Elisabeth in Beieren (1837-1898): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 28: Regel 28:
== Leven ==
== Leven ==
Elisabeth was de tweede dochter van hertog [[Maximiliaan Jozef in Beieren]] en prinses [[Ludovika van Beieren|Ludovika]], dochter van koning [[Maximiliaan I Jozef van Beieren]]. Met haar zeven broers en zussen bracht ze een gelukkige kindertijd door in het [[Hertog-Max-Paleis]] aan de Ludwigstrasse nr. 8 in München. De hertogelijke familie had ook een zomerkasteeltje, Schloß Possenhofen, in [[Possenhofen]] aan de [[Starnberger See]]. Hun ouders hadden geen verplichtingen aan het Beiers hof en zo konden de kinderen onbekommerd ravotten en spelen. Elisabeth was bijzonder zorgeloos en liberaal opgevoed door haar vader.
Elisabeth was de tweede dochter van hertog [[Maximiliaan Jozef in Beieren]] en prinses [[Ludovika van Beieren|Ludovika]], dochter van koning [[Maximiliaan I Jozef van Beieren]]. Met haar zeven broers en zussen bracht ze een gelukkige kindertijd door in het [[Hertog-Max-Paleis]] aan de Ludwigstrasse nr. 8 in München. De hertogelijke familie had ook een zomerkasteeltje, Schloß Possenhofen, in [[Possenhofen]] aan de [[Starnberger See]]. Hun ouders hadden geen verplichtingen aan het Beiers hof en zo konden de kinderen onbekommerd ravotten en spelen. Elisabeth was bijzonder zorgeloos en liberaal opgevoed door haar vader.
fernand is homo

In [[1853]] begeleidde de 15-jarige Elisabeth haar moeder en oudere zuster [[Helene in Beieren|Helene]] op een reis naar het Oostenrijkse Ischl (tegenwoordig [[Bad Ischl]]), waar Helene de aandacht van haar 23-jarige neef, keizer Frans Jozef - die in Ischl zijn verjaardag zou vieren - moest trekken. Deze viel echter op Elisabeth (die op haar beurt eigenlijk leek voorbestemd voor Frans Jozefs broer [[Karel Lodewijk van Oostenrijk|Karel Lodewijk]]) en op [[24 april]] [[1854]] trouwde het paar in de Augustinerkerk in [[Wenen]].
In [[1853]] begeleidde de 15-jarige Elisabeth haar moeder en oudere zuster [[Helene in Beieren|Helene]] op een reis naar het Oostenrijkse Ischl (tegenwoordig [[Bad Ischl]]), waar Helene de aandacht van haar 23-jarige neef, keizer Frans Jozef - die in Ischl zijn verjaardag zou vieren - moest trekken. Deze viel echter op Elisabeth (die op haar beurt eigenlijk leek voorbestemd voor Frans Jozefs broer [[Karel Lodewijk van Oostenrijk|Karel Lodewijk]]) en op [[24 april]] [[1854]] trouwde het paar in de Augustinerkerk in [[Wenen]].



Versie van 25 mei 2010 14:14

Elisabeth van Oostenrijk
1837 - 1898
Elisabeth in Beieren
Keizerin-gemalin van Oostenrijk
Koningin-gemalin van Bohemen
Koningin-gemalin van Hongarije

Hertogin in Beieren

Periode 1854 - 1898
Voorganger Maria Anna van Sardinië
Opvolger Zita van Bourbon-Parma
Vader Maximiliaan Jozef in Beieren
Moeder Ludovika van Beieren
Portret door Franz Xaver Winterhalter, van de keizerin in ochtendjas werd gemaakt om te hangen in de privévertrekken van de keizer
Elisabeth als Koningin van Hongarije
Het wapen van Elisabeth
Postuum portret van Elisabeth van Oostenrijk (1899)

Elisabeth Amalie Eugenie von Wittelsbach (München, 24 december 1837 - Genève, 10 september 1898), hertogin in Beieren en prinses van Beieren, was door haar huwelijk met keizer Frans Jozef I keizerin van Oostenrijk en vanaf 8 juni 1867 tevens koningin van Hongarije.

