Eduard van Beinum: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Oskkar (overleg | bijdragen)
k ons land --> Nederland
Waterkant (overleg | bijdragen)
lf; wikificering versterkt; enige literatuur
Regel 3: Regel 3:
Van Beinum werd in een muzikale familie te Arnhem geboren. Zijn vader was bassist, zijn grootvader dirigent en zijn broer Co van Beinum was [[violist]]. Van Beinum kreeg al jong vioolles en pianoles. Na zijn studie aan het conservatorium werd hij veel gevraagd als pianosolist.
Van Beinum werd in een muzikale familie te Arnhem geboren. Zijn vader was bassist, zijn grootvader dirigent en zijn broer Co van Beinum was [[violist]]. Van Beinum kreeg al jong vioolles en pianoles. Na zijn studie aan het conservatorium werd hij veel gevraagd als pianosolist.


Zijn eerste aanstelling als dirigent aanvaarde hij in Zutphen in 1925. Hij dirigeerde aldaar de Zutphense Orkest Vereeniging en het toonkunstkoor. In Zutphen openbaarde zich al de toekomstige grote meester met ambitieuze concerten met behulp van de professionele Arnhemse Orkestvereniging. Zijn roeping als dirigent werd blijvend. In [[1927]] werd hij dirigent bij de [[Haarlemsche Orkest Vereeniging]] en kreeg daar in muzikaal en artistiek opzicht de vrije hand. Hij besteedde veel aandacht aan Franse componisten als [[Hector Berlioz]], [[César Franck]] en [[Claude Debussy|Debussy]], [[Maurice Ravel|Ravel]] en [[Albert Roussel|Roussel]]. Ook schuwde hij niet moderne Nederlandse componisten als [[Hendrik Andriessen]], [[Willem Pijper]] en [[Guillaume Landré]] op het programma te zetten.
Zijn eerste aanstelling als dirigent aanvaarde hij in Zutphen in 1925. Hij dirigeerde aldaar de Zutphense Orkest Vereeniging en het toonkunstkoor. In Zutphen openbaarde zich al de toekomstige grote meester met ambitieuze concerten met behulp van de professionele [[Het Gelders Orkest|Arnhemse Orkestvereniging]]. Zijn roeping als dirigent werd blijvend. In [[1927]] werd hij dirigent bij de [[Haarlemsche Orkest Vereeniging]] en kreeg daar in muzikaal en artistiek opzicht de vrije hand. Hij besteedde veel aandacht aan Franse componisten als [[Hector Berlioz]], [[César Franck]] en [[Claude Debussy|Debussy]], [[Maurice Ravel|Ravel]] en [[Albert Roussel|Roussel]]. Ook schuwde hij niet moderne Nederlandse componisten als [[Hendrik Andriessen]], [[Willem Pijper]] en [[Guillaume Landré]] op het programma te zetten.


