Dries van Agt: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Koektrommel (overleg | bijdragen)
- oude meuk, verouderde gesproken tekst; zie ook kroeg overleg
Eelco R'dam (overleg | bijdragen)
Regel 36: Regel 36:
Van [[6 juli]] [[1971]] tot [[11 mei]] [[1973]] was hij voor de [[Katholieke Volkspartij]] (KVP) [[Ministerie van Justitie (Nederland)|minister van Justitie]] in de kabinetten [[kabinet-Biesheuvel I|Biesheuvel I]] en [[kabinet-Biesheuvel II|Biesheuvel II]]. Bij een kennismakingsbijeenkomst met de pers zei hij te verwachten dat hij het met de zeer langdurige gevangenisstraf van de wegens oorlogsmisdaden veroordeelde [[Drie van Breda]] "nog moeilijker" zou hebben dan zijn voorganger, minister [[Carel Polak]], die als eerste hun mogelijke vrijlating aan de orde had gesteld, namelijk omdat hij, Van Agt, de oorlog minder bewust meegemaakt had, en bovendien "[[Arische ras|ariër]]" was. Voor het gebruik van de term "ariër", een centraal begrip uit de [[racisme|racistische]] theorieën van de [[nazi]]'s, bood hij later zijn excuses aan.
Van [[6 juli]] [[1971]] tot [[11 mei]] [[1973]] was hij voor de [[Katholieke Volkspartij]] (KVP) [[Ministerie van Justitie (Nederland)|minister van Justitie]] in de kabinetten [[kabinet-Biesheuvel I|Biesheuvel I]] en [[kabinet-Biesheuvel II|Biesheuvel II]]. Bij een kennismakingsbijeenkomst met de pers zei hij te verwachten dat hij het met de zeer langdurige gevangenisstraf van de wegens oorlogsmisdaden veroordeelde [[Drie van Breda]] "nog moeilijker" zou hebben dan zijn voorganger, minister [[Carel Polak]], die als eerste hun mogelijke vrijlating aan de orde had gesteld, namelijk omdat hij, Van Agt, de oorlog minder bewust meegemaakt had, en bovendien "[[Arische ras|ariër]]" was. Voor het gebruik van de term "ariër", een centraal begrip uit de [[racisme|racistische]] theorieën van de [[nazi]]'s, bood hij later zijn excuses aan.


Nederland raakte in rep en roer toen hij in 1972 de Drie van Breda wilde vrijlaten. Dit leidde tot een emotionele hoorzitting en een heftig kamerdebat. Uiteindelijk aanvaardde de Tweede Kamer de motie-[[Joop Voogd|Voogd]] en werd hij gedwongen hiervan af te zien.
Nederland raakte in rep en roer toen hij in 1972 de 'Drie van Breda' wilde vrijlaten. Dit leidde tot een emotionele hoorzitting en een heftig kamerdebat. Uiteindelijk aanvaardde de Tweede Kamer de motie-[[Joop Voogd|Voogd]] en werd hij gedwongen hiervan af te zien.


=== Minister van Justitie in het kabinet-Den Uyl ===
=== Minister van Justitie in het kabinet-Den Uyl ===

Versie van 25 mei 2010 10:53

Sjabloon:Nederlands politicus Andreas Antonius Maria (Dries) van Agt (Geldrop, 2 februari 1931) is een Nederlandse jurist, voormalig hoogleraar, ex-politicus en ex-diplomaat. Hij was van 1977 tot 1982 minister-president in drie achtereenvolgende Nederlandse kabinetten. Daarvoor was hij minister van Justitie. Tegenwoordig is hij onder meer pleitbezorger voor de rechten van de Palestijnen.

Achtergrond

Van Agt is de zoon van Frans van Agt (textielfabrikant) en Anna Frencken. Na het behalen van het diploma gymnasium-A aan het Augustinianum in Eindhoven studeerde hij rechten aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Hij was lid van studentenvereniging Carolus Magnus. Hij behaalde cum laude zijn doctoraalexamen meester in de rechten in 1955.

Van Agt is sinds 1958 gehuwd met Eugenie Krekelberg en heeft 3 kinderen: Eugenie, Frans en Caroline en 5 kleinkinderen.

Juridische loopbaan (o.a. hoogleraarschap)

Tot 1957 werkte Van Agt als advocaat te Eindhoven. Daarna was hij tot 1962 werkzaam bij de directie Juridische en bedrijforganisatorische zaken van het ministerie van Landbouw en Visserij en tot 1968 bij de stafafdeling wetgeving publiekrecht van het ministerie van Justitie. Van 1968 tot 1971 was hij hoogleraar strafrecht en strafprocesrecht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.