Ze is algemeen bekend onder haar bijnaam Sisi, zoals haar familie haar noemde. Met deze naam ondertekende ze ook haar brieven naar intimi. Sommigen trekken dat in twijfel en geven de voorkeur aan Lisi. In de titel van de losjes op haar leven gebaseerde filmtrilogie werd de bijnaam als Sissi geschreven waardoor ook die naam wijdverbreid is.

Leven

Elisabeth was de tweede dochter van hertog Maximiliaan Jozef in Beieren en prinses Ludovika, dochter van koning Maximiliaan I Jozef van Beieren. Met haar zeven broers en zussen bracht ze een gelukkige kindertijd door in het Hertog-Max-Paleis aan de Ludwigstrasse nr. 8 in München. De hertogelijke familie had ook een zomerkasteeltje, Schloß Possenhofen, in Possenhofen aan de Starnberger See. Hun ouders hadden geen verplichtingen aan het Beiers hof en zo konden de kinderen onbekommerd ravotten en spelen. Elisabeth was bijzonder zorgeloos en liberaal opgevoed door haar vader. fernand is homo In 1853 begeleidde de 15-jarige Elisabeth haar moeder en oudere zuster Helene op een reis naar het Oostenrijkse Ischl (tegenwoordig Bad Ischl), waar Helene de aandacht van haar 23-jarige neef, keizer Frans Jozef - die in Ischl zijn verjaardag zou vieren - moest trekken. Deze viel echter op Elisabeth (die op haar beurt eigenlijk leek voorbestemd voor Frans Jozefs broer Karel Lodewijk) en op 24 april 1854 trouwde het paar in de Augustinerkerk in Wenen.

Elisabeth had van het begin af aan moeite zich aan de strenge Habsburgse hofetiquette te onderwerpen met name omdat ze in haar vrijheid werd beperkt. Zo bleef ze een buitenstaander. Ze baarde in korte tijd drie kinderen: aartshertogin Sophie (1855-1857), aartshertogin Gisela (1856-1932) en de ongelukkige kroonprins Rudolf (1858-1889). Ze mocht zich van haar schoonmoeder aartshertogin Sophie niet met de opvoeding van de kinderen bemoeien en na Rudolfs geboorte begon het huwelijk slechter te worden, vooral door de overspeligheid van Frans Jozef. Elisabeth ging zich steeds vreemder gedragen, zoals het verbergen van haar gezicht voor de buitenwereld toen ze ouder werd. Zelf heeft ze hierover gezegd: "Ik verberg mijn gezicht achter een waaier, zodat de dood ongestoord zijn werk kan doen." In haar familie, de Wittelsbachers, was waanzin een veelvoorkomende kwaal. Zo had Lodewijk II van Beieren, Elisabeths neef en vriend, hier ook last van. Elisabeth trok de aandacht door haar anorexia waardoor ze periodes last had van hongeroedeem en waterzucht. Ze probeerde allerlei speciale diëten, zoals het eten van slechts sinaasappels of het drinken van melk. Ze was steeds op reis en verwaarloosde haar man en haar plichten. Tijdens de reizen nam zij op zee en tijdens wilde ritten te paard zoveel risico dat er sprake moet zijn geweest van suïcidaal gedrag. Om het hof en haar man te ontlopen bezocht zij onder andere Madeira, Engeland, Nederland en Hongarije. Toen ze zag dat haar zoon zijn strenge militaire opvoeding niet aankon, ontstond er een groot conflict tussen Elisabeth en haar schoonmoeder. Het gevolg was dat Elisabeth Frans Jozef een ultimatum stelde, net na de zevende verjaardag van Rudolf. Ze eiste de zeggenschap over haar kinderen en haar complete vrijheid terug. Ze wilde ook dat graaf Leopold Gondrecourt, die verantwoordelijk was voor de nogal harde opvoeding van Rudolf, opstapte. Frans Jozef stemde toe en vanaf dat moment verloor aartshertogin Sophie veel van haar macht met betrekking tot Frans Jozef. Elisabeth stelde na het vertrek van Gondrecourt een andere leraar/opvoeder aan, de zeer liberale Joseph Latour von Thurmburg. Rudolf zou zijn moeder zijn leven lang dankbaar blijven omdat ze dat voor hem gedaan had, ook al was de relatie tussen moeder en zoon niet altijd even goed.

