Echtscheiding: verschil tussen versies

Bij een echtscheiding wordt een huwelijk beëindigd. Alle juridische banden die de twee partners hebben, worden verbroken. Elke partner kan, als hij of zij dat willen, opnieuw met iemand trouwen of een geregistreerd partnerschap sluiten.

Scheiding van tafel en bed

Bij een scheiding van tafel en bed blijven de partners volgens de wet getrouwd. Door de scheiding van tafel en bed gelden bepaalde rechten en plichten die verbonden zijn aan het huwelijk niet meer. Een scheiding van tafel en bed kan een oplossing zijn als iemand om godsdienstige of financiële redenen geen echtscheiding wilt. Bij ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed is het huwelijk definitief beëindigd en kunnen de partners opnieuw trouwen of een geregistreerd partnerschap sluiten.

Flitsscheiding

Voor een (echt)scheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk moeten de partners naar de rechter en hebben zij een advocaat nodig. In Nederland is echter door een maas in de wet ook een flitsscheiding mogelijk. De partners wijzigen hun huwelijk in een geregistreerd partnerschap, hetgeen eenvoudig kan bij het loket van de burgelijke stand in de gemeente. Het partnerschap kan vervolgens zonder tussenkomst van een rechter bij een advocaat of notaris worden beëindigd. Dit is echter alleen aan te raden als beide partners het eens zijn over de scheiding en de financiële afwikkeling daarvan.

Procedure

In Nederland is echtsscheiding alleen mogelijk als de verbintenis duurzaam is ontwricht. Er is sprake van duurzame ontwrichting, als de verhouding binnen het huwelijk zo moeilijk is geworden, dat het niet mogelijk is om nog langer bij elkaar te blijven.

Een echtscheiding kan alleen worden aangevraagd in de volgende gevallen:

• beide partners hebben allebei de Nederlandse nationaliteit;
• één van de partners heeft de Nederlandse nationaliteit en de partner die de Nederlandse nationaliteit heeft, woont ten minste zes maanden in Nederland;
• de partners hebben allebei niet de Nederlandse nationaliteit, maar ten minste één van beiden heeft voorafgaand aan het scheidingsverzoek 1 jaar in Nederland gewoond.

Een huwelijkspartner kan op elk moment na de huwelijkssluiting om een echtscheiding vragen en hoeft niet een bepaalde periode getrouwd te zijn geweest. Men kan bij wijze van spreken op dezelfde dag van de huwelijkssluiting een echtscheiding aanvragen.

Een scheidingsprocedure begint met een verzoekschrift aan de rechter. Het verzoekschrift kan iemand alleen indienen, maar ook samen met de andere partner. Als er een eenzijdig verzoek om scheiding wordt ingediend, kan het zijn dat de partner bezwaar heeft tegen dit verzoek of de nevenvoorzieningen. De partner kan dan verweer voeren.

In het verzoekschrift kan een partner vragen om één of meer nevenvoorzieningen. Dit is een beslissing van de rechter over een verzoek dat samenhangt met de scheiding.

De rechter kan een nevenvoorziening treffen voor:

• het gezag over en de omgang met de minderjarige kinderen;
• de alimentatie voor de partner of de kinderen;
• de boedelverdeling;
• de huur van de echtelijke woning;
• andere zaken die met de scheiding samenhangen.

Een verzoek om scheiding dient men in bij de rechtbank in het arrondissement waar men woont. Het verzoekschrift wordt via de advocaat naar de rechtbank gestuurd. Als de partners samen om de scheiding vragen en zij zijn het eens over de gevolgen of denkt het eens te kunnen worden, dan hoeven zij samen maar één advocaat te nemen. Bij een eenzijdig verzoek moeten beide partners allebei een eigen advocaat nemen.

Als alle stukken bij de rechtbank zijn, wordt er een datum vastgesteld voor de zitting. De partners krijgen hiervoor een oproep. Zij zijn niet verplicht om naar de zitting te komen. Tijdens de zitting vraagt de rechter aan de partners of zij nog iets willen zeggen dat van belang kan zijn voor de beslissing. Als iedereen aan het woord is geweest, deelt de rechter mee wanneer hij de beslissing neemt.

Er vindt geen zitting plaats als:

• er een eenzijdig verzoek is ingediend;
• er geen verweer is binnengekomen;
• er geen minderjarige kinderen van 12 jaar of ouder zijn, die hun mening moeten geven over het gezag.

De rechter beslist dan op basis van het verzoekschrift en andere stukken.

Na de zitting neemt de rechter de beslissing. De beslissing wordt schriftelijk vastgelegd. Dit wordt een beschikking genoemd. De partners krijgen de beschikking via hun advocaat thuisgestuurd.

Als een partner het niet eens is met de beschikking van de scheiding, kan deze in hoger beroep gaan bij het Gerechtshof. Het Hof bekijkt de zaak opnieuw en geeft daarna een beschikking. Is de partnres het niet eens met de beschikking van het Hof, dan kunt deze beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De Hoge Raad bekijkt de zaak niet opnieuw. De Raad gaat alleen na of het recht goed is toegepast.

Voorlopige voorziening

Een scheidingsprocedure kan veel tijd kosten als de partners het niet eens zijn over de dingen die geregeld moeten worden, zoals het gezag over de kinderen of de alimentatie. Het kan dan wenselijk zijn een voorlopige voorziening te laten treffen. Dit is een voorlopige beslissing van de rechter over de zaken waar u het niet over eens kunt worden. Zo'n beslissing geldt alleen tijdens de procedure. Tegen deze beslissing kunnen de partners niet in hoger beroep gaan.

Een partner kan een voorlopige voorziening via de advocaat aanvragen. Men kan dit tijdens de scheidingsprocedure doen of vóórdat de scheidingsprocedure is gestart.

Convenant

Als de partners het eens zijn over de scheiding en de gevolgen, kunnen zij afspraken vastleggen in een convenant. De scheidingsprocedure kan in dit geval sneller verlopen dan wanneer er onenigheid tussen beiden bestaat. Als zij het eens zijn over de scheiding en de gevolgen, dient via de advocaat een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding ingediend te worden bij de rechtbank. De partners zijn dan binnen drie maanden gescheiden.

Scheiding definitief

De scheiding is definitief als de beschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Voor de inschrijving moeten de partners een verzoek indienen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit regelt de advocaat. Het verzoek moet worden ingediend binnen zes maanden nadat de beschikking is afgegeven.

Bron

De tekst op deze pagina of een eerdere versie daarvan is grotendeels afkomstig van de website van Postbus 51.