Hij kreeg buiten Haarlem grote bekendheid en werd uitgenodigd als gastdirigent van het [[Concertgebouworkest]]. Na zijn eerste optredens werd hij gevraagd tweede dirigent van het Concertgebouworkest te worden. Van Beinum had een totaal andere manier van dirigeren dan [[Willem Mengelberg]], Mengelberg was zeer dominant, Van Beinum stond veel meer tussen zijn muzikanten. Hij kreeg aanbiedingen om eerste dirigent te worden in [[Utrecht (stad)|Utrecht]] en [[Den Haag]], maar door toedoen van de orkestleden die hun geliefde dirigent niet wilden zien vertrekken werd hij benoemd tot "tweede eerste dirigent" en zou mogelijk op termijn Mengelberg kunnen opvolgen. Hij vervulde gastdirigentschappen in [[Polen]], [[Rusland]], [[België]] en [[Duitsland]].
Hij kreeg buiten Haarlem grote bekendheid en werd uitgenodigd als gastdirigent van het [[Concertgebouworkest]]. Na zijn eerste optredens werd hij gevraagd tweede dirigent van het Concertgebouworkest te worden. Van Beinum had een totaal andere manier van dirigeren dan [[Willem Mengelberg]], Mengelberg was zeer dominant, Van Beinum stond veel meer tussen zijn muzikanten. Hij kreeg aanbiedingen om eerste dirigent te worden in [[Utrecht (stad)|Utrecht]] en [[Den Haag]], maar door toedoen van de orkestleden die hun geliefde dirigent niet wilden zien vertrekken werd hij benoemd tot "tweede eerste dirigent" en zou mogelijk op termijn Mengelberg kunnen opvolgen. Hij vervulde gastdirigentschappen in [[Polen]], [[Rusland]], [[België]] en [[Duitsland]].
Naast de bestaande Mahler-traditie (door Mengelberg, die er in de oorlogsjaren overigens afstand van deed) introduceerde Van Beinum de symfonieen van Bruckner in Nederland. De Mahler- en Bruckneruitvoeringen werden een blijvende traditie en specialiteit van het Concertgebouworkest. Van Beinum was in die zin de wegbereider van Jochum en Haitink.
Naast de bestaande Mahler-traditie (door Mengelberg, die er in de oorlogsjaren overigens afstand van deed) introduceerde Van Beinum de symfonieen van Bruckner in Nederland. De Mahler- en Bruckneruitvoeringen werden een blijvende traditie en specialiteit van het Concertgebouworkest. Van Beinum was in die zin de wegbereider van [[Eugen Jochum]] en [Bernhard Haitink]].


Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft hij, in tegenstelling tot Mengelberg, enkele malen geprotesteerd tegen de eisen van de Duitsers. Hij heeft wel concerten voor de bezetters gedirigeerd, wat hem na de oorlog op een berisping kwam te staan. Na de oorlog werd Van Beinum chef-dirigent en haalde het orkest uit het dal. Hij zette veel componisten van wie de werken in de oorlog verboden waren als [[Entartete Kunst]] weer op het programma en oogste in binnen- en buitenland vele successen. Tussen [[1947]] en [[1950]] was hij eerste dirigent van het [[London Philharmonic Orchestra]]. In [[1956]] volgde een chef-dirigentschap bij het Los Angeles Philharmonic Orchestra.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft hij, in tegenstelling tot Mengelberg, enkele malen geprotesteerd tegen de eisen van de Duitsers. Hij heeft wel concerten voor de bezetters gedirigeerd, wat hem na de oorlog op een berisping kwam te staan. Na de oorlog werd Van Beinum chef-dirigent en haalde het orkest uit het dal. Hij zette veel componisten van wie de werken in de oorlog verboden waren als [[Entartete Kunst]] weer op het programma en oogste in binnen- en buitenland vele successen. Tussen [[1947]] en [[1950]] was hij eerste dirigent van het [[London Philharmonic Orchestra]]. In [[1956]] volgde een chef-dirigentschap bij het [[Los Angeles Philharmonic Orchestra]].


Hij ontving [[eredoctoraat|eredoctoraten]] van de [[Rutgers University New Brunswick]] in [[New Jersey]] en van de [[Universiteit van Amsterdam]].
Hij ontving [[eredoctoraat|eredoctoraten]] van de [[Rutgers University]] in [[New Jersey]] en van de [[Universiteit van Amsterdam]].


Van Beinum, die leed aan een hartkwaal, stierf op [[13 april]] [[1959]] tijdens een repetitie met het orkest van de 1e Symfonie van Johannes Brahms.
Van Beinum, die leed aan een hartkwaal, stierf op [[13 april]] [[1959]] tijdens een repetitie met het orkest van de [[Symfonie nr. 1 (Brahms)|Eerste Symfonie]] van [[Johannes Brahms]].


De [[Eduard van Beinum Stichting]], die zich ten doel stelt jonge talentvolle kunstenaars te stimuleren is naar hem vernoemd.
De [[Eduard van Beinum Stichting]], die zich ten doel stelt jonge talentvolle kunstenaars te stimuleren, is naar hem vernoemd.

==Literatuur==
*Bart van Beinum, ''Eduard van Beinum. Over zijn leven en werk'' (Bussum 2000).
*Truus van Lier, ''Eduard van Beinum 1900-1959. Musicus tussen musici. Biografie'' (Bussum-Amsterdam 2004).