Politieke loopbaan

Minister van Justitie in de kabinetten-Biesheuvel

Van 6 juli 1971 tot 11 mei 1973 was hij voor de Katholieke Volkspartij (KVP) minister van Justitie in de kabinetten Biesheuvel I en Biesheuvel II. Bij een kennismakingsbijeenkomst met de pers zei hij te verwachten dat hij het met de zeer langdurige gevangenisstraf van de wegens oorlogsmisdaden veroordeelde Drie van Breda "nog moeilijker" zou hebben dan zijn voorganger, minister Carel Polak, die als eerste hun mogelijke vrijlating aan de orde had gesteld, namelijk omdat hij, Van Agt, de oorlog minder bewust meegemaakt had, en bovendien "ariër" was. Voor het gebruik van de term "ariër", een centraal begrip uit de racistische theorieën van de nazi's, bood hij later zijn excuses aan.

Nederland raakte in rep en roer toen hij in 1972 de 'Drie van Breda' wilde vrijlaten. Dit leidde tot een emotionele hoorzitting en een heftig kamerdebat. Uiteindelijk aanvaardde de Tweede Kamer de motie-Voogd en werd hij gedwongen hiervan af te zien.

Minister van Justitie in het kabinet-Den Uyl

In 1973 werd Van Agt wederom benoemd tot minister van Justitie, in het kabinet-Den Uyl, en vervulde hij tevens de rol van vice-minister-president. Hij was ook in deze periode een aantal malen het middelpunt van politieke rellen, bijvoorbeeld toen hij de abortuskliniek Bloemenhove wilde laten sluiten en door zijn omstreden optreden in de Zaak-Menten. Ook raakte hij in opspraak toen de Benedictijner monnik, broeder Mattheus, (een broer van het met Van Agt bevriende KVP-Kamerlid Harry Nootenboom) in 1974 een wapen de Scheveningse strafgevangenis wist binnen te smokkelen. Dit leidde tot een gijzeling, die door mariniers gewelddadig moest worden beëindigd. Eerder was de bewuste monnik de toegang tot de gevangenis blijvend ontzegd. Op voorspraak van Van Agt - op dat moment minister van Justitie - kreeg hij weer toegang en daarop volgde de ongelukkige wapensmokkel.

Na de val van het kabinet-Den Uyl speelde Van Agt nog een belangrijke rol als demissionair minister in de treinkaping bij De Punt, mei 1977. Na weken van onderhandelingen gaf zijn voorkeur voor een harde lijn uiteindelijk de doorslag binnen het geformeerde crisisteam.

Lijsttrekker van het CDA

In 1976 werd Van Agt gekozen tot de eerste lijsttrekker van het CDA, destijds nog een federatie van de drie confessionele partijen CHU, KVP en ARP, die in 1977 voor het eerst met één lijst uitkwamen (de fusie volgde in 1980). Met Van Agt als voorman wist de combinatie in 1977 de jarenlange terugloop in zetels bij de Tweede Kamerverkiezingen te keren.

Minister-president in het kabinet-Van Agt I

Bij de Tweede Kamerverkiezingen van mei 1977 behaalde de PvdA de grootste zetelwinst; de partij zette in op een formatie van een tweede kabinet-Den Uyl. Door alle incidenten tussen de KVP en de PvdA in de afgelopen regeringsperiode, gecombineerd met het feit dat ook een coalitie tussen CDA en VVD in het verschiet lag, mislukten de besprekingen na een periode van zeven maanden. Uiteindelijk wist Van Agt in kort tijdsbestek het met voorman Wiegel van de VVD eens te worden. Van 19 december 1977 tot 11 september 1981 was Van Agt aldus minister-president en minister van Algemene Zaken, van het kabinet-Van Agt I. Van Agt zat met dit kabinet de volledige periode tot aan 1981 uit.

Minister-president in het kabinet-Van Agt II

In 1981 verloren zowel CDA, VVD als PvdA bij de parlementsverkiezingen zetels, waardoor een voortzetting van een CDA-VVD coalitie niet mogelijk was. Van Agt, wederom lijsttrekker van het CDA, was nu gedwongen met de PvdA in zee te gaan. Ook D66 (veel zetelwinst onder leiding van Terlouw) deed mee aan de coalitiebesprekingen, die na 3 maanden moeizaam onderhandelen resulteerden in het kabinet-Van Agt II (11 september 1981 - 29 mei 1982). In deze samenstelling kreeg Van Agt opnieuw te maken met Joop den Uyl, die als vicepremier en "superminister" van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onder Van Agt moest dienen. De karakterologische en politieke verschillen leidden tot diverse aanvaringen, en in mei 1982 viel het kabinet.

