Fernand Van Lierde

Fernand Van Lierde - Geboren te Menen op 16 januari 1937 – overleden te Opbrakel in het WZC Sint-Fransicus op 30 april 2003.


Kunstschilder, etser en lithograaf.


Ons land is rijk aan grote, bekende schilders, beeldhouwers die een internationale faam en erkenning genieten.

Doch naast deze grote sterren” hebben onze contreien vele artiesten voortgebracht die enkel een regionale, min of meer uitgebreid, bekendheid genieten of genoten hebben, maar bovenal zijn er ontelbare plaatselijke schilders, beeldhouwers, etsers, enz die in hun vrije tijd hun creatieve geesten botvieren op steen, metaal, doek, papier, enz zonder dat zij daarvoor de erkenning krijgen die zij voor hun inzet en passie verdienen.


Zijn studietijd en opleiding


Fernand Van Lierde volgde basisonderwijs in zijn geboortestad. Hij kon zijn ouders er reeds op jonge leeftijd, hij was toen 10 jaar, overtuigen om hem te laten inschrijven aan de Stedelijke Academie van Menen. Voor zijn talent werd hij daar telkens erkend als eerste van zijn klas.


Tijdens zijn humaniora aan de Koninklijke Cadettenschool te Laken ontdekte hij door zijn leraar Frans, professor De Gréve, buiten de taal ook de liefde voor de kunst.


In 1955 slaagde hij het ingangsexamen voor de polytechnische afdeling van de Koninklijke Militaire School.

Doch zijn pacifistische en kritische ingesteldheid maakte van hem niet direct een geschikt element voor het Belgisch Leger en dat leger verklaarde Fernand dan ook als een ‘twijfelachtig geval’.


Deze uitspraak zal hem destijds wellicht pijn gedaan hebben doch naderhand was hij er des te gelukkiger mee om dat hij zijn rug van het militarisme kon keren.

Was hij dan nog wel verplicht nog 2 jaar als beroeps te kloppen, dan maakte deze ervaring maakte hem een groot deel rijker aan mensenkennis.


Eens deze periode afgelopen in 1958 kan het juk van zich afwerpen en voelt hij zich terug een vrij man.

Hij wordt bediende bij de NMBS. Na als interimaris in Ieper, Menen en Waregem werd hij van mei 1959 tot januari 1966 onder-stationschef te Denderleeuw.

Daar zal hij zich na zijn huwelijk, in 1959, komen vestigen.


De drang van het creatieve


De inwendige drang tot tekenen en schilderen had hem nooit helemaal los gelaten.

In 1966 werd zijn aanvraag tot verplaatsing naar de NMBS te Brussel ingewilligd.

Daar hij nu een vaste dagdienst heeft, kon hij de vrije tijd die hierdoor beschikbaar werd volop  besteden aan zijn hobby.

Op aandringen van kunstcriticus, Waterschoot, liet hij zich in 1973 inschrijven aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunst te Anderlecht, waar Frans Minnaert directeur was.

Omdat hij met zijn werken een breder publiek wou bereiken opteert hij voor de richting etsen en lithografie.

Dankzij zelfstudie en het contact met Jan Verheyden, leraar lithografie en oud-leerling van Permeke, werd hij getroffen door de enorme mogelijkheden die de lithografie hem biedt.


Kunstrichting…


Zijn werk is moeilijk te klasseren. Hij hield er niet van om in een bepaald ‘isme’ te worden opgesloten.

Was voor Fernand het aantrekken van een uniform reeds een beroving van vrijheid en verlies van eigen persoonlijkheid, dan oordeelde kunstenaar Fernand dat zich beperken tot een stijl, een richting dit eveneens een beperking van de vrijheid van zijn creativiteit was. Zijn inspiratie van het moment en van het onderwerp bepaalde de vorm en de inhoud, de stijlrichting van zijn werk waaraan hij bezig was.

Vooral de mens staat in de eerste plaats centraal in zij oeuvre. Zijn overtuiging is dat ‘de mens’ in alles nog steeds het belangrijkste blijft. Hij was wars van de ons omringende consumptiemaatschappij, waar alles op prestatie, bezit en macht is afgestemd.

Voor hem het zijn plicht als kunstenaar de mensen te wijzen op hetgeen werkelijk belangrijk is en op de gevaren die schuilgaan in het geloof aan de ‘woorden’.


Deze gedachtengang vindt men terug in vele van zijn etsen. Rauwe beelden van oorlogstaferelen, uitbuiting door de rijken en door de kerk houden de ^^kijker een realiteit voor. Deze beelden houden een duidelijke boodschap in van een gevaar dat de “vrijheid” van éénieder kan bedreigen.


Inspiratie, voorbeelden


Zoals elke kunstenaar keek hij met bewondering en eerbied op naar grote artiesten uit het verleden.

De Hollandse meesters en dan vooral Rembrant.

Ook onderging hij de invloed van Vincent Van Gogh. En dit niet alleen in zijn werken.

Met zijn gezin bracht hij zijn verlof graag door in de streek van Saint-Remy-de-Provence, Nimes, Les Baux-de-Provence.

Zonder in slaafse navolging op na-aperij te vervallen schildert hij Provencaalse landschappen en dorpjes die de, kijker op een poëtische manier doen wegdromen van een “dolce far niente” onder de zon waar men de zorgen van elke dag zou kunnen vergeten.


Zoeken naar de geschiedenis…


Fernand liet een rijk gevulde bibliotheek na, niet alleen met werken over kunst, biografieën van bekende schilders, beeldhouwers, maar ook met catalogen van Musea die hij bezocht of waar belangrijke tentoonstellingen werden georganiseerd. Doch ook met boeken over de geschiedenis van ons land, grote conflicten in de wereld, biografieën van staatsmannen, grote en minder grote, enz.


De “streekportrettist”


Fernand was een man die van zijn streek hield en deze liefde omzette in sprekende etsen met dorpskerken, straten, landschappen en mensen. De Zwalm-, Dender- en Scheldestreek leert men in zijn werken op een mooie, rustige manier kennen. Geraardsbergen, Oudenaarde, Denderleeuw, Iddergem, maar ook beelden van onbekende plaatsen in Antwerpen en Gent.


De portrettist


Fernand hield van mensen en hij portretteerde dan ook graag mensen, niet alleen van zijn eigen familie.


De beroepsliefde


Ook in zijn beroep vond hij inspiratie. Vele etsen van stoomlocomotieven werden door hem uitgewerkt metb zin voor detail..


De jazzliefhebber


Een andere liefhebberij was zijn passie voor jazz muziek met vooral het accent op de oude, traditionele vorm, Bechet, Louis Armstrong, de big bands uit de jaren dertig.

En ook hier tekende, schetste hij portretten van muzikanten. Muzikanten die hij had ontmoet tijdens concerten zoals van de Gentse Cotton City Jazz Band van Rudi Balliu, of in jazzclubs zoals de Honky Tonk Jazz Club van Dendermonde.

Zijn volledige collectie van jazzopnames werd door zijn familie overgedragen aan Het Jazzcentrum van V