Edward Elgar

Edward William Elgar

Sir Edward William Elgar (Broadheath, 2 juni 1857Worcestershire, 23 februari 1934) was een Brits componist wiens werk tot de late Romantiek gerekend wordt.

Jeugd en opleiding

Elgar werd geboren in Broadheath, een dorp gelegen in de buurt van Worcester. Zijn vader was pianostemmer en -handelaar en verkocht tevens bladmuziek. In het gezin werd veel gemusiceerd. Elgar was praktisch autodidact. Hij ontwikkelde zich snel in het zeer muzikale gezin waarin hij viool, altviool en orgel leerde bespelen. Ook kreeg hij muziekleer en kon zo zich later ontwikkelen tot concertmeester, arrangeur en dirigent. Hij arrangeerde muziek voor verschillende ensembles en speelde zelf in verschillende bands en orkesten. Bekendheid kreeg hij dankzij enkele nu nog bekende salonstukken en de ouverture Froissart, die zijn première beleefde op het Worcester Festival van 1890. Dit werd gevolgd door een aantal koorwerken, The Black Knight uit 1893, gevolgd door The saga of King Olaf (1896) en Caractacus uit 1898. Zijn geslaagdste oratorium is The Dream of Gerontius (1900) op teksten van kardinaal John Henry Newman.

Bekendste werken

Zijn bekendste werken zijn waarschijnlijk de Enigma Variations (1899) en de Pomp and Circumstance Marches nrs. 1-5 op. 39 (1901-07). De eerste mars met daarin Land of Hope and Glory heeft de grootste bekendheid gekregen, maar ook de vierde werd zeer populair. De Enigmavariaties beziten een grote afwisseling in sfeer en subtiele portrettering. De Nimrodvariatie doet enigszins denken aan een adagio van Anton Bruckner. Elgar orkestreerde in 1916 het lied Jerusalem van Charles Hubert Parry, dat nog elk jaar tijdens de Last Night of the Proms door het publiek wordt meegezongen. Elgar's eerste symfonie werd enthousiast ontvangen: in één jaar vonden meer dan honderd uitvoeringen plaats. In deze symfonie hanteerde Elgar een terugkerend thema als motto. Zijn tweede symfonie wordt door kenners beschouwd als kwalitatief gelijkwaardig aan de eerste, maar werd minder bekend. Zijn Vioolconcert schreef Elgar speciaal voor Fritz Kreisler. Na de Eerste Wereldoorlog nam Elgars productiviteit - na veertig jaar - snel af. Uit zijn laatste periode dateert zijn Celloconcert. Hij schreef ook nog een kort orkestwerk over de cairnterriër Mina en begon aan een derde symfonie, die echter onvoltooid bleef. Elgar dirigeerde een aantal plaatopnamen van zijn orkestwerken. Hij schreef ook werken voor kamerkoor en kamermuziek. Zijn a capella koorwerken en anthems zijn bekend gebleven. Ook zijn kamermuziek wordt nog gespeeld en ook zijn orgelsonate ('met daarin een opmerkelijk presto commodo) wordt van tijd tot tijd nog uitgevoerd.

Klassieke werk en docentschap

Meer nog dan Charles Villiers Stanford en Hubert Parry bracht Elgar de Engelse klassieke muziek eind negentiende eeuw op een hoger en internationaal niveau. Ook zijn talent voor orkestratie werkte hier aan mee. Elgar was hoogleraar in Birmingham en stond bekend om zijn kennis van en publicaties over de Engelse literatuur. Hij bezat een opmerkelijke fascinatie voor woordspelingen, puzzels, palindrooms en mystificatie. Dat bleek ook in zijn muziek. Aan de Enigma Variaties zijn raadsels verbonden. De herkomst van het raadselthema (Enigma) bijvoorbeeld. Het duurde bijna tachtig jaar voordat de Nederlandse musicoloog Theodore van Houten bewees dat het hoofdmotief van de variaties aan Rule Britannia ontleend was. Het stuk bevatte verwijzingen naar Beethoven's Pathétique Sonate, Mendelssohn's 'Meeresstille' en Mozart (Cosi fan tutte, Praagse Symfonie, G Moll Symfonie), maar bleek thuis te horen in het muzikaal nationalisme van rond 1900. Het Britse imperium was op zijn hoogtepunt toen de variaties werden geschreven (1898/99) en de Boerenoorlog dreigde. Rule Brittania en John Bull zijn in de Enigma Variaties terug te vinden in de reeks in muziek geportretteerde personen, waar het orkeststuk uit bestaat. John Bull is zelfs compleet in de muziek aanwezig, met bulldog.

