Don Carlos van Spanje (1545–1568). In 1546 overleed Maria. Filips II probeerde zijn macht verder uit te breiden door in 1554 de (katholieke) Maria I van Engeland te trouwen. Maria I stierf kinderloos in 1558, enkele jaren nadat Filips II koning van Spanje was geworden. Na haar dood probeerde Filips haar jongere halfzuster, de (protestantse) koningin Elizabeth I te trouwen. Om een aantal redenen ging dit niet door. Filips II geloofde dat dat kwam doordat zijn zoon Don Carlos tegen hem had samengespannen en liet zijn zoon gevangenzetten. Toen Don Carlos kort daarna overleed, beschuldigden Filips' vijanden hem van het vermoorden van zijn eigen zoon.

In 1559 sloot Spanje na 60 jaar oorlog het Verdrag van Cateau-Cambrésis met Frankrijk. Als onderdeel van het vredesverdrag huwde Filips II met de dochter van de Franse koning Hendrik II, prinses Elisabeth. Ironisch genoeg was Elisabeth eerder beloofd aan Don Carlos, de zoon van Filips. Elisabeth kreeg twee dochters, maar geen zonen. Pas zijn vierde vrouw Anna, dochter van Maximiliaan II, kreeg in 1578 een zoon, Filips III, die hem uiteindelijk kon opvolgen.

Geloof

Filips II was geheel overtuigd van de goddelijke oorsprong en voorzienigheid inzake het koningschap. Zijn politiek had deswege twee hoofddoelstellingen: het verdedigen van de katholieke kerk en rechtvaardig handelen. Vooral zijn obsessie met het handelen conform zijn principes zorgde ervoor dat hij voortdurend twijfelde bij het nemen van beslissingen. Hij viel aldus ten prooi aan zijn raadgevers, die een belangrijke invloed op zijn beleid uitoefenden. Zijn angst om niet te juist handelen, in overeenstemming met zijn verantwoording ten opzichte van God, maakte dat hij iedere kwestie haarfijn bestudeerde. Dit werkte op zich weer een enorme bureaucratie in de hand.

Filips II zag zichzelf als de leider van de contrareformatie, een beweging binnen de Rooms-katholieke Kerk als reactie op het groeiende protestantisme binnen Europa. Zijn toewijding aan de katholieke kerk en de groeiende rijkdom uit de koloniën maakten Filips II steeds agressiever en gericht op expansionisme. Voor Filips II bestond er geen verschil tussen de belangen van de katholieke kerk en die van Spanje. Omdat Spanje zich het beste leger in Europa kon veroorloven en een stabiele, machtige regering had, breidde de macht van Spanje zich in zijn beginjaren steeds verder uit.

Na een oproep van paus Pius V wierp Filips II zich op als verdediger van het christelijke Europa tegen het islamitische Ottomaanse Rijk In 1566 kwamen Venetië en Cyprus in handen van de Turken. In 1558 hadden de Turken de Balearen veroverd en geplunderd, en deden zelfs aanvallen op de Spaanse kust. De Balkan was al eerder grotendeels veroverd en kon nu worden gezien als springplank naar Italië. Filips' vloot versloeg, samen met een aantal Zuideuropese bondgenoten, de Turken in de Slag bij Lepanto aan de westkust van Griekenland in 1571. Hij bevond zich in die tijd op het hoogtepunt van zijn macht.

Nederlandse Opstand

Nadat de Beeldenstorm in 1566 in de Nederlanden had gewoed, stuurde Filips II de hertog van Alva om orde op zaken te stellen. Tegen het keiharde optreden van Alva brak al snel groot protest uit, wat in 1568 resulteerde in het begin van de Tachtigjarige Oorlog (of De Nederlandse Opstand). De strijd in de Nederlanden, de toenemende spanningen tussen Engeland en Spanje en de continue dreiging van invasies van de moslims vormden een forse aanslag op de staatskas. De komende tientallen jaren zou Spanje enkele malen bankroet worden verklaard.

Portugal

Rond 1580 erfde Spanje Portugal doordat de koninklijke familie van Portugal uitstierf. Filips' moeder was een Portugese prinses en Filips benoemde zichzelf tot koning van Portugal. Dit werd in eerste instantie door de Portugese bevolking niet geaccepteerd, waardoor een invasie en bezetting nodig waren, waarvoor hij de inmiddels uit de Nederlanden teruggeroepen Alva goed kon gebruiken. Portugal zou 60 jaar deel uitmaken van het Spaanse rijk.

De bezetting van Portugal leverde nieuwe koloniën en rijkdommen op, maar door de invasie van Portugal had Filips II zijn greep op de opstand in de Nederlanden even moeten verminderen. De opstandelingen maakten hiervan handig gebruik en in 1581 verklaarden de Noordelijke Nederlanden zich onafhankelijk van Spanje. De oorlog en de financiële problemen begonnen inmiddels hun tol te eisen; het Spaanse leger was over zijn hoogtepunt heen. Behalve de militaire problemen speelden hierbij ook de politieke en economische inrichting van Spanje een rol. Spanje kende geen centrale regering, maar alleen regionale regeringen, die de instructies van de koning uitvoerden. Hierdoor had Filips II de absolute macht in zijn rijk. Hij had echter de neiging zich vooral met details bezig te houden in plaats van met de grote lijnen. Hierdoor verliep het dagelijks bestuur niet efficiënt. Door het economische beleid (vooral de verwaarlozing van de landbouw, waardoor Spanje afhankelijk werd van import, de hyperinflatie als gevolg van de import van rijkdommen uit de koloniën, het uitzetten van joden en Moren, waardoor Spanje geschoolde vaklui en handelslieden verloor en de vrijstelling van adel en kerk van belastingen) werd de situatie voor Spanje steeds slechter.

Armada

De executie van de katholieke koningin Maria I van Schotland in opdracht van protestantse koningin Elizabeth I van Engeland, die ook al de opstandelingen in de Nederlanden steunde, waren voor Filips II de reden een invasie te wagen. Met een enorme vloot, de Armada genaamd, vertrok zijn leger in 1588 naar Engeland. De Armada leed echter een vernietigende en kostbare nederlaag en Filips II moest van zijn plannen afzien.

Latere jaren

Tussen 1590 en 1598 raakte Spanje opnieuw in oorlog met Frankrijk, ditmaal om te voorkomen dat Frankrijk een protestants bolwerk zou worden. De oorlog met Frankrijk gaf de opstandelingen in de Nederlanden extra ruimte en de komende jaren zou de nieuwe Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden onder leiding van prins Maurits en Johan van Oldenbarnevelt grote successen boeken.

Aan het einde van zijn leven in 1598 was het beleid van Filips II grotendeels mislukt. Hij had de Ottomanen dan wel weerstaan, maar geenszins uitgeschakeld; Frankrijk was een katholieke mogendheid gebleven, maar nog altijd met de verdachte koning Hendrik IV, die een zekere godsdienstvrijheid aan de protestanten had gegund; ondanks zijn Armada waren Engeland en de Republiek der Nederlanden toen opkomende protestantse maritieme mogendheden, die hem zijn koloniën en zijn scheepvaartroutes betwistten. Hij liet een dodelijk verarmd Spanje het immense Escorial (nabij Madrid) na. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Filips III, in wiens bekwaamheid hij geen vertrouwen had.