Elisabeth zag het als haar taak om Hongarije en Oostenrijk weer tot elkaar te brengen. De band tussen de beide landen was na de Hongaarse opstand van 1848 tegen de regering van Wenen zeer slecht. Elisabeth wist de landen te verenigen en in 1867 werd de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie opgericht. Elisabeth, die altijd al met de Hongaren had gesympathiseerd, werd koningin van Hongarije. Samen met haar echtgenoot werd ze in Boeda (Boedapest) op 8 juni 1867 tot koningin van Hongarije gekroond. Ongeveer 10 maanden later werd hun vierde kind Marie-Valerie (1868-1924) geboren. Met de toenemende populariteit van Elisabeth in Hongarije, daalde haar populariteit navenant in de overige koninkrijken en landen van de Donaumonarchie. Met name in het Habsburggetrouwe Bohemen zag men met argusogen aan hoe de opstandige Hongaren - onder invloed van Elisabeth - allerlei voorrechten kregen die henzelf werden onthouden.

Elisabeth op 30-jarige leeftijd (1867)

Elisabeth had niet alleen een grote liefde voor Hongarije. Ook Griekenland en - in navolging van haar lievelingsdichter Heinrich Heine - de Griekse klassieke oudheid, oefende een grote aantrekkingskracht op haar uit. Ze leerde zelfs Nieuwgrieks en was deze taal op een gegeven moment zo machtig dat ze een vertaling maakte van een novelle van een andere favoriete Duitse schrijver, Paul Heyse. Diens novelle Die Einsamen verscheen in een door de keizerin, onder het pseudoniem Gloriette, geschreven vertaling, te Athene, in 1893.[1] Op Korfoe liet ze een slot met de naam Achilleion bouwen, waar ze maar kort van heeft kunnen genieten. Het huis beviel haar bovendien meteen al niet. Nadat kosten noch moeite waren gespaard voor de bouw en inrichting, liet ze bijna meteen na oplevering een groot gedeelte van de meubels weer verschepen naar Wenen, waar ze werden opgeslagen. Na haar dood erfde haar dochter Gisela het huis dat ze in 1907 aan de Duitse keizer Wilhelm II verkocht. Ze werd ook beroemd om haar invloed op de mode en om haar schoonheid, dieet, lichamelijke oefeningen en sport, die haar het uiterlijk gaven van een anorexia nervosa-patiënte. Elisabeth was 1 meter 72 lang en woog in 1892 slechts 46 kilo. Over het algemeen woog ze tussen de 45 en 50 kilo, buiten haar zwangerschappen om uiteraard. Toen er voor het eerst sporttoestellen werden besteld voor in de Hoffburg, dacht men dat deze voor Franz Jozef en andere heren bedoeld waren. Men was dan ook zeer verbaasd toen men vernam dat deze sporttoestellen voor Elisabeth bedoeld waren. In haar jonge jaren was Elisabeth beroemd om haar schoonheid maar de tand des tijds sloeg haar ook niet over, net zoals bij ieder ander mens. Op middelbare leeftijd was ze, vooral in haar eigen ogen, niet mooi meer en haar huid was sterk verouderd. Daarom verborg zij zich achter zware voiles en opgeheven waaiers, ook omdat ze het haatte aangestaard te worden. Er mochten vanaf 1875 geen foto's meer van haar worden gemaakt, zodat naar haar eigen zeggen haar schoonheid eeuwig zou blijven. De ouder wordende Elisabeth was steeds op reis of, zo men wil, op de vlucht.

In 1889 doodde de 30-jarige kroonprins Rudolf in Mayerling zijn 17-jarige geliefde barones Maria von Vetsera en pleegde daarna zelfmoord. Elisabeth kwam deze slag niet te boven en verzonk in een depressie. Vanaf dit moment droeg de keizerin alleen nog maar zwarte kleding en deed afstand van al haar sieraden. Elisabeth voelde zich schuldig aan de dood van haar zoon. Ze was zelf niet bij de bijzetting van haar zoon in de Kaisergruft aanwezig, maar een aantal dagen daarna bezocht ze het graf, een getuige hoorde Elisabeth roepen: "Rudolf, Rudolf!" Elisabeth probeerde zelfs via een medium, haar oude jeugdvriendin Irene Paumgarten, contact te krijgen met Rudolf.

