Erwin Olaf

Erwin Olaf (Erwin Olaf Springveld) (Hilversum, 2 juli 1959) is een Nederlandse fotograaf.

Biografie

Olaf groeide op in Hilversum en volgde de School voor Journalistiek in Utrecht. Na zijn afstuderen richtte hij zich kort op de documentaire fotografie. Hij verkoos echter niet veel later de kunstfotografie, omdat hij hierin het beeld naar zijn hand kon zetten.

In de jaren tachtig was Olaf nog doelbewust uit op effect en het choqueren, zoals in zijn series Squares (1984-1990) en Chessmen (1988). In deze series portretteerde hij scènes van naakte bejaarden, mannen met erecties, kleine mensen en extreem dikke, naakte vrouwen, vaak in bondagekleding. Het subversieve nam in dit vroege werk een prominente plaats in, waardoor hij in zijn vroege carrière vooral bekend werd met zijn gewaagde transgressieve fotografie. In 1985 verscheen zijn eerste fotoboek, Stadsgezichten van Erwin Olaf, en Fragmenten uit: Het Amsterdamse dromenboek van Guus Luijters. In het boek Joy uit 1993 is veel van zijn vroege werk opgenomen.

Voor de serie Chessmen uit 1988 ontving hij de prijs voor jonge Europese fotografen. In de jaren negentig maakte Olaf nog verschillende andere vrije series, waaronder Blacks (1990), Mind of their Own (1995), Mature (1998), Fashion Victims (2000) en Royal Blood (2000). In 1991 verscheen zijn eerste film, Tadzio, die hij samen met de schilder F. Franciscus maakte. In 2001/2002 volgde hij de serie Paradise ‘the Club’ en in 2002/3 de serie Separation.

Vanaf Separation werd Olaf genuanceerder. Thema's als kwetsbaarheid en eenzaamheid kwamen centraal te staan in zijn series Rain (2004), Hope (2005), Grief (2007), Fall (2008), Dusk (2009), Dawn (2010) en Hotel (2010).

De uitgever Aperture Foundation gaf een biografie uit. Tevens verschenen de fotoboeken Rain, Hope en Grief in respectievelijk 2006 en 2007. De bijbehorende tentoonstelling was te zien in onder meer het Fotomuseum Den Haag, het Secca Museum (North Carolina), het Forma Museum (Milaan), het Institut Néerlandais (Parijs), het Langhans Museum (Praag) en de Grand Manage in Moskou. Daarnaast heeft Olaf tentoonstellingen gehad in instellingen zoals het Stedelijk Museum in Amsterdam, de Frankfurter Kunstverein, het Museum of Contemporary Canadian Art in Toronto, Galleria Arte Moderna in Bologna, het Nederlands Instituut voor Mediakunst in Amsterdam, het Muzeum Sztuki w Łodzi in Łódź, Polen, het Chelsea Art Museum in New York, het Australian Centre for Photography in Sydney, het George Eastman House in New York, Maison européenne de la photographie in Parijs, DA2 in Salamanca, het FotoMuseum in Antwerpen, het Moscow Museum of Modern Art in Moskou en Space E6 in Shenzhen, China.

Olaf kwam onder andere in juli 2005 in het nieuws toen hij een fotomontage publiceerde voorstellende prinses Diana, met een bloederige Mercedes-Benz-ster in haar bovenarm. De hoogste prijs die ooit voor een foto van Olaf op een veiling is betaald, bedraagt 27.168 euro. Het bedrag werd in New York in oktober 2009 geboden op de foto Hope 5 uit de serie Hope portraits (2005).[1]

Naast fotografie maakt Olaf videoclips, korte documentaires en filmpjes voor kinderen. Zo heeft hij een aantal videoclips gemaakt voor Nederlandse artiesten waaronder Karin Bloemen en Paul de Leeuw. Sinds 2000 maakt hij tevens films die bestempeld kunnen worden als videokunst door hun vreemde thema's en het ontbreken van een plot.[2]

Erwin Olaf heeft veel gefotografeerd in opdracht van grote multinationals, zoals Heineken, Microsoft en Nokia. Dit ondanks dat hij soms kritisch kan uithalen naar grote merken, zoals in de serie Fashion Victims uit 2000. Afgelopen jaren heeft hij meer voor de bladen gewerkt: onder andere New York Times, Sunday Times, Liberation, Citizen K. Hij maakte diverse internationale campagnes voor Diesel, Nokia, Microsoft, Lavazza, BMW en vele andere merken. Daarnaast krijgt hij geregeld opdrachten van magazines zoals The New York Times Magazine, Le Monde, The Sunday Times Magazine, Elle en Citizen K. Zowel zijn reclamefotografie als zijn autonome werk zijn veelvuldig bekroond.

De afgelopen jaren heeft Erwin verschillende prijzen ontvangen, waaronder voor zijn oeuvre bij de Amerikaanse Lucies Awards. Erwin Olaf wordt vertegenwoordigd door HastedHuntKreatler Gallery (New York), Hamiltons Gallery (Londen), Flatland Gallery (Utrecht, Parijs), Espacio Minimo (Madrid). Het werk van Olaf is opgenomen in verschillende collecties wereldwijd, o.a. Elton John Collection, Groninger Museum, Het Stedelijk Museum, Caldic Collection, Den Haag Gemeentemuseum, Martin Margulies Collection.

In 2010 was Olaf één van de zes zomergasten bij de VPRO.

Olaf woont en werkt sinds de jaren tachtig in Amsterdam

Boekuitgaven

  • Joy (1993)
  • Silver
  • Rain, Hope (2006)
  • Grief (2007)
  • Erwin Olaf (biografie), 2008 Aperture Foundation

Zie ook

Externe link

  1. Recordprijs voor foto Erwin Olaf op Parool.nl]
  2. [1], overzicht van de videokunst van Erwin Olaf in de collectie van het Nederlands Instituut voor Mediakunst.