Lijst van composities

Theaterwerken

  • Music for a Children's Play, 1867-1871, revisie 1879-1881, daarna gebruikt in orkestsuites The Wand of Youth;
  • Grania and Diarmid, op. 42 (toneelmuziek), 1901;
  • The Crown of India, op. 66 (imperial masque), 1911-1912;
  • The Starlight Express, op. 78 (toneelmuziek), 1915;
  • The Sanguine Fan, op. 81 (ballet), 1917;
  • Arthur (toneelmuziek), 1923;
  • Beau Brummel (toneelmuziek), 1928;
  • The Spanish Lady, op.89 (opera), incompleet

Werken voor koor en orkest

  • Spanish Serenade, op. 23;
  • The Black Knight, op. 25, cantate, 1889-1892;
  • Two Partsongs, op. 26, 1903;
  • From the Bavarian Highlands, op. 27, 1896;
  • The Light of Life (Lux Christi), op. 29, oratorium, 1896;
  • Scenes from the Saga of King Olaf, op. 30, cantate, 1894-1896;
  • The Banner of St George, op. 33, ballade, 1895, revisie 1897;
  • Te Deum, Benedictus, op. 34, 1897;
  • Caractacus, op. 35, cantate, 1897-1898;
  • The Dream of Gerontius, op. 38, oratorium, 1899-1900;
  • Coronation Ode, op. 44, 1901-1902, revisie 1911;
  • The Apostles, op. 49, oratorium, 1902-1903;
  • The Kingdom, op. 51, oratorium, 1901-1906;
  • The Last Judgement, oratorium, 1906-1933, incompleet;
  • O Hearken Thou, off, op. 64, 1911;
  • Great is the Lord, op. 67, anthem, 1913;
  • The Music Makers, op. 69, ode, 1912;
  • The shower (To miss Frances Smart, Malvern, from a poem by Henry Vaughan (1621-1659)), op. 71, no 1, 1914
  • Give unto the Lord, op. 74, 1914;
  • The Spirit of England, op. 80, 1915-1917;
  • Pageant of Empire, 1924

Orkestwerken

  • Menuetto (Scherzo), 1878;
  • Air de ballet, 1882;
  • Sérénade Lyrique, 1898;
  • The Wand of Youth, suite no. 1, op. 1a, 1907; The Wand of Youth, suite no. 2, op. 1b, 1908;
  • Cantique, op. 3, voor klein orkest, 1912;
  • Sevillana, op. 7, 1884;
  • Three Characteristic Pieces, op. 10, 1899;
  • Sursum corda, op. 11 (Elevation), 1894;
  • Salut d'amour, op. 12, 1899;
  • Chanson de nuit, Chanson de matin, op. 15, voor klein orkest, 1899, 1901;
  • Froissart, ouverture, op. 19, 1890;
  • Serenade voor strijkers, op. 20, 1892;
  • Minuet, op. 21, 1897;
  • Six Very Easy Pieces, op. 22
  • Three Bavarian Dances, 1897;
  • Imperial March, op. 32, 1897;
  • Variations on an Original Theme ('Enigma'), op. 36, 1898-1899;
  • Serenade lyrique, voor klein orkest, 1899;
  • Pomp and Circumstance Marches no. 1-5, op. 39, 1901-30;
  • Cockaigne (In London Town), ouverture, op. 40, 1900-01;
  • Funeral March, uit Grania and Diarmid, 1902;
  • Dream Children, op. 43, voor klein orkest, 1902;
  • Introduction and Allegro, op. 47, voor strijkkwartet en strijkers, 1904-1905;
  • In the South (Alassio), op. 50, ouverture, 1903-1904, gedeelte voor klein orkest omgewerkt als In the Moonlight (Canto popolare);
  • Triumphal March [uit Caractacus], 1905;
  • Symfonie no. 1, op. 55, 1907-1908;
  • Elegy, voor strijkers, op. 58, 1909;
  • Vioolconcert, op. 61, 1909-1910;
  • Romance voor hobo en orkest, op. 62, 1909;
  • Symfonie no. 2, op. 63, 1909-1911;
  • Coronation March, op. 65, 1911;
  • Suite, uit The Crown of India, op. 66a, 1912;
  • Falstaff, symfonische studie, op. 68, 1913;
  • Carissima, voor klein orkest, 1914;
  • Sospiri, voor harp, orgel en strijkers, op. 70, 1914;
  • Rosemary, 1915;
  • Polonia, symfonische prelude, op. 76, 1915;
  • Cello concerto, op. 85, 1919;
  • Overture in D (gearrangeerd door Elgar, naar Händel’s Chandos Anthem no. 2);
  • Fantasia and Fugue in C minor (gearrangeerd door Elgar naar Bach), op. 86, 1921;
  • Empire March, 1924;
  • Civic Fanfare, 1927;
  • May Song, 1928;
  • Minuet, uit Beau Brummel, 1929;
  • Severn Suite, op. 87a, 1932;
  • Nursery Suite, 1931;
  • Mina, voor klein orkest, 1933;
  • Symfonie no. 3, op. 88, alleen schetsen, 1932-1934, bewerkt door Anthony Payne, 1993-1995;
  • Pianoconcert, op. 90, incompleet, alleen schetsen, 1909-1932, bewerkt door R. Walker, 2004;

Werken voor solostem en orkest

  • Sea Pictures, op. 37, voor alt en orkest, 1897-1899;
  • There are Seven that Pull the Thread (Yeats) (uit Grania and Diarmid), voor solostem en orkest, 1902;
  • Pleading, op. 48, 1908;
  • Song cycle, op. 59, 1909-1910;
  • Song cycle, op. 60, 1910;
  • Suite uit The Starlight Express, voor sopraan, bas en orkest, 1916

Externe links