[[Categorie:Nederlands dirigent|Beinum, Eduard van]]
[[Categorie:Nederlands dirigent|Beinum, Eduard van]]

Versie van 22 mei 2009 22:23

Eduard van Beinum (Arnhem, 3 september 1900Amsterdam, 13 april 1959) was dirigent van het Concertgebouworkest.

Van Beinum werd in een muzikale familie te Arnhem geboren. Zijn vader was bassist, zijn grootvader dirigent en zijn broer Co van Beinum was violist. Van Beinum kreeg al jong vioolles en pianoles. Na zijn studie aan het conservatorium werd hij veel gevraagd als pianosolist.

Zijn eerste aanstelling als dirigent aanvaarde hij in Zutphen in 1925. Hij dirigeerde aldaar de Zutphense Orkest Vereeniging en het toonkunstkoor. In Zutphen openbaarde zich al de toekomstige grote meester met ambitieuze concerten met behulp van de professionele Arnhemse Orkestvereniging. Zijn roeping als dirigent werd blijvend. In 1927 werd hij dirigent bij de Haarlemsche Orkest Vereeniging en kreeg daar in muzikaal en artistiek opzicht de vrije hand. Hij besteedde veel aandacht aan Franse componisten als Hector Berlioz, César Franck en Debussy, Ravel en Roussel. Ook schuwde hij niet moderne Nederlandse componisten als Hendrik Andriessen, Willem Pijper en Guillaume Landré op het programma te zetten.

Hij kreeg buiten Haarlem grote bekendheid en werd uitgenodigd als gastdirigent van het Concertgebouworkest. Na zijn eerste optredens werd hij gevraagd tweede dirigent van het Concertgebouworkest te worden. Van Beinum had een totaal andere manier van dirigeren dan Willem Mengelberg, Mengelberg was zeer dominant, Van Beinum stond veel meer tussen zijn muzikanten. Hij kreeg aanbiedingen om eerste dirigent te worden in Utrecht en Den Haag, maar door toedoen van de orkestleden die hun geliefde dirigent niet wilden zien vertrekken werd hij benoemd tot "tweede eerste dirigent" en zou mogelijk op termijn Mengelberg kunnen opvolgen. Hij vervulde gastdirigentschappen in Polen, Rusland, België en Duitsland. Naast de bestaande Mahler-traditie (door Mengelberg, die er in de oorlogsjaren overigens afstand van deed) introduceerde Van Beinum de symfonieen van Bruckner in Nederland. De Mahler- en Bruckneruitvoeringen werden een blijvende traditie en specialiteit van het Concertgebouworkest. Van Beinum was in die zin de wegbereider van Eugen Jochum en [Bernhard Haitink]].

Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft hij, in tegenstelling tot Mengelberg, enkele malen geprotesteerd tegen de eisen van de Duitsers. Hij heeft wel concerten voor de bezetters gedirigeerd, wat hem na de oorlog op een berisping kwam te staan. Na de oorlog werd Van Beinum chef-dirigent en haalde het orkest uit het dal. Hij zette veel componisten van wie de werken in de oorlog verboden waren als Entartete Kunst weer op het programma en oogste in binnen- en buitenland vele successen. Tussen 1947 en 1950 was hij eerste dirigent van het London Philharmonic Orchestra. In 1956 volgde een chef-dirigentschap bij het Los Angeles Philharmonic Orchestra.

Hij ontving eredoctoraten van de Rutgers University in New Jersey en van de Universiteit van Amsterdam.

Van Beinum, die leed aan een hartkwaal, stierf op 13 april 1959 tijdens een repetitie met het orkest van de Eerste Symfonie van Johannes Brahms.

De Eduard van Beinum Stichting, die zich ten doel stelt jonge talentvolle kunstenaars te stimuleren, is naar hem vernoemd.

Literatuur

  • Bart van Beinum, Eduard van Beinum. Over zijn leven en werk (Bussum 2000).
  • Truus van Lier, Eduard van Beinum 1900-1959. Musicus tussen musici. Biografie (Bussum-Amsterdam 2004).