Keizer Frans Jozef gaf de zelfmoord na enige tijd openlijk toe, maar alle informatie over de dood van de jongen was tot 1918 in Oostenrijk-Hongarije verboden. Aartshertog Frans Ferdinand werd de nieuwe troonopvolger. Voor Elisabeth begon een tijd van nog rustelozer reizen dan ze tot dan toe al had gedaan. Ze was vrijwel nooit meer in Wenen en reisde voor een deel zelfs op de bonnefooi, wat - gelet op het enorme gezelschap dat haar begeleidde - tot veel complicaties leidde. Ook ontwikkelde de keizerin in deze tijd de gewoonte om her en der onaangekondigd op visite te gaan. Onder meer de Britse koningin Victoria en de Nederlandse koning Willem III vielen deze "eer" te beurt. Ook verscheen ze onaangekondigd aan het Griekse hof. De wacht herkende haar niet en nam haar niet serieus toen ze vertelde dat ze de keizerin van Oostenrijk was. Uiteindelijk bleken de koning en koningin (George I en Olga) niet thuis te zijn. Daarop besloot Elisabeth dan maar langs te gaan bij de kroonprins, Constantijn. Die was evenmin thuis, maar zijn vrouw, de Pruisische prinses Sophie wel. De keizerin nodigde zichzelf uit en stond er op in het Grieks te converseren, hoewel de Griekse kroonprinses deze taal niet machtig was.[2]

Dood

Op 10 september 1898 werd Elisabeth in Genève door de Italiaanse anarchist Luigi Lucheni met een geslepen vijl doodgestoken. Lucheni had aanvankelijk de hertog van Orléans willen vermoorden, maar de hertog was niet in Genève en Luigi had niet genoeg geld om naar Italië te reizen. Een krant had melding gemaakt van de aankomst van de incognito, als gravin Hohenembs, reizende keizerin in het hotel Beau Rivage. Ze was daar op uitnodiging van de Familie Rothschild. Dit krantenbericht was ook Lucheni niet ontgaan. Hij begon het hotel in de gaten te houden. Om 13.40 uur wilde Elisabeth met de lijnboot naar Montreux terugvaren. Elisabeth en haar hofdame gravin Irma Sztáray liepen langs de kade langs het Meer van Genève, op weg naar de haven waar de lijnboot klaar lag, toen Lucheni zijn kans greep. Hij liep op de dames af, keek snel onder de parasol om er zeker van te zijn dat het de keizerin was, en stompte, met in zijn hand een vijl verborgen, hard op de borst van Elisabeth. Elisabeth viel, stond op, fatsoeneerde haar kapsel, liep vervolgens nog 100 meter naar de boot en zakte op de boot in elkaar, waar ze nog even bij kennis kwam. "Wat is er met mij gebeurd?", waren haar laatste woorden, voordat ze weer bewusteloos raakte. Op een geïmproviseerde draagbaar werd ze naar het hotel Beau Rivage teruggebracht en daar werd Elisabeth, zonder dat ze nog bij kennis was geweest, om 14.40u door de artsen doodverklaard.
De scherpe vijl had een kleine wond in het hartzakje en het hart zelf veroorzaakt. Op de huid was niet meer dan een kleine druppel bloed te zien, maar de keizerin stierf aan de inwendige bloeding. Elisabeth werd op 17 september 1898 in de Kapuzinergruft te Wenen bijgezet. Lucheni,werd tot levenslang veroordeeld, maar hing zich in 1910 met zijn eigen riem op. Bijna niemand nam hier notitie van. Voor Frans Jozef betekende de dood van zijn vrouw een zoveelste klap, na de zelfmoord van Rudolf en het overlijden van zijn schoonzus Sophie van Alençon-Orléans, die bij een brand tragisch om het leven was gekomen. Hij stelde als aandenken aan zijn vrouw een Elisabeth-Orde in en bouwde in 1901 als monument voor Elisabeth een kerk op de top van de Schneeberg.

Toen de aanslag plaatsvond had in Nederland juist Wilhelmina vier dagen eerder de troon bestegen. Wilhelminas moeder, prinses Emma, verlangde tevergeefs dat zij de geplande rijtoer die zij die middag - 10 september 1898 - door Den Haag zou maken, zou afgelasten.

Destijds vormden vooral gewelddadige anarchisten een bedreiging voor vorsten en regeringsleiders. De Amerikaanse president James Garfield was in 1881 vermoord, de Russische tsaar Alexander II eveneens in datzelfde jaar. Later, in respectievelijk 1908 en 1913, werden de koning van Portugal en de koning van Griekenland vermoord [3].