De persoonlijke tegenstellingen tussen Van Agt en Den Uyl bleken dusdanig verslechterd, dat, toen Den Uyl in 1987 na een korte ziekte overleed, Van Agt door de familie Den Uyl de toegang tot de herdenkingsbijeenkomst werd ontzegd. Den Uyls echtgenote Liesbeth verweet Van Agt dat hij het tweede kabinet Den Uyl verhinderd had in 1977.

Minister president in het kabinet-Van Agt III

Het demissionaire kabinet ging door als rompkabinet, met slechts ministers uit de partijen CDA en D66, in het kabinet-Van Agt III. Voor de zes PvdA-ministers kwamen vijf nieuwe ministers van CDA en D66 in de plaats, terwijl van Agt in dit kabinet naast minister-president tevens minister van Buitenlandse Zaken werd.

Nieuwe Tweede Kamerverkiezingen werden uitgeschreven voor september 1982. Weliswaar liet Van Agt, moegestreden, zich overhalen weer lijsttrekker van het CDA te zijn, maar kort na de verkiezingen trok hij zich terug als kandidaat-minister-president en werd opgevolgd door Ruud Lubbers.

Kamerlid en Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant

Van 1982 tot 1983 was hij lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het Christen Democratisch Appèl (CDA). Daarna werd hij benoemd tot Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant. Hij zat zijn termijn niet uit. Van Agt ging voortvarend in de provincie te werk, maar zijn solistische optreden stuitte op irritatie van de gedeputeerden.[1] In 1987 trad hij af, om een diplomatieke functie bij de Europese Gemeenschap te aanvaarden.

Diplomatieke loopbaan en gasthoogleraarschap

Hij was van 1987 tot en met 1989 vertegenwoordiger van de Europese Gemeenschap in Japan. Tot 1995 vervulde hij dezelfde functie in de Verenigde Staten. In 1995-1996 vervulde hij een gasthoogleraarschap internationale betrekkingen aan de Universiteit van Kioto in Japan.

Conservatieve pleidooien

Enige tijd trad van Agt op als conservatief activist, onder meer binnen zijn partij waar hij opriep tot een conservatieve 'herbronning' en anderzijds als lid van het comité van aanbeveling bij de Edmund Burke Stichting; in november 2004 stapte hij echter uit de stichting nadat prominent lid Bart Jan Spruyt toenadering zocht tot politicus Geert Wilders.[2][3][4]

Latere inzet voor Palestijnse zaak

Als minister-president en minister van buitenlandse zaken had van Agt vaak blijk gegeven van sympathie voor de staat Israël, maar zijn opvattingen over het Israëlisch-Palestijnse conflict veranderden later. Naar zijn zeggen was hierbij een belangrijk keerpunt een bezoek dat hij eind jaren negentig bracht aan de Universiteit van Bethlehem op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever.[5] [6]

In 2002 behoorde hij tot de duizenden ondertekenaars van een petitie waarin de stichting Stop de Bezetting, voorgezeten door Gretta Duisenberg, ontruiming van de door Israël bezette gebieden eiste.[7] Ook maakte hij enige tijd deel uit van het comité van aanbeveling van deze stichting.

In juni 2005 verscheen een opinieartikel van Van Agt in de Volkskrant onder de titel "Een schreeuw om recht voor de Palestijnen".[8] De Tribune, het partijblad van de Socialistische Partij, publiceerde in september 2008 een interview met Van Agt over zijn standpunten als ambassadeur van de Palestijnen.[9]

In augustus 2005, slechts enkele dagen na de ontruiming van de Gazastrook, leidde Van Agt een Europese delegatie[10] bij een onderzoek in Israël en de Palestijnse gebieden. Doel van de missie was "om hoogstpersoonlijk die feiten waar te nemen en te beoordelen, die een bedreiging (blijven) vormen voor het vooruitzicht op een rechtvaardige vrede en die niet daadkrachtig worden aangepakt door de internationale gemeenschap." De eindrapportage[11] somt allerlei wantoestanden op, die aan het optreden van de staat Israël worden geweten. Het rapport bevat verder aanbevelingen zoals militaire en economische sancties tegen Israël en het gedwongen verwijderen van de Westoeverbarrière.

In 2004 werd Van Agt voorzitter van de adviescommisie van de in Nederland gevestigde pro-Palestijnse stichting International Forum for Justice and Peace. Op 12 November 2005 publiceerde De Telegraaf een artikel onder de titel "Op kruistocht met de DUIVEL" waaruit bleek dat een zekere Israel Shamir toen ook lid was van deze commissie. Van Acht diende vervolgens een klacht in bij de Raad voor de Journalistiek[12] omdat hij meende zo ten onrechte geassocieerd te worden met antisemitisme. De Raad vond deze klacht niet terecht. Op een ander punt stelde de Raad Van Agt echter in het gelijk: "Voor zover de klacht is gericht tegen de vermelding dat klager in het televisieprogramma ‘Het Zwarte Schaap’ begrip toont voor zelfmoordaanslagen van Palestijnse terroristen, is deze gegrond."

In september 2009 verscheen van de hand van van Agt het ruim 350 pagina`s tellende boek "Een schreeuw om recht, de tragedie van het Palestijnse volk" bij uitgeverij De Bezige Bij.

Op 10 december 2009, de Internationale Dag van de Rechten van de Mens, werd op initiatief van van Agt "The Rights Forum" gelanceerd, een stichting die zich zegt in te zetten voor een rechtvaardig Midden-Oosten beleid van de Nederlandse regering. Van Agt is bestuursvoorzitter van deze stichting. In de Raad van Advies hebben verscheidene voormalige ministers van Buitenlandse Zaken zitting, namelijk Hans van den Broek (CDA), Pieter Kooijmans (CDA) en Hans van Mierlo (D66), verder de oud-ministers Frans Andriessen (CDA), Klaas de Vries (PvdA), Hedy d'Ancona (PvdA) en Laurens Jan Brinkhorst (D66) en rechtsgeleerden, onder wie Liesbeth Zegveld (Universiteit Leiden) en André Nollkaemper (Universiteit van Amsterdam). De stichting wil dat Nederland zich er actief voor inzet bij alle partijen in het Israëlisch-Palestijnse conflict respect voor het internationaal recht af te dwingen. [13]

Biografie

In mei 2008 verscheen bij uitgeverij Boom een boek over Dries van Agt, getiteld Tour de Force. Deze politieke biografie werd geschreven door Johan van Merriënboer, Peter Bootsma en Peter van Griensven, onderzoekers van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen. Het drietal had zes jaar aan deze publicatie gewerkt. De auteurs hadden daarbij toegang tot stukken die nog niet eerder gepubliceerd waren, tot notities van Van Agt zelf. Tour de Force werd op 19 mei in het Catshuis aan Van Agt uitgereikt door premier Jan Peter Balkenende.

Trivia

  • Van Agt heeft een grote liefde voor de wielersport; hij bezocht vaak de Ronde van Frankrijk en was diverse keren in wieleruitrusting op de televisie te zien.
  • Ook zijn taalgebruik (hij doorspekte zijn zorgvuldig geformuleerde volzinnen graag met min of meer archaïsche uitdrukkingen als "gij", "mijn waarde" of "sapristi") maakte hem tot een niet alledaagse verschijning op radio en tv.
  • In 1980 merkte Van Agt over zijn politieke carrière op dat hij eigenlijk een eendagsvlieg was, die reïncarneerde in een resistent reptiel.
  • In 2009 kreeg hij van het Hash Marihuana & Hemp Museum de Cannabis Cultuurprijs [14]

Zie ook

Externe links

Voorganger:
Carel Polak
Minister van Justitie
1971-1977
Opvolger:
Wilhelm de Gaay Fortman
Voorganger:
R.J. Nelissen en W.J. Geertsema
Vicepremier
1973-1977
Opvolger:
H. Wiegel
Voorganger:
-
Politiek leider CDA
1976-1982
Opvolger:
R.F.M (Ruud) Lubbers
Voorganger:
Joop den Uyl
Minister-president
1977-1982
Opvolger:
Ruud Lubbers
Voorganger:
Joop den Uyl
Minister van Algemene Zaken
1977-1982
Opvolger:
Ruud Lubbers
Voorganger:
Max van der Stoel
Minister van Buitenlandse Zaken
1982
Opvolger:
Hans van den Broek
Voorganger:
Jan Dirk van der Harten
Commissaris van de Koningin van Noord-Brabant
1983-1987
Opvolger:
Frank Houben

Sjabloon:CDA


Zie de categorie Dries van Agt van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.