Kinderen

De erfenis van de Keizerin

Elisabeth liet haar kinderen en kleindochter een groot vermogen (10 miljoen gulden of €4.5 miljoen, in 2001 een miljard schilling) na. Zij had haar echtgenoot voor haar kostbare reizen, paarden en bouwproject laten betalen maar belegde ondertussen haar ruime toelage in Zwitserland. Haar kostbare juwelen waren spoorloos. De 600 gedrukte bladzijden vullende, vaak met haar man en zijn hof spottende, gedichten die de Keizerin in de trant van haar geliefde voorbeeld Heinrich Heine schreef waren vanwege hun republikeinse sympathieën aan de zorg van de Zwitserse regering toevertrouwd. Zij mochten pas in 1950 worden uitgegeven en de opbrengst was voor "de voor politieke misdrijven veroordeelden" in Oostenrijk en weeskinderen. Pas in 1980 werden de gedichten uitgegeven, onder redactie van Elisabeths biografe Brigitte Hamann. Voor welke politiek vervolgden de opbrengsten precies bedoeld waren, is niet bekend. De gedichten werden overigens nauwelijks gekocht, zodat van winst geen sprake was.

De mythe

Elisabeth heeft tegenwoordig een welhaast mythische status, maar haar rol in en invloed op de politiek moet niet overschat worden. In de Oostenrijkse geschiedschrijving wordt ze maar zijdelings genoemd. In de 20e eeuw werd ze tot een icoon vergelijkbaar met prinses Diana: een vrijheidslievende geest in het starre hofceremonieel, een tragisch figuur. Haar leven heeft film- en theatermakers en schrijvers geïnspireerd.

Zeer bekend ook in Nederland en België is de Sissi-trilogie van Ernst Marischka met de destijds nog onbekende Romy Schneider in de titelrol:

Deze films worden in veel landen nog regelmatig op tv uitgezonden en hebben veel aan de mythe Sissi bijgedragen. Haar levensverhaal werd in 1991 opnieuw verfilmd onder de titel Sissi en in Wenen ging in 1992 de musical Elisabeth in première. In het keizerlijk paleis van Wenen bevindt zich direct naast het appartement van de keizer een Sissi-museum, dat vooral aan haar privéleven is gewijd. In 1997 werd de animatie-serie Princess Sissi geproduceerd.

De in 1991 gemaakte film, die het werkelijke leven van de depressieve en neurotische Keizerin liet zien, werd bij het grote publiek geen succes.

Van 1999 tot en met 2001 werd in het Scheveningse Circustheater de musical Elisabeth opgevoerd met Pia Douwes in de rol van Elisabeth, Stanley Burleson als de Dood die in haar fantasie steeds belangrijker werd, Jeroen Phaff als Keizer Franz Joseph, Doris Baaten als Aartshertogin Sophie, Addo Kruizinga als Rudolf (zoon van Elisabeth) en Wim Van Den Driessche als Lucheni. Pia Douwes speelde de rol ook in Wenen en in het Duitse Essen en Berlijn. Addo Kruizinga heeft zowel in Wenen als in Essen de rol van Der Tot gespeeld. In Nederland was hij understudy voor deze rol.

In 2009 werd in de Stadsschouwburg in Antwerpen ook de musical Elisabeth gebracht. Dit keer speelde Ann Van Den Broeck de rol van Elisabeth, Annemie Gils die van Aartshertogin Sophie, Jan Schepens speelde Luigi Lucheni, De dood werd vertolkt door Oliver Arno en Rudolf werd gespeeld door Thomas Hohler

Over Elisabeth zijn talrijke boeken geschreven. Ook Nederlandse auteurs, zoals Martin Ros en Wim Ewalt, schreven biografieën over de keizerin. Lucas Zandberg schreef een roman over het werkelijke leven van Elisabeth.

Noten

  1. Brigitte Hamann, Elisabeth. Kaiserin wider Willen. München, 1981,1997, blz. 470
  2. aldaar, blz 562 e.v.
  3. Nico de Fijter "De nabijheid van het koningshuis", in dagblad Trouw, 1 mei 2009, pag. 18-19
Zie de categorie Empress Elisabeth of